Uitvoeringsregeling registratie akten BES

Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011 en zichtdatum 26-11-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Uitvoeringsregeling registratie akten BES

De Minister van Financiën,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 7:23 en 7.24 van de Belastingwet BES;

Besluit:

Registratie

Artikel 2

  • 1 Onder registratie wordt verstaan de ambtelijke inschrijving in een register van de gehele of van de zakelijke inhoud van akten.

  • 2 De registratie is opgedragen aan de inspecteur.

  • 3 De registratie van op de BES eilanden opgemaakte akten geschiedt op het oorspronkelijk stuk; die van buiten de BES eilanden opgemaakte akten, hetzij op het oorspronkelijke stuk, hetzij op een afschrift of uittreksel.

  • 4 Op de akten, die zijn geregistreerd, stelt de Inspecteur ten bewijze daarvan een ondertekende verklaring, vermeldende het nummer en de dagtekening van de registratie; de dagtekening wordt voluit in letters gesteld, het jaartal kan in cijfers worden uitgedrukt.

Artikel 3

Onder akten worden niet alleen verstaan stukken, opgemaakt om tot bewijs te dienen, maar ook huiselijke papieren, brieven, kaarten, tekeningen en andere geschriften.

Artikel 4

De volgende akten, met uitzondering van de akten genoemd in artikel 5, moeten ter registratie worden aangeboden:

  • a. de akten van notarissen;

  • b. van de gerechtelijke akten alleen de vonnissen van onteigening en die van toewijzing bij executie;

  • c. de akten van gerechtsdeurwaarders; en

  • d. alle onderhandse en alle buiten de BES eilanden opgemaakte bewijsschriften.

Artikel 5

De volgende akten kunnen ter registratie worden aangeboden:

  • a. testamenten, akten van inbewaarneming en teruggave van olographische testamenten, akten van superscriptie van geheime testamenten, alsmede de omslagen van olographische en geheime testamenten, wanneer het testament is herroepen of vervallen;

  • b. de stukken in strafzaken;

  • c. handelspapier;

  • d. alle stukken in belastingzaken; en

  • e. alle overige akten.

Artikel 6

  • 1 Akten van notarissen, andere dan de onder het vijfde lid bedoelde, moeten binnen acht dagen na de dagtekening van de akte ter registratie worden aangeboden.

  • 2 Vonnissen moeten binnen acht dagen na de dagtekening van het vonnis ter registratie worden aangeboden.

  • 3 Akten van gerechtsdeurwaarders moeten binnen vier dagen na de dagtekening van de akte ter registratie worden aangeboden.

  • 4 Buiten de BES eilanden opgemaakte akten, inzake overdrachten die aan overdrachtsbelasting zijn onderworpen, moeten binnen drie maanden na de dagtekening van de akte ter registratie worden aangeboden.

  • 5 Testamenten en de overige stukken als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, moeten binnen dertig dagen na de dag waarop het overlijden of de verklaring van vermoedelijk overlijden van de beschikker, de notaris of de betrokken bewaarder van de stukken bekend is geworden ter registratie worden aangeboden. Deze termijn geldt alleen als de stukken op de BES eilanden zijn opgemaakt of in bewaring gegeven of als de testateur bij zijn overlijden zijn woonplaats op één van de BES eilanden had.

  • 6 Er geldt geen termijn voor de registratie van andere onderhandse of buiten de BES-eilanden opgemaakte geschriften dan die genoemd in het vierde en vijfde lid. Voor zover deze geschriften aan registratie zijn onderworpen, mag daar, voordat zij zijn geregistreerd, geen gebruik als bedoeld in artikel 9 van worden gemaakt.

  • 7 Andere akten worden geregistreerd, wanneer zij daartoe worden aangeboden.

  • 8 Bij de voornoemde termijnen wordt de dag van de dagtekening van de akte of het vonnis, de dag van overlijden of van het bekend worden van het overlijden niet meegeteld.

