Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
-
4 Voordat een besluit tot schorsing of intrekking wordt genomen, stelt het productschap
het laboratorium in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn alsnog aan de erkenningsvoorwaarden
als bedoeld in de bijlagen I, II of III te voldoen.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Het productschap beheert een openbaar register waarin de erkenning van laboratoria
alsmede de schorsing en intrekking van de erkenning van laboratoria zijn vermeld.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Het laboratorium voert de serotypering van Salmonella uit overeenkomstig de daartoe
vastgestelde methoden, opgenomen in bijlage IV.
Het laboratorium voert de detectie van Campylobacter uit overeenkomstig de daartoe
vastgestelde methoden, opgenomen in bijlage IV.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Het nationaal referentielaboratorium voor de serotypering van Salmonella-isolaten
is een erkend laboratorium voor de serotypering van Salmonella-isolaten als bedoeld
in dit besluit.
Het nationaal referentielaboratorium voor de detectie van Campylobacter is een erkend
laboratorium voor de detectie van Campylobacter als bedoeld in dit besluit.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Het laboratorium verleent medewerking aan de controles met betrekking tot de erkenningsvoorwaarden,
die in opdracht van de voorzitter kunnen worden uitgevoerd.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Bijlage IV. Analysemethoden voor erkende laboratoria
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Hoofdstuk 1
Methoden voor de detectie van Salmonella in mest, vlees en dons afkomstig van pluimvee
en de detectie van Campylobacter in mest en vlees afkomstig van pluimvee en de serotypering
van Salmonella-isolaten
Voor de detectie en serotypering van Salmonella en de detectie van Campylobacter in
de pluimveesector staan de volgende methoden ter beschikking.
PVE-SALMONELLA-MSRV
|
PVE Branchemethode voor het aantonen van Salmonella met behulp van MSRV in dons, mest
en vlees afkomstig van pluimvee.
|
PVE-SALMONELLA-SERO
|
PVE branchemethode voor de serotypering van Salmonella volgens het White-Kauffmann-Le
Minor schema.
|
PVE-SALMONELLA-VIDAS
|
PVE Branchemethode voor het aantonen van Salmonella met behulp van VIDAS SLM in dons
afkomstig van pluimvee.
|
PVE-SALMONELLA-IQ-II
|
PVE Branchemethode voor het aantonen van Salmonella met behulp van iQ Check IITM Salmonella
real-time PCR in dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee.
|
PVE-CAMPYLOBACTER-PRESTON
|
PVE Branchemethode voor het aantonen van thermotolerante Campylobacter met behulp
van Preston en CCDA in mest en vlees, afkomstig van pluimvee.
|
PVE-CAMPYLOBACTER-VIDAS
|
PVE Branchemethode voor het aantonen van thermotolerante Campylobacter met behulp
van VIDAS CAM in vlees, afkomstig van pluimvee.
|
Een gedetailleerde inhoudelijke beschrijving van de vermelde methoden is gepubliceerd
op de website van het productschap. Voorafgaand aan de publicatie heeft de Stuurgroep
Laboratoria instemming verleend aan deze methoden. Indien nieuwe methoden worden toegestaan
zullen deze op de website worden gepubliceerd. Bij de eerst volgende wijziging van
het besluit zal deze methode dan ook worden opgenomen in het besluit.
U bent gehouden de meest recente versie van de methoden te volgen. Deze methoden vindt
u als volgt: www.pve.nl – Pluimvee & eieren – Voedselveiligheid en kwaliteit – Salmonella,
Campylobacter pluimvee en eieren – PPE erkende HOSOWO-instanties en laboratoria; zie
kop ‘Analysemethoden’. (http://www.pve.nl/pve?waxtrapp=rlfqBsHsuOpbPREcBdBQJ&context=nfMsHsuOpbPREC)
Hoofdstuk 2
Voorgeschreven vermeldingen op het accreditatie-certificaat
Voor vermelding op het accreditatie-certificaat dient het laboratorium de volgende
notatiewijze voor te dragen.
nr.
|
Materiaal of product
|
Verrichting / Onderzoeksmethode
|
Intern referentienummer
|
1
|
Dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee
|
Aantonen van Salmonella; grensreactie, MSRV
|
Voorschrift nummer instelling conform PVESalmonella- MSRV
|
2
|
Dons afkomstig van pluimvee
|
Aantonen van Salmonella; grensreactie VIDAS SLM
|
Voorschrift nummer instelling conform PVESalmonella- VIDAS
|
3
|
Dons, mest en vlees afkomstig van pluimvee
|
Aantonen van Salmonella; grensreactie, iQ Check II real-time PCR
|
Voorschrift nummer instelling conform PVESalmonella- IQ-II
|
4
|
Salmonellaisolaten uit pluimvee
|
Serotypering van Salmonella; agglutinatiereactie volgens White- Kauffmann-Le Minor
schema bijv.: S.Java, S.Typhimurium, S.Livingstone, S.Heidelberg, en S.Virchow
|
Voorschrift nummer instelling conform PVESalmonella- Sero
|
5
|
Mest en vlees afkomstig van pluimvee
|
Aantonen van Campylobacter; grensreactie, Preston en CCDA
|
Voorschrift nummer instelling conform PVECampylobacter- Preston
|
6
|
Vlees afkomstig van pluimvee
|
Aantonen van Campylobacter; grensreactie, VIDAS CAM
|
Voorschrift nummer instelling conform PVECampylobacter- VIDAS
|
Bijlage V. Ontvangst van monsters en registratie van afwijkingen
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Indien afwijkingen in de voorgeschreven kwaliteit, kwantiteit of wijze van aanleveren
van monsters zijn geconstateerd, moet in ieder geval bij de volgende punten schriftelijk
aan de opdrachtgever (op het analyserapport) en daar waar mogelijk aan het productschap
(via KIPnet) worden gemeld dat er in de procedure van monsterneming en inzenden een
afwijking is geconstateerd. Ook moet worden gemeld welke afwijking het betreft.
