Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 01-01-2016 t/m 30-06-2016

Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa

De Nederlandse Zorgautoriteit,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11 van het bestuursreglement van de Nederlandse Zorgautoriteit;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Wmg:

    Wet marktordening gezondheidszorg (Stb. 2006, 415);

  • b. NZa:

    Nederlandse Zorgautoriteit, als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wmg;

  • c. Raad van Bestuur:

    voorzitter en de overige leden van de NZa gezamenlijk, als bedoeld in artikel 4 van de Wmg;

  • d. voorzitter:

    voorzitter van de Raad van Bestuur;

  • e. portefeuillehouder:

    lid dat door de Raad van Bestuur voor een bepaald aandachtsgebied is aangewezen als eerst verantwoordelijk bestuurslid;

  • f. directeur:

    leidinggevende van een directie;

  • g. unitmanager:

    leidinggevende van één van de units;

  • h. medewerker:

    persoon in tijdelijke of vaste dienst of als gedetacheerde bij de NZa werkzaam;

  • i. dbc’s:

    diagnose-behandelcombinaties.

Artikel 2. Directie Regulering

  • 1 De directie Regulering is belast met het monitoren van de langdurige zorg en de curatieve zorg, met bekostiging en tarief- en prestatieregulering en met advisering dan wel het doen van uitvoeringstoetsen op het gebied van marktordening.

  • 2 De directie Regulering kent de units Verpleging en Verzorging A, Verpleging en Verzorging B, Gehandicaptenzorg, Eerstelijnszorg en Ketens, Tweedelijns Somatische Zorg, Geestelijke Gezondheidszorg en Intake en Ontwikkeling dbc’s.

Artikel 3. Directie Toezicht en Handhaving

  • 2 De directie Toezicht en Handhaving kent de units Markttoezicht en Toezicht Zorgaanbieders, Detectie en Toezicht Zorgaanbieders, Toezicht Zorgverzekeraars, Toezicht Transparantie en Zorgplicht, Toezicht Wlz-uitvoerders en de unit Snelle Interventies.

Artikel 4. Directie Informatie en Bedrijfsvoering

  • 1 De directie Informatie en Bedrijfsvoering is belast met het verzamelen, beheren en doorleveren van data, het afhandelen van vragen en het leveren van services en informatie ten behoeve van externe en interne stakeholders, technische realisatie en beheer van prestaties en tarieven, de uitvoering van projecten met facilitaire ondersteuning, informatievoorziening van de NZa, met procesmanagement, met organisatieontwikkeling en met het technisch beheer van applicaties en systemen.

  • 2 De directie Informatie en Bedrijfsvoering bestaat uit de units Service Centrum Prestaties en Tarieven, Informatie- en Contact Centrum, Zorginformatiecentrum, Informatie- en Facilitair Management en Informatie Technologie.

Artikel 5. Directie Strategie

  • 1 De directie Strategie is belast met advisering op economisch, medisch en juridisch gebied van de Raad van Bestuur en de beleidsdirecties, kennisontwikkeling en onderzoek, strategie en communicatie, bestuursondersteuning, relatiebeheer, bestuurlijke kaderstelling en control, juridische zaken, de uitvoering van projecten met financiële ondersteuning en met het ondersteunen van medewerkers, unitmanagers en directeuren bij de uitvoering van het HRM-beleid en de advisering van de Raad van Bestuur op het gebied van organisatievraagstukken en personele vraagstukken, in het bijzonder op het gebied van persoonlijke ontplooiing, organisatie-ontwikkeling, arbeidsvoorwaarden, de HR-cyclus, personeels in-, door- en uitstroom, opleiding, coaching, conflictbemiddeling en arbeidsomstandigheden.

  • 2 De directie Strategie bestaat uit de units Economisch en Medisch Bureau, Strategie en Bestuursondersteuning, Communicatie, Juridische Zaken, Financiën en Control en Human Resource Management.

