Beleidsregel richtlijn voor strafvordering Telecommunicatiewet

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2009.
Geldend van 01-12-2007 t/m 31-12-2010

Beleidsregel richtlijn voor strafvordering Telecommunicatiewet

Beschrijving

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze richtlijn ziet op delicten begaan door het overtreden van de Telecommunicatiewet (misdrijven en/of overtredingen). In de richtlijn wordt een aantal basisdelicten genoemd. Hieronder vallen de meeste strafbare feiten ingevolge de Telecommunicatiewet.

Voorzover het basisdelict een misdrijf-(doleus) en een overtredingsvariant (culpoos) kent, is bij het betreffende basisdelict een basispuntenaantal opgenomen dat betrekking heeft op de misdrijfvariant. In geval sprake is van een overtreding kan hiervan worden afgeweken door het puntenaantal naar beneden aan te passen. Indien het basisdelict alleen ziet op een overtreding speelt dit punt uiteraard geen rol.

Puntensysteem

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

De systematiek van het Bos-Polarissysteem voor commune delicten volgend is in deze richtlijn gekozen voor een puntensysteem waarbij elk punt staat voor een bedrag van 22 Euro

Basisdelicten (overzicht)

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

(1)

Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat zonder vergunning ex art. 3.3, lid 1 TW

(strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid TW jo art. 1, sub 1° WED)

(2)

Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten (die op een verkeerde frequentie werken en/of een onjuist vermogen hebben)

(strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid TW jo art. 1, sub 1° WED)

(3)

Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten waarvoor een vergunning is vereist

(strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid jo art. 1, sub 1° WED)

(4)

Het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex art. 10.1 of 10.3 onderdeel a,b,c en e TW

(strafbaarstelling: art. 10.1, eerste lid jo art. 1, sub 1° WED)

Beschrijving

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Dit delict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van een radiozendapparaat zonder vergunning ex art. 3.3, eerste lid TW en heeft in hoofdzaak betrekking op illegale omroepzenders. Onderscheid wordt gemaakt tussen lichte of zware overtredingen. Deze richtlijn dient voor de strafvordering van de lichte overtreding. De strafvordering van zware overtredingen valt hierbuiten en vergt maatwerk.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

50 punten (naast beslag)

Basisfactoren

Geen

Delictspecifieke factoren

Medeplegen

Er is geen sprake van medeplegen +0 %

Er is sprake van medeplegen +25 %

Wettelijke factoren

Medeplichtigheid

Dader +0 %

Medeplichtige –33 %

Poging

Voltooid delict +0 %

Poging tot plegen n.v.t.

Recidiveregeling

Mate van recidive (5 jaar)

Geen recidive +0 %

1 maal +50 %

Meermalen +100 % +dagvaarden

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Afdoeninginstrument: strafrechtelijke handhaving.

  • in geval van transactie dient ‘afstand’ altijd als aanvullende voorwaarde te worden gesteld;

  • in geval van dagvaarden dient altijd onttrekking aan het verkeer gevorderd te worden.

Basisdelict (2)

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten die op een verkeerde frequentie werken en/of een onjuist vermogen hebben (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo art. 1, sub 1° WED)

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten die op een verkeerde frequentie werken en/of een onjuist vermogen hebben. Het betreft hier apparaten waarvoor geen vergunning voor frequentieruimte is vereist die vallen onder de uitzonderingsbepaling van artikel 3.4 TW (Deze apparaten zijn opgenomen in de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning). Indien een radiozendapparaat niet (meer) voldoet aan het bepaalde in genoemde regeling is de uitzonderingsbepaling artikel 3.4 TW niet meer van toepassing en geldt voor het apparaat het vergunningvereiste als bedoeld in artikel 3.3 TW. Onder deze categorie vallen onder meer koordloze of mobiele telefoons, draadloze microfoons, babyfoons, apparaten met modelbesturing, gemodificeerde 27 MHz-apparatuur.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

15 punten (naast beslag)

Basisfactoren

Geen

Delictspecifieke factoren

Medeplegen

Er is geen sprake van medeplegen +0 %

Er is sprake van medeplegen +25 %

Wettelijke factoren

Medeplichtigheid

Dader +0 %

Medeplichtige –33 %

Poging

Voltooid delict +0 %

Poging tot plegen n.v.t.

