Besluit slacht- en vleeskeuring BES

Geraadpleegd op 09-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 01-01-2017.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Besluit slacht- en vleeskeuring BES

Hoofdstuk I. Algemeen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. slachtvee: voor onmiddellijke slachting bestemd vee;

  • b. vee: herkauwende dieren, eenhoevige dieren en varkens;

  • c. vlees: gedood of geslacht vee of delen daarvan, al dan niet gekoeld of bevroren, ongeboren vruchten daaronder begrepen, met uitzondering van hoornen, hoeven, klauwen, borstels, haar, wol en huiden, voor zover niet afkomstig van varkens of van de onderpoten van herkauwers;

  • d. vleesprodukten: vlees, dat een behandeling, niet zijnde een koel- of vriesbehandeling, heeft ondergaan, ter bevordering van de houdbaarheid, alsmede toebereid vlees al of niet vermengd met andere stoffen;

  • e. slachthuis: het gebouw c.q. de gebouwen door het openbaar lichaam als openbare slachtplaats ingericht, alsmede het terrein behorend bij dit gebouw of deze gebouwen;

  • f. inrichtingen: slachterijen, winkels, bewaarplaatsen van vlees, uitsnijderijen, vleesproduktenfabrieken, vetsmelterijen, inrichtingen voor het bewaren van bloed en bloedplasma en tot verwerking van bloed tot bloedplasma of bloedplasmapoeder, diervoerderfabrieken en andere inrichtingen bestemd tot of gebruikt voor het bewerken, voorverpakken of verduurzamen van vlees of het bereiden, bewerken of voorverpakken van vleesprodukten;

  • g. noodslachting: het doden van vee dat:

    • a. door een ernstig ongeval is getroffen;

    • b. door ziekte in onmiddellijk levensgevaar verkeert;

    • c. onmiddellijk gevaar oplevert voor de volksgezondheid, voor de veiligheid van personen of goederen, dan wel voor besmetting van mensen of dieren;

  • h. dierenarts: de door Onze Minister met de keuring van vee en vlees, het toezicht op de be- en verwerking van vlees en op de opslag, het vervoer en de verkoop van vlees en vleesprodukten belaste dierenarts;

  • i. keurmeester: de persoon niet zijnde keuringsdierenarts, die onder toezicht en verantwoordelijkheid van een dierenarts, deze behulpzaam is bij het verrichten van zijn taak;

  • j. invoer: het brengen van niet van het openbaar lichaam Bonaire afkomstig vee, vlees of vleesprodukten in het vrije verkeer van het openbaar lichaam Bonaire.

Artikel 2

  • 1 Bij ministeriële regeling kan dit besluit geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard op andere dieren dan vee.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen vleesprodukten worden aangewezen waarop dit besluit niet van toepassing is.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen in het belang van de volksgezondheid voorschriften worden gegeven betreffende het verduurzamen en toebereiden van vlees en kan worden bepaald, welke stoffen bij het bereiden van vleesprodukten niet mogen worden gebruikt.

Hoofdstuk II. Het slachten en het gebruik van het slachthuis

Artikel 3

  • 1 Hij die vee wil slachten of doen slachten geeft daarvan tevoren kennis aan de door Onze Minister aangewezen ambtenaar of persoon.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, en over de wijze waarop vee mag worden geslacht.

Artikel 4

  • 1 De eigenaar of houder van vee dat doodgeboren, gestorven of in nood gedood is, geeft daarvan kennis aan de ambtenaar of persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2 De ambtenaar of persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid, kan bevelen dat op het slachthuisterrein aanwezig vee dat ziek of gewond is, onmiddellijk wordt geslacht. Hij stelt de eigenaar van het dier van zijn bevel op de hoogte, zo mogelijk voordat tot slachting wordt overgegaan.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de kennisgeving bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de toegang en het gebruik van het slachthuis en de daarin aanwezige voorzieningen.

Hoofdstuk III. De keuring van slachtvee en daarvan afkomstig vlees

Artikel 6

  • 1 Slachtvee wordt voor en na het slachten door een dierenarts of namens deze door een keurmeester gekeurd.

  • 2 Gestorven of in nood gedood slachtvee wordt na het slachten door een dierenarts gekeurd.

  • 3 Doodgeboren vee, vruchten, welke bij het slachten worden aangetroffen, gestorven eenhoevige dieren en runderen, jonger dan zeven dagen, en gestorven schapen, geiten en varkens, jonger dan 30 dagen, worden op last van de ambtenaar of persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid, vernietigd.

Artikel 7

  • 1 Bij de keuring vóór het slachten wordt door de dierenarts of namens deze door de keurmeester toestemming tot slachten gegeven. De toestemming kan onder voorwaarden worden verleend.

