Regeling financiële verantwoording Commissariaat voor de Media

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2015.
Geldend van 01-07-2011 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 augustus 2009, nr. WJZ/144961 (8264), houdende regels over de inhoud en inrichting van het financieel verslag van het Commissariaat voor de Media en aandachtspunten voor de accountantscontrole (Regeling financiële verantwoording Commissariaat voor de Media)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7.8 van de Mediawet 2008;

Besluit:

Artikel 1. Vaststelling handboek

Op de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media zijn de inrichtingseisen en controleprotocollen als opgenomen in de bij deze regeling gevoegde bijlage van toepassing.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling financiële verantwoording Commissariaat voor de Media.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Bijlage

Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media 2011

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Den Haag, juni 2011

Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media 2011

1. Inleiding

In het kader van het bepaalde in artikel 7.8 MW 2008 kan de minister van OCW regels stellen over de inrichting van het financieel verslag (de jaarrekening) en de aandachtspunten voor de accountantscontrole van het Commissariaat voor de Media. Dit heeft ertoe geleid dat dit Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media tot stand is gekomen.

Deze versie vervangt de vorige versie van augustus 2009 en is van toepassing vanaf het boekjaar 2011.

1.1. Wettelijk kader

Met artikel 7.1 eerste t/m derde lid MW 2008 is het Commissariaat voor de Media ingesteld. In artikel 7.6 t/m 7.8 MW 2008 is bepaald dat de minister van OCW de kosten van het Commissariaat zal vergoeden. Hiertoe stelt het Commissariaat jaarlijks een begroting op (zie artikel 26 en 29 van de Kaderwet ZBO’s) die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit (zie artikel 34 Kaderwet ZBO’s), dat vergezeld gaat van een controleverklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid. Artikel 7.8 MW 2008 bepaalt dat de minister van OCW regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en aandachtspunten voor de accountantscontrole.

Doel van de hierbij nader te bepalen voorschriften en modellen met betrekking tot de presentatie van de financiële verantwoording is het bereiken van een transparante jaarverslaggeving inzake de financiële gegevens door de jaren heen. Daarbij zijn de regels van het jaarrekeningenrecht, zoals deze zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9, de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving, de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) en jurisprudentie van toepassing. Wanneer hetgeen in dit Handboek vermeld afwijkt van eerdergenoemde richtlijnen, dan prevaleert het Handboek.

Het Commissariaat dient op grond van de Kaderwet ZBO vóór 15 maart de jaarrekening over het voorafgaande boekjaar aan Onze Minister te sturen. De jaarrekening behoeft de instemming van de minister van OCW.

1.2. Informatie

De jaarrekening van het Commissariaat bevat minimaal de volgende onderdelen:

  • 1. Balans met toelichting

  • 2. Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting

  • 3. Kasstroomoverzicht

2. Jaarrekening

De jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt opgesteld in euro’s en bevat minimaal de volgende onderdelen:

  • Balans met toelichting (zie 2.1);

  • Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting (zie 2.2);

  • Kasstroomoverzicht (zie 2.3).

Het Commissariaat neemt alleen die posten in de balans op, die voor de betrokken instelling van toepassing zijn.

Vreemde valuta worden op de balansdatum gewaardeerd tegen de dagwaarde zoals aangegeven door de Nederlandse Bank.

Daarnaast voegt het bestuur de ‘Overige gegevens’, zoals genoemd in artikel 392 BW 2, met inachtneming van hetgeen is bepaald in het vijfde lid van genoemd artikel, toe aan de jaarrekening.

2.1. Balans met toelichting

De waarderingsgrondslagen zijn op basis van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9 van toepassing. Eventuele uitzonderingen worden hieronder toegelicht.

2.1.1. Vaste Activa

Materiële vaste activa

Waardering van materiële vaste activa geschiedt op basis van historische kosten onder aftrek van afschrijvingen. De economische levensduur is bepalend voor de afschrijvingstermijn.