Artikel 7

  • 1 De notarissen, griffiers en deurwaarders zijn verplicht, binnen de voorgeschreven termijnen, de in artikel 4, onderdelen a en b, genoemde akten en vonnissen aan te bieden ten kantore van de inspecteur.

  • 2 De verplichting tot aanbieding ten kantore van de inspecteur geldt ook voor de door notarissen in bewaring genomen olographische en geheime testamenten en de omslagen daarvan.

  • 3 Overtreding van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt aangemerkt als een strafbaar feit dat wordt bestraft met een geldboete van USD 100 voor elke ingegane week verzuim.

  • 5 De griffiers worden niet gestraft met een geldboete, wanneer de belanghebbenden in gebreke zijn gebleven om, overeenkomstig hoofdstuk 7 van de Belastingwet BES de verschuldigde belasting op aangifte te voldoen, mits de griffier binnen de termijn van registratie aan de inspecteur heeft aangeboden een op ongezegeld papier te stellen uittreksel van het vonnis, bevattende al hetgeen ter berekening van de bedoelde belastingen nodig is.

Artikel 8

De griffiers is, behoudens het bepaalde in artikel 7, vierde lid, niet toegestaan grossen, afschriften of uittreksels uit te geven van de vonnissen, bedoeld in artikel 4, onderdeel b, voordat de minuut is geregistreerd.

Artikel 9

  • 1 Het is aan alle ambtenaren verboden om krachtens of naar aanleiding van enig onderhands of buiten de BES-eilanden opgemaakt geschrift als bedoeld in artikel 4, onderdeel d:

    • a. enige akte op te maken;

    • b. in burgerlijke zaken vonnis te wijzen;

    • c. een besluit te nemen;

    • d. die geschriften in een akte, een vonnis in burgerlijke zaken of een besluit te vermelden;

    • e. die geschriften aan hun akten vast te hechten, of

    • f. daarop aantekeningen te legaliseren,

    voordat het onderhandse of buiten de BES eilanden opgemaakte geschrift is geregistreerd.

  • 2 In de akte, het vonnis of besluit worden de onderhandse of buiten de BES eilanden opgemaakte geschriften vermeld met aanduiding van het kantoor en de dagtekening van de registratie.

  • 3 Het bepaalde bij het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van notarissen, mits deze de bedoelde geschriften tegelijk met hun akte ter registratie aanbieden.

Artikel 10

Het vorige artikel is niet van toepassing op:

  • a. akten van inbewaarneming, superscriptie en teruggave van olographische of geheime testamenten, processenverbaal van aanbieding van die testamenten en van de testamenten, bedoeld bij artikel 961 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES, welke akten en processenverbaal kunnen worden opgemaakt zonder voorafgaande registratie van de testamenten en de omslagen daarvan;

  • b. boedelbeschrijvingen, verdelingen en processenverbaal van verzegeling en ontzegeling, waarin ongeregistreerde stukken kunnen worden aangehaald, die aanwezig zijn bevonden en beschreven of vermeld moeten worden;

  • c. stukken opgemaakt ter regeling van betalingen aan of door het Rijk of de BES eilanden;

  • d. volmachten waarvan enig gebruik als bedoeld in artikel 9 kan worden gemaakt zonder voorafgaande registratie; of

  • e. akten van de Burgerlijke Stand, waarbij ongeregistreerd kunnen worden gebruikt de stukken, daarbij volgens het Burgerlijk Wetboek BES gevorderd.

Artikel 11

  • 1 De notarissen, de griffiers en de deurwaarders zijn verplicht een kolomsgewijze ingericht repertorium te houden en zijn verplicht dag voor dag de minuten van alle akten te hun overstaan verleden of door hen opgemaakt en van de vonnissen, met uitzondering van de akten en vonnissen in strafzaken, in te schrijven.

  • 2 De notarissen zijn verplicht om op hun repertorium in te schrijven de afschriften en uittreksels van vertoonde stukken. De door hen in originali uit te geven akten, waarvan twee of meer gelijkluidende op hetzelfde ogenblik zijn verleden, zullen op het repertorium onder één nummer worden vermeld.

