Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2010–2013

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-04-2012 t/m 31-12-2013

Regeling houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies aan de Stichting Nederland Maritiem Land (Tijdelijke subsidieregeling Nederland Maritiem Land 2010–2013)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 2, onderdeel c, en 3, eerste en tweede lid, van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • b. Stichting: Stichting Nederland Maritiem Land, gevestigd te Rotterdam;

  • c. bestuurs- en bureaukosten: gemaakte en betaalde kosten die betrekking hebben op het functioneren van de organisatie van de Stichting;

  • d. activiteitenkosten: noodzakelijke, rechtstreeks aan een al dan niet thematisch ingedeeld activiteitenplan toe te rekenen gemaakte en betaalde kosten;

  • e. maritiem cluster: groepering van verwante maritieme sectoren met de corresponderende toeleveranciers die een specifieke sociaal-economische dynamiek teweeg brengen en daarmee bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de Nederlandse bestaansbronnen;

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De Minister verstrekt de Stichting jaarlijks een subsidie om het maritieme cluster in Nederland alsook binnen de Europese Unie en daarbuiten te versterken door middel van voorlichting, educatie, bewustwording, samenwerking, netwerkvorming, onderzoek en andere activiteiten die daarmee verband houden of daartoe bevorderlijk zijn.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De subsidie voor de gezamenlijke bestuurs-, bureau- en activiteitenkosten ten behoeve van de activiteiten bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt 50% van de totale kosten, tot ten hoogste:

    • a. € 670.833,– jaarlijks, gedurende de boekjaren 2010 en 2011, waarvan ten hoogste € 180.000,– voor de noodzakelijke bestuurs- en bureaukosten en ten hoogste € 490.833,– voor de activiteitenkosten;

    • b. € 503.125,– voor de activiteitenkosten gedurende het boekjaar 2012;

    • c. € 335.416,– voor de activiteitenkosten gedurende het boekjaar 2013.

  • 2 Binnen de in het eerste lid genoemde maximale jaarbedragen kan de Minister ten behoeve van activiteiten, die rechtstreeks verband houden met lange termijn onderzoek met een precompetitief karakter of die uitstijgen boven het gebied van een thema, een subsidie verlenen tot 100% van de daarmee gepaard gaande bestuurs-, bureau- en activiteitenkosten, met een maximum van € 50.000,– per jaar.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De aanvraag van de subsidie voor het boekjaar 2010 dient uiterlijk 15 januari 2010 te zijn ontvangen door de Directeur-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken.

  • 2 De aanvraag van de subsidie voor de kalenderjaren 2011 tot en met 2013 dient

    jaarlijks, uiterlijk 1 november van het jaar voorafgaand aan het betreffend subsidiejaar, te zijn ontvangen door de Directeur-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Onder toepassing van artikel 4:50, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht, kan de Minister de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de Stichting wijzigen indien;

  • a. de Stichting voor de uitoefening van de gesubsidieerde activiteiten tevens geheel of gedeeltelijk financiële bijdragen krijgt van (overheids)instanties, anders dan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken, of anders dan al vermeld in de subsidieaanvraag;

  • b. vermogen is gevormd met de door de subsidie verstrekte gelden;

  • c. de Stichting wordt ontbonden; of

  • d. de Stichting niet tijdig een plan van aanpak voor de transformatie tot maritiem platform, zoals bedoeld in de brief van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 21 juli 2009, kenmerk VenW/DGLM-2009/2619, indient.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De Minister kan de Stichting voorschotten verlenen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 2 De Minister of een door hem aan te wijzen accountant kan een review houden bij de fungerende derde accountant ter toetsing van de naleving van het controleprotocol. De kosten hiervan zijn voor rekening van de Minister, tenzij van onjuistheden blijkt. Indien een review wordt gehouden wordt hierover tevens overleg gevoerd met de Stichting.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De Minister brengt in 2011 een verslag uit over de doeltreffendheid en de effecten van de gesubsidieerde activiteiten.

  • 2 De Stichting verleent op verzoek van de Minister alle medewerking, nodig voor de opstelling van het verslag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2010–2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

Bijlage als bedoeld in artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

MODEL CONTROLEPROTOCOL SUBSIDIES

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Dit controleprotocol heeft betrekking op de bijdrage die door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt verstrekt aan de Stichting Nederland Maritiem Land zoals geregeld in artikel 2 van de Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2010–2013.

Naast de begrippen, genoemd in artikel 1, van de Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2010–2013 zijn de volgende begrippen van toepassing:

  • derde accountant: de externe accountant van de subsidie-ontvanger;

  • de beschikking: de beschikking tot subsidieverlening.