2.1.2. Eigen Vermogen

Algemene Reserve

Het bedrag in het eigen vermogen dat resteert na aftrek van de bestemmingsfondsen en reserves wordt verantwoord onder de Algemene Reserve.

Bestemmingsfonds

Het bestemmingsfonds bestaat uit de Algemene Mediareserve welke wordt aangehouden als buffer voor tegenvallende reclameopbrengsten van de Stichting Etherreclame, als liquidatiereserve in geval van discontinuïteit van één van de omroepen en ter financiering van de rekening-courant met de Stichting Etherreclame.

Investeringssubsidies

De van het ministerie van OCW ontvangen investeringssubsidies ten behoeve van de aanschaf van materiële vaste activa worden gerubriceerd onder de bestemmingsreserve. Jaarlijks vindt ten gunste van de exploitatierekening een vrijval plaats met een omvang die gelijk is aan de afschrijvingskosten van de materiele vaste activa, die aangeschaft zijn met de betreffende investeringssubsidies.

2.2. Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting

2.2.1. Bezoldiging bestuurders, directie en toezichthouders

In de toelichting wordt overeenkomstig artikel 383 BW 2 opgave gedaan van de bezoldiging van de gezamenlijke bestuurders en gewezen bestuurders en, afzonderlijk, voor de gezamenlijke toezichthouders en gewezen toezichthouders. De bedragen dienen in het boekjaar ten laste van het Commissariaat te zijn verantwoord. Op overeenkomstige wijze wordt afzonderlijk opgave gedaan van de bezoldiging van de gezamenlijke directieleden en gewezen directieleden.

Een opgave die herleid kan worden tot een enkele natuurlijke persoon mag achterwege blijven.

De wijze waarop de bezoldiging wordt berekend is overeenkomstig de berekeningswijze, zoals deze is bepaald in artikel 6 Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). De volgende beloningscomponenten dienen bij elkaar opgeteld te worden:

  • Belastbaar loon (bedrag zoals op de jaaropgaaf vermeld staat);

  • Pensioenafdracht (werkgevers én werknemersdeel);

  • Overige voorzieningen betaalbaar op termijn (bijvoorbeeld levensloop, financiële afspraken m.b.t. sabbatical etc.);

  • Ontslagvergoedingen voor zover deze niet zijn opgenomen in het belastbaar loon.

Namen van alle bestuurders, directieleden en toezichthouders dienen eveneens te worden vermeld. Per bestuurder, directielid en toezichthouder wordt de vorm van bezoldiging (gesalarieerd parttime of fulltime en/of vacatiegeld en eventuele onkostenvergoeding) aangegeven. Bij parttime salariëring wordt het parttime percentage vermeld.

Onder bestuurders wordt verstaan die personen die deel uitmaken van het statutaire bestuursorgaan.

Onder directieleden wordt verstaan die personen die deel uitmaken van de statutaire directie. Tevens worden hieronder begrepen die personen die bij de statuten algemene bevoegdheden hebben verkregen.

Onder toezichthouders wordt verstaan die personen die krachtens de wet of statuten met het toezicht op het bestuur zijn belast. Leden van een ledenraad worden hier niet onder begrepen.

2.2.2. Verantwoording in het kader van de WOPT

Naast de hierboven genoemde informatie wordt een opgave opgenomen waarmee wordt voldaan aan de verantwoordingverplichting in het kader van de WOPT. In deze verantwoording wordt separaat opgaaf gedaan van het belastbaar loon, de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, de functie of functies en de duur van het dienstverband in dat jaar van eenieder van wie de som van het belastbare loon en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, het gemiddelde belastbare loon van ministers in het boekjaar te boven is gegaan.

Wanneer een verplichte verantwoording in het kader van de WOPT niet van toepassing is, dient hiervan expliciet melding gemaakt worden.

