2. Inrichting organisatie
De Raad van Bestuur heeft ten aanzien van zijn werkzaamheden een taakverdeling aangebracht
en voor ieder aandachtsgebied een bestuurslid als portefeuillehouder benoemd. De verdeling
van de verschillende portefeuilles over de leden van de Raad van Bestuur is te vinden
op de website van de NZa: www.nza.nl.
De organisatie van de NZa kent vier directies: Regulering, Toezicht en Handhaving,
Strategie en Informatie en Bedrijfsvoering. De directies zijn verder onderverdeeld
in units.
De directie Regulering is ten aanzien van de zorgmarkten langdurige zorg en curatieve
zorg belast met het monitoren van deze zorgmarkten, met bekostiging en tarief- en
prestatieregulering en met advisering dan wel het doen van uitvoeringstoetsen op het
gebied van marktordening. De directie Regulering kent de units Verpleging en Verzorging
A, Verpleging en Verzorging B, Gehandicaptenzorg, Eerstelijnszorg en Ketens, Tweedelijns
Somatische Zorg, Geestelijke Gezondheidszorg en Intake en Ontwikkeling dbc’s.
De directie Toezicht en Handhaving is belast met het in artikel 16 van de Wmg bedoelde toezicht op de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet, de Wet financiering sociale verzekeringen, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, met het toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens de Wmg is bepaald en met de beoordeling van aanmerkelijke marktmacht en concentraties, met
het uitbrengen van zienswijzen en met handhaving.
De directie Toezicht en Handhaving kent de units Markttoezicht en Toezicht Zorgaanbieders,
Detectie en Toezicht Zorgaanbieders, Toezicht Zorgverzekeraars, Toezicht Transparantie
en Zorgplicht, Toezicht Wlz-uitvoerders en de unit Snelle Interventies.
De directie Informatie en Bedrijfsvoering is belast met het verzamelen, beheren en
doorleveren van data, het afhandelen van vragen en het leveren van services en informatie
ten behoeve van externe en interne stakeholders en technische realisatie en beheer
van prestaties en tarieven, de uitvoering van projecten met facilitaire ondersteuning,
informatievoorziening van de NZa, met procesmanagement, met organisatieontwikkeling
en met het technisch beheer van applicaties en systemen.
De directie Informatie en Bedrijfsvoering bestaat uit de units Service Centrum Prestaties
en Tarieven, Informatie en Contact Centrum, Zorginformatiecentrum, Informatie- en
Facilitair Management en Informatie Technologie.
De directie Strategie is belast met advisering van de Raad van Bestuur en de beleidsdirecties
op economisch, medisch en juridisch gebied en met kennisontwikkeling en onderzoek,
strategie en communicatie, bestuursondersteuning, relatiebeheer, bestuurlijke kaderstelling
en control, juridische zaken, de uitvoering van projecten met financiële ondersteuning
en met het ondersteunen van medewerkers, unitmanagers en directeuren bij de uitvoering
van het HRM-beleid en de advisering van de Raad van Bestuur op het gebied van organisatievraagstukken
en personele vraagstukken in het bijzonder op het gebied van persoonlijke ontplooiing,
organisatie-ontwikkeling, arbeidsvoorwaarden, de HR-cyclus, personeels in-, door-
en uitstroom, opleiding, coaching, conflictbemiddeling en arbeidsomstandigheden.
De directie Strategie bestaat uit de units Economisch en Medisch Bureau, Strategie
en Bestuursondersteuning, Communicatie, Juridische Zaken, Financiën en Control en
Human Resource Management.
In lijn met de brieven van de Minister van VWS aan de Tweede Kamer van 2 april en
1 september 2015, rapporteert de unitmanager HRM rechtstreeks aan de voorzitter van
de Raad van Bestuur.
3. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden
Directeuren zijn verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de werkzaamheden die
tot het aandachtsgebied van hun directie behoren. De portefeuillehouder Informatie
en Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van werkzaamheden
die tot de directie Informatie en Bedrijfsvoering behoren. De portefeuillehouder Informatie
en Bedrijfsvoering heeft ten aanzien van zijn aandachtsgebied dezelfde bevoegdheden
als een directeur. Binnen de kaders van het door de Raad van Bestuur vastgestelde
werkprogramma, de begroting en de personeelsformatie is het de verantwoordelijkheid
van directeuren om sturing te geven aan de werkzaamheden van hun directie en daarbij
prioriteiten te stellen. De NZa werkt op basis van de VBTB-systematiek (Van Beleidsbegroting
Tot Beleidsverantwoording), hetgeen betekent dat via de wettelijke taken, de missie
van de NZa en de geformuleerde hoofddoelstellingen, in het werkprogramma processen
en projecten worden benoemd en worden gekoppeld aan de begroting. In het jaarverslag
van de NZa wordt vervolgens verantwoording afgelegd over de bereikte resultaten. Ten
behoeve van dit plannings- en verantwoordingsproces leggen de directies via voortgangsrapportages
(zowel inhoudelijk als financieel) verantwoording af over de werkzaamheden.
De Raad van Bestuur geeft leiding aan de organisatie via het beginsel van integraal
management, hetgeen inhoudt dat directeuren en unitmanagers integraal aansturen en
verantwoordelijk zijn voor in- en output van directie of unit, zowel beleidsinhoudelijk
en financieel, als op het terrein van de personele organisatie. Binnen het kader van
de in het werkprogramma gemaakte afspraken hebben directeuren de vrijheid om prioriteiten
te stellen op voorwaarde dat het gehele werkprogramma wordt gerealiseerd. Het Besluit
organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa biedt directeuren mogelijkheden om
bevoegdheden over te dragen aan hun unitmanagers, die op hun beurt ook bevoegdheden
aan medewerkers kunnen overdragen, teneinde tot een zo doelmatig mogelijke werkwijze
en aansturing van de organisatie te komen. Ondanks het sturingsconcept van het integraal
management kunnen directeuren en unitmanagers bevoegdheden ook aan zich houden als
dat in verband met specifieke omstandigheden aangewezen is.
Belangrijk uitgangspunt voor de uitoefening van bevoegdheden is dat op elk niveau
van de organisatie geldt, van medewerker tot directeur, dat aangelegenheden die meerdere
projecten, units- of directies aangaan, onderling dienen te worden afgestemd. Deze
afstemmingsverplichting geldt als een richtlijn in het kader van het Besluit organisatie,
mandaat, volmacht en machtiging NZa, en daarmee als conditie waaronder bevoegdheden
worden verleend. De portefeuillehouders maken met directeuren afspraken over het detailniveau
van de vereiste afstemming, hetgeen mutatis mutandis ook geldt voor directeuren met
hun unitmanagers en de unitmanagers met hun medewerkers.
De unitmanagers spreken aldus met hun medewerkers af welke zaken zelfstandig kunnen
worden behandeld en verzorgen tevens de afstemming met hun collega-unitmanagers en
de verantwoordelijke directeur(en). Zonodig vindt overleg plaats met de portefeuillehouder.
Bij verschillen van inzicht dienen de verschillen expliciet te worden gemaakt en aan
de RvB ter besluitvorming te worden voorgelegd.
Aldus betekent een handtekening onder een brief of besluit dat de ondertekenaar zich
ervan heeft vergewist dat het ingenomen standpunt overeenstemt met het door de Raad
van Bestuur vastgesteld beleid, in- en zonodig extern is afgestemd en dat eventuele
financiële consequenties passen binnen de afgesproken financiële kaders. Ook de portefeuillehouders
zullen attent moeten zijn op de (tijdige) inschakeling van de vereiste disciplines.
Aldus worden gebreken in de beleidsinhoudelijke, financiële of juridische voorbereiding
zo veel mogelijk voorkomen.
Bij gebruik van een handtekeningenstempel in situaties van grote aantallen brieven
of besluiten, geldt uiteraard dat instemming is vereist van degene wiens handtekening
het betreft en die persoon bevoegd dient te zijn tot ondertekening.