RijksCofinancieringsregeling INTERREG IV

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-07-2009 en zichtdatum 29-11-2024.
Geldend van 17-09-2008 t/m 08-02-2010

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 december 2007, nr. DGR2007118082, houdende regels met betrekking tot subsidie aan Nederlandse overheidsinstellingen, samenwerkingsverbanden van publieke lichamen en rechtspersonen zonder winstoogmerk om hen financieel te ondersteunen bij de uitvoering van activiteiten die vallen onder het INTERREG IVB of IVC programma en het vigerend Nationaal Ruimtelijk Beleid zoals verwoord in de Nota Ruimte (RijksCofinancieringsregeling INTERREG IV)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 50a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de artikelen 38a, 38d, vierde lid, 38h, vierde lid, en 38ia, van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 2 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. INTERREG IV: doelstelling 3 Europese Territoriale Samenwerking, die beoogt de samenwerking tussen regio’s over de landsgrenzen heen te versterken en daarmee de economische concurrentiekracht en de territoriale samenhang van de betreffende regio’s te vergroten als gedefinieerd in artikel 6, tweede en derde lid van de verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1783/1999, (PBEG L 210);

    • b. project: een planmatige activiteit in het kader van de INTERREG IVB programma’s Noordzee of Noordwest Europa of INTERREG IVC Interregionaal;

    • c. projectvoorstel: voorstel met betrekking tot een project zoals dat is vastgelegd in het INTERREG IVB of IVC programma subsidieaanvraagformulier, Application Form;

    • d. activiteiten: planmatige activiteiten uitgevoerd door de aanvrager van subsidie op grond van deze regeling vallend onder het project voor INTERREG IVB of IVC programma die het vigerend Nationaal Ruimtelijk Beleid zoals verwoord in de Nota Ruimte bevorderen;

    • e. Nota Ruimte: de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land.

    • f. Lead Partner: trekker van een project;

    • g. partner: deelnemer aan een project; en

    • h. prioriteit: thema als gedefinieerd in het Operational Programme van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 2. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Deze regeling strekt tot het verlenen van subsidie om Nederlandse partners in het kader van het INTERREG IVB of IVC programma te stimuleren een actieve bijdrage te leveren aan de doelstellingen van de Nota Ruimte.

  • 2 Het verlenen van subsidie op grond van deze regeling houdt geen recht op een subsidie ingevolge een INTERREG IVB of IVC programma in. INTERREG IVB of IVC subsidieverlening is afhankelijk van goedkeuring door het daartoe gerechtigde besluitorgaan van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 3. Doelgroep

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Subsidie kan worden aangevraagd door een Lead Partner of een partner, zijnde een overheidsinstelling, een samenwerkingsverband van publieke lichamen of een rechtspersoon zonder winstoogmerk. Particulieren en organisaties met winstoogmerk komen niet in aanmerking als aanvrager.

  • 2 Als de aanvrager een samenwerkingsverband is of een groep van partners dan treedt één partner op als contactpersoon.

Artikel 4. Voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De aanvrager komt in aanmerking voor subsidie als:

  • a. de aanvraag voor deze subsidie vóór indiening van het projectvoorstel bij het Internationale Secretariaat van het INTERREG IVB of IVC programma ingediend wordt;

  • b. de activiteiten voldoen aan de toelatingscriteria en doelstellingen die worden gesteld in het Operational Programme van het INTERREG IVB of IVC programma;

  • c. voor de activiteiten nog niet eerder subsidie op grond van deze regeling is verleend; en

  • d. de activiteiten niet-economische activiteiten zijn.

Artikel 5. Beoordelingscriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De activiteiten in de aanvraag worden beoordeeld op de bijdrage aan de aspecten van het vigerend Nationaal Ruimtelijk Beleid zoals verwoord in de Nota Ruimte volgens de opgave in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 6. Afwijzingsgronden

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De aanvraag wordt afgewezen als:

  • a. niet wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 4;

  • b. op grond van de aspecten, bedoeld in artikel 5, wordt vastgesteld dat de activiteiten een te geringe bijdrage leveren aan de doelstellingen van de Nota Ruimte;

  • c. de activiteiten strijdig zijn met het rijksbeleid;

  • d. de activiteiten minder dan € 200.000,– aan kosten omvatten;

  • e. aannemelijk is dat de activiteiten niet overeenkomstig de door de aanvrager verstrekte gegevens kan worden voltooid;