2.3. Kasstroomoverzicht

Hierbij wordt Model III kasstroomoverzicht gevolgd. De kasstromen worden hierbij ingedeeld naar herkomst uit operationele activiteiten, investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten.

2.4. Aantal fte ultimo boekjaar

Het aantal medewerkers in Full Time Equivalent dat ultimo boekjaar in dienst is bij het Commissariaat.

2.5. Gemiddeld aantal fte over het boekjaar

Het gemiddeld aantal medewerkers in Full Time Equivalent dat over het boekjaar in dienst is geweest bij het Commissariaat.

2.6. Bijzonderheden

Afwijkingen tussen het exploitatieresultaat en het begrote resultaat worden toegelicht.

De volgende posten worden bij afwijkingen naar oorzaken toegelicht:

  • Baten;

  • Verstrekte subsidies;

  • Apparaatskosten;

  • Overige lasten;

  • Bijzondere lasten.

2.7. Zendgemachtigden

In de jaarrekening wordt een verloopoverzicht van de zendgemachtigden opgenomen (zie model X).

2.8. Vaste boekenprijs

Voor een specificatie van deze kosten wordt verwezen naar model XI

3. Verantwoording apparaat

In de bijlage bij de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt de verantwoording over het apparaat opgenomen met minimaal de volgende onderdelen:

  • Balans met toelichting;

  • Exploitatierekening met toelichting;

  • Kasstroomoverzicht.

Met betrekking tot deze onderdelen worden de modellen IV, V en VI gevolgd.

4. Verantwoording beheer

In de bijlage bij de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt de verantwoording over het apparaat opgenomen met minimaal de volgende onderdelen:

  • Balans met toelichting;

  • Exploitatierekening met toelichting;

  • Kasstroomoverzicht.

Met betrekking tot deze onderdelen worden de modellen VII,VII en IX gevolgd.

MODEL I. BALANS

2.1. Balans per 31 december 20xx

(na resultaatsbestemming)

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

Vaste activa

                 

Materiële vaste activa

       

Eigen vermogen

       

Bedrijfsgebouwen en -terreinen

       

Algemene reserve

       

Installaties

       

Bestemmingsfonds

       

Andere vaste bedrijfsmiddelen

       

Bestemmingsreserves

       
                   

Financiële vaste activa

       

Voorzieningen

       

Overige vorderingen

       

Overige

       
                   

Vlottende activa

                 

Vorderingen

       

Kortlopende schulden

       

Debiteuren

       

Vooruit ontvangen

       

Overige vorderingen

       

Crediteuren

       

Overlopende activa

       

Belastingen en sociale premies

       
         

Overige schulden

       
         

Overlopende passiva

       
                   

Liquide middelen

                 
                   

Totaal

       

Totaal

       

MODEL II. EXPLOITATIEREKENING

2.2. Exploitatierekening per 31 december 20xx

 

Jaar t Begroting

Voorgaand boekjaar

Baten

       

1. Rijksbijdragen media

       

2. Reclamegelden Stichting Etherreclame

       

3. Overige baten

       

4. Bijzondere baten

       
         

Som der baten

       
         

Lasten

       

6. Verstrekte subsidies

       

7. Apparaatskosten

       

8. Overige lasten

       

9. Bijzondere lasten

       
         

Som der lasten

       
         

Bedrijfsresultaat

       
         

10. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

       
         

Exploitatieresultaat

       
         
         

Bestemming van het resultaat

       

Toevoeging/Ontrekking Algemene Reserve

       

Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsfonds

       

Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsreserves

       
         
         

MODEL III. KASSTROOMOVERZICHT

2.3. Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx

Volgens de indirecte methode

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

I Kasstroom uit operationele activiteiten

   

Bedrijfsresultaat

   
     

Aanpassen voor:

   

Afschrijvingen materiële vaste activa

   

Vrijval bestemmingsfondsen

   