De volgende regelgeving en overige van belang zijnde stukken zijn van toepassing:

  • de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

  • de Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2010–2013;

  • de beschikking;

  • het Plan van Aanpak 2010–2013;

  • het Projectbudget 2010 en de voor de jaren 2011 tot en met 2013 jaarlijks in te dienen projectbudgetten;

  • alle overige van toepassing zijnde correspondentie.

Dit controleprotocol is een nadere uitwerking van artikel 9 van de Tijdelijke subsidieregeling Stichting Nederland Maritiem Land 2010–2013.

In dit controleprotocol wordt uiteengezet welke algemene uitgangspunten en specifieke vereisten gelden bij de controle door de derde accountant ten behoeve van de krachtens de hierboven genoemde regeling verstrekte subsidie alsmede op welke wijze de uitkomsten van deze controle dienen te worden gerapporteerd.

Wij wijzen er op dat mogelijk, op verzoek van de Minister, door accountants van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat of door door haar aangewezen accountants een review kan worden uitgevoerd bij de fungerende derde accountant ter toetsing op de naleving van dit controleprotocol. Indien een review wordt uitgevoerd wordt de subsidie-ontvanger daarover bericht. Alsdan zal de subsidie-ontvanger over de uitkomst daarvan worden geïnformeerd alsook met subsidie-ontvanger daarover overleg worden gepleegd.

2. Algemene uitgangspunten voor de controle

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 2.1. De controle dient zowel de getrouwe weergave van de ingediende verantwoording alsmede de rechtmatige besteding van de ter beschikking gestelde middelen te omvatten.

    Van de derde accountant wordt derhalve verwacht dat hij niet alleen de getrouwe weergave controleert, maar ook dat hij de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen toetst.

  • 2.2. Ten aanzien van de uitvoering van de controle door de derde accountant geldt, voor wat betreft de rechtmatigheid en/of juistheid, een controletolerantie van 1% en voor wat betreft de betrouwbaarheid een controletolerantie van 3%. Beide percentages hebben betrekking op het totaal toegezegde subsidiebedrag, conform het vastgestelde bedrag in de beschikking.

3. Specifieke vereisten

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 3.1. Bij de uitvoering van de controle van de verantwoording dient, met inachtneming van de onder punt 2 genoemde uitgangspunten, door de derde accountant te worden vastgesteld dat aan de volgende specifieke vereisten is voldaan:

    • dat de door de subsidie-ontvanger gevoerde administratie zodanig juist is ingericht dat daaruit door de Minister op ieder moment op eenvoudige en eenduidige wijze de directe aan bestuur en bureau, alsmede aan het innovatiebureau en de activiteiten gerelateerde kosten kunnen worden afgeleid;

    • of er activiteiten hebben plaatsgevonden welke hebben geresulteerd in de totstandkoming van rapporten, documenten en dergelijke, welke door de subsidie-ontvanger niet ter kennisname aan de Minister zijn gezonden;

    • of er bij het opzetten van de verantwoording zoveel mogelijk is aangesloten bij de indeling van de subsidie-aanvraag;

    • of er aan de subsidie-ontvanger sursèance van betaling is aangevraagd, dan wel dat er een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

4. Rapportering

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 4.1. Een model van de goedkeurende accountantsverklaring in het kader van deze subsidieregeling luidt als volgt:

    ACCOUNTANTSVERKLARING M.B.T. <TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING NEDERLAND MARITIEM LAND 2010-2013 / SUBSIDIEBESCHIKKING DGTL 06/...........>

    Afgegeven t.b.v. het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

    Wij hebben (in dit rapport/verslag opgenomen) de door ons gewaarmerkte verantwoording inzake de kosten van <naam project> in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling Nederland Maritiem Land 2010–2013 gecontroleerd. De verantwoording is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de leiding van de huishouding. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verantwoording te verstrekken. Deze verantwoording is bestemd voor de bepaling van de definitieve bijdrage in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling Nederland Maritiem Land 2010–2013/Subsidiebeschikking DGTL/06.......... De gewaarmerkte verantwoording is genummerd van blad <blad nummer> tot en met blad < blad nummer>.

    Onze controle in verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle opdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat,. Verder is ons onderzoek verricht met inachtneming van hetgeen is vermeld in het ‘< naam controleprotocol>‘d.d. <datum>.

    Wij zijn van oordeel dat de verantwoording voldoet aan de terzake geldende eisen.

   

<plaats>

<datum>

   

<handtekening>

<naam van de ondertekenaar>

   

<paraaf voor waarmerkingsdoeleinden

<naam van de parafeerder>