Recidiveregeling

Mate van recidive (5 jaar)

Geen recidive +0 %

1 maal +50 %

Meermalen +100 % +dagvaarden

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Afdoeningsinstrument: strafrechtelijke handhaving;

  • in geval van transactie dient ‘afstand’ altijd als aanvullende voorwaarde te worden gesteld;

  • in geval van dagvaarden dient altijd onttrekking aan het verkeer gevorderd te worden.

Basisdelict (3)

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten waarvoor een vergunning is vereist (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo art. 1, sub 1° WED)

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten – niet zijnde omroepzenders – waarvoor een vergunning is vereist en die overigens wel op de goede frequentie werken. Het betreft hier bijvoorbeeld marifoons, mobilofoons of portofoons zonder dat de houder in het bezit is van een vergunning voor gebruik van frequentieruimte ex art. 3.3, eerste lid TW.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

10 punten

Basisfactoren

Geen

Delictspecifieke factoren

Medeplegen

Er is geen sprake van medeplegen +0 %

Er is sprake van medeplegen +25 %

Wettelijke factoren

Medeplichtigheid

Dader +0 %

Medeplichtige –33 %

Poging

Voltooid delict +0 %

Poging tot plegen n.v.t.

Recidiveregeling

Mate van recidive (5 jaar)

Geen recidive +0 %

1 maal +50 %

Meermalen +100 % +dagvaarden

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Afdoeningstraject:

Primair bestuursrechtelijke handhaving.

Strafrechtelijke handhaving zal worden toegepast daar waar bestuursrechtelijke middelen minder effectief blijken (b.v. bij recidive en indien het in beslag nemen van goederen noodzakelijk is), dan wel, indien de mate van overtreding zodanig ernstig is dat een bestuursrechtelijke reactie niet gepast is (b.v. bij gevaarzetting).

Bij strafrechtelijke handhaving:

in geval van transactie dient ‘afstand’ altijd als aanvullende voorwaarde te worden gesteld;

in geval van dagvaarden dient altijd verbeurdverklaring gevorderd te worden.

Basisdelict (4)

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex. artt. 10.1 of 10.3 Tw (strafbaarstelling: art. 10.1, eerste lid Tw jo art. 1, sub 1° WED)

Beschrijving

Dit basisdelict ziet op het in de handel brengen van uitrusting die niet voldoet aan de eisen ex. art. 10.1 of 10.3 Tw. Dit verbod is gericht tot fabrikanten en importeurs. Zij dienen zich ervan te vergewissen dat de apparaten voldoen aan de voorschriften.

Toepasselijk kader

Commuun en verkeer

Basispunten

100 punten minimaal (gerelateerd aan de omvang van de handel)

Basisfactoren

Geen

Delictspecifieke factoren

Medeplegen

Er is geen sprake van medeplegen +0 %

Er is sprake van medeplegen +25 %

Wettelijke factoren

Medeplichtigheid

Dader +0 %

Medeplichtige –33 %

Poging

Voltooid delict +0 %

Poging tot plegen –33 %

Recidiveregeling

Mate van recidive (5 jaar)

Geen recidive +0 %

1 maal +50 %

Meermalen +100 % +dagvaarden

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

Geen

Bijzonderheden

Afdoeningstraject:

primair bestuursrechtelijke handhaving;

strafrechtelijke handhaving zal worden toegepast daar waar bestuursrechtelijke middelen minder effectief blijken (b.v. bij recidive en indien het in beslag nemen van goederen noodzakelijk is), dan wel, indien de mate van overtreding zodanig ernstig is dat een bestuursrechtelijke reactie niet gepast is (b.v. bij gevaarzetting).

Bij strafrechtelijke handhaving:

Dagvaarden en onttrekking aan het verkeer vorderen.