Vrijval bestemmingsreserves

   

Dotaties aan voorzieningen

   

Vrijval van voorzieningen

   

Onttrekkingen aan voorzieningen

   
     

Veranderingen in werkkapitaal:

   

Vorderingen

   

Kortlopende schulden

   
     

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

   

Ontvangen interest

   

Kastroom uit operationele activiteiten

   
     

II Kasstroom uit investeringsactiviteiten

   

Investeringen in materiële vaste activa

   

Toe-/afname geldmiddelen

   

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

   
     

III Kasstroom uit financieringsactiviteiten

   

Ontvangsten uit langlopende schulden

   

Aflossing van langlopende schulden

   

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

   
     

Mutatie liquide middelen I–II+III

   
     

Liquide middelen einde boekjaar

   

Liquide middelen begin boekjaar

   

Mutatie liquide middelen

   
     

MODEL IV. BALANS APPARAAT

3.1. Balans Apparaat per 31 december 20xx

(na resultaatsbestemming)

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

Vaste activa

                 

Materiële vaste activa

       

Eigen vermogen

       

Bedrijfsgebouwen en -terreinen

       

Algemene reserve

       

Installaties

       

Bestemmingsreserves

       

Andere vaste bedrijfsmiddelen

                 
                   
         

Voorzieningen

       
         

Overige

       
                   

Vlottende activa

                 

Vorderingen

       

Kortlopende schulden

       

Debiteuren

       

Vooruit ontvangen

       

Overige vorderingen

       

Crediteuren

       

Overlopende activa

       

Belastingen en sociale premies

       
         

Overige schulden

       
         

Overlopende passiva

       
                   

Liquide middelen

                 
                   
                   

Totaal

       

Totaal

       

MODEL V. EXPLOITATIEREKENING APPARAAT

3.2. Exploitatierekening per 31 december 20xx

 

Jaar t Begroting

Voorgaand boekjaar

Baten

       

1. Bijdrage van het ministerie OCW

       

2. Overige baten/bijzondere baten

       
         

Som der baten

       
         

Lasten

       

3. Lonen en salarissen

       

4. Sociale lasten

       

5. Afschrijvingen op materiële vaste activa

       

6. Overige lasten

       
         

Som der lasten

       
         

Bedrijfsresultaat

       
         

10. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

       
         

Exploitatieresultaat

       
         
         

Bestemming van het resultaat

       

Toevoeging/Ontrekking Algemene Reserve

       

Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsreserve

       
         

MODEL VI. KASSTROOMOVERZICHT APPARAAT

3.3. Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx

Volgens de indirecte methode

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

I Kasstroom uit operationele activiteiten

   

Bedrijfsresultaat

   
     

Aanpassen voor:

   

Afschrijvingen materiële vaste activa

   

Vrijval bestemmingsreserves

   

Dotaties aan voorzieningen

   

Vrijval van voorzieningen

   

Onttrekkingen aan voorzieningen

   
     

Veranderingen in werkkapitaal:

   

Vorderingen

   

Kortlopende schulden

   
     

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

   

Ontvangen interest

   

Kastroom uit operationele activiteiten

   
     

II Kasstroom uit investeringsactiviteiten

   

Investeringen in materiële vaste activa

   

Toe-/afname geldmiddelen

   

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

   
     

III Kasstroom uit financieringsactiviteiten

   

Ontvangsten uit langlopende schulden

   

Aflossing van langlopende schulden

   

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

   
     

Mutatie liquide middelen I–II+III

   
     

Liquide middelen einde boekjaar

   

Liquide middelen begin boekjaar

   

Mutatie liquide middelen

   
     

MODEL VII. BALANS BEHEER

4.1. Balans per 31 december 20xx

(na resultaatsbestemming)

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

 

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

Vaste activa

                 

Financiële vaste activa

       

Eigen vermogen

       

Overige vorderingen

       

Bestemmingsfonds

       
                   