  • f. gegronde vrees bestaat dat de betrokkenen de activiteiten niet kunnen financieren;

  • g. onvoldoende vertrouwen bestaat dat het projectvoorstel wordt goedgekeurd door het daartoe gerechtigde besluitorgaan van het INTERREG IVB of IVC programma;

  • h. het projectvoorstel ingediend wordt bij een INTERREG IVB of IVC programma onder een prioriteit waarvan het budget is uitgeput; of

  • i. het projectvoorstel na een eerste indiening bij het Internationale Secretariaat van het INTERREG IVB of IVC programma, binnen een jaar na subsidieverlening, niet is goedgekeurd door het daartoe gerechtigde besluitorgaan van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Als subsidiabele kosten worden in aanmerking genomen de gemaakte, aan de projectperiode toe te rekenen kosten, die rechtstreeks betrekkking hebben op de uitvoering van de activiteiten en noodzakelijk zijn voor het leveren van een bijdrage aan de doelstellingen van de Nota Ruimte.

  • 2 Als voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan al door de Commissie van de Europese Gemeenschappen dan wel een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt, dat het totale bedrag aan subsidie niet meer bedraagt dan 100 procent van de subsidiabele kosten.

  • 3 Kosten die zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening worden niet tot de subsidiabele kosten gerekend.

  • 4 De bepalingen ten aanzien van de subsidiabele kosten opgenomen in het INTERREG IVB of IVC programma waarvoor het projectvoorstel wordt goedgekeurd zijn overeenkomstig van toepassing.

Artikel 8. Hoogte subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De subsidie bedraagt maximaal 50 procent van de kosten voor de activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen van de Nota Ruimte die niet worden vergoed uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling met een maximum van € 500.000,– per project.

Artikel 9. Verplichtingen van de subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De Lead Partner of partner voert de activiteiten uit overeenkomstig de activiteiten waarop de subsidieverlening betrekking heeft en voltooit dit uiterlijk op het bij de verlening bepaalde tijdstip, tenzij op verzoek toestemming wordt verleend voor het vertragen, het essentieel wijzigen of het stopzetten van een activiteit.

  • 2 De Lead Partner of partner voert de activiteiten in Nederland uit, tenzij op verzoek voorafgaand toestemming wordt verleend om de activiteiten ergens anders uit te voeren.

  • 3 Aan een toestemming als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 10. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Het subsidieplafond voor INTERREG IVB en IVC bedraagt € 5.500.000,– in 2008 en € 2.500.000,– in 2009.

  • 2 Jaarlijks tot en met 31 december 2011 wordt vóór 1 november het subsidieplafond voor het daaropvolgende kalenderjaar gepubliceerd.

Artikel 11. Aanvraag tot subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De Lead Partner of partner dient een aanvraag voor subsidieverlening in bij SenterNovem met gebruikmaking van het aanvraagformulier, te downloaden vanaf www.senternovem.nl/INTERREG.

  • 2 Als de aanvraag activiteiten betreft die worden uitgevoerd door een samenwerkingsverband of een groep van partners:

    • a. gaat de aanvraag vergezeld van de overeenkomst waarin de samenwerking tussen de deelnemers is geregeld; en

    • b. bevat de aanvraag een raming van de activiteitskosten per deelnemer.

  • 3 Als de aanvraag voor subsidieverlening wordt ingediend door een rechtspersoon die krachtens privaatrecht is opgericht, wordt een afschrift van de oprichtingsakte en geldende statuten bijgevoegd.

  • 4 Bij de subsidieverlening wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met inachtneming van het vijfde lid, met dien verstande dat, wanneer de aanvrager tot subsidieverlening krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.

  • 5 Voor zover de verlening van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond, genoemd in artikel 10, wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 12. Voorschot

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De Lead Partner of partner kan een voorschot aanvragen voor het uitvoeren van de activiteiten met gebruikmaking van het voorschotformulier, te downloaden vanaf www.senternovem.nl/INTERREG.

  • 2 Als de subsidieontvanger een gemeente, provincie of een regionaal openbaar lichaam op grond van artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt, in afwijking van het eerste lid, na goedkeuring van het projectvoorstel door het daartoe gerechtigde besluitorgaan van het INTERREG IVB of IVC programma, een voorschot van 80% uitgekeerd.

Artikel 13. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De Lead Partner of partner dient binnen 13 weken na uitvoering van alle activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij SenterNovem met gebruikmaking van het vaststellingsformulier, te downloaden vanaf www.senternovem.nl/INTERREG.

  • 2 Als de subsidieontvanger een gemeente, provincie of een regionaal openbaar lichaam op grond van artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt, in afwijking van het eerste lid, een subsidievaststelling aangevraagd in het jaar na de voltooiing van de activiteiten, door de verantwoordingsinformatie aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te verstrekken op de wijze, bedoeld in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zendt de informatie met betrekking tot de activiteiten door aan SenterNovem.

  • 3 De beoordeling van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie geschiedt ook op basis van de eindverantwoording voor het project in het kader van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 14. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 15. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: RijksCofinancieringsregeling INTERREG IV.

Deze regeling zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Bijlage behorend bij artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De activiteiten voldoen aan één of meer van de nota ruimte doelen zoals verwoord in de zogenaamde doelenboom van de Nota Ruimte:

Stedelijke Netwerken

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1. Ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra (par. 2.1.1)

  • 2. Versterking van de kracht en diversiteit van de belangrijkste economische kerngebieden (par. 2.1.2)

  • 3. Verbetering van de bereikbaarheid (par. 2.1.3)

  • 4. Verbetering van de leefbaarheid en van de sociaal-economische positie van de steden (par. 2.1.4) Bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond de steden (par. 2.1.5)

  • 5. Behoud en versterking van de variatie tussen stad en land (par. 2.1.6)

  • 6. Afstemmen verstedelijking en economische activiteiten met de waterhuishouding (par. 2.1.7.)

  • 7. Vergroting van milieukwaliteit en veiligheid (par. 2.1.8)

  • 8. Bieden van ruimte voor groen, ontspanning en dagrecreatie in en om de stad met name in Rijksbufferzones en het vrijwaren van die gebieden van verdere verstedelijking (par 2.2.3.5)

  • 9. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten (par. 2.3.2) met name duurzaam en efficiënt ruimtegebruik zoals toepassing SER-ladder en herstructurering bedrijventerreinen

Water en Groene Ruimte

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1. Klimaatadaptatie waaronder borging van de veiligheid tegen overstromingen (par.3.1.1)

  • 2. Voorkoming van wateroverlast en watertekorten (par. 3.1.2)

  • 3. Verbetering van water- en bodemkwaliteit (par. 3.1.3)

  • 4. Borging en ontwikkeling van natuurwaarden (par. 3.1.4)

  • 5. Bescherming en ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit (par. 3.1.5)

  • 6. Borging en ontwikkeling van bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarden (par. 3.1.6) in het bijzonder in Nationale Landschappen

  • 7. Ruimte voor hergebruik en sanering van bebouwing in het buitengebied (par. 3.1.7)

  • 8. Vergroting en aanpassing van de toeristisch-recreatieve mogelijkheden (par. 3.1.8)

  • 9. Duurzame en vitale landbouw (par. 3.1.9)

Gebieden en Thema’s

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1. Vergroten van de internationale concurrentiepositie van de Randstad als geheel (par. 4.2.2)

  • 2. Borging van de veiligheid van de kust met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden (par. 3.1.1, 4.3.4)

  • 3. Duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en behoud van het unieke open landschap (par. 4.4.5)

  • 4. Versterking van de veiligheid tegen overstromen, de toegankelijkheid voor de scheepvaart en natuurlijke kwaliteit in de Zuidwestelijke Delta (par. 4.5.2)

  • 5. Borging van de veiligheid van de kust met behoud van (inter)nationale ruimtelijke waarden (par. 3.1.1, 4.3.4)

  • 6. Versterking van de economische betekenis met behoud en ontwikkeling van internationale waarden van natuur en landschap Noordzee (par. 4.7.2)

  • 7. Winning bouwgrondstoffen op maatschappelijk aanvaardbare wijze (par. 4.8.1.1)

  • 8. Ruimte voor militaire terreinen (par. 4.8.2.1)

  • 9. Ruimte voor de opwekking en distributie van elektriciteit en stimulering van opwekking van windenergie (par. 4.8.3.1)

  • 10. Voorkoming knelpunten bij de ondergrondse ordening (par. 4.8.4.2)

  • 11. Ruimte voor drink- en industriewatervoorziening (par. 4.8.5.1)