Artikel 20, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit, een van artikel 29, lid 1, letter b, van de Wet op de omzetbelasting 1968 afwijkende bepaling, staat een vermindering van omzetbelasting toe en regelt de wijze
waarop deze vermindering toepassing vindt, in het geval dat bij de levering van goederen
en het verrichten van diensten gratis zegels worden verstrekt bij de inwisseling waarvan
aanspraak bestaat op geld of geldswaardige papieren. Waar het oude artikel 20 ter
zake van dit soort zegelverstrekking in slechts één regeling voor alle gevallen voorzag,
maakt het per 18 april 1987 van toepassing zijnde artikel 20 een specifiek onderscheid
tussen twee gevallen, ten aanzien waarvan afzonderlijke regelingen zijn getroffen.
De eerste regeling, opgenomen in punt 1 van artikel 20, lid 1, letter b, van het Uitvoeringsbesluit, geeft aan dat de omzetbelasting over het bedrag van de in een tijdvak bij een ondernemer
ingewisselde zegels in mindering wordt gebracht op de door hem in dat tijdvak verschuldigd
zijnde omzetbelasting, ingeval de geldswaarde van de zegels pas te zijnen laste komt
bij de inwisseling van de zegels.
De tweede regeling, opgenomen in punt 2 van voornoemde bepaling, staat daarentegen
een vermindering toe van de door een ondernemer in een tijdvak verschuldigd zijnde
omzetbelasting met de omzetbelasting over het bedrag van de in dat tijdvak door hem
verstrekte zegels, ingeval de geldswaarde van de zegels reeds te zijnen laste komt
voor de verstrekking van de zegels. Er zij op gewezen dat deze regeling in grote lijnen
overeenkomt met de in het oude artikel 20 voorkomende regeling en evenzo het oog heet
op het zgn. traditionele zegelsysteem.
2.2. De vermindering van omzetbelasting in het traditionele zegelsysteem
In het traditionele zegelsysteem koopt een daarbij aangesloten ondernemer al dan niet
door tussenkomst van zijn leverancier bij een centrale instantie, de zgn. zegelcentrale,
de gratis aan zijn klanten te verstrekken zegels in voor het geldbedrag dat de klanten
bij inlevering van de op een kaart of in een boekje geplakte zegels ontvangt. Aan
dit zegelsysteem zijn verscheidene ondernemers verbonden en de zegels kunnen naar
keuze bij al deze ondernemers worden ingeleverd. De ondernemer die alsdan de geldswaarde
van de desbetreffende zegels uitbetaalt levert vervolgens op zijn beurt al dan niet
door tussenkomst van zijn leverancier de ingenomen zegels in bij de zegelcentrale
die daarvoor het door de leverancier uitbetaalde bedrag restitueert. Het blijkt dat
uiteindelijk het merendeel van de in het hier omschreven zegelsysteem verstrekte zegels
wordt ingewisseld. Aangezien uit dit systeem van zegelverstrekking bovendien voortvloeit
dat het naderhand bij inwisseling van de zegels uit te betalen bedrag reeds voor het
tijdstip van verstrekking daadwerkelijk voor rekening komt van de ondernemer die de
zegels heeft verstrekt, kan deze ondernemer aanspraak maken op de toepassing van de
regeling welke een vermindering van omzetbelasting toestaat op het moment waarop de
zegels worden verstrekt, en wel op de hiervoor in punt 2 omschreven wijze.
De waarde van de aldus aan de klanten verstrekte gratis zegels kan de ondernemer bepalen
door uit te gaan van de voorraad ongebruikte zegels aan het begin van het belastingtijdvak,
vermeerderd met de in dat tijdvak van de zegelcentrale ingekochte zegels, en verminderd
met de voorraad ongebruikte zegels aan het einde van het tijdvak.
2.5. Keuze tussen geld en goederen
Het komt eveneens voor dat er gratis zegels worden verstrekt die de klant bij inwisseling
naar keuze recht geven op geld of op goederen. Naar mijn mening missen in zo'n geval
de beide in artikel 20 van het Uitvoeringsbesluit opgenomen regelingen toepassing. Deze regelingen zien immers enkel op zegels die
tegen geld of geldswaardige papieren kunnen worden ingewisseld. Overigens geldt ter
zake evenmin het bepaalde in artikel 21 van het Uitvoeringsbesluit, inhoudende een regeling inzake de verstrekking van gratis zegels welke kunnen worden
ingewisseld tegen goederen. Teneinde toch een vanuit omzetbelastingtechnisch oogpunt
bezien aanvaardbare oplossing te realiseren, kan ik mij er mee verenigen dat i.c.
de ondernemer, ingeval van inwisseling tegen geld, de in punt 1 van artikel 20, lid
1, letter b, van het Uitvoeringsbesluit opgenomen regeling inzake de vermindering
van omzetbelasting op het moment waarop de zegels worden ingewisseld en, ingeval van
inwisseling tegen goederen, die regeling als bedoeld in artikel 21 van het Uitvoeringsbesluit
op overeenkomstige wijze toepast.
Overigens ontmoet het bij mij geen bezwaar dat de ondernemer die is aangesloten bij
een traditioneel zegelsysteem, d.w.z. te wiens laste de zegelkorting reeds voor de
verstrekking van de zegels komt met ingang van 1 september 1988 de vermindering van
omzetbelasting geniet op basis van de verstrekte zegels overeenkomstig de in punt
2 van artikel 20, lid 1, letter b, van het Uitvoeringsbesluit opgenomen regeling.
Uiteraard is het in die situatie niet toegestaan dat de ondernemer bij inwisseling
van de zegels tegen goederen wederom een vermindering claimt op basis van artikel
21 van het Uitvoeringsbesluit. Tevens verbind ik aan deze goedkeuring de voorwaarde
dat alle bij het desbetreffende zegelsysteem aangesloten ondernemers dezelfde gedragslijn
volgen.