Vlottende activa

                 

Vorderingen

       

Kortlopende schulden

       

Debiteuren

       

Crediteuren

       

Overige vorderingen

       

Overige schulden

       

Overlopende activa

       

Overlopende passiva

       
                   
                   
                   

Liquide middelen

                 
                   
                   

Totaal

       

Totaal

       

MODEL VIII. EXPLOITATIEREKENING BEHEER

4.2. Exploitatierekening per 31 december 20xx

 

Jaar t Begroting

Voorgaand boekjaar

Baten

       

1. Rijksbijdragen media

       

2. Reclamegelden Stichting Etherreclame

       

3. Bijzondere baten

       
         

Som der baten

       
         

Lasten

       

4. Verstrekte subsidies

       

5. Overige lasten

       

6. Bijzondere lasten

       
         

Som der lasten

       
         

Bedrijfsresultaat

       
         

7. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

       
         

Exploitatieresultaat

       
         
         

Bestemming van het resultaat

       

Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsfonds

       
         

MODEL IX. KASSTROOMOVERZICHT BEHEER

4.3. Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx

Volgens de directe methode

Boekjaar

Voorgaand boekjaar

Kasstroom uit operationele activiteiten

   

Ontvangsten van het ministerie OCW

   

Ontvangsten van Stichting Etherreclame

   

Ontvangsten van debiteuren

   

Totaal Ontvangsten

   
     

Betalingen aan subsidiënten en leveranciers

   

Bijzondere lasten

   

Totaal Betalingen

   

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

   
     

Ontvangen interest

   
     

Kasstroom uit operationele activiteiten= Toe-/afname geldmiddelen

   

MODEL X. VERLOOPOVERZICHT ZENDGEMACHTIGDEN

 

Saldo per 1-1-20xx

Verstrekkingen

Vaststellingen/goedkeuringen

Saldo per 31-12-20xx

Landelijke Omroepen

       

FunX

       

MTNL

       

Stichting Radio Nederland Wereldomroep

       

Muziekcentrum van de Omroep

       

Nederlands Omroepproduktie Bedrijf

       

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

       

Minderhedenprogrammering

       

OLON

       

Totaal

       
         

Als volgt opgenomen in de balans:

       

Vorderingen

       

Kortlopende schulden

       

Totaal

       

MODEL XI. EXPLOITATIEREKENING VASTE BOEKENPRIJS

3.12. Exploitatierekening per 31 december 20xx

 

Jaar t Begroting

Voorgaand boekjaar

Baten

       

1. Rijksbijdragen media

       
         

Som der baten

       
         

Lasten

       

2. Loonkosten

       

3. Opleidingen

       

4. Brochures en overige kosten VBP

       

5.Proceskosten/deskundigen commissie

       

6.Doorbelasting van andere kostenplaatsen

       
         

Som der lasten

       
         

Totaal

       

CONTROLEPROTOCOL

1. Inleiding

Voor welke instelling geldt dit controleprotocol?

Dit protocol is uitsluitend van toepassing op het Commissariaat voor de Media (het Commissariaat).

Doel

Het ministerie van OCW (OCW) verstrekt omroepbijdragen via het Commissariaat en een bijdrage in de kosten van het Commissariaat. OCW verwacht van de instellingsaccountant een verklaring van getrouwheid en van rechtmatigheid bij de jaarrekening van het Commissariaat. Het controleprotocol is bedoeld om de verwachtingen van OCW vast te leggen ten aanzien van deze getrouwheids- en rechtmatigheidsverklaring. Deze verklaring is mede de basis voor het oordeel van de departementale accountant bij de departementale jaarrekening.

