Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-03-2013 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 01-12-2012 t/m 31-12-2014

Verordening van het Productschap Vis van 27 maart 2008 tot vaststelling van nadere regels betreffende de werkwijze van de organen en het secretariaat van het Productschap Vis alsmede tot intrekking van de Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2006 (Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008)

Het bestuur van het Productschap Vis;

Gelet op titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 92 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, de artikelen 5 en 6 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Stb. 2003, 253) en de Code Goed Bestuur;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Voor de toepassing van het bepaalde bij deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Instellingsbesluit Productschap Vis

:

Besluit van 3 juni 2003, houdende instelling van Productschap Vis een productschap voor ondernemingen op het gebied van de visserij, de be- en verwerking van vis en de handel in vis en visproducten (Stb. 2003, 253);

b.

productschap

:

het Productschap Vis, als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Vis;

c.

bestuur

:

het bestuur van het productschap;

d.

dagelijks bestuur

:

het dagelijks bestuur van het productschap;

e.

voorzitter

:

de voorzitter van het productschap;

f.

secretaris

:

de secretaris van het productschap;

g.

secretariaat

:

de hoofdvestiging te Rijswijk en de bijkantoren te Yerseke en bij de visafslagen;

h.

commissie

:

een commissie welke door het bestuur uit zijn midden is samengesteld als; bedoeld in artikel 88 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, hetzij een adviescommissie welke door het bestuur niet of niet volledig is samengesteld uit zijn midden, hetzij een werkgroep welke door een commissie niet of niet volledig uit haar midden is samengesteld;

i.

medebewindsorganisatie

:

voorziening van de productschappen als bedoeld in het Besluit gemeenschappelijke medebewindsorganisatie productschappen 2012;

j.

manager medebewind

:

de manager van de medebewindsorganisatie.

Commissies

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Behoudens de bijzondere taken welke ingevolge deze verordening zijn opgedragen dan wel zijn overgedragen, dient een commissie het bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter van advies met betrekking tot de onderwerpen waarvoor zij is ingesteld.

Zij houdt daartoe de ontwikkelingen op het terrein, waarvoor zij is ingesteld, nauwlettend in het oog.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een bestuursadviescommissie wordt ingesteld bij bestuursbesluit en een werkgroep wordt ingesteld bij besluit van de bestuursadviescommissie.

  • 2 Het besluit strekkende tot instelling van een commissie bevat een regeling met betrekking tot de volgende punten:

    • a. het doel van de instelling van de commissie;

    • b. de naam van de commissie;

    • c. de taak van de commissie;

    • d. de verplichting van de leden van de commissie tot geheimhouding van al hetgeen zij in hun hoedanigheid vernemen;

    • e. de samenstelling van de commissie alsmede de namen van de organisaties die bevoegd zijn om leden en zonodig plaatsvervangende leden ter benoeming door het bestuur voor te dragen;

    • f. een regeling met betrekking tot de benoeming van een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter van de commissie;

    • g. een regeling met betrekking tot de verdeling en uitoefening van stemrechten, waarbij expliciet wordt aangegeven of de voorzitter alleen een raadgevende stem heeft of ook zijn stem kan uitbrengen;

    • h. de regeling van het secretariaat van de desbetreffende commissie;

    • i. de mogelijkheid om werkgroepen in te stellen;

    • j. de mogelijkheid om deskundigen uit te nodigen.

  • 3 Het bestuursbesluit wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 4 Adviezen en besluiten strekkende tot instelling van een werkgroep van een commissie, voor zover geen betrekking hebbende op individuele verzoeken of aanvragen, worden voorzien van de handtekeningen van de voorzitter en de secretaris van de commissie. Adviezen betrekking hebbende op individuele verzoeken of aanvragen worden voorzien van de handtekening van de secretaris van de commissie.

  • 5 De secretaris van een commissie doet te allen tijde schriftelijk mededeling aan het bestuur van de uitgebrachte adviezen. Deze mededeling is voorzien van een schriftelijke motivatie over de inhoud van het advies.

  • 6 Ingeval van ontstentenis van de secretaris van een commissie wijst de secretaris een tijdelijke plaatsvervanger aan.

  • 7 De commissies adviseren in ieder geval jaarlijks voorafgaande aan de behandeling van de begroting voor het komende jaar door het dagelijks bestuur over de voor de desbetreffende deelsector gewenste heffingsgrondslagen en hoogten van de heffingen in de verordeningen, als bedoeld in artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het bestuur is voor de vaststelling van deze verordeningen gehouden bij afwijking van een advies van een commissie gemotiveerd aan te geven wat de reden van afwijking is.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een commissie stelt geen adviezen vast, indien blijkens de presentielijst niet meer dan de helft van de leden of plaatsvervangende leden ter vergadering aanwezig is of geen meerderheid van stemmen is verkregen.