Ten algemene:
-
• Indien bij de inzending geen gebruik is gemaakt van een juist en volledig ingevuld
inzendformulier, of analoog exemplaar.
-
• Indien onvoldoende absorberende overschoentjes zijn ingestuurd (plastic overschoentjes
zijn per definitie onvoldoende absorberend).
-
• Indien onvoldoende absorberende sponsdoekjes zijn ingestuurd (deze worden gebruikt
bij het stalonderzoek na een besmetting met Salmonella Paratyphi B var. Java).
-
• Indien monsters niet deugdelijk zijn verpakt of niet op de juiste wijze zijn vervoerd
(bijv. ongekoeld vervoer van vleesmonsters).
-
• Indien niet ten minste de juiste hoeveelheid materiaal is aangeleverd.
-
• Indien monsters niet tijdig kunnen worden ingezet. Als tijdig wordt uiterlijk de tweede
dag na monsterneming gezien. Dit betekent dat een monster dat genomen is op maandag
uiterlijk op woensdag moet worden ingezet. Bij overschrijding van deze termijn dient
ook te worden vermeld met hoeveel dagen deze termijn is overschreden.
Bijlage VI. Normen Salmonella detectie-ringonderzoek, Salmonella serotypering-ringonderzoek
en Campylobacter detectie-ringonderzoek
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Onderstaand treft u de standaard beoordelingssystematiek aan. In voorkomende gevallen
kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld indien een laboratorium een sterk wisselend
beeld laat zien (de ene uitslag onvoldoende, een volgende goed, dan weer onvoldoende
etc.).
Indeling
Op basis van onderstaand schema wordt iedere deelnemer beoordeeld.
Aantal juiste resultaten:
|
Beoordeling:
|
5
|
Goed
|
4
|
Matig
|
3, 2, 1 of 0
|
Onvoldoende
|
Consequenties
In principe worden geen consequenties verbonden aan de beoordeling van één enkele
ringtest, vandaar dat een ‘gewenste trend’ is opgesteld: Onvoldoende -> matig -> matig
-> goed. De pijltjes indiceren de overgang tussen opeenvolgende ringtesten. Indien
een laboratorium tegen deze trend in gaat, dan kan de erkenning worden geschorst.
Dit geldt niet op het moment dat een laboratorium bij de vorige ringtest als goed
beoordeeld was en nu als matig of onvoldoende.
B. Norm Salmonella serotypering-ringonderzoek
Voor de beoordeling van het aantal juiste resultaten wordt uitgegaan van de lijst
van te typeren stammen per laboratorium. Het afgeven van onjuiste informatie (ongeacht
of het betreffende type op de lijst staat) wordt gezien als fout.
Indeling
Op basis van onderstaand schema wordt iedere deelnemer beoordeeld.
Aantal juiste resultaten:
|
Beoordeling:
|
5
|
Goed
|
4
|
Matig
|
3, 2, 1 of 0
|
Onvoldoende
|
Consequenties
In principe worden geen consequenties verbonden aan de beoordeling van één enkele
ringtest, vandaar dat een ‘gewenste trend’ is opgesteld: Onvoldoende -> matig -> matig
-> goed. De pijltjes indiceren de overgang tussen opeenvolgende ringtesten. Indien
een laboratorium tegen deze trend in gaat, dan kan de erkenning worden geschorst.
Dit geldt niet op het moment dat een laboratorium bij de vorige ringtest als goed
beoordeeld was en nu als matig of onvoldoende.
C. Norm Campylobacter detectie-ringonderzoek
Onderverdeling in grove fouten en kleine fouten. Per grove fout krijgt het laboratorium
2 strafpunten en per kleine fout 1 strafpunt. Het totale aantal strafpunten bepaalt
in welke categorie het laboratorium wordt ingedeeld.
Indeling
-
• Goed: 0 t/m 1 strafpunt
-
• Matig: 2 t/m 3 strafpunten
-
• Onvoldoende: meer dan 3 strafpunten
Consequenties
-
•
Goed:
Geen consequenties.
-
•
Matig:
Door het productschap kan advies worden opgevraagd bij het (Nederlandse) nationaal
referentielaboratorium (NRL) voor Campylobacter. Het opleggen van een follow up aan
het betreffende laboratorium behoort hierbij tot de mogelijkheden.
-
•
Onvoldoende:
Extra set stammen wordt nagestuurd (follow up). Wanneer bij dit extra onderzoek onvoldoende
gepresteerd wordt, wordt het laboratorium geschorst voor het detecteren van Campylobacter
ten minste totdat de resultaten bij een volgend ringonderzoek Campylobacter detectie
van het NRL ‘matig’ of ‘goed’ zijn. Met die kanttekening dat in het geval het resultaat
‘matig’ is er nadere afstemming met het NRL voor Campylobacter zal plaatsvinden, hierbij
is het opheffen van de schorsing geen vanzelfsprekendheid.