  • 2 De toestemming vervalt, indien het dier niet binnen tweemaal vieren twintig uren na de dag waarop de keuring plaatsvond is geslacht. Deze termijn kan tweemaal telkens met ten hoogste tweemaal vierentwintig uren verlengd worden.

Artikel 8

Bij de keuring na het slachten wordt het vlees goedgekeurd, voorwaardelijk goedgekeurd of afgekeurd.

Artikel 9

Indien bij de keuring vlees voorwaardelijk is goedgekeurd en niet binnen de bij deze goedkeuring gestelde termijn aan de voorwaarden is voldaan, wordt het vlees op last van de ambtenaar of persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid, vernietigd.

Artikel 10

Indien bij de keuring het vlees is afgekeurd, wordt het vlees op last van de ambtenaar of persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid, vernietigd.

Artikel 11

Het bepaalde in de artikelen 9 en 10, eerste lid, is niet van toepassing op afgekeurd vlees dat door Onze Minister op door hem te stellen voorwaarden bestemd wordt voor de voedering van dieren.

Artikel 12

Bij de keuring vóór het slachten wordt het dier en bij de keuring na het slachten wordt het vlees door of namens de dierenarts voorzien van één of meer merken.

Artikel 13

  • 1 Indien een overtreding van het bepaalde in artikel 22 of 24, sub a, is opgespoord wordt het vlees waarmede dat feit is gepleegd, in beslag genomen en op kosten van de overtreder voor zover mogelijk gekeurd.

  • 2 Indien het vlees wordt goedgekeurd of voorwaardelijk goedgekeurd, kan het, met toestemming van of namens de Officier van Justitie, aan de belanghebbende worden teruggeven, nadat deze de kosten van de keuring heeft voldaan.

  • 3 Indien het vlees wordt afgekeurd wordt het, op last van het hoofd, gehoord de keuringsdierenarts die het vlees heeft gekeurd, vernietigd.

  • 4 Het vlees wordt eveneens, op last van het hoofd, gehoord de keuringsdierenarts die het vlees heeft gekeurd, vernietigd indien het voorwaardelijk is goedgekeurd en niet binnen de bij de keuring gestelde termijn aan de daarvoor geldende voorwaarde is voldaan.

  • 5 Tijdens de loop van de strafzaak wordt het vlees uitsluitend vernietigd met toestemming van de Officier van Justitie.

  • 6 Indien een overtreding van het bepaalde in artikel 23 of artikel 25, onderdeel b en c, is opgespoord, worden de vleesproducten of het vlees, waarmede het feit is gepleegd, in beslag genomen en vernietigd. Het vierde en het vijfde lid zijn van toepassing.

Artikel 14

Bij ministeriële regeling wordt bepaald:

  • a. wat bij de keuring onderzocht moet worden;

  • b. in welke toestand geslacht vee moet verkeren totdat met de keuring wordt begonnen.

  • c. in welke gevallen vlees moet worden afgekeurd of voorwaardelijk goedgekeurd;

  • d. op welke wijze voorwaardelijk goedgekeurd vlees bruikbaar mag worden gemaakt voor voedsel voor mens of dier;

  • e. op welke wijze slachtvee bij de keuring vóór het slachten en vlees na de keuring wordt gemerkt.

Hoofdstuk IV. De keuring van in te voeren vlees en vleesprodukten

Artikel 15

  • 1 Bij ministeriële regeling wordt bepaald aan welke eisen in te voeren vlees en vleesprodukten moeten voldoen, van welke bescheiden het vlees en vleesprodukten vergezeld moeten gaan en van welke merken het vlees of de vleesprodukten moeten zijn voorzien.

  • 2 Degene die voornemens is vlees of vleesprodukten in te voeren dient daarvan minstens vierentwintig uur van tevoren mededeling te doen aan de ambtenaar of persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder vermelding van de herkomst en de hoeveelheid van het in te voeren vlees of de in te voeren vleesprodukten.

Artikel 16

Vlees en vleesprodukten mogen niet uit het schip of het vliegtuig waarmee zij zijn aangevoerd worden gelost zonder toestemming van of vanwege een dierenarts.

Artikel 17

Het in het vorige artikel bedoelde vlees wordt, onderscheidenlijk de in dat artikel bedoelde vleesprodukten worden, door een dierenarts gecontroleerd op het voldoen aan het ten aanzien van vlees, onderscheidenlijk de vleesprodukten, bij of krachtens artikel 15 bepaalde. Bij ministeriële regeling kan een heffing voor deze controle worden vastgesteld.

Artikel 18

  • 1 Vlees dat en vleesprodukten die niet voldoen aan het bij of krachtens artikel 15 bepaalde, dienen binnen tweemaal vierentwintig uur nadat dit is vastgesteld, het openbaar lichaam te verlaten.