Artikel 6. Binnen beleid en begroting

  • 1 De op grond van de artikelen 8, 9 en 10 van dit besluit verleende bevoegdheden gelden voor de uitoefening van taken binnen het door de Raad van Bestuur vastgestelde beleid, de begroting en de personeelsformatie en overeenkomstig de door de Raad van Bestuur vastgestelde richtlijnen, waaronder de richtlijnen opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

  • 2 Directeuren oefenen hun bevoegdheden uit in overleg met hun portefeuillehouder.

  • 3 De portefeuillehouder Informatie en Bedrijfsvoering heeft ten aanzien van zijn aandachtsgebied dezelfde bevoegdheden als een directeur.

Artikel 7. Afwezigheid of ontstentenis

  • 1 Bij afwezigheid of ontstentenis van een directeur aan wie krachtens dit besluit een bevoegdheid is toegekend, valt deze bevoegdheid toe aan zijn of haar door de Raad van Bestuur benoemde plaatsvervanger.

  • 2 Bij afwezigheid of ontstentenis van een unitmanager aan wie krachtens dit besluit in ondermandaat, ondervolmacht of verdere machtiging een bevoegdheid is toegekend, valt deze bevoegdheid toe aan de unitmanager die door de directeur is benoemd als plaatsvervanger.

Artikel 8. Mandaat

  • 1 Directeuren zijn met inachtneming van het tweede, vijfde en zesde lid, voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun directie, bevoegd om namens de NZa beschikkingen te nemen, met uitzondering van beschikkingen als bedoeld in de artikelen 48, 49, 85 tot en met 90 Wmg en beschikkingen op bezwaar.

  • 2 Directeuren zijn bevoegd om namens de NZa beschikkingen te nemen ten aanzien van de rechtspositie van het personeel van hun directie, met uitzondering van beschikkingen tot het aanstellen van unitmanagers, het vaststellen van beoordelingen van unitmanagers en de daaruit voortvloeiende besluiten, het bevorderen van unitmanagers, het aanstellen en bevorderen van personeel in salarisschaal 14 of hoger, beschikkingen tot ontslag anders dan op verzoek van de medewerker, disciplinaire straffen als bedoeld in het Algemeen rijksambtenarenreglement en beschikkingen op bezwaar.

  • 3 Directeuren zijn bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan hun unitmanagers voor het nemen van beschikkingen betreffende tarieven, prestatiebeschrijvingen, beschikbaarheidbijdragen, vereffeningsbedragen, het vaststellen van grenzen als bedoeld in artikel 50, tweede lid, van de Wmg, verzoeken krachtens de Wet openbaarheid van bestuur, dwangsombeschikkingen in verband met het niet-tijdig beslissen op een aanvraag of een bezwaarschrift, handhavingsbeschikkingen met uitzondering van boetebeschikkingen en ten aanzien van de rechtspositie van het personeel van hun unit met uitzondering van beschikkingen tot het aanstellen, het bevorderen en het ontslaan van personeel, het verlenen van een voorschot op het salaris, het geven van een gratificatie en het vaststellen van een beoordeling en de daaruit voortvloeiende besluiten.

  • 4 De portefeuillehouders zijn voor hun aandachtsgebieden bevoegd tot het vaststellen van beoordelingen van unitmanagers en tot het nemen van de daaruit voortvloeiende beschikkingen.

  • 5 In afwijking van het eerste lid is de directeur Strategie bevoegd om namens de NZa te beslissen op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep tegen beschikkingen, alsmede te beslissen op bezwaar, met uitzondering van bezwaren tegen beschikkingen betreffende de rechtspositie van het personeel van de NZa en beschikkingen van de Raad van Bestuur.

  • 6 De portefeuillehouder Toezicht en Handhaving is bevoegd om beschikkingen te nemen tot het ter openbare kennis brengen van een aanwijzing en een last onder dwangsom.

Artikel 9. Volmacht

  • 1 Directeuren onderscheidenlijk leden van de Raad van Bestuur zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun directie onderscheidenlijk het aandachtsgebied waarvoor de portefeuillehouder verantwoordelijk is, bevoegd namens de NZa privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met inachtneming van de in bijlage 2 opgenomen maxima ten aanzien van de uit die rechtshandelingen voor de NZa voortvloeiende financiële verplichtingen.

