Splitsing school of scholengemeenschap
Onder splitsing wordt verstaan het opsplitsen van een bestaande school of scholengemeenschap
in twee scholen of scholengemeenschappen van dezelfde schoolsoort(en) en van dezelfde
richting. De vraag naar splitsing van een school of scholengemeenschap in twee gelijksoortige
scholen of scholengemeenschappen doet zich met name voor bij een zodanige groei van
het aantal leerlingen van de school of scholengemeenschap dat het totaal aantal leerlingen
ten minste tweemaal de stichtingsnorm bedraagt. Bij een splitsing is het mogelijk
een nieuwe school of scholengemeenschap te vormen die niet alle schoolsoorten of niet
alle vbo-afdelingen omvat van de te splitsen school of scholengemeenschap.
Bij splitsing is artikel 66, eerste tot en met het derde lid, van de wet van toepassing, met dien verstande dat in het tweede lid ‘de verlangde richting’
wordt uitgezonderd en voor ‘prognose over de te verwachten omvang’ wordt gelezen:
‘splitsingsplan’. Artikel 66, vierde lid, van de wet is slechts onverkort op splitsing
van toepassing indien voor de nieuwe school of scholengemeenschap nieuwe huisvesting
benodigd is. Indien de nieuwe school in een reeds bestaand schoolgebouw wordt gehuisvest,
dient bij splitsing voor artikel 66, vierde lid, te worden gelezen: De bekostiging
vangt aan op 1 augustus van het eerste kalenderjaar na het besluit van Onze Minister.
Definitie van het voedingsgebied
In afwijking van de definitie van het voedingsgebied in bijlage 1 geldt bij splitsing de volgende definitie:
Voedingsgebied bestaande school of scholengemeenschap: de viercijferige postcodegebieden waarin de huidige leerlingen van de school woonachtig
zijn op de teldatum in het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag.
Vereisten
-
1.
Tweemaal de stichtingsnorm.
Van de te splitsen school of scholengemeenschap dient het aantal leerlingen op de
teldatum voorafgaand aan het jaar van de aanvraag, minimaal gelijk te zijn aan tweemaal
de stichtingsnorm, bedoeld in de artikelen 65, eerste en tweede lid, van de wet.
-
2.
Splitsingsplan
Bij de aanvraag tot splitsing van een school of scholengemeenschap dient een splitsingsplan
te worden bijgesloten. Een splitsingsplan voldoet aan de volgende voorwaarden:
-
a. het voedingsgebied van de bestaande school of scholengemeenschap wordt verdeeld over
de bestaande en de nieuwe school of scholengemeenschap.
-
b. er wordt aannemelijk gemaakt dat beide scholen of scholengemeenschappen na splitsing
afzonderlijk zullen voldoen aan de stichtingsnorm zowel in het zesde als in het tiende
schooljaar na het jaar van de aanvraag.
-
3.
Overeenstemming met omliggende scholen
Indien er door de splitsing een nieuwe vestiging ontstaat die meer dan 3 kilometer
hemelsbreed is verwijderd van de vestigingen van de moederschool, dan dient het bevoegd
gezag – naast het splitsingsplan – bij de aanvraag een verklaring te voegen waaruit
blijkt dat de bestaande scholen van dezelfde schoolsoort en richting waarvan het voedingsgebied
geheel of gedeeltelijk binnen een gebied van 10 kilometer hemelsbreed van de vestigingsplaats
van de nieuwe vestiging gelegen is, instemmen met de splitsing.
Als de splitsing neerkomt op het verzelfstandigen van een reeds bestaande vestiging,
of als er een nieuwe vestiging ontstaat gelegen op minder dan 3 kilometer afstand
hemelsbreed van de vestigingen van de moederschool, geldt dit niet.
Berekeningswijze splitsingsplan
De viercijferige postcodegebieden die behoren tot het voedingsgebied van de te splitsen
school worden per viercijferig postcodegebied verdeeld over de nieuw te vormen school
en de overblijvende school.
Vervolgens wordt voor de twee afzonderlijke voedingsgebieden aangetoond dat er zowel
in het zesde als in het tiende schooljaar na het jaar van de aanvraag wordt voldaan
aan de stichtingsnorm. Dit gebeurt op basis van het percentage leerlingen van de basisgeneratie
dat de te splitsen school heeft bezocht op de teldatum voorafgaand aan het jaar van
de aanvraag. De prognose van de basisgeneratie over respectievelijk zes en tien jaar
na het jaar de aanvraag wordt per postcodegebied voor dit percentage aan de school
toegekend.
Voorbeeld (fictieve postcodes en cijfers):
Voedingsgebied en leerlingen van de te splitsen school A
A
|
B.
Gemeente
|
C.
Postcode
|
D.
Leerlingen school A op t-1
|
E.
Basisgeneratie per gemeente1
|
F.
Percentage van basisgeneratie
|
1
|
X
|
1234
|
10
|
100
|
10%
|
2
|
|
1245
|
20
|
|
20%
|
3
|
Y
|
3412
|
30
|
200
|
15%
|
4
|
|
3434
|
10
|
|
5%
|
5
|
|
3456
|
20
|
|
10%
|
6
|
Z
|
5612
|
30
|
200
|
15%
|
1 Definitie zoals in bijlage 1 bij deze regeling.
Verdeling van bovenstaande postcodegebieden tussen nieuwe en overblijvende school:
Overblijvende school
|
Postcode
|
1
|
1234
|
4
|
3434
|
6
|
5612
|
Nieuwe school
|
Postcode
|
2
|
1245
|
3
|
3412
|
5
|
3456
|
Prognoses voor beide scholen over 6 jaar:
Overblijvende school
|
Postcode
|
Percentage van basisgeneratie (kolom F, boven)
|
Prognose basisgeneratie t+6 per gemeente
|
Prognose aantal leerlingen t+6
|
1
|
1234
|
10%
|
Gemeente x: 120
|
12
|
4
|
3434
|
5%
|
Gemeente y: 190
|
10
|
6
|
5612
|
15%
|
Gemeente z: 220
|
33
|
TOTAAL
|
55
|
Nieuwe school
|
Postcode
|
Percentage van basisgeneratie (kolom F, boven)
|
Prognose basisgeneratie t+6 per gemeente
|
Prognose aantal leerlingen t+6
|
2
|
1245
|
20%
|
Gemeente x: 120
|
24
|
3
|
3412
|
15%
|
Gemeente y: 190
|
29
|
5
|
3456
|
10%
|
Gemeente y: 190
|
19
|
TOTAAL
|
72
|
Prognoses voor beide scholen over 10 jaar: Zie boven maar dan met basisgeneraties
voor t+10.
Totalen vermenigvuldigen met de gemiddelde verblijfsduur1 is het leerlingpotentieel.
Voor goedkeuring van splitsing dient het leerlingpotentieel voor zowel het 6e als
10e jaar groter te zijn dan de stichtingsnorm.