  • 2 Indien ten tweede male tot een vergadering is opgeroepen, zonder dat meer dan de helft van de leden of plaatsvervangende leden is opgekomen:

    • a. wordt ongeacht het aantal opgekomen (plaatsvervangende) leden een advies uitgebracht;

    • b. wordt hiervan onverwijld mededeling gedaan aan het bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan een commissie door de secretaris van deze commissie middels een schriftelijke ronde onder de le en gevraagd worden omtrent een specifiek onderwerp te adviseren of in te stemmen binnen de door de secretaris van deze commissie gestelde redelijke termijn. Indien geen reactie wordt gegeven voor het verstrijken van de door de secretaris van deze commissie gestelde termijn, wordt het desbetreffende lid geacht instemming of positief advies te hebben verleend.

  • 4 Een commissie stelt geen adviezen vast conform de schriftelijke procedure, bedoeld in het vorige lid, indien ten minste drie leden daartoe aan de voorzitter van de desbetreffende commissie schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven het onderwerp ter vergadering te willen behandelen.

Dagelijks bestuur

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 Bij de bestemming van de middelen, bedoeld in het vorige lid, dient te allen tijde voldaan te worden aan de voorwaarden gesteld in de Europese en nationale regelingen met betrekking tot steun- en subsidieverlening.

  • 3 In afwijking van artikel 3, vijfde lid, wordt door de secretaris van een commissie de schriftelijke mededeling van adviezen ten aanzien van de besteding van de middelen aan het dagelijks bestuur gedaan. Ook deze mededeling is te allen tijden voorzien van een schriftelijke motivatie.

  • 4 In afwijking van het eerste lid kan het dagelijks bestuur door de secretaris of door de secretaris van de desbetreffende commissie middels een schriftelijke ronde onder de leden gevraagd worden omtrent een specifiek onderwerp te adviseren of in te stemmen binnen de gestelde redelijke termijn.

    Indien geen reactie wordt gegeven voor het verstrijken van de gestelde termijn, wordt het desbetreffende lid geacht instemming of positief advies te hebben verleend.

Secretariaat

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De secretaris is verantwoordelijk en bevoegd om geaccordeerd beleid binnen de parameters van de door het bestuur vastgestelde begroting uit te voeren.

  • 2 De secretaris heeft tot taak leiding te geven aan de personen in dienst van het productschap en aan de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke activiteiten van het secretariaat van het productschap en zijn organen, en is met inachtneming van de met de privaatrechtelijke organisaties gesloten overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten verantwoordelijk voor de personele bezetting en de facilitaire ondersteuning van deze secretariaten.

  • 3 De secretaris ziet toe op een juiste uitvoering van de tussen het productschap en de private organisaties gesloten overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten aangaande de werkzaamheden van deze private organisaties van de ter zake doende wet- en regelgeving.

  • 4 De secretaris ziet toe op de werkzaamheden van de secretarissen van de commissies ter afstemming en om te waarborgen dat een juiste en volledige toepassing van Europese en nationale regelgeving plaatsvindt.

  • 5 De secretaris valt onder het begrip bestuurder, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de ondernemingsraden, als degene die de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de arbeid en is uit dien hoofde bevoegd tot het nemen van beslissingen in het kader van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsplekken, arbeidsaangelegenheden, de fysieke inrichting van werkplekken en hiermee verband houdende benodigde technische verbouwingen, alsmede de verdere invulling en het doen van ter zake van toepassing zijnde uitgaven.

  • 6 De regeling voor studiekosten en studiefaciliteiten, alsmede de vergoeding van reis- en verblijfkosten in geval van dienstreizen en de tegemoetkoming in de kosten van woon-werkverkeer vinden plaats volgens bij besluit van de secretaris vast te stellen regelen na instemming van de ondernemingsraad.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Aan de secretaris wordt opgedragen het waarborgen en zorgdragen voor een juiste toepassing van Europese en nationale regelgeving en de daaruit voortvloeiende procedurele aspecten, waaronder in ieder geval:

    • a. het tijdig kenbaar maken aan de bestuursleden en bedrijfsgenoten van het vergaderschema van vergaderingen en voorgenomen conceptbesluiten van het bestuur en het dagelijks bestuur;

    • b. het bekendmaken van ontwerpen van verordeningen, welke voor personen, als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bindende regels inhouden, op de krachtens die wet omschreven wijze;

    • c. ontwerpen van verordeningen hetzij ter kennis brengen van het bestuur, hetzij aan het bestuur ter vaststelling aanbieden;

    • d. door het bestuur vastgestelde verordeningen, die goedkeuring behoeven met inachtneming van de te dier zake geldende wettelijke voorschriften, aan de betrokken Minister(s) of aan de Sociaal-Economische Raad te zenden al dan niet met het verzoek om doorgeleiding naar de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter notificatie als steun- of technische maatregel;

    • e. de daarvoor in aanmerking komende verordeningen en besluiten af te kondigen;

    • f. het bekendmaken van de nederlegging en verkrijgbaarstelling van de begroting der inkomsten en uitgaven en van de rekening en verantwoording van het beheer over het afgelopen kalenderjaar minimaal twee weken voorafgaand aan de behandeling en de beraadslagingen door het bestuur;

    • g. het jaarlijks aan de Sociaal-Economische Raad aanbieden van de door het bestuur vastgestelde begroting vóór 15 november;

    • h. het verzoeken om toestemming voor de oprichting van of deelneming in andere rechtspersonen bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    • i. het bevorderen en toezien op de naleving en uitvoering van de Code Goed Bestuur.