  • 2 Indien het in het vorige lid bedoelde vlees of de aldaar bedoelde vleesprodukten het openbaar lichaam niet binnen de aldaar gestelde termijn heeft/hebben verlaten wordt dit vlees onderscheidenlijk deze vleesprodukten op last van Onze Minister, gehoord de dierenarts, vernietigd.

Artikel 19

Onze Minister kan bepalen dat de taken en bevoegdheden die in dit besluit aan de dierenarts worden toegekend, door een door Onze Minister aangewezen ambtenaar of persoon worden uitgeoefend.

Hoofdstuk V. Eisen waaraan inrichtingen moeten voldoen

Artikel 20

  • 1 Bij ministeriële regeling kunnen ter wering van voor de volksgezondheid schadelijk vlees en schadelijke vleesprodukten eisen worden gesteld waaraan inrichtingen moeten voldoen.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen:

    • a. regelen worden gesteld ter zake van het gebruik van inrichtingen als bedoeld in het eerste lid en de daarin aanwezige toestellen en gereedschappen;

    • b. eisen worden gesteld waaraan personen werkzaam in een inrichting, wat betreft hun gezondheidstoestand en hun persoonlijke hygiëne, en vlees en vleesprodukten aanwezig in een inrichting moeten voldoen;

    • c. opleidingseisen worden gesteld waaraan exploitanten van inrichtingen moeten voldoen.

  • 3 Inrichtingen mogen slechts worden geëxploiteerd of gebruikt met een vergunning van Onze Minister.

  • 4 Een vergunning voor exploitatie van een inrichting dient schriftelijk te worden aangevraagd onder opgave van de ligging van het perceel of perceelsgedeelte, waarin het bedrijf zal worden uitgeoefend en van de wijze waarop deze bedrijfsuitoefening zal geschieden.

  • 5 Een vergunning wordt door Onze Minister verleend, indien is gebleken, dat de inrichting voldoet aan de krachtens dit artikel voor inrichtingen vastgestelde inrichtings- of andere eisen en er geen overwegend bezwaar bestaat tegen de plaats van vestiging. Voor verplaatsing van de inrichting is een nieuwe vergunning vereist. Indien Onze Minister weigert een vergunning te verlenen, deelt zij dit schriftelijk onder vermelding van de gronden waarop deze beslissing berust aan de verzoeker mede.

  • 6 Onze Minister kan in het belang van de volksgezondheid en in het belang van een doelmatige overheidscontrole aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden.

  • 7 De vergunning wordt schriftelijk verleend onder vermelding van de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen.

  • 8 Onze Minister kan, na de vergunninghouder te hebben gehoord, de vergunning intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de inrichtings- of andere eisen dan wel wordt gehandeld in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen.

  • 9 De intrekking van een vergunning wordt aan de vergunninghouder schriftelijk medegedeeld onder vermelding van de gronden waarop deze beslissing berust.

Hoofdstuk VI. Vervoer van vlees en vleesprodukten

Artikel 21

Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden vastgesteld waaraan bij het vervoer van vlees en bepaalde vleesprodukten, anders dan voor huishoudelijk gebruik, het laden en lossen daaronder begrepen, moet worden voldaan.

Hoofdstuk VII. Verbodsbepalingen

Artikel 22

  • 1 Het is verboden:

    • a. anders dan in een slachthuis vee te slachten, noodslachting daaronder niet begrepen;

    • b. aan keuring onderworpen slachtvee zonder toestemming te slachten;

    • c. aan keuring onderworpen slachtvee te slachten zonder dat de aan de vergunning verbonden voorwaarde dan wel de voorschriften omtrent de wijze van slachten, bedoeld in artikel 3, tweede lid, in acht worden genomen;

    • d. geslacht vee, dan niet verkeert in de toestand, bedoeld in artikel 14, onder b, ter keuring aan te bieden.

  • 2 Van noodslachting dient tevoren of onmiddellijk daarna kennis te worden gegeven aan de ambtenaar of persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid. Onmiddellijk na de noodslachting moet het aldus geslachte dier door of vanwege de eigenaar of rechthebbende in ongedeelde toestand naar het slachthuis worden gebracht. Slechts de in het in nood geslachte dier, in ongeschonden staat naar het slachthuis worden gebracht. Hij, die niet voldoet aan de in dit lid vermelde verplichtingen, wordt geacht het dier anders dan in een slachthuis te hebben geslacht.

