Regeling afbouw operationele toelage

Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-12-2013 en zichtdatum 20-12-2024.
Geldend van 24-11-2011 t/m heden

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie, van 14 november 2011, nr. DGP/P&M 2011-2000480651, houdende regels voor afbouw van de toelage voor onregelmatige diensten (Regeling afbouw operationele toelage)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 15, zesde lid, van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. besluit: Besluit bezoldiging politie;

  • b. salaris: salaris als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • c. operationele toelage: de toelage, bedoeld in artikel 14 van het besluit;

  • d. bezoldiging: bezoldiging als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel v van het besluit;

  • e. aflopende toelage: aflopende toelage als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het besluit als gevolg van een blijvende of tijdelijke verlaging van de bezoldiging;

  • f. blijvende toelage: blijvende toelage als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van het besluit;

  • g. ambtenaar: degene die, op grond van de artikelen 14 en 15 van het besluit, aanspraak heeft op een aflopende toelage of een blijvende toelage;

  • h. overgangsperiode: de periode gedurende welke aanspraak bestaat op de aflopende of blijvende toelage;

  • i. berekeningsbasis: het gemiddelde bedrag dat in de twaalf voorafgaande maanden aan operationele toelage is ontvangen;

  • j. blijvende verlaging: een verlaging van de bezoldiging langer dan twaalf maanden;

  • k. tijdelijke verlaging: een verlaging van de bezoldiging die tijdelijk van aard is en tenminste 4 weken en ten hoogste 12 maanden duurt vanwege door het bevoegd gezag opgedragen tijdelijke of periodieke veranderingen in de werkzaamheden van de ambtenaar.

Artikel 2

  • 1 De overgangsperiode voor de aflopende toelage is gelijk aan een derde gedeelte van de tijd gedurende welke de ambtenaar de operationele toelage onmiddellijk voorafgaande aan het tijdstip van de blijvende dan wel tijdelijke verlaging van zijn operationele toelage zonder wezenlijke onderbreking in dienst van het betreffende korps heeft genoten. Bij het berekenen van het aantal maanden vindt een afronding naar boven plaats op een geheel aantal maanden. De overgangsperiode voor de aflopende toelage is maximaal 48 maanden met dien verstande dat bij tijdelijke verlaging de overgangsperiode niet langer is dan de duur van de tijdelijke verlaging.

  • 2 De overgangsperiode voor de aflopende toelage wordt in vier gelijke delen gesplitst, waarbij afronding op een hele maand plaatsvindt en het eerste, het tweede en het derde deel naar boven worden afgerond, met dien verstande dat de ingevolge het eerste lid vastgestelde totale duur van de overgangsperiode van de toelage niet mag worden overschreden. De aflopende toelage bedraagt gedurende deze vier perioden achtereenvolgens 80%, 60%, 40% en 20% van de berekeningsbasis.

  • 3 In afwijking van het tweede lid wordt de hoogte van de aflopende toelage na een tijdelijke verlaging bepaald door de overgangsperiode in vier delen te splitsen die zou gelden indien sprake zou zijn van een blijvende verlaging. Vervolgens bedraagt de aflopende toelage gedurende deze perioden achtereenvolgens de in het tweede lid genoemd percentages van de berekeningsbasis totdat het eind van de ingevolge het eerste lid berekende overgangsperiode dan wel het einde van de duur van de tijdelijke verlaging is bereikt.

Artikel 3

De blijvende toelage bedraagt 100% van de berekeningsbasis die voor de desbetreffende maand dan wel maanden van toepassing is. In afwijking van de eerste zin blijft, bij overgang van de aflopende toelage in de blijvende toelage, bedoeld in artikel 15, derde lid, van het besluit, laatstgenoemde toelage bepaald op het percentage van de berekeningsbasis dat voor de berekening van de aflopende toelage, ingevolge artikel 2, tweede lid, laatstelijk voor hem van toepassing was.

Artikel 4

De toelagen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden maandelijks verminderd met de operationele toelage waarop de betrokken ambtenaar tijdens de overgangsperiode aanspraak heeft.

Artikel 5

Het veranderen van functie binnen de overgangsperiode bij een blijvende verlaging leidt niet tot aanpassing van de afbouw van de operationele toelage.

Artikel 6

  • 1 De aanspraak op de aflopende of blijvende toelage van de ambtenaar gaat in op het moment dat de nieuwe functie dan wel andere werkzaamheden aanvangen.

  • 2 De betaling van de aflopende of blijvende toelage vangt aan nadat de laatste operationele toelage periode van voor het in het eerste lid bedoelde moment is uitbetaald.

Artikel 7

  • 2 De resterende overgangsperiode van een aflopende toelage als bedoeld in het eerste lid, wordt berekend door de verhouding van het aantal maanden waarop nog recht zou bestaan op afbouw gedeeld door de totale overgangsperiode ingevolge de in het eerste lid genoemde regeling te vermenigvuldigen met de totale overgangsperiode, berekend met inachtneming van artikel 2 van deze regeling.

  • 3 De hoogte van een aflopende of blijvende toelage als bedoeld in het eerste lid wordt herberekend met inachtneming van de artikelen 2, 3 en 4, met dien verstande dat die berekeningswijze slechts van toepassing is op het deel van de totale overgangsperiode, dat gelegen is op en na 1 januari 2009.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten