WVW 1994
|
|
|
33, lid 1, WVW 1994
(voertuig niet toegelaten tot verkeer op de weg)
|
Neen
|
Uitsluitend in beslag nemen als met voertuig op de weg wordt gereden en het een voertuig
betreft waarvoor geen typegoedkeuring wordt afgegeven of dat niet in aanmerking komt
voor individuele goedkeuring. Hierbij kan worden gedacht aan minibikes, motorsteps,
zelfbouwvoertuigen en dergelijke.
|
Ja
|
Bij recidive na overleg met de ovj in beslag nemen als met het voertuig op de weg
wordt gereden en het een voertuig betreft dat in aanmerking komt voor individuele
goedkeuring, zoals de Segway.
|
36, lid 1, WVW 1994
(geen kenteken opgegeven)
|
Neen
|
Voertuig alleen in beslag nemen als is ‘geknoeid’ met het voertuigidentificatienummer
(VIN-nummer).
NB Bij vals VIN-nummer in beslag nemen en proces-verbaal opmaken op grond van overtreding
van 219 WvSr.
|
36, lid 3, sub b WVW 1994
(ongeldig kentekenbewijs)
|
Neen
|
Voertuig in beslag nemen.
|
36, lid 3, sub c WVW 1994
(invordering kentekenbewijs)
|
Neen
|
Uitsluitend als bij controle blijkt dat met het voertuig wordt gereden terwijl dit
niet is gerepareerd.
|
41 WVW 1994
(vals kenteken)
|
Ja
|
Voertuig in beslag nemen, als met het kenteken ‘geknoeid’ is.
|
Neen
|
Als uitsluitend kentekenplaten in beslag worden genomen.
|
8/163 WVW 1994
(rijden onder invloed, weigeren medewerking onderzoek artikel 8 WVW 1994)
|
Neen
|
Voertuig in beslag nemen als bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8 lid 2 onder a, of lid 3 onder a WVW 1994 blijkt dat het ademalcoholgehalte hoger is dan 570 mg/l of als beginnend bestuurder,
als bestuurder zonder rijbewijs dan wel als bromfietsbestuurder jonger dan 24 jaar
en in het bezit van een bromfietscertificaat 350 mg/l uitgeademde lucht, of bij het ontbreken van dit onderzoek, een ernstig vermoeden
bestaat van een zodanig ademalcoholgehalte, dan wel bij overtreding van artikel 163 lid 2, 6 of 8 WVW 1994 en tweemaal recidive binnen de vijf daaraan voorafgaande jaren ter zake van artikel 8, 163 en/of 175 lid 2 WVW 1994.
|
9, lid 1, WVW 1994
(rijden tijdens ontzegging)
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen drie jaar voertuig in beslag nemen.
|
9, lid 2, WVW 1994
(rijden terwijl rijbewijs ongeldig is verklaard)
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen 3 jaar voertuig in beslag nemen.
|
9, lid 4, WVW 1994
(rijden terwijl rijbewijs conform artikel 130 WVW 1994 is ingevorderd)
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen 3 jaar voertuig in beslag nemen.
|
9, lid 7, WVW 1994
(rijden terwijl rijbewijs conform artikel 164 WVW 1994 is ingevorderd)
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen 3 jaar voertuig in beslag nemen.
|
107 WVW 1994
(rijden zonder rijbewijs)
|
Neen
|
Bij eerste overtreding teneinde voortzetting van het delict te verhinderen, voertuig
in beslag nemen, maar aan een door de eigenaar/houder gemachtigde bestuurder teruggeven.
|
Ja
|
Bij herhaald plegen binnen 3 jaar voertuig in beslag nemen.
|
|
|
|
RVV 1990
|
|
|
20, 21, 22, 22a en 62 RVV 1990 jo. bord A1 & A3
(overschrijding maximum snelheid)
|
Ja
|
Bij overschrijding van de maximumsnelheid met meer dan 100 procent in samenhang met
geconcretiseerde gevaarzetting voertuig in beslag nemen.
|
|
|
|
Besluit voertuigen
|
|
|
Radardetector
(3 BV)
|
Neen
|
Bij de inbeslagneming van een radardetector moet het totale apparaat, inclusief antenne
en kabels, in beslag worden genomen. Dit is noodzakelijk om zonodig later de geschiktheid
aan te kunnen tonen.
|
|
|
|
|
|
Als een radardetector wordt aangetroffen, die niet op eenvoudige wijze kan worden
gedemonteerd, moet eerst worden vastgesteld of het apparaat geschikt is om als radardetector
te functioneren. Om dit te kunnen vaststellen, kan het motorvoertuig ingevolge artikel 160 lid 4 WVW 1994 worden overgebracht naar een plaats van onderzoek. Dit zal in de meeste gevallen
een politiebureau zijn waar de geschiktheid wordt vastgesteld door te testen of de
radardetector een signaal afgeeft bij een in werking zijnde radarsnelheidsmeter. Daarna
volgt inbeslagneming van het volledige apparaat en moet het worden gedemonteerd.
|
|
|
|
Regeling voertuigen
|
|
|
Maximum constructiesnelheid brom- en snorfietsen
(5.6.8, lid 1, RV)
|
Neen
|
bij het meten van de snelheid met behulp van de bromfietsrollentestbank wordt geconstateerd
dat niet bij voortduring wordt voldaan aan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid,
vermeerderd met 5 km/h, kan tot inbeslagneming van het gehele voertuig, worden overgegaan
als is voldaan aan de volgende voorwaarden (cumulatief):
|
|
|
1. De geconstateerde maximumconstructiesnelheid van het voertuig bedraagt meer dan
de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximumconstructiesnelheid,
vermeerderd met 5 km/h, en deze overschrijding van de maximumconstructiesnelheid valt
onder strafrecht.
