1. Initiatiefnemer (*)
|
Naam van bedrijf dat de melding doet (een producent als bedoeld in artikel 9b Elektriciteitswet 1998, een beheerder van het net als bedoeld in artikel 20a Elektriciteitswet 1998, een gasbedrijf als bedoeld in artikel 39b Gaswet, of een mijnbouwondernemer als bedoeld in artikel 141a Mijnbouwwet).
|
2. Eventuele overige initiatiefnemers
|
Naam van eventuele overige initiatiefnemers.
|
3. Verkorte naam van het project
|
Naam waaronder het project kortheidshalve kan worden aangeduid.
|
4. Contactpersoon (*)
|
Contactpersoon voor de melding met contactgegevens.
|
5. Beschrijving van het project (*)
|
Korte beschrijving van het type project en de geplande uitvoeringswijze. Het gaat
erom dat het bevoegd gezag een indruk krijgt van de aard en omvang van het project
zowel in ruimtelijk opzicht (beoogde ligging), omvang/capaciteit, als in (procedure)tijd.
Het verdient aanbeveling om, indien beschikbaar, een uitgebreidere projectomschrijving
als bijlage bij de melding te voegen, inclusief een samenvatting van deze omschrijving.
|
6. Grondslag voor de rijkscoördinatieregeling (*)
|
Wettelijke grondslag voor toepassing van de rijkscoördinatieregeling in de Elektriciteitswet 1998, Gaswet of Mijnbouwwet. Aangeven indien hierover wordt getwijfeld dan wel hierover discussie mogelijk is.
|
7. Past het project in het vigerende bestemmingsplan?
|
Aangeven of een herziening van het vigerende bestemmingsplan voor het project nodig
is en zo ja, waarom (met welke aspecten van het bestemmingsplan is het in strijd)
en in hoeverre dit afhankelijk is van een bepaalde (nog te kiezen) uitvoeringswijze
van het project.
|
8. Toelichting op nut en noodzaak (*)
|
Toelichting op het doel van het project en de nut en noodzaak daarvan in het algemeen
en in relatie tot de plaats waar de initiatiefnemer het project voorziet.
|
9. Als voor het project een rijksinpassingsplan nodig is, is dit dan m.e.r.-plichtig?
(*)
|
Toelichten onder verwijzing naar wettelijke grondslag (bijlage bij het Besluit m.e.r.).
|
10. Zo ja, zijn er al stappen gezet in de m.e.r.-procedure?
|
In beginsel is het de bedoeling dat die stappen nog niet zijn gezet omdat het rijk
bevoegd gezag én initiatiefnemer is voor de m.e.r. dat hoort bij het plan. Mochten
er toch al voorbereidingen zijn getroffen, dat dan hier aangeven.
|
11. Is voor hetzelfde project al eerder een planologische procedure of een m.e.r.-procedure
gestart, die niet is afgerond? Zo ja, wat was daarvan de reden?
|
In sommige gevallen kan het zijn dat een project (of een deel ervan of een ander redelijk
vergelijkbaar project) in een eerder stadium in procedure is gebracht, maar waarbij
de procedure niet geheel is afgerond, bijvoorbeeld vanwege wet- en regelgeving waar
op dat moment niet aan voldaan kon worden of andere redenen. Mocht hiervan sprake
zijn, dan hier aangeven. Tevens wordt gevraagd om een beschrijving van de aspecten
waarin het nu voorgestelde plan al dan niet afwijkt van het eerder in procedure gebrachte
plan alsmede de redenen waarom de procedure destijds niet is afgemaakt en wat er sindsdien
is gewijzigd en waardoor de procedure nu mogelijk wel succesvol kan worden doorlopen.
|
12. Gemeente(n) waarin het project gelegen is (*)
|
Geef aan op het grondgebied van welke gemeenten het project c.q. verschillende alternatieven
of uitvoeringsvarianten daarvan gelegen is. Voeg bij voorkeur kaartmateriaal bij.
|
13. Is sprake van een samenhangend project dat ook onder de rijkscoördinatieregeling
valt?
|
Denk (bijvoorbeeld bij een gasgestookte elektriciteitscentrale) aan een gasleiding
of (bijvoorbeeld bij een windmolenpark) aan een hoogspanningsleiding. Duidt het type
project aan, de (waarschijnlijke) initiatiefnemer daarvoor en of daarmee al contact
is geweest en wat daaruit is gekomen. Het kan hier dus ook gaan om een project dat
wordt uitgevoerd door een andere initiatiefnemer dan de initiatiefnemer van het hoofdproject.
|
14. Is sprake van een samenhangend project dat niet onder de rijkscoördinatieregeling
valt maar waarvoor nog wel besluitvormingsprocedures moeten worden doorlopen?
|
Het gaat in het bijzonder om samenhangende projecten die niet van rechtswege onder
de rijkscoördinatieregeling vallen, maar die wel een zekere ruimtelijke betekenis
hebben c.q. waarvoor een planologische procedure moet worden doorlopen. Denk (bijvoorbeeld)
aan een gasleiding of hoogspanningsleiding die niet voldoet aan de criteria voor toepassing
van de rijkscoördinatieregeling uit de Gaswet of de Elektriciteitswet 1998, of aan de CO2-afvanginstallatie bij CO2-opslagprojecten.
|
15. Is er zicht op andere (ruimtelijke) procedures in dit gebied die van invloed kunnen
zijn op dit project? (*)
|
Denk aan de voorbereiding van een gemeentelijk bestemmingsplan of een structuurvisie
van provincie of rijk.
|
16. Er is al wel/geen contact geweest met gemeente(n) of provincie(s)
|
Aangeven in hoeverre de betrokken gemeente(n) en provincie al van het project op de
hoogte zijn en wat – voor zover bekend – hun standpunt erover is.
|
17. Gewenste start realisatie (datum) (*)
|
Datum waarop de initiatiefnemer de realisatie wil starten en de procedures (dus) zouden
moeten zijn afgerond. Urgentie toelichten.
|
18. Wat is het (te verwachten) draagvlak bij de betrokken partijen (provincie(s),
gemeente(n), burgers, maatschappelijke organisaties, overige partijen)?
|
Geef per doelgroep aan wat het te verwachten draagvlak voor het project is. Specificeer
desgewenst per actor en per aspect van het project (bijvoorbeeld ‘nut en noodzaak’
of ‘locatiekeuze’) en geef aan waarop de verwachting gebaseerd is. Benoem, indien
deze betrokken zijn, de ‘overige partijen’ expliciet.
|
19. Aandachtspunten
|
Ruimte voor overige aandachtspunten, zoals aspecten van externe veiligheid, gevoelige
natuur, etc.
|
20. Overige informatie
|
Indien behoefte is aan overige toelichting kan dit in een apart schrijven worden meegezonden.
|
21. Is er volgens u aanleiding tot het buiten toepassing laten van de rijkscoördinatieregeling?
a. Planologische module
b. Uitvoeringsmodule
|
De rijkscoördinatieregeling is van rechtswege van toepassing. Bij wijze van uitzondering
kan in specifieke situaties worden besloten hiervan af te zien. Toelichten of de initiatiefnemer
op voorhand aanleiding ziet de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten
op grond van artikel 9b, vierde lid, Elektriciteitswet (etc.). Daarbij moet wel worden voldaan aan de wettelijke criteria daarvoor en u
dient daarnaar in uw toelichting ook te verwijzen.
NB. Ook indien u ‘ja’ invult dient de rest van het formulier wel te worden ingevuld.
Het eventuele besluit tot buiten toepassing laten dient namelijk mede op basis van
die informatie te worden genomen.
|