De verzekeringsplicht van stagiairs voor de werknemersverzekeringen is als volgt geregeld.
Daarbij is voor 2010 en 2011 de zogenoemde ‘kleinebanenregeling’ mogelijk van toepassing.
Kleinebanenregeling
In 2010 en 2011 is, onder voorwaarden, de kleinebanenregeling van toepassing. De heffingspercentages
voor de WW, de ZW en de WIA zijn in dat geval nihil. Zie voor de voorwaarden paragraaf 5.4.6 van het Handboek
loonheffingen 2010.
Indien de kleinebanenregeling niet van toepassing is geldt het volgende.
De Werkloosheidswet (WW)
Stagiairs zijn verzekerd als sprake is van een ‘echte’ dienstbetrekking in de zin
van artikel 3 van de WW (zie hiervoor bij 2.1.1). Stagiairs zijn niet verzekerd voor de WW op grond van een fictieve dienstbetrekking.
De Ziektewet (ZW)
Stagiairs zijn verzekerd voor de ZW. Dit geldt zowel als sprake is van een ‘echte’ dienstbetrekking in de zin van artikel 3 van de ZW (zie hiervoor bij 2.1.1), als van een fictieve dienstbetrekking in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel g, van de ZW (zie hiervoor bij 2.1.2).
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten (Wajong)
Voor de WIA geldt dat (volgens de normale regels bij een dienstbetrekking) verzekeringsplicht
bestaat voor een stagiair die werkzaam is op basis van een civielrechtelijke (‘echte’)
dienstbetrekking. Er is geen verzekeringsplicht voor de WIA op basis van een fictieve
dienstbetrekking (zie artikel 8, eerste lid, van de WIA en artikel 4, eerste lid, onderdeel g, van de ZW). Als de werkgever eigenrisicodrager is voor de WGA is hij daarvoor geen premie verschuldigd.
De stagiair behoort tot de doelgroep voor de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Het is niet vereist dat de stagiair een beloning ontvangt. Wel geldt een
maximumleeftijd van 30 jaar en een minimum aantal lesuren van 213 (klokuren) per kwartaal.
Buitenlandse stagiairs
De stageverlener moet op basis van de internationale regelingen inzake sociale zekerheid
beoordelen of hij premies werknemersverzekeringen moet inhouden. Zie Verordening (EG) nr. 883/2004 voor stages die aanvangen op of na 1 mei 2010. Stages die voor die datum zijn aangevangen
kunnen mogelijk vallen onder het overgangsrecht van artikel 87, achtste lid, van Verordening (EG) nr. 883/2004, waardoor betrokkene onderworpen blijft aan de wetgeving die is vastgesteld op grond
van titel II van Verordening (EEG) nr. 1408/71.
Stagiairs met de nationaliteit van een lidstaat van de EU vallen onder de personele
werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004. Stagiairs met de nationaliteit van een lidstaat van de EER, met de Zwitserse nationaliteit,
of stagiairs met een zogenoemde derde nationaliteit die legaal verblijven op het grondgebied
van een lidstaat, vallen vooralsnog onder de personele werkingssfeer van Verordening (EEG) nr.1408/71, voor zover zij zijn aan te merken als werknemer of student.
Is op een stagiair een verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en een ander
land van toepassing, dan geldt dat verdrag.
Voor al deze internationale regelingen inzake sociale zekerheid geldt als hoofdregel
dat het werkland wordt aangewezen en dat in Nederland premieheffing voor de werknemersverzekeringen
moet plaatsvinden. Betrokkenen zijn dan verzekerd in Nederland.
Is op de stagiair geen internationale regeling inzake sociale zekerheid van toepassing,
dan vallen zij onder de verzekeringsplichtbepalingen van de werknemersverzekeringen,
zoals aangegeven in dit besluit. Het feit dat ze niet de Nederlandse nationaliteit
hebben, staat verzekeringsplicht niet in de weg. De stageverlener moet de verzekeringsplicht
toetsen aan de desbetreffende bepalingen van de ZW, de WW en de WIA, zoals dit ook geldt voor Nederlanders.
De onder 2.2 en 3.1 opgenomen goedkeuringen zijn van overeenkomstige toepassing.