A
|
EG-nummer slachterij
|
Alle rijen dienen te worden voorzien van het EG-nummer, er mogen geen rijen worden
leeg gelaten, of andere getallen worden ingevuld.
|
B
|
Slachtdatum
|
-
1. Noteer datum: dd-mm-jj
-
2. Alle rijen moeten worden voorzien van een slachtdatum, rijen mogen niet worden leeg
gelaten.
|
C
|
PPE nummer
|
-
1. Het PPE registratienummer (KIPnummer) van de Nederlandse pluimveehouders wordt ingevuld.
-
2. Bij buitenlandse pluimveehouders worden de ISO-landcode + relatienummer zoals bij
de slachterij in gebruik is, gebruikt.
-
3. ISO-landcode: D = Duitsland, B = België, DK= Denemarken
|
D
|
Nummer stal
|
Nummering zoals dit bij de pluimveehouder wordt gehanteerd. Voor elke stal dient ronde
na ronde hetzelfde nummer te worden gehanteerd.
|
E
|
Aantal
|
Aantal geslachte dieren van dit PPE-nummer op deze datum.
|
F
|
Soort koppel
|
-
1. Getal 1 wordt ingevuld voor uitlaadkoppel
Onder uitlaadstalkoppel wordt verstaan:
het deel van het stalkoppel naar de slachterij wordt afgevoerd
-
2. Getal 2 wordt ingevuld voor weglaadkoppel
Onder weglaadkoppel wordt verstaan:
het laatste deel van het stalkoppel dat naar de slachterij wordt afgevoerd;
|
G
|
Sa-bidarm
|
Analyseresultaat blindedarmmonsters: Salmonella-positief of Salmonella-negatief:
-
1. Getal 1 wordt ingevuld voor Salmonella-negatief
-
2. Getal 2 wordt ingevuld voor Salmonella-positief
-
3. Getal 0 wordt ingevuld indien geen blindedarmmonster is genomen
|
H
|
TypSabidarm
|
Analyseresultaat blindedarmmonsters: Salmonella serotype
-
1. Zie Bijlage III voor codes die gebruikt dienen te worden per serotype
-
2. Getal 0 wordt ingevuld indien geen blindedarmmonster genomen is
-
3. Getal 99 wordt ingevuld indien een ander Salmonella serotype wordt gevonden dan staat
weergegeven in Bijlage III. Indien getal 99 wordt gebruikt, moet in kolom W ‘Bijz.’ de naam van het gevonden
serotype worden vermeld.
|
I
|
Ca-bidarm
|
Analyseresultaat blindedarmmonsters: Campylobacter-positief of Campylobacter-negatief
-
1. Getal 1 wordt ingevuld voor Campylobacter negatief
-
2. Getal 2 wordt ingevuld voor Campylobacter positief
-
3. Getal 0 wordt ingevuld indien geen blindedarmmonster is genomen / indien geen Campylobacter
analyse is uitgevoerd
|
J
|
TypCabidarm
|
Analyseresultaat blindedarmmonsters: Campylobacter serotype. Is op dit moment niet
verplicht. In deze kolom kan het getal 0 worden ingevuld.
|
K
|
Sa-mest
|
Analyseresultaat pluimveehouder overschoentjesmonsterneming: Salmonella-positief of
Salmonella-negatief
-
1. Getal 1 wordt ingevuld voor Salmonella-negatief
-
2. Getal 2 wordt ingevuld voor Salmonella-positief
-
3. Getal 0 wordt ingevuld indien geen overschoentjesmonsterneming is uitgevoerd / bekend
is bij slachterij
|
L
|
TypSamest
|
Analyseresultaat pluimveehouder overschoentjesmonsterneming: Salmonella serotype
-
1. Zie Bijlage III voor codes die gebruikt dienen te worden per serotype
-
2. Getal 0 wordt ingevuld indien geen overschoentjesmonsterneming is uitgevoerd / bekend
is bij de slachterij
-
3. Getal 99 wordt ingevuld indien een ander Salmonella serotype wordt gevonden dan staat
weergegeven in Bijlage III. Indien getal 99 wordt gebruikt, moet in kolom W ‘Bijz.’ de naam van gevonden serotype
worden vermeld.
|
M
|
Ca-mest
|
Analyseresultaat pluimveehouder mestmonsterneming: Campylobacter-positief of Campylobacter-negatief
-
1. Getal 1 wordt ingevuld voor Campylobacter negatief
-
2. Getal 2 wordt ingevuld voor Campylobacter positief
-
3. Getal 0 wordt ingevuld indien geen blindedarmmonster is genomen / indien geen Campylobacter
analyse is uitgevoerd
|
N
|
TypCamest
|
Analyseresultaat pluimveehouder mestmonsterneming: Campylobacter serotype. Is op dit
moment niet verplicht. In deze kolom kan het getal 0 ingevuld worden.
|
O
|
Sainlegvel
|
Analyseresultaat pluimveehouder inlegvelmonsterneming: Salmonella-positief of Salmonella-negatief
-
1. Getal 1 wordt ingevuld voor Salmonella negatief
-
2. Getal 2 wordt ingevuld voor Salmonella positief
-
3. Getal 0 wordt ingevuld indien geen inlegvelmonstername uitgevoerd is / bekend is bij
slachterij
|
P
|
TypSainlegvel
|
Analyseresultaat pluimveehouder inlegvelmonsterneming: Salmonella serotype
-
1. Zie Bijlage III voor codes die gebruikt dienen te worden per serotype
-
2. Getal 0 wordt ingevuld indien geen inlegvelmonsterneming is uitgevoerd / bekend is
bij slachterij
-
3. Getal 99 wordt ingevuld indien een ander Salmonella serotype wordt gevonden dan staat
weergegeven in Bijlage III. Indien getal 99 wordt gebruikt, moet in kolom W ‘Bijz.’ de naam van het gevonden
serotype worden vermeld.
|
Q
|
Sadons
|
Analyseresultaat broederij donsmonsterneming: Salmonella-positief of Salmonella-negatief
-
1. Getal 1 wordt ingevuld voor Salmonella-negatief
-
2. Getal 2 wordt ingevuld voor Salmonella-positief
-
3. Getal 0 wordt ingevuld indien geen donsmonsterneming is uitgevoerd / bekend is bij
slachterij
|
R
|
TypSadons
|
Analyseresultaat broederij donsmonsterneming: Salmonella serotype
-
1. Zie Bijlage III voor codes die gebruikt dienen te worden per serotype
-
2. Getal 0 wordt ingevuld indien geen donsmonsterneming is uitgevoerd /bekend is bij
slachterij
-
3. Getal 99 wordt ingevuld indien een ander Salmonella serotype wordt gevonden dan staat
weergegeven in Bijlage III. Indien getal 99 wordt gebruikt, moet in kolom W ‘Bijz.’ de naam van het gevonden
serotype worden vermeld.
|
S
|
Broederij
|
-
1. Het PPE-registratienummer (KIPnummer) van Nederlandse broederijen wordt ingevuld.
-
2. Bij buitenlandse broederijen wordt de ISO-landcode + relatienummer zoals bij de slachterij
in gebruik is, gebruikt.
-
3. ISO-landcode: D = Duitsland, B = België, DK = Denemarken
|
T
|
Datum levering edk
|
-
1. Noteer datum: dd-mm-jj
-
2. Alle rijen moeten worden voorzien van een datum, rijen mogen niet worden leeg gelaten.
|
U
|
Status edk
|
|
V
|
Voer
|
|
W
|
Bijz.
|
|