|
|
|
2. Er is sprake van een door dezelfde verdachte voor de derde keer begane overtreding
(strafrecht) van artikel 5.6.8 RV binnen een tijdbestek van twee jaar;
|
|
|
3. Aan verdachte werd (aan het door hem opgegeven adres) bij een van de twee voorafgaande
overtredingen van artikel 5.6.8 RV een waarschuwingsbrief uitgereikt of toegezonden, waarin het in deze paragraaf geformuleerde
beleid over inbeslagneming van brom- en snorfietsen wordt uitgelegd. Een afschrift
van deze brief moet als bijlage bij het ter zake opgemaakte proces-verbaal worden
gevoegd.
|
|
|
|
|
|
Invordering kentekenbewijs
|
|
|
Invordering van deel I A van het kentekenbewijs is bij constatering van overschrijding
van de maximumconstructiesnelheid mogelijk onder de volgende voorwaarden:
|
|
|
– Om het aantal invorderingen van het kentekenbewijs van brom- en snorfietsen te limiteren
wordt deel I A slechts ingevorderd als een onder het strafrecht vallende overtreding
van de maximum constructiesnelheid wordt geconstateerd.
|
|
|
– Controle van de maximumconstructiesnelheid is met de bromfietsrollentestbank een
eenvoudige zaak. Ter voorkoming van een overvloed aan door de RDW te keuren brom-
en snorfietsen geldt voor brom- en snorfietsen dat het ingevorderde deel I A van het
kentekenbewijs pas naar de RDW kan worden opgestuurd als niet binnen de daarvoor geldende
termijn van vier weken bij de politie wordt aangetoond dat het voertuig in overeenstemming
is gebracht met de bij of krachtens de wet gestelde eisen.
|
|
|
|
Snelheidsbegrenzer bromfiets
(5.6.8, lid 2, RV)
|
Neen
|
Altijd inbeslagneming snelheidsbegrenzer.
|
|
|
Als bij controle blijkt dat een bromfiets is voorzien van een snelheidsbegrenzer dan
moet deze begrenzer in beslag worden genomen.
|
|
|
|
|
|
Na demontage van de snelheidsbegrenzer moet alsnog een onderzoek worden ingesteld
naar overschrijding van de maximumconstructiesnelheid. Van deze overschrijding moet
afzonderlijk proces-verbaal worden opgemaakt.
|
|
|
|
|
|
NB Als is voldaan aan de voorwaarden zoals vermeld onder de maximumconstructiesnelheid,
dan kan tot inbeslagname van het gehele voertuig worden overgegaan.
|
Overschrijding geluidsnormen door brom- en snorfietsen
(5.6.11 RV)
|
Neen
|
Als het voertuig niet voldoet aan de gestelde eisen t.a.v. het geluidsniveau, kan
tot inbeslagneming van de uitlaatdemper worden overgegaan als is voldaan aan de volgende
voorwaarden:
|
|
|
a. de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde waarde van het geluidsniveau,
vermeerderd met 2 dB(A), wordt tenminste vanaf 10 dB(A overschreden;
|
|
|
b. als geen waarde op het kentekenbewijs is vermeld, dan wordt bij bromfietsen, die
geconstrueerd zijn voor een maximum snelheid van meer dan 25 km/h de toegestane maximale
waarde van 97 dB(A) of voor andere bromfietsen 90 dB(A) vanaf 102 dB(A) overschreden.
|
|
|
|
|
|
Invordering kentekenbewijs
|
|
|
Invordering van deel I A van het kentekenbewijs is bij constatering van overschrijding
van het maximum toegestane geluidsniveau mogelijk onder de volgende voorwaarden:
|
|
|
a. Om het aantal invorderingen van het kentekenbewijs van brom- en snorfietsen te
limiteren wordt deel I A slechts ingevorderd als een onder het strafrecht vallende
overtreding van het geluidsniveau wordt geconstateerd.
|
|
|
b. Controle van het geluidsniveau is een eenvoudige zaak. Ter voorkoming van een overvloed
aan door de RDW te keuren brom- en snorfietsen geldt voor brom- en snorfietsen dat
het ingevorderde deel I A van het kentekenbewijs pas naar de RDW kan worden opgestuurd
als niet binnen de daarvoor geldende termijn van vier weken bij de politie wordt aangetoond
dat het voertuig in overeenstemming is gebracht met de bij of krachtens de wet gestelde
eisen.
|
|
|
|
WAM
|
|
|
30 WAM
(onverzekerd rijden)
|
Neen
|
1. Inbeslagneming als:
In geval van staandehouding van een bekennende verdachte kan het voertuig in beslag
worden genomen. Teruggave binnen twee weken zonder tussenkomst van het OM, als:
|
|
|
a. verdachte niet ter zake de WAM als recidivist staat geregistreerd; en
|
|
|
b. verdachte schriftelijk aantoont dat hij een verzekering heeft afgesloten en voor
tenminste drie maanden premie heeft betaald.
|
|
Ja
|
2. Als een motorrijtuig niet als verzekerd staat geregistreerd in het CRWAM en de
datum tenaamstelling van het kentekenbewijs meer dan zeven weken ligt voor de datum
staandehouding, volgt inbeslagneming van het voertuig als tevens sprake is van:
|
|
|
a. verdenking van een misdrijf uit de WVW 1994; of
|
|
|
b. bekende recidive voor de WAM ten tijde van de staandehouding.
|
|
Ja
|
3. In die gevallen, waarin uit het CRWAM blijkt dat het voertuig niet is verzekerd
en ook in die gevallen waarin het hierboven onder 1 en 2 genoemde niet van toepassing
is.
|