  • 3 Elke inschrijving moet vermelden:

    • a. het per jaar doorlopende volgnummer;

    • b. de dagtekening van de akte of van het vonnis;

    • c. de aard van de akte of van het vonnis;

    • d. de namen en woonplaatsen van de partijen, met dien verstande, dat van meer personen slechts een of een van weerszijden behoeft te worden vermeld, onder bijvoeging van “en anderen”;

    • e. een beknopte, doch duidelijke aanduiding van de goederen, die het voorwerp van de rechtshandeling uitmaken; en

    • f. de dagtekening van de registratie.

  • 4 De bladen van de repertoria moeten, voordat enige inschrijving geschiedt, zijn genummerd en gekanttekend door het gerecht in eerste aanleg, dat bevoegd is in het openbare lichaam.

  • 5 Het niet voldoen aan de verplichtingen van het eerste lid en elke verzuimde of dubbele inschrijving zijn strafbare feiten die worden bestraft met een geldboete van USD 100.

Artikel 12

  • 1 De notarissen, griffiers en deurwaarders zijn verplicht binnen de eerste tien dagen van elk kalenderkwartaal aan de inspecteur hun repertorium ter visering aan te bieden.

  • 2 De inspecteur schrijft de aanbieding in het registratieregister; voor elke zodanige inschrijving wordt een vak gebruikt.

  • 3 Het niet voldoen aan de verplichting van het eerste lid is een strafbaar feit dat word bestraft met

    een geldboete van USD 100 voor elke ingegane week verzuim.

De Registers

Artikel 13

  • 1 De registratieregisters zijn op elk blad genummerd en verdeeld in vakken; zij worden ingericht naar het model, door Onze Minister te bepalen.

  • 2 Bij inwerkingtreding van deze regeling geldt als model het model dat van toepassing was onder de als wet van toepassing zijnde Registratieverordening 1908.

Artikel 14

  • 1 Alle ter registratie aangeboden stukken worden, naarmate dat zij inkomen, onder een per jaar doorlopend volgnummer in het register ingeschreven. De inschrijving vangt aan met dit nummer en met de dagtekening van aanbieding. De dagtekening wordt, met uitzondering van het jaartal, voluit in letters geschreven.

  • 2 Elke inschrijving wordt door de inspecteur ondertekend.

  • 3 Voor elke inschrijving worden één of meer vakken gebruikt. Een vak mag slechts voor één inschrijving worden gebezigd.

Artikel 15

  • 1 Het is verboden om in de registers enig woord, letter of cijfer tussen-, bij- of over te schrijven, onleesbaar te maken of op enige andere wijze te doen verdwijnen.

  • 2 Alle bijvoegingen en veranderingen in een inschrijving geschieden aan het slot van de inschrijving en worden aldaar, evenals alle doorhalingen, door de inspecteur goedgekeurd en gewaarmerkt.

  • 3 Doorhalingen geschieden zodanig, dat het doorgehaalde leesbaar blijft.

  • 4 Elke doorhaling, bijvoeging of verandering in het register na de afgifte van het geregistreerde stuk is verboden.

Artikel 16

  • 1 Dagelijks, onmiddellijk ná het sluitingsuur, wordt het register door de inspecteur afgesloten door een gedagtekende en ondertekende verklaring, waarvoor een vak wordt gebruikt, onmiddellijk volgende op de laatste inschrijving of, indien geen inschrijving op die dag heeft plaats gehad, op de laatste afsluiting. Daarbij worden de dag en de dagtekening, met uitzondering van het jaartal, voluit in letters geschreven.

  • 2 De afsluitingen van zaterdagen, van zondagen en van krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dagen geschiedt op de eerstvolgende werkdag, voordat met de registratie wordt aangevangen.

  • 3 Indien een aangevangen registratie niet op de dag van aanbieding vóór het tijdstip van de afsluiting kan worden afgewerkt, wordt het register niettemin afgesloten en de

    registratie op de volgende en zonodig de verdere kantoordagen vervolgd met onderlinge verwijzing.