Wettelijk kader

Met artikel 7.1, eerste t/m derde lid MW 2008 is het Commissariaat ingesteld. Het Commissariaat heeft rechtspersoonlijkheid en is gevestigd in de gemeente Hilversum. In artikel 7.6 t/m 7.8 MW 2008 is bepaald dat OCW de kosten van het Commissariaat zal vergoeden. Hiertoe stelt het Commissariaat jaarlijks een begroting op (zie artikel 26 en 29 van de Kaderwet ZBO’s) die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit (zie artikel 34 van de Kaderwet ZBO’s), dat vergezeld gaat van een controleverklaring omtrent de getrouwheid en de financiële rechtmatigheid. Het financieel verslag behoeft de instemming van de minister van OCW. In artikel 7.8 MW 2008 is bepaald dat de minister van OCW regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole kan voorschrijven. Deze regels zijn opgenomen in dit Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media (Handboek). De aandachtspunten voor de accountantscontrole zijn opgenomen in dit controleprotocol.

De accountantscontrole van de jaarrekening van het Commissariaat bestaat uit twee elementen:

  • de controle van de apparaatskosten van het Commissariaat;

  • de controle van het beheer van de omroepgelden door het Commissariaat.

De controle dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met de Nadere voorschriften Controle- en overige standaarden (NV COS) zoals uitgegeven door het Koninklijk NIVRA1en de aanwijzingen zoals opgenomen in dit controleprotocol.

Procedure

Omroepinstellingen zijn overeenkomstig artikel 2.171 en 2.172 MW 2008 verplicht hun jaarrekening in te dienen bij het Commissariaat. Deze jaarrekeningen zijn voorzien van een controleverklaring van de onafhankelijke accountant omtrent de getrouwheid en de financiële rechtmatigheid. Het Commissariaat stelt op grond van artikel 7.6 t/m 7.8 MW 2008 vóór 15 maart een jaarrekening op waarin zijn opgenomen het beheer van de omroepgelden en de apparaatskosten van het Commissariaat. Deze jaarrekening is voorzien van een getrouwheids- en een rechtmatigheidsoordeel van de instellingsaccountant. De basis voor het rechtmatigheidsoordeel bij het beheer van de omroepgelden zijn de controleverklaringen die zijn afgegeven bij de jaarrekeningen van de omroepinstellingen en de werkzaamheden van het Commissariaat inzake de toetsing van de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden. De instellingsaccountant verstrekt zijn verklaring aan het College van het Commissariaat. Deze dient ter verantwoording aan de minister van OCW. De departementale accountant kan een review uitvoeren bij de instellingsaccountant.

Het Commissariaat is belast met de jaarlijkse toetsing van de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden op basis van de jaarrekeningen van de omroepinstellingen. De toetsing van de financiële rechtmatigheid geschiedt door de afdeling Financieel Toezicht van het Commissariaat. Een van de beheermaatregelen die ter beschikking staan van de afdeling Financieel Toezicht is het reviewen van de accountantscontroles bij de omroepinstellingen. Het doel van de review is het inzicht krijgen in de kwaliteit en toereikendheid van de door de instellingsaccountants uitgevoerde werkzaamheden. De uitkomsten van deze review gebruikt de accountant van het Commissariaat voor de controle van de jaarrekening van het Commissariaat. Het Commissariaat kan de reviewtaak uitbesteden aan een registeraccountant. De reviews dienen uitgevoerd te worden op basis van een roulatiesysteem.

2. Reikwijdte accountantsonderzoek

Onderzoeksaanpak

De instellingsaccountant neemt in zijn controledossier een risicoanalyse op, waarin expliciet rekening wordt gehouden met de aandachtspunten van dit controleprotocol. Dit controledossier vormt de basis voor een review die de departementale accountant kan uitvoeren. De instellingsaccountant controleert de financiële rechtmatigheid van de besteding van de omroepbijdragen en van de bijdrage in de kosten van het Commissariaat. De op de financiële rechtmatigheid van toepassing zijnde wettelijke bepalingen uit de Mediawet zijn hieronder aangegeven onder financiële transacties. Van de instellingsaccountant wordt verwacht dat hij over de naleving van de bepalingen, zoals hieronder opgenomen onder financiële beheershandelingen, rapporteert in het verslag van bevindingen.

Aanvullend op bovenstaand overzicht geldt dat het Commissariaat voor de Media een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan is. Daarmee is het Commissariaat in de zin van de Europese regelgeving een aanbestedende dienst, zowel Europees, als nationaal (Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten). De accountant controleert of het Commissariaat de richtlijnen voor Europese aanbesteding naleeft. De accountant gaat na of bij in het controlejaar aangegane verplichtingen de Europese aanbesteding wel of niet terecht heeft plaatsgevonden. Van de accountant wordt niet verwacht, dat hij de inhoudelijke stappen van het Commissariaat in het proces van Europees aanbesteden beoordeelt.

NB

Het rechtmatigheidoordeel omvat alle geldstromen in de jaarrekening, dus zowel die met betrekking tot het beheer van de omroepgelden als de besteding van de gelden voor apparaatskosten van het Commissariaat.

Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid

De instellingsaccountant richt zijn controle zodanig in dat hij met een betrouwbaarheid van 95% de uitspraak kan doen dat in de verantwoording geen onjuistheden en onzekerheden voorkomen met een belang dat groter is dan de voorgeschreven toleranties. Voor de strekking van de controleverklaring gelden de volgende toleranties:

 

Onjuistheden

(in de verantwoording)

Onzekerheden

(in de controle)

Beperking

Afkeuring

Beperking

Oordeelonthouding

Rechtmatigheid

(% van de totale uitgaven)

>1 en <3

–>3

>3 en<10

=>10

Getrouwheid

       

a. Balans (% van de balanstelling)

>5 en <10

=>10

>5 en<10

=>10

b. Exploitatierekening (% van de baten)

>2 en <5

=>5

>5 en <10

=>10

In de verantwoording van het Commissariaat zijn zowel het beheer van de omroepbijdragen als de gelden voor de apparaatskosten opgenomen. De tolerantie geldt voor de geldstromen omroepbijdragen en apparaatskosten afzonderlijk.

Voor het omgaan met geconstateerde fouten geldt de volgende gedragslijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen fouten die wel en fouten die geen invloed kunnen hebben op de financiële rechtmatigheid van de besteding van de omroepbijdrage respectievelijk bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat. Geconstateerde fouten die wel invloed kunnen hebben, moeten voor zover mogelijk door het Commissariaat worden gecorrigeerd. Hierbij is het niet van belang of de tolerantiegrenzen worden overschreden. Fouten worden in absolute zin opgevat, voor zover het de naleving van wet- en regelgeving betreft. Saldering van fouten is daarom niet toegestaan.

Voor het omgaan met geconstateerde fouten die geen invloed hebben op de hoogte van de omroepbijdrage van OCW, respectievelijk de bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat gelden de toleranties die in het schema staan. Het Commissariaat dient deze fouten te corrigeren indien de tolerantiegrens wordt overschreden. De accountant vermeldt alle fouten groter dan 0,1% van de lasten die niet zijn gecorrigeerd in het verslag van bevindingen. Indien de accountantscontrole fouten aan het licht brengt die het Commissariaat niet herstelt, vermeldt de accountant deze in het verslag van bevindingen. Hiervoor geldt een rapportagetolerantie van 0%.

Normenkader

Het Commissariaat stelt de jaarrekening op in overeenstemming met de richtlijnen die zijn opgenomen in het Handboek. De controle is gericht op het vaststellen van de getrouwheid van de jaarrekening en op de rechtmatige besteding van de bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat en van het rechtmatige beheer van de omroepgelden. Onder financiële rechtmatigheid wordt verstaan dat alle financiële transacties, bij het Commissariaat, hebben plaatsgevonden binnen de bepalingen die bij het wettelijk kader zijn weergegeven. Indien een financiële transactie in strijd met het wettelijk kader heeft plaatsgevonden, dan dient de instellingsaccountant het totale bedrag van de financiële transactie als een fout in de verantwoording aan te merken. Het totaal aan rechtmatigheidsfouten dient de instellingsaccountant te betrekken bij het rechtmatigheidsoordeel.