  • 2 Directeuren zijn bevoegd tot het verlenen van ondervolmacht aan hun unitmanagers om voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun unit namens de NZa privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met in achtneming van de in bijlage 2 opgenomen maxima ten aanzien van de uit die rechtshandelingen voor de NZa voortvloeiende financiële verplichtingen.

Artikel 10. Machtiging

  • 1 De leden van de Raad van Bestuur zijn bevoegd namens de NZa handelingen te verrichten, anders dan besluiten en privaatrechtelijke rechtshandelingen.

  • 2 Directeuren zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun directie bevoegd, namens de NZa handelingen te verrichten, anders dan besluiten en privaatrechtelijke rechtshandelingen, voor zover het de normale uitoefening van hun functie betreft.

  • 3 Directeuren zijn, voor de uitoefening van de in het tweede lid bedoelde bevoegdheden, bevoegd verdere machtiging te verlenen aan de unitmanagers onderscheidenlijk medewerkers van hun directie, voor zover het de normale uitoefening van de functie als unitmanager, onderscheidenlijk medewerker betreft.

  • 4 De unitmanagers zijn bevoegd voor de bevoegdheden als bedoeld in het derde lid verdere machtiging te verlenen aan de medewerkers van de onder hun verantwoordelijkheid vallende unit, voor zover het de normale functie-uitoefening van die medewerkers betreft.

Artikel 11. Vertegenwoordiging

De juristen van de unit Juridische Zaken zijn bevoegd de NZa te vertegenwoordigen in gerechtelijke procedures en mediation en daartoe alle noodzakelijke proces- en feitelijke handelingen te verrichten.

Artikel 12. Hoorzittingen

  • 1 Behoudens ten aanzien van gevallen waarin een adviescommissie ex artikel 7:13 Awb is ingesteld, maken de portefeuillehouders met de manager van de unit Juridische Zaken afspraken over het voorzitterschap van hoorzittingen in bezwaarprocedures en ter voorbereiding van een boetebesluit.

  • 2 De hoorzittingen zijn niet openbaar.

Artikel 13. Aanwijzing toezichthouders

  • 2 De voorzitter ondertekent de legitimatiebewijzen van de ingevolge het eerste lid van dit artikel aangewezen medewerkers.

Artikel 14. Betalingsopdrachten

Overeenkomstig de met de bankinstelling afgesproken betalingsprocedure zijn de leden van de Raad van Bestuur en de door de Raad van Bestuur aangewezen medewerkers bevoegd tot het verstrekken van betalingsopdrachten ter zake van door of namens de NZa aangegane financiële verplichtingen.

Artikel 15. Citeertitel

Dit besluit met inbegrip van de bijlagen wordt aangehaald als: Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa.

Artikel 18. Inwerkingtreding en vervanging eerdere versies

[Vervallen per 01-01-2016]

Utrecht, 27 september 2011

De Nederlandse Zorgautoriteit,

T.W. Langejan,

voorzitter Raad van Bestuur.

Bijlage 1. Werkwijze NZa – sturing en verantwoording

1. Inleiding

In deze notitie wordt in het kort de inrichting en werkwijze van de werkorganisatie van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) uiteengezet. De inrichting heeft zijn beslag gekregen via het door de Raad van Bestuur vastgestelde Organisatie- en formatieplan (OFP), het Bestuursreglement NZa, het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa en andere binnen de NZa vastgestelde regels en richtlijnen. Deze notitie geeft een richtsnoer voor de werkwijze van de werkorganisatie en geeft daarmee de condities aan waaronder de Raad van Bestuur bevoegdheden heeft overgedragen aan de verschillende echelons, zodat daarmee bij de uitoefening van die bevoegdheden rekening dient te worden gehouden.

2. Inrichting organisatie

De Raad van Bestuur heeft ten aanzien van zijn werkzaamheden een taakverdeling aangebracht en voor ieder aandachtsgebied een bestuurslid als portefeuillehouder benoemd. De verdeling van de verschillende portefeuilles over de leden van de Raad van Bestuur is te vinden op de website van de NZa: www.nza.nl.

De organisatie van de NZa kent vier directies: Regulering, Toezicht en Handhaving, Strategie en Informatie en Bedrijfsvoering. De directies zijn verder onderverdeeld in units1.