Artikel 23

Het is verboden vlees, dat aan keuring is onderworpen, doch niet overeenkomstig dit besluit en de bij ministeriële regeling ter uitvoering van dit besluit gestelde regels is gekeurd, of dat na keuring niet van het voorgeschreven merk is voorzien, te koop aan te bieden, te verkopen, af te leveren, ten geschenke te geven, te vervoeren of te doen vervoeren, anders dan ter naleving van een wettelijk voorschrift, of, tenzij in afwachting van keuring, in voorraad te hebben.

Artikel 24

  • 1 Het is verboden vlees of vleesprodukten uit een schip of vliegtuig te lossen zonder toestemming van of vanwege een dierenarts.

  • 2 Het is verboden zonder inachtneming van de ten aanzien van de invoer van vlees en vleesprodukten krachtens artikel 15 vastgestelde voorschriften vlees of vleesprodukten in te voeren of, wetende dat zij aldus zijn ingevoerd, te koop aan te bieden, te verkopen, af te leveren, ten geschenke te geven, te vervoeren of te doen vervoeren, anders dan ter naleving van een wettelijk voorschrift, of in voorraad of voorhanden te hebben.

Artikel 25

Het is verboden:

  • a. vlees wederrechtelijk te onttrekken aan keuring of aan vernietiging;

  • b. vlees, dat afgekeurd is of dat bedorven of op andere wijze ondeugdelijk is geworden te koop aan te bieden, te verkopen, af te leveren, ten geschenke te geven, te vervoeren of te doen vervoeren, anders dan ter naleving van een wettelijk voorschrift, of tenzij in afwachting van vernietiging, in voorraad te hebben;

  • c. vleesprodukten, die bereid zijn in strijd met de voorschriften, vastgesteld krachtens artikel 2, derde lid, te koop aan te bieden, te verkopen, af te leveren, ten geschenke te geven, voorhanden of in voorraad te hebben of, tenzij ter naleving van enig wettelijk voorschrift, te vervoeren of te doen vervoeren.

Artikel 26

  • 1 Het is aan anderen dan dierenartsen en daartoe door hen aangewezen personen verboden vee, vlees of vleesprodukten van een of meer merken, vastgesteld bij of krachtens dit besluit te voorzien.

  • 2 Het is verboden, voor zover het Wetboek van Strafrecht BES daarin niet voorziet, stempels waarmee merken als in dit besluit bedoeld kunnen worden aangebracht en stempels, waarmee valse merken, gelijkend op merken als in dit besluit bedoeld, kunnen worden aangebracht, wederrechtelijk te vervaardigen, te doen vervaardigen of onder zich te hebben.

Artikel 27

Het is verboden een inrichting te exploiteren, indien gehandeld wordt in strijd met één of meer krachtens artikel 20, lid 1 of lid 2, sub b of c, gestelde eisen of krachtens artikel 20, lid 2, sub a, gestelde regelen.

Hoofdstuk VIII. De wering en bestrijding van veeziekten

Artikel 29

  • 1 Het is verboden vee in het openbaar lichaam Bonaire in te voeren, tenzij het gedekt is door een verklaring van herkomst.

  • 2 De verklaring van herkomst moet, wat betreft het vee dat uit Curaçao, Sint Maarten dan wel uit de openbare lichamen Sint Eustatius of Saba is ingevoerd, door de verkoper of de eigenaar van het vee in duplo worden afgegeven en aangeven, dat het bij hem gekocht is of dat het zijn eigendom is.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de documenten die in te voeren dieren, producten of voorwerpen vergezellen en het tonen of overleggen van deze documenten.

Artikel 30

  • 1 Het is verboden vee in het openbaar lichaam Bonaire in te voeren alvorens het is gekeurd. Bij ministeriële regeling wordt bepaald, van welk merkteken het voor de invoer goedgekeurde vee voorzien moet zijn.

  • 2 Ten aanzien van vee, lijdende aan of verdacht van te lijden aan enige besmettelijke ziekte, worden zonodig door of namens Onze Minister quarantaine-maatregelen getroffen.

  • 3 Ten aanzien van gewond, gekneusd of anderszins niet in goede toestand verkerend vee kunnen door Onze Minister maatregelen worden getroffen.

  • 4 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de maatregelen, bedoeld in het tweede en derde lid.

Artikel 31

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk II van de Douane- en Accijnswet BES en in het Besluit invoer kleine dieren BES, en onverminderd het bepaalde in artikelen 29 en 30, 1ste lid kan bij of krachtens ministeriële regeling tot wering van enige besmettelijke veeziekte de in- en doorvoer in het openbaar lichaam Bonaire worden verboden of niet dan onder bepaalde voorwaarden worden toegelaten van:

  • a. vee, vlees, eieren, melk en melkprodukten, huiden en aanhangsels van huiden en andere van vee afkomstige produkten, nest en veevoeder;

  • b. andere voorwerpen of dieren welke dragers van smetstof kunnen zijn.