Invorderingswet 1990, uitstelbeleid jegens exploitanten van kansspelautomaten

Geraadpleegd op 26-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2009 en zichtdatum 23-11-2024.
Geldend van 07-09-2008 t/m heden

Invorderingswet 1990, uitstelbeleid jegens exploitanten van kansspelautomaten

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Inleiding

Dit besluit beschrijft het invorderingsbeleid ten aanzien van exploitanten van kansspelautomaten die bezwaar maken tegen een naheffingsaanslag kansspelbelasting of omzetbelasting op grond van de stelling dat de Wet op de kansspelbelasting hiaten bevat.

Leidraad Invordering 2008

Op grond van artikel 25.2.3. van de Leidraad Invordering 2008 honoreert de ontvanger in het algemeen een verzoek om uitstel van betaling in verband met het indienen van een bezwaar tegen de belastingaanslag. Het verleende uitstel ziet op het bedrag van de belastingaanslag dat is bestreden en duurt tot het moment waarop onherroepelijk op het bezwaar is beslist. Daarnaast schrijft artikel 25.2.6. van de Leidraad Invordering 2008 de ontvanger voor in beginsel geen onherroepelijke invorderingsmaatregelen te treffen voor een belastingaanslag zonder formele rechtskracht waartegen een bezwaarschrift is ingediend. Het is de ontvanger echter wel toegestaan in die situatie beslag te leggen indien dat beslag feitelijk dienst doet als bewaringsmaatregel.

Bezwaarschriften op grond van vermeende hiaten in de Wet op de kansspelbelasting

Met ingang van 1 juli 2008 valt de opbrengst van kansspelautomaten onder het regime van de Wet op de kansspelbelasting. De branche-organisatie VAN Speelautomaten heeft op 13 juni 2008 een rapport uitgebracht genaamd ‘Trojan Horse, Hiaten in de belastingheffing op kansspelautomaten’.

In dat rapport wordt aangegeven dat de Wet op de kansspelbelasting voor exploitanten van kansspelautomaten ernstige tegenstrijdigheden bevat als gevolg waarvan de belastingheffing mogelijk in rechte geen stand zal kunnen houden. In het rapport worden de mogelijkheden geschetst voor de exploitanten van kansspelautomaten om zich tegen de heffing van kansspelbelasting en omzetbelasting teweer te kunnen stellen. Gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van nihilaangiften of van het niet op aangifte voldoen van de verschuldigde bedragen. In beide gevallen dienen dan bezwaarschriften te worden ingediend tegen de ter zake opgelegde naheffingsaanslagen.

Invorderingsbeleid ten aanzien van exploitanten van kansspelautomaten die bezwaar indienen

Rekening dient te worden gehouden met de situatie dat een groot deel van de exploitanten van kansspelautomaten de verschuldigde kansspelbelasting en omzetbelasting niet op aangifte zal betalen en bezwaar zal maken tegen de ter zake opgelegde naheffingsaanslagen. Het zal daarna nog geruime tijd zal duren voordat de verschuldigdheid van kansspelbelasting in rechte onherroepelijk vast is komen te staan. Bij ongewijzigd beleid heeft deze gang van zaken een ongewenst effect op de belastinginkomsten van de Staat. Immers, de Belastingdienst verleent – zoals hierboven aangegeven – voor bestreden aanslagen normaliter uitstel van betaling.

Om die reden heb ik besloten dat de ontvanger geen uitstel van betaling zal verlenen in het geval bezwaar wordt gemaakt door exploitanten van kansspelautomaten tegen een naheffingsaanslag kansspelbelasting of omzetbelasting waarbij het bezwaar zich richt op vermeende hiaten in de Wet op de kansspelbelasting. Indien noodzakelijk kan de ontvanger bij het onbetaald laten van de belastingschuld en ondanks het bezwaar ook beslag leggen op de opbrengst van speelautomaten. Zo’n beslag geldt niet als onherroepelijke invorderingsmaatregel.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 augustus 2008

De

Staatssecretaris

van Financiën,
namens deze:
de

directeur-generaal Belastingdienst

,

J. Thunnissen