De directie Regulering is ten aanzien van de zorgmarkten langdurige zorg en curatieve zorg belast met het monitoren van deze zorgmarkten, met bekostiging en tarief- en prestatieregulering en met advisering dan wel het doen van uitvoeringstoetsen op het gebied van marktordening. De directie Regulering kent de units Verpleging en Verzorging A, Verpleging en Verzorging B, Gehandicaptenzorg, Eerstelijnszorg en Ketens, Tweedelijns Somatische Zorg, Geestelijke Gezondheidszorg en Intake en Ontwikkeling dbc’s.

De directie Toezicht en Handhaving is belast met het in artikel 16 van de Wmg bedoelde toezicht op de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet, de Wet financiering sociale verzekeringen, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, met het toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens de Wmg is bepaald en met de beoordeling van aanmerkelijke marktmacht en concentraties, met het uitbrengen van zienswijzen en met handhaving.

De directie Toezicht en Handhaving kent de units Markttoezicht en Toezicht Zorgaanbieders, Detectie en Toezicht Zorgaanbieders, Toezicht Zorgverzekeraars, Toezicht Transparantie en Zorgplicht, Toezicht Wlz-uitvoerders en de unit Snelle Interventies.

De directie Informatie en Bedrijfsvoering is belast met het verzamelen, beheren en doorleveren van data, het afhandelen van vragen en het leveren van services en informatie ten behoeve van externe en interne stakeholders en technische realisatie en beheer van prestaties en tarieven, de uitvoering van projecten met facilitaire ondersteuning, informatievoorziening van de NZa, met procesmanagement, met organisatieontwikkeling en met het technisch beheer van applicaties en systemen.

De directie Informatie en Bedrijfsvoering bestaat uit de units Service Centrum Prestaties en Tarieven, Informatie en Contact Centrum, Zorginformatiecentrum, Informatie- en Facilitair Management en Informatie Technologie.

De directie Strategie is belast met advisering van de Raad van Bestuur en de beleidsdirecties op economisch, medisch en juridisch gebied en met kennisontwikkeling en onderzoek, strategie en communicatie, bestuursondersteuning, relatiebeheer, bestuurlijke kaderstelling en control, juridische zaken, de uitvoering van projecten met financiële ondersteuning en met het ondersteunen van medewerkers, unitmanagers en directeuren bij de uitvoering van het HRM-beleid en de advisering van de Raad van Bestuur op het gebied van organisatievraagstukken en personele vraagstukken in het bijzonder op het gebied van persoonlijke ontplooiing, organisatie-ontwikkeling, arbeidsvoorwaarden, de HR-cyclus, personeels in-, door- en uitstroom, opleiding, coaching, conflictbemiddeling en arbeidsomstandigheden.

De directie Strategie bestaat uit de units Economisch en Medisch Bureau, Strategie en Bestuursondersteuning, Communicatie, Juridische Zaken, Financiën en Control en Human Resource Management.

In lijn met de brieven van de Minister van VWS aan de Tweede Kamer van 2 april en 1 september 2015, rapporteert de unitmanager HRM rechtstreeks aan de voorzitter van de Raad van Bestuur.

3. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden

Directeuren zijn verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de werkzaamheden die tot het aandachtsgebied van hun directie behoren. De portefeuillehouder Informatie en Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van werkzaamheden die tot de directie Informatie en Bedrijfsvoering behoren. De portefeuillehouder Informatie en Bedrijfsvoering heeft ten aanzien van zijn aandachtsgebied dezelfde bevoegdheden als een directeur. Binnen de kaders van het door de Raad van Bestuur vastgestelde werkprogramma, de begroting en de personeelsformatie is het de verantwoordelijkheid van directeuren om sturing te geven aan de werkzaamheden van hun directie en daarbij prioriteiten te stellen. De NZa werkt op basis van de VBTB-systematiek (Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording), hetgeen betekent dat via de wettelijke taken, de missie van de NZa en de geformuleerde hoofddoelstellingen, in het werkprogramma processen en projecten worden benoemd en worden gekoppeld aan de begroting. In het jaarverslag van de NZa wordt vervolgens verantwoording afgelegd over de bereikte resultaten. Ten behoeve van dit plannings- en verantwoordingsproces leggen de directies via voortgangsrapportages (zowel inhoudelijk als financieel) verantwoording af over de werkzaamheden.

