Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-07-2017]
-
a.
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
-
b.
bekwaamheidsonderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 176f van de Wet op het primair onderwijs, artikel 118o van de Wet op het voortgezet onderwijs, of artikel 162i van de Wet op de expertisecentra;
-
c.
bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 1.1.1., onderdeel w, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES, artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES, artikel 1.1.1, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, of instellingsbestuur bedoeld in artikel 1.1, onderdeel j, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
d.
DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs;
-
e.
geschiktheidsverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 176b van de Wet op het primair onderwijs, artikel 118k van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 4.2.4. van de Wet educatie en beroepsonderwijs of artikel 162e van de Wet op de expertisecentra;
-
f.
geschiktheidsonderzoek: onderzoek als bedoeld in 176c van de Wet op het primair onderwijs, artikel 118l van de Wet op het voortgezet onderwijs, of artikel 162f van de Wet op de expertisecentra;
-
g.
studiepunten: studiepunten als bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
h.
leraar: persoon, die voldoet aan de bevoegdheidseisen gesteld in artikel 3 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 3 van de Wet op de expertisecentra, artikel XI van de Wet op de beroepen in het onderwijs en artikel 3 van de Wet primair onderwijs BES, dan wel kan worden benoemd of tewerk worden gesteld zonder benoeming als bedoeld
in artikel 33 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 4.2.1. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 80 van de Wet voortgezet onderwijs BES en artikel 4.2.1. van Wet educatie en beroepsonderwijs BES, of die lesgeeft in het hoger beroepsonderwijs;
-
i.
masteropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b, of tweede lid, onderdeel b, van de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of een opleiding, buiten Nederland binnen de Europese Unie en het Koninkrijk der
Nederlanden, die vergelijkbaar is met een opleiding, als hiervoor genoemd, wat betreft
niveau, kwaliteit en afsluitend examen;
-
j.
bacheloropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of een opleiding, buiten Nederland binnen de Europese Unie en het Koninkrijk der
Nederlanden, die vergelijkbaar is met een opleiding, als hiervoor genoemd, wat betreft
niveau, kwaliteit en afsluitend examen;
-
k.
studiekosten: de kosten voor les- en collegegeld, studiemiddelen en reizen, bedoeld in artikel 6;
-
l.
zij-instromer: persoon die wordt benoemd of wordt tewerkgesteld zonder benoeming als bedoeld in
artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 33, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 4.2.1, tweede lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, van de Wet primair onderwijs BES, artikel 80, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, van de Wet voortgezet onderwijs BES, artikel 4.2.1, tweede lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES of artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, van de Wet op de expertisecentra;
-
m.
graad: graad als bedoeld in artikel 7.19a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
n.
(voortgezet) speciaal onderwijs: speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra;
-
o.
project Eerst de Klas: het project Eerst de Klas, bedoeld in de Nota werken in het onderwijs 2012 (Kamerstukken
II 2011/12, 27 923, nr. 117);
-
p.
ambulant begeleider: leraar die op 1 mei 2012 tewerkgesteld was in het (voortgezet) speciaal onderwijs
of bij een regionaal expertisecentrum en daarbij ondersteuning bood op een basisschool,
speciale school voor basisonderwijs, school voor voortgezet onderwijs, of een opleiding
genoemd in artikel 7.2.2., eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, bij het begeleiden van leerlingen met fysieke, sociaal-emotionele, cognitieve en/of
motorische beperkingen in de vorm van ambulante begeleiding, ofwel op basis van een
indicatie in de vorm van leerlinggebonden financiering, ofwel in het kader van preventie
of terugplaatsing;
-
q.
studiejaar: het tijdvak, genoemd in artikel 1.1, onderdeel k, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
r.
deficiëntieopleiding: een opleiding van tussen de 30 en 60 studiepunten die is vormgegeven als bacheloropleiding
binnen het wetenschappelijk onderwijs maar die niet leidt tot de graad Bachelor binnen
het wetenschappelijk onderwijs, en die is gericht op het wegwerken van deficiënties
met als doel toelating tot een masteropleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs;
-
s.
subsidie voor studiekosten: de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a;
-
t.
subsidie voor studieverlof: de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b;
-
u.
subsidie voor zij-instroom: de subsidie, bedoeld in artikel 20;
-
v.
project Onderwijstraineeship: het project Onderwijstraineeship, bedoeld in de brief ‘Werken in het onderwijs’ (Kamerstukken
II 2012/13, 27 923, nr. 151);
-
w.
project VierSlagLeren: het project VierSlagLeren, bedoeld in de kaderregeling VierSlagLeren van het Arbeidsmarktplatform
po.