De instellingsaccountant stelt vast dat de opgave van het bedrag van de bezoldiging voor de bestuurders, toezichthouders en directieleden juist en volledig is. De verplichtingen, bedoeld in artikel 383c van Titel 9 Boek 2 BW zijn van toepassing. Dit betekent voor het Commissariaat dat zij een opgave op naamsniveau moet doen van alle bestuurders en gewezen bestuurders.

De accountant stelt aan de hand van de administratie van het Commissariaat integraal vast of de opgave in de toelichting van de jaarrekening van het Com\missariaat op grond van de Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) juist en volledig is. Indien dit niet het geval is, geeft de accountant een ander dan goedkeurend getrouwheidsoordeel af en vermeldt hij de ontbrekende informatie alsnog in zijn verklaring. Voor deze post geldt een rapportagetolerantie van 0%.

In dit kader wordt verwezen naar NBA Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening.

De accountant stelt, aan de hand van de administratie van de instelling integraal vast of de opgave aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van de Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) juist en volledig is. Indien dit niet het geval is dan neemt de accountant dit op in een verslag van bevindingen zoals vermeld in het accountantsverslag.

3.. Rapportages accountantsonderzoek

Controleverklaring

De controleverklaring bevat zowel een getrouwheids- als een rechtmatigheidoordeel over de besteding van de bijdrage in de kosten van het Commissariaat en van het rechtmatige beheer van de omroepgelden. De instellingsaccountant hanteert daarbij het model dat bij dit controleprotocol is gevoegd (Controleverklaring bij de jaarrekening). De instellingsaccountant waarmerkt de jaarrekening.

Verslag van bevindingen

Doelmatigheid van het beheer en de inrichting van de werkzaamheden van het Commissariaat

De instellingsaccountant stelt voor het Commissariaat een verslag van bevindingen op. In het verslag van bevindingen rapporteert de instellingsaccountant tenminste over de financiële beheershandelingen en over niet door de instelling gecorrigeerde fouten. De accountant beoordeelt of het beheer en de inrichting van de werkzaamheden van het Commissariaat voor de Media voldoen aan eisen van doelmatigheid, als bedoeld in artikel 35, vierde lid van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Dit onderdeel neemt de accountant op in het verslag van bevindingen. De accountant hanteert als referentiekader de schriftelijke en door de leiding van de organisatie vastgestelde handboeken, procedures en voorwaarden voor kritische processen, zoals inkoop en HRM. De accountant betrekt in zijn onderzoek ook artikel 41 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, handelend over de beveiliging van gegevens.

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap

Aan: Opdrachtgever

Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de (in dit verslag/rapport opgenomen) jaarrekening 2.... van het Commissariaat voor de Media te Hilversum gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per ..... 2...., het kasstroomoverzicht 2..... en de exploitatierekening over 2.... met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het College van het Commissariaat is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media. Het College van het Commissariaat is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties.

Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het College van het Commissariaat is tenslotte verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 7.7, tweede lid MW 2008. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol van de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van het interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel2

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het Commissariaat voor de Media per 2... en van het resultaat over 2.... in overeenstemming met de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media.

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2... voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in het controleprotocol van de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media zijn vermeld.

Plaats, datum

Naam accountantspraktijk

Naam accountant

  1. NIVRA en NOvAA gaan fuseren en vormen samen de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). ^ [1]
  2. Indien niet wordt voldaan aan de WOPT vervalt de optie van een goedkeurend getrouwheidsoordeel, waarbij in de onderbouwing het relevante bedrag wordt meegenomen. ^ [2]