De Raad van Bestuur geeft leiding aan de organisatie via het beginsel van integraal management, hetgeen inhoudt dat directeuren en unitmanagers integraal aansturen en verantwoordelijk zijn voor in- en output van directie of unit, zowel beleidsinhoudelijk en financieel, als op het terrein van de personele organisatie. Binnen het kader van de in het werkprogramma gemaakte afspraken hebben directeuren de vrijheid om prioriteiten te stellen op voorwaarde dat het gehele werkprogramma wordt gerealiseerd. Het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa biedt directeuren mogelijkheden om bevoegdheden over te dragen aan hun unitmanagers, die op hun beurt ook bevoegdheden aan medewerkers kunnen overdragen, teneinde tot een zo doelmatig mogelijke werkwijze en aansturing van de organisatie te komen. Ondanks het sturingsconcept van het integraal management kunnen directeuren en unitmanagers bevoegdheden ook aan zich houden als dat in verband met specifieke omstandigheden aangewezen is.

Belangrijk uitgangspunt voor de uitoefening van bevoegdheden is dat op elk niveau van de organisatie geldt, van medewerker tot directeur, dat aangelegenheden die meerdere projecten, units- of directies aangaan, onderling dienen te worden afgestemd. Deze afstemmingsverplichting geldt als een richtlijn in het kader van het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa, en daarmee als conditie waaronder bevoegdheden worden verleend. De portefeuillehouders maken met directeuren afspraken over het detailniveau van de vereiste afstemming, hetgeen mutatis mutandis ook geldt voor directeuren met hun unitmanagers en de unitmanagers met hun medewerkers.

De unitmanagers spreken aldus met hun medewerkers af welke zaken zelfstandig kunnen worden behandeld en verzorgen tevens de afstemming met hun collega-unitmanagers en de verantwoordelijke directeur(en). Zonodig vindt overleg plaats met de portefeuillehouder. Bij verschillen van inzicht dienen de verschillen expliciet te worden gemaakt en aan de RvB ter besluitvorming te worden voorgelegd.

Aldus betekent een handtekening onder een brief of besluit dat de ondertekenaar zich ervan heeft vergewist dat het ingenomen standpunt overeenstemt met het door de Raad van Bestuur vastgesteld beleid, in- en zonodig extern is afgestemd en dat eventuele financiële consequenties passen binnen de afgesproken financiële kaders. Ook de portefeuillehouders zullen attent moeten zijn op de (tijdige) inschakeling van de vereiste disciplines. Aldus worden gebreken in de beleidsinhoudelijke, financiële of juridische voorbereiding zo veel mogelijk voorkomen.

Bij gebruik van een handtekeningenstempel in situaties van grote aantallen brieven of besluiten, geldt uiteraard dat instemming is vereist van degene wiens handtekening het betreft en die persoon bevoegd dient te zijn tot ondertekening.

Bijlage 2. Volmachten

Directeuren onderscheidenlijk leden van de Raad van Bestuur en unitmanagers zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun directie onderscheidenlijk het aandachtsgebied waarvoor de portefeuillehouder verantwoordelijk is, of van hun unit bevoegd namens de NZa privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met inachtneming van de volgende maxima ten aanzien van de uit die rechtshandelingen voor de NZa voortvloeiende financiële verplichtingen:

 

Rechtshandeling

RvB

Lid RvB

Directeur

Unitmanager

1.

Boven € 150.000 (incl. BTW)

X

     

2.

Van € 10.000 tot € 150.000 (incl. BTW)

X

 

X

 

3.

Tot € 10.000 (incl. BTW)

X

X

X

X

(Onder)volmachten kunnen uitsluitend worden uitgeoefend met in achtneming van de door de Raad van Bestuur vastgestelde budgetten en met inachtneming van de door de Raad van Bestuur vastgestelde richtlijnen.

  1. Zie het organogram op de website van de NZa ^ [1]