Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 november
2007, nr. 2007-0000443938, houdende wijziging van een aantal rechtspositionele regelingen
in verband met de reiskostenvergoeding en de verhuiskostenvergoeding
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 8 en 8a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, de artikelen 18 en 19 van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden, de artikelen 31, 32 en 34 van het Rechtspositiebesluit burgemeesters en de artikelen 22 en 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
Besluit:
Artikel III
De Regeling rechtspositie burgemeesters wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, onderdeel b, wordt ‘andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten’ vervangen door: andere
direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, waaronder begrepen de kosten van het
in- en uitpakken van breekbare zaken’.
B
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid wordt toegevoegd, dat luidt:
2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, geldt voor een waarnemend burgemeester
een bedrag van € 0,37 per afgelegde kilometer.
C
In artikel 6, derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 0,28’ vervangen door: € 0,37.
D
In artikel 7, onderdeel c, wordt ‘€ 0,28’ vervangen door: € 0,37.
Artikel V
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat de onderdelen
B van de artikelen I tot en met IV, alsmede artikel III, onderdelen C en D, terugwerken
tot en met 1 januari 2006.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De
Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst