Regeling Leerplusarrangement VO, Nieuwkomers VO en eerste opvang Vreemdelingen 2009

Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 27-10-2010 en zichtdatum 23-11-2024.
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 mei 2009, nr. VO/FBI/125070, tot vervanging en verbetering van de Regeling Leerplusarrangement VO, Nieuwkomers VO en eerste opvang Vreemdelingen (Regeling Leerplusarrangement VO, Nieuwkomers VO en eerste opvang Vreemdelingen 2009)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 2.2.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Hoofdlijnen

Paragraaf 1. Doelomschrijving

Artikel 2. Doelomschrijving

  • 1 De minister kan aanvullende personele bekostiging voor het Leerplusarrangement VO verstrekken aan het bevoegd gezag van een school ten behoeve van de vermindering van voortijdig schoolverlaten, het leveren van meer maatwerk aan leerlingen, en het maximaliseren van de schoolprestaties.

  • 2 De minister kan aanvullende personele bekostiging voor nieuwkomers VO verstrekken aan het bevoegd gezag van een school om scholen in staat te stellen nieuwkomers in het voortgezet onderwijs de Nederlandse taal te leren en hen zo goed mogelijk voor te bereiden op hun verdere schoolloopbaan in het voortgezet- en vervolgonderwijs.

  • 3 De minister kan op aanvraag aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen en extra aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen verstrekken aan het bevoegd gezag van een school ter tegemoetkoming in de kosten van het onderwijs in het kader van de eerste opvang van Vreemdelingen.

Paragraaf 2. Leerplusarrangement VO

Artikel 3. Aanvullende personele bekostiging

  • 1 De verstrekking van de aanvullende personele bekostiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, vindt plaats voor twee kalenderjaren.

  • 2 De aanvullende personele bekostiging wordt bepaald op grond van het aantal L+A-leerlingen dat op de teldatum van enig kalenderjaar bij de school als werkelijk schoolgaand staat ingeschreven.

  • 3 Verstrekking van de aanvullende personele bekostiging vindt uiterlijk in de maand maart plaats na de teldatum waarop voor de tweede maal de drempel, bedoeld in artikel 4, eerste lid, is gehaald.

  • 4 De betaling van de aanvullende personele bekostiging vindt plaats volgens het betaalritme van de reguliere personele bekostiging.

  • 6 Vaststelling van de aanvullende personele bekostiging vindt plaats na de verstrekking van de aanvullende personele bekostiging, bedoeld in het derde lid, en binnen zes maanden na ontvangst van de verklaring van de accountant, bedoeld in het vijfde lid.

Artikel 4. Drempel

  • 1 Bij de bepaling of het bevoegd gezag van een school in aanmerking komt voor de aanvullende personele bekostiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt getoetst aan de volgende drempels per vestiging per onderwijssoort in een cyclus van teldata van steeds twee achtereenvolgende jaren:

    • a. minimaal 30% apc-leerlingen in het praktijkonderwijs

    • b. minimaal 30% apc-leerlingen in het vmbo

    • c. minimaal 50% apc-leerlingen in het havo

    • d. minimaal 60% apc-leerlingen in het vwo

    • e. minimaal 30% apc-leerlingen in gedeelde onderbouw met vmbo

    • f. minimaal 50% apc-leerlingen in gedeelde onderbouw zonder vmbo.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt uitgegaan van de in bijlage 3 opgenomen elementcodes die aangeven aan welke onderdelen van het eerste lid de leerlingen worden toegerekend.

  • 3 In de cyclus, bedoeld in het eerste lid, worden de twee achtereenvolgende teldata slechts éénmaal bij de vaststelling van de drempel gehanteerd.

  • 4 De drempel, bedoeld in het eerste lid, wordt procentueel bepaald door per onderdeel van het eerste lid het aantal apc-leerlingen van de vestiging per onderwijssoort te delen door het totaal aantal leerlingen van de vestiging per onderwijssoort en rekenkundig af te ronden op een geheel getal.

  • 5 Bij de bepaling van het aantal apc-leerlingen wordt de postcode uit de GBA, zoals geregistreerd in het basisregister onderwijs, als uitgangspunt genomen. In het geval de postcode niet in de GBA is opgenomen, wordt de postcode gehanteerd die door het bevoegd gezag van de school aan de minister is aangeleverd.

Artikel 5. Berekening aanvullende personele bekostiging

  • 1 De aanvullende personele bekostiging voor het Leerplusarrangement VO wordt berekend door het aantal L+A-leerlingen op basis van de tweede achtereenvolgende teldatum, te vermenigvuldigen met het bedrag per L+A-leerling.

  • 2 Het bedrag per L+A-leerling, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald door het beschikbare budget per kalenderjaar te delen door het totaal aantal L+A-leerlingen van de scholen op de tweede teldatum, met uitzondering van het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum.

  • 3 Het beschikbare budget en het bedrag per L+A-leerling worden elk tweede kalenderjaar uiterlijk in de maand december in de Staatscourant bekend gemaakt als bijlage 4 bij deze regeling.

  • 4 Het bedrag per L+A-leerling, bedoeld in het eerste lid, wordt voor het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum gelijkgesteld aan het bedrag per L+A-leerling als berekend op grond van het tweede lid.

  • 5 De lijst met postcodes van de armoedeprobleemcumulatiegebieden wordt elk tweede kalenderjaar uiterlijk in augustus van het tweede kalenderjaar in de Staatscourant bekendgemaakt als bijlage 5 bij deze regeling.

Artikel 6. Samenvoeging van scholen in verband met aanvullende personele bekostiging Leerplusarrangement VO

  • 1 In het geval één of meer scholen voor voortgezet onderwijs worden samengevoegd in de periode tussen de eerste teldatum en de tweede daarop volgende teldatum, bedoeld in artikel 4, eerste lid, waarbij één of meer scholen worden opgeheven, dan dient voor de toepassing van artikel 4, eerste lid, te worden uitgegaan alsof de samenvoeging op de eerste teldatum reeds was tot stand gekomen.

  • 2 In geval een nieuwe school voor voortgezet onderwijs wordt gesticht op 1 augustus gelegen tussen de twee achtereenvolgende teldata, bedoeld in artikel 4, eerste lid, komt het bevoegd gezag van de school niet eerder in aanmerking voor de aanvullende personele bekostiging voor het Leerplusarrangement VO dan het tijdstip waarop ook voor de overige scholen de aanvullende personele bekostiging voor het Leerplusarrangement VO wordt vastgesteld op basis van de nieuwe cyclus van twee achtereenvolgende teldata.

Artikel 6a. Opheffen en creëren van vestigingen tussen de twee teldata

Indien in de periode tussen de eerste teldatum en de daarop volgende teldatum, bedoeld in artikel 4, eerste lid, een school één of meer nieuwe vestigingen creëert of één of meer vestigingen opheft, dan worden voor de toepassing van artikel 4, eerste lid, leerlingen op de vestigingen alleen geteld op de eerste en tweede teldatum zoals de situatie op dat moment is.

Paragraaf 3. Nieuwkomers VO

Artikel 7. Aanvullende personele bekostiging

  • 1 De verstrekking van de aanvullende personele bekostiging, bedoeld in artikel 2, tweede lid, is gebaseerd op het aantal Nieuwkomers VO dat op de teldatum van enig kalenderjaar bij de school als werkelijk schoolgaand staat ingeschreven.

  • 2 De verstrekking van de aanvullende personele bekostiging vindt plaats op basis van de per teldatum door het bevoegd gezag van de school aangeleverde gegevens en wordt toegekend voor één kalenderjaar.

  • 3 De aanvullende personele bekostiging wordt bepaald door de som van het aantal formatieplaatsen vastgesteld op grond van artikel 9, vierde lid, te vermenigvuldigen met de voor de school geldende gemiddelde personeelslast voor leerkrachten ingevolge artikel 85 van de Wet op het voortgezet onderwijs en wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen.

  • 4 Verstrekking van de aanvullende personele bekostiging vindt plaats uiterlijk in de maand maart na de teldatum.

  • 5 De betaling van de aanvullende personele bekostiging Nieuwkomers VO vindt plaats volgens het betaalritme van de reguliere personele bekostiging.

  • 7 Vaststelling van de aanvullende personele bekostiging vindt plaats na de verstrekking van de aanvullende personele bekostiging, bedoeld in het vierde lid, en binnen zes maanden na ontvangst van de verklaring van de accountant, bedoeld in het zesde lid.

Artikel 8. Uitzondering op aanvullende personele bekostiging

De minister kent geen aanvullende personele bekostiging Nieuwkomers VO toe aan het bevoegd gezag van een school in het geval de Nieuwkomers VO een cursus Engels-Nederlandstalig onderwijs of een cursus voor het Internationaal Baccalaureaat volgen.

Artikel 9. Vaststelling aantal formatieplaatsen

  • 1 Het aantal formatieplaatsen ten behoeve van de verstrekking van de aanvullende personele bekostiging Nieuwkomers VO wordt voor scholen, met uitzondering van het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum, bepaald door het aantal Nieuwkomers VO, bedoeld in artikel 7, eerste lid, met uitzondering van het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum, te vermenigvuldigen met de in het tweede lid genoemde ratio’s.

  • 2 De ratio’s bedoeld in het eerste lid zijn:

    • a. in geval van Nieuwkomers VO op de teldatum korter dan één jaar in Nederland: 1/15;

    • b. in geval van Nieuwkomers VO op de teldatum van één tot twee jaar in Nederland: 1/25.

  • 3 De Nieuwkomer VO kan ten hoogste één keer in aanmerking komen voor dezelfde ratio, bedoeld in het tweede lid.

  • 4 Het aantal formatieplaatsen dat de uitkomst is van de berekening op grond van het eerste lid, wordt rekenkundig afgerond op drie decimalen.

  • 5 De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit kent op grond van artikel 2.3.2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB, voor de nieuwkomers VO voor het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum een bedrag toe dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening in het vierde lid, vermenigvuldigd met de voor de bedoelde school geldende gemiddelde personeelslast voor leerkrachten, bedoeld in artikel 7, derde lid.

Artikel 10. Gegevenslevering

Bij de bepaling van het aantal Nieuwkomers VO gelden de gegevens uit de GBA, zoals geregistreerd in het basisregister onderwijs, als uitgangspunt. In het geval de registratie in de GBA ontbreekt of afwijkt van de door het bevoegd gezag van de school aan de minister aangeleverde gegevens, kan het bevoegd gezag van de school voor het aantonen van de juistheid van de door zijn verstrekte gegevens gebruikmaken van één of meer van de documenten als vermeld in de bijlage 1 bij deze regeling.

Paragraaf 4. Eerste opvang Vreemdelingen

Artikel 11. Aanvullende personele bekostiging eerste opvang

  • 1 De omvang van de aanvullende bekostiging eerste opvang, bedoeld in artikel 2, derde lid, is gebaseerd op het aantal Vreemdelingen dat op een peildatum bij de school als werkelijk schoolgaand staat ingeschreven en op de peildatum korter dan een jaar in Nederland verblijft.

  • 2 De verstrekking van de aanvullende bekostiging eerste opvang vindt plaats op basis van de per peildatum door het bevoegd gezag van de school aangeleverde gegevens en wordt verstrekt voor een periode als vermeld in artikel 12, tweede lid.

  • 3 De vaststelling en de betaling vinden uiterlijk 2 maanden na ontvangst van de aanvraag plaats.

  • 4 Het bedrag aan aanvullende bekostiging eerste opvang wordt in een keer uitbetaald.

  • 5 De minister kan de hoogte van de aanvullende bekostiging eerste opvang wijzigen indien de verklaring van de accountant, behorende bij de jaarrekening daartoe aanleiding geeft.

  • 6 Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12. Berekening van de aanvullende bekostiging eerste opvang

  • 1 De aanvullende bekostiging eerste opvang bedraagt € 4.500,– op jaarbasis per Vreemdeling. Dit bedrag is inclusief de bijdrage voor het lesmateriaal.

  • 2 De aanvullende bekostiging eerste opvang heeft steeds betrekking op een periode van zes maanden, met als peildata:

    • a. 1 oktober: voor de periode juli direct voorafgaand aan deze peildatum tot en met december direct volgend op de peildatum;

    • b. 1 april: voor de periode januari direct voorafgaand aan deze peildatum tot en met juni direct volgend op de peildatum;

  • 3 Een Vreemdeling die is meegeteld voor de aanvullende bekostiging eerste opvang behorend bij de peildatum van 1 oktober telt niet mee voor de aanvullende bekostiging eerste opvang bij de daarop volgende peildatum.

  • 4 Het bedrag van de aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen is voor een periode als genoemd in het tweede lid de helft van het bedrag voor een Vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, vermenigvuldigd met het aantal Vreemdelingen dat op de voor die periode geldende peildatum staat ingeschreven op de school.

Artikel 13. Extra aanvullende bekostiging eerste opvang

  • 1 Het bevoegd gezag van een school die sinds 1 augustus 2003 geen eerste opvang van Vreemdelingen heeft georganiseerd, kan op aanvraag eenmalig extra aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen ontvangen ten behoeve van voorbereidende en coördinerende werkzaamheden die samenhangen met de start van het onderwijs aan die school indien deze eerste opvang betrekking heeft op tenminste 10 Vreemdelingen op de peildatum. De extra aanvullende bekostiging eerste opvang bedraagt € 16.000,– per school.

  • 2 Het bevoegd gezag van de school bepaalt de besteding van de extra aanvullende bekostiging eerste opvang, bedoeld in het eerste lid, in onderling overleg met de gemeente waarin de school is gelegen.

Artikel 14. Aanvraagprocedure

  • 1 Het bevoegd gezag van de school dient de aanvraag voor aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen, bedoeld in artikel 2, derde lid, in bij de minister binnen twee weken na een peildatum, bedoeld in artikel 12, tweede lid. Aanvragen die na deze termijn worden ontvangen worden afgewezen.

  • 2 Het bevoegd gezag van de school dient de aanvraag voor extra aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen, bedoeld in artikel 2, derde lid, in bij de minister binnen twee weken na een peildatum, bedoeld in artikel 12, tweede lid. Aanvragen die na deze termijn worden ingezonden worden afgewezen.

  • 3 De aanvragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen uitsluitend worden ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat als bijlage 2 bij deze regeling is gevoegd. Aanvragen die niet uitgaan van het aanvraagformulier worden afgewezen.

  • 4 De aanvragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn gebaseerd op de gegevens over Vreemdelingen, bedoeld in artikel 15.

  • 5 Voor het verkrijgen van de extra aanvullende bekostiging eerste opvang, bedoeld in artikel 13, eerste lid, is een verklaring van de gemeente nodig waarin is opgenomen dat de school in de periode van 1 augustus 2003 tot en met 31 juli 2007 geen eerste opvang van Vreemdelingen heeft georganiseerd. Deze verklaring dient in de administratie van de school aanwezig te zijn.

  • 6 Indien de extra aanvullende bekostiging eerste opvang wordt verleend, maakt deze onderdeel uit van de aanvullende bekostiging eerste opvang.

Artikel 15. Gegevenslevering

  • 1 Voor het aantonen van de juistheid van de door het bevoegd gezag te verstrekken gegevens over Vreemdelingen per peildatum 1 oktober is artikel 10 van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Voor het aantonen van de juistheid van de door het bevoegd gezag te verstrekken gegevens over Vreemdelingen per peildatum 1 april dient een uittreksel van de GBA in de administratie van de school aanwezig te zijn. In het geval de registratie in de GBA ontbreekt of afwijkt van de door het bevoegd gezag van de school aangeleverde gegevens, moet het bevoegd gezag gebruik maken van een of meer van de documenten in bijlage 1.

Hoofdstuk 3. Beleid en verantwoording

Artikel 16. Beleid en verantwoording

  • 1 Het bevoegd gezag van de school geeft in het schoolplan aan hoe het de aanvullende personele bekostiging op grond van deze regeling inzet voor het onderwijskundig beleid, de bewaking en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.

  • 2 Het bevoegd gezag van de school licht de partijen in de omgeving van de school, die herkenbaar betrokken zijn bij de inzet van de aanvullende personele bekostiging op grond van deze regeling, in over zijn beleid ter zake en betrekt opmerkingen daarover van die partijen herkenbaar bij het bepalen van dat beleid.

  • 3 Het bevoegd gezag van de school betrekt de inzet van de aanvullende personele bekostiging op grond van deze regeling bij het overleg met de gemeente over het bestrijden van onderwijsachterstanden.

  • 4 Het bevoegd gezag van de school werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoeken die gericht zijn op het verschaffen van nadere inlichtingen aan de minister over de uitvoering van de regeling.

Hoofdstuk 4. Financiële verantwoording

Artikel 17. Financiële verantwoording

  • 1 De aanvullende personele bekostiging op grond van deze regeling wordt herkenbaar opgenomen als baten in de jaarrekening. De lasten worden verantwoord binnen de daartoe bestemde posten in de jaarrekening.

  • 2 De aanvullende personele bekostiging wordt verstrekt als tegemoetkoming in de uitgaven die zijn verbonden aan het in de regeling omschreven doel. Verrekening van de eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.

  • 3 De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de aanvullende personele bekostiging.

Hoofdstuk 5. Compensatiebepaling

Artikel 18. Compensatiebepaling voor het kalenderjaar 2009

  • 1 De minister verstrekt een compensatiebudget aan het bevoegd gezag van een school.

  • 2 Dit compensatiebudget wordt vastgesteld op de helft van het positief saldo van de uitkomst van de formule A -/- B -/-C, waarbij wordt verstaan onder:

    • A: de aanvullende personele bekostiging die een school voor kalenderjaar 2007 heeft ontvangen op grond van hoofdstuk 2, paragraaf 2, van deze regeling;

    • B: de aanvullende personele bekostiging die een school ontvangt voor kalenderjaar 2009 op grond van hoofdstuk 2, paragraaf 2, van deze regeling;

    • C: 2,5% van de totale personele lumpsumbekostiging van de betreffende school op grond van artikel 8 van het Formatiebesluit W.V.O., berekend met de op 1 januari 2009 voor de school geldende personeelslasten.

  • 3 Verstrekking en betaling van het compensatiebudget vindt in zijn geheel plaats uiterlijk in de maand maart van het kalenderjaar 2009.

  • 5 Vaststelling van het compensatiebudget vindt plaats na de vaststelling van de aanvullende personele bekostiging, bedoeld in het derde lid, en binnen zes maanden na ontvangst van de verklaring van de accountant, bedoeld in het vierde lid.

Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19a. Overgangsrecht voor de periode 1 augustus 2006 tot en met 31 december 2006

De bepaling in artikel 2, eerste lid, van de Regeling aanvullende personele bekostiging culturele minderheidsgroepen en anderstalige leerlingen WVO 2002 ter zake van de bekostiging blijft van kracht voor de periode van 1 augustus 2006 tot en met 31 december 2006.

Artikel 20. Overgangsrecht elektronisch bestand van 1 oktober 2007 van scholen voor praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 9 van het Besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging, zoals dat luidde op 31 juli 2006

Bij een afwijking van het elektronisch bestand van 1 oktober 2007 van meer dan 1% van de integrale leerlingtelling van 1 oktober 2007 vindt voor het bevoegd gezag van de school met betrekking tot de teldatum 1 oktober 2007 geen toepassing plaats van artikel 4, eerste lid.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2009.

Artikel 22. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Leerplusarrangement VO, Nieuwkomers VO en eerste opvang Vreemdelingen 2009.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Bijlage 1. bij artikel 10

Bij de gegevenslevering voor de aanvullende bekostiging voor Nieuwkomers VO dienen de gegevens van de GBA als uitgangspunt.

In het geval het bevoegd gezag van de school ervoor kiest af te wijken van de gegevens nationaliteit en/of verblijfsduur uit de GBA registratie (omdat gegevens ontbreken of volgens het bevoegd gezag van de school anders zijn), dient, voor het aantonen van de juistheid van de door het bevoegd gezag verstrekte gegevens, een kopie van één of meer documenten uit onderstaande limitatieve lijst in de administratie van de school aanwezig te zijn.

  • A. Nationaliteit

    • Paspoort

    • Pasje (kopie voor- en achterkant): W-document en/of verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel (VVA-bep) of verblijfsvergunning voor bepaalde tijd regulier (VVR-bep)

    • Beschikking minister van Justitie op grond van artikel 9 van de Vreemdelingenwet

    • Rapportage IND

    • Registratieformulier COA

  • B. Verblijfsduur

    • Datumstempel in paspoort bij binnenkomst in Nederland

    • Beschikking minister van Justitie op grond van artikel 9 van de Vreemdelingenwet

    • Rapportage IND

    • Registratieformulier COA.

Bijlage 3. bij artikel 4

Deze bijlage staat bij deze regeling op www.ocwduo.nl, onder Downloads.

Hieraan worden de volgende elementcodes aan toegevoegd:

Elementcode

Onderwijs

Afdeling

Groep

leerjaren

4111

VMBO

Exp.VMBO Basisbg. Lw. Tech.- MBO2

1

   

3

4

   

4151

VMBO

Exp.VMBO Basisbg. Lw. Ec.- MBO2

1

   

3

4

   

4131

VMBO

Exp.VMBO Basisbg. Lw. ZrgWlz.- MBO2

1

   

3

4

   

4171

VMBO

Exp.VMBO Basisbg. Lw. Landb LNO.- MBO2

1

   

3

4

   

4191

VMBO

Exp.VMBO Basisbg. Lw. Intersect.progr.- MBO2

1

   

3

4

   

Bijlage 4. bij artikel 5, derde lid

Het beschikbare budget en het bedrag per L+A leerling voor de jaren 2009 en 2010

Totaal beschikbaar budget per jaar voor L+A voor de jaren 2009 en 2010:

€ 60.451.000

Bedrag per L+A leerling voor 2009-2010:

€ 892

Bijlage 5. : Lijst met postcodes van de armoedeprobleemcumulatiegebieden L+A 2009 en 2010

1

1011

1103

2523

3032

3314

4827

5925

6841

8262

2

1013

1104

2524

3033

3317

5011

5932

6982

8442

3

1015

1106

2525

3034

3318

5012

6043

7202

8911

4

1018

1107

2526

3035

3511

5013

6044

7203

8918

5

1021

1212

2531

3036

3513

5014

6045

7204

8923

6

1022

1274

2532

3037

3515

5021

6134

7323

8924

7

1024

1314

2533

3038

3525

5022

6135

7413

8937

8

1025

1324

2541

3042

3526

5025

6163

7415

9202

9

1031

1333

2542

3052

3527

5042

6165

7416

9406

10

1032

1353

2543

3053

3531

5044

6217

7417

9602

11

1034

1354

2544

3054

3532

5046

6218

7511

9607

12

1051

1443

2545

3061

3552

5049

6224

7512

9645

13

1052

1503

2562

3063

3554

5212

6228

7513

9711

14

1053

1504

2563

3066

3555

5213

6412

7514

9713

15

1055

1505

2571

3071

3561

5223

6413

7521

9715

16

1056

1622

2572

3072

3562

5231

6415

7523

9716

17

1057

1784

2573

3073

3563

5233

6416

7533

9732

18

1058

1813

2591

3074

3564

5344

6531

7541

9733

19

1059

1825

2592

3075

3605

5348

6534

7543

9736

20

1061

1962

2595

3076

3706

5612

6535

7544

9737

21

1062

1966

2612

3077

3765

5613

6537

7545

9741

22

1063

1974

2625

3078

3812

5621

6538

7557

9742

23

1064

2032

2715

3079

3814

5622

6541

7574

9743

24

1065

2033

2722

3081

3843

5641

6542

7601

9931

25

1067

2035

2802

3082

4006

5642

6543

7603

9933

26

1068

2037

2806

3083

4337

5643

6544

7604

 

27

1069

2262

2903

3085

4382

5645

6546

7605

 

28

1072

2263

2905

3086

4383

5651

6702

7606

 

29

1073

2312

3012

3087

4463

5654

6714

7824

 

30

1074

2315

3014

3089

4536

5657

6811

7942

 

31

1076

2316

3021

3112

4537

5701

6821

8021

 

32

1078

2321

3022

3118

4621

5702

6822

8022

 

33

1079

2511

3023

3119

4702

5703

6823

8031

 

34

1091

2512

3024

3122

4707

5705

6826

8032

 

35

1092

2513

3025

3135

4811

5911

6827

8223

 

36

1093

2515

3026

3192

4812

5912

6828

8224

 

37

1094

2516

3027

3193

4814

5914

6831

8225

 

38

1095

2518

3028

3194

4816

5915

6832

8226

 

39

1097

2521

3029

3311

4822

5921

6833

8232

 

40

1102

2522

3031

3313

4826

5922

6834

8243