Artikel 17

Voor elke overtreding van de artikelen 14, 15, en 16, voor ieder opengebleven vak, voor elke dubbele registratie of dubbele afsluiting kan door de inspecteur een geldboete worden opgelegd van USD 50, ook al is het opengelaten vak aangevuld of onbruikbaar gemaakt.

Artikel 18

  • 1 De inspecteur geeft geen inzage van de registratieregisters, noch geeft daar uittreksels uit af anders dan aan partijen bij het geregistreerde stuk of hun rechtverkrijgenden, tenzij Onze Minister ontheffing verleent van de geheimhoudingsplicht. Een dergelijke autorisatie ontheft de inspecteur van de verplichting tot geheimhouding.

  • 2 Een uittreksel uit het registratieregister is niet anders dan een volledig afschrift van een inschrijving in het register; het wordt door de inspecteur voor afschrift ondertekend, met vermelding van de dagtekening van afgifte en van naam en woonplaats van degene, aan wie het wordt uitgereikt.

Artikel 19

  • 1 Alle personen, die in een openbare betrekking registers, akten of stukken houden of in bewaring hebben, zijn verplicht om daarvan, zonder verplaatsing, inzage te geven aan de inspecteur en aan door deze aan te wijzen ambtenaren en te gedogen, dat deze daarvan afschriften of uittreksels nemen.

  • 2 Er wordt geen inzage verleend van akten van uiterste willen, zolang de beschikkers in leven zijn en van akten van inbewaargeving, superscriptie, herroeping en terugneming van uiterste willen, gedurende het leven van hen, tot wiens verzoek die akten zijn opgemaakt.

  • 3 Voldoening aan de bij het eerste lid omschreven verplichtingen kan gevorderd worden op elke dag tijdens kantooruren, met uitzondering van zaterdagen, van zondagen en de krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dagen.

  • 4 Weigering of belemmering van inzage is een strafbaar feit dat wordt gestraft met een geldboete van USD 750.

Artikel 20

  • 1 Onze Ministers, openbare lichamen en rechtspersonen die bij of krachtens een bijzondere wet rechtspersoonlijkheid hebben verkregen, de onder hen ressorterende instellingen en diensten, alsmede lichamen die hoofdzakelijk uitvoering geven aan het beleid van het Rijk, verschaffen, mondeling, schriftelijk of op andere wijze, zulks ter keuze van de inspecteur, de gegevens en inlichtingen, en wel kosteloos, die hun door de inspecteur ter uitvoering van deze regeling worden gevraagd.

  • 2 Onze Minister kan op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de in het eerste lid omschreven verplichting.

Overige bepalingen

Artikel 21

De kantoren van de inspecteur zijn voor de registratie van akten dagelijks geopend van 09.30 uur tot 15.30 uur, met uitzondering van zaterdagen, van zondagen en de krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dagen.

Artikel 22

Indien de laatste dag van een termijn bij deze regeling bepaald een zaterdag, een zondag, of een krachtens de Arbeidswet 2000 BES met de zondag gelijkgestelde dag is, wordt de termijn verlengd tot en met de eerstvolgende werkdag.

Artikel 23

De verplichtingen die volgens deze regeling bestaan jegens de inspecteur gelden mede jegens iedere door deze aangewezen ambtenaar van de Belastingdienst.

Overgangsrecht

Artikel 24

Indien vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling verplichtingen ter zake van registratie zijn ontstaan uit hoofde van de als wet van toepassing zijnde Registratieverordening 1908 en de registratieverordening 1908 en vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van deze uitvoeringsregeling nog geen registratie heeft plaatsgevonden, blijven die verplichtingen ter zake onverkort gelden en vindt de uitvoering van die registratie plaats op basis van de bepalingen van deze regeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 december 2010

De

Staatssecretaris

van Financiën,

F.H.H. Weekers