  • 3 De secretaris kan de uitvoering van deze taken opdragen aan een door hem aan te wijzen functionaris van het productschap en doet hiervan schriftelijk mededeling aan het bestuur.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de secretaris gaan uitsluitend in geval van tijdelijke of langdurige afwezigheid na consultatie van de voorzitter over naar:

    • a. het hoofd van de afdeling Personeel & Interne Organisatie, voor zover het betreft de aangelegenheden bedoeld in artikel 6, vijfde en zesde lid;

    • b. het hoofd van de afdeling Visserij Zaken, voor zover het betreft de beleidsaangelegenheden op het beleidsterrein visserij;

    • c. het hoofd van de afdeling Detailhandel, Groothandel en Verwerking, voor zover het betreft de beleidsaangelegenheden op het beleidsterrein detailhandel, groothandel, verwerking, kwaliteit, en veterinaire zaken;

    • d. de teamleider Financiële Aangelegenheden, voor zover het betreft financiële aangelegenheden;

    • e. het hoofd van de afdeling Juridische Aangelegenheden, voor zover het betreft juridische en bestuurlijke aangelegenheden;

    • f. de Stafmedewerker Sociale en Arbeidsmarktaangelegenheden, voor zover het betreft de beleidsmatige sociale aangelegenheden;

    • g. de Stafmedewerker Marktordening, Buitendienst en Afslagen, voor zover het betreft de beleidsmatige en uitvoeringsaangelegenheden op de terreinen marktordening, buitendienst en afslagen;

    • h. de Bureaucoördinator Mosselkantoor, voor zover het betreft de beleidsmatige en uitvoeringsaangelegenheden het Mosselkantoor betreffende.

  • 2 Ingeval van gelijktijdige ontstentenis van de secretaris en de eerst aangewezen plaatsvervanger conform het eerste lid, gaan in geval van tijdelijke of langdurige afwezigheid na consultatie van de voorzitter over naar één van der andere in het eerste lid benoemde plaatsvervangers.

Code goed bestuur

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De secretaris stelt een ontwerp-communicatieplan als bedoeld in Principe XII en uitwerking 2 van Principe XXIII van de Code Goed Bestuur op.

  • 2 Het dagelijks bestuur stelt, namens het bestuur, het ontwerp-communicatieplan als bedoeld in Principe XII en uitwerking 2 van Principe XXIII van de Code Goed Bestuur vast.

  • 3 Het dagelijks bestuur stelt, namens het bestuur, een audit commissie als bedoeld in uitwerking 1 van Principe XXIII van de Code Goed Bestuur in.

  • 4 In afwijking van de artikelen 2, 3 en vier, wordt door het bestuur, dagelijks bestuur dan wel de voorzitter niet eerder besloten dan na advies van de Nederlandse Oestervereniging indien het aangelegenheden voor de oesterkwekers betreft die voorheen in de Oesteradviescommissie werden behandeld.

Voorzitter

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 De bevoegdheid tot het stellen van nadere regelen bij besluit ter uitvoering van een verordening van het bestuur gebaseerd op artikel 97 van de Wet op de bedrijfsorganisatie in mandaat namens het bestuur is voorbehouden aan de voorzitter en bij diens ontstentenis een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3 De voorzitter is bevoegd om beslissingen op bezwaar tegen besluiten van de manager medebewind te nemen en om namens het bestuur de primaire besluiten van de manager medebewind te wijzigen of in te trekken.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Ingeval van ontstentenis van de bij Koninklijk Besluit benoemde voorzitter treedt de vice-voorzitter in de bevoegdheden van de voorzitter.

  • 3 De voorzitter stelt ten behoeve van de dagelijkse gang van zaken binnen het secretariaat een procuratieregeling op voor de privaatrechtelijke financiële, feitelijke en rechtshandelingen.

Artikel 11a

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Voor het bepaalde in de artikelen 6 en 7 is de manager medebewind verantwoordelijk en bevoegd voor zover het de medebewindsorganisatie betreft. De manager medebewind kan de uitvoering van deze taken opdragen aan functionarissen van de medebewindsorganisatie.

  • 2 De manager medebewind kan voor de aan hem in artikel 10 gemandateerde bevoegdheden overeenkomstig het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht ondermandaat of afdoeningsmandaat verlenen aan functionarissen van de medebewindsorganisatie en is bevoegd om per geval of in het algemeen instructies te geven ter zake van de uitoefening van het ondermandaat met inachtneming van instructies die door de voorzitter op grond van artikel 10, vierde lid, zijn gegeven.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008.

  • 3 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Rijswijk, 27 maart 2008

B.J. Odink

voorzitter

W.G. van de Fliert

secretaris