Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Utrecht 2008

[Regeling vervallen per 28-04-2013.]
Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-02-2011.
Geldend van 17-08-2010 t/m 31-12-2012

Besluit van de Minister van Justitie van 18 februari 2008, nr. 5531514/08, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren van politie bij het regionale politiekorps Utrecht

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

In dit besluit wordt verstaan onder de buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar van politie bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

De ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Politiewet 1993, van het regionale politiekorps Utrecht, belast met de opsporing van strafbare feiten, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar van politie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin hij is aangesteld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 650 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Utrecht.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Utrecht.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

  • 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar kan eerst gebruik maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de politiewet 1993, nadat de direct toezichthouder heeft vastgesteld dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid ten aanzien van het uitoefenen van deze bevoegdheden.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar kan gedurende de uitoefening van zijn functie als buitengewoon opsporingsambtenaar van politie gebruik maken van handboeien van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie goedgekeurd merk en type.

  • 4 De buitengewoon opsporingsambtenaar wordt daadwerkelijk uitgerust met handboeien nadat de direct toezichthouder heeft vastgesteld dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid ten aanzien van het gebruik van en het omgaan met handboeien.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

De korpschef van het regionale politiekorps Utrecht brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de toezichthouder en de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij het regionale politiekorps Utrecht;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het besluit van 18 februari 2008, nr. 5531515/08, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 28 april 2008 en vervalt met ingang van 28 april 2013.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 28-04-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Utrecht 2008.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 februari 2008

De

Minister

van Justitie,
namens deze:

hoofd Bestuurlijke en Juridische Zaken

,

L.A.M. Gielen