U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-11-2015 en zichtdatum 29-12-2024. Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2015
Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 8 februari 2012, nr. IENM/BSK-2011/177169, houdende vaststelling van de Scheepsafvalstoffen-regeling Rijn- en binnenvaart
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de artikelen 3, 14, tweede en derde lid, 20, eerste lid, 27, 32, vierde lid, 38, tweede lid, 40, 42, tweede lid, 45, 53, tweede lid en derde lid, 62, eerste lid en tweede lid, 76, 82, eerste lid, onderdeel a, en 100, van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart, alsmede de artikelen 39d, derde lid, en 39g, eerste lid, van de Binnenvaartwet;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart.
De schepen die ingevolge artikel 3 van het besluit zijn uitgezonderd, zijn:
a. zeeschepen die zich bevinden in zeehavens of op daarheen leidende zeetoegangswegen;
b. pleziervaartuigen als bedoeld in de Wet pleziervaartuigen;
c. vaartuigen die uit hoofde van hun feitelijke bestemming plaatsgebonden zijn.
1 Voor wat betreft de toepassing van artikel 53 van het besluit zijn ingevolge artikel 3 van het besluit uitgezonderd vaartuigen die, gezien hun type en bouwwijze, geschikt zijn en gebruikt worden voor:
a. het vervoer van containers;
b. het vervoer van lading die op en van het schip kan worden gereden, stukgoed, bijzonder of zwaar transport, dan wel grote apparaten;
c. de levering van brandstoffen, drinkwater en boordvoorraden aan zee- en binnenschepen door bevoorradingsschepen;
d. de verzameling van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen;
e. het vervoer van vloeibare gassen (ADN, type G);
f. het vervoer van zwavel in vloeibare toestand, bij 180°C of meer, cementpoeder, vliegas, en daarmee vergelijkbare goederen die als stortgoed of als verpompbare lading worden vervoerd en waarbij gebruik wordt gemaakt van een systeem voor het laden, lossen en opslaan aan boord dat uitsluitend voor de betreffende goederensoort geëigend is en
g. het vervoer van zand, grind of baggerspecie vanaf de baggerput of winlocatie naar een loslocatie, voor zover het betreffende schip uitsluitend gebouwd en ingericht is voor dit vervoer;
een en ander indien het schip de genoemde goederen of ladingen ook daadwerkelijk vervoert of als laatste lading heeft vervoerd en niet meerdere soorten lading tegelijkertijd vervoert of als laatste lading heeft vervoerd.
2 Voor wat betreft de toepassing van artikel 53 van het besluit zijn ingevolge artikel 3 van het besluit voorts uitgezonderd vaartuigen voor zover die een lading lossen in een zeeschip, indien dat door de schipper kan worden gestaafd met desbetreffende vervoersdocumenten.
Het nationaal instituut, bedoeld in artikel 39g van de Binnenvaartwet, is de Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart te Rotterdam.
De ECO-kaart is toepasbaar in het elektronische betalingssysteem SPE-CDNI, bedoeld in artikel 3.01, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling.
1 De betaling aan de leverancier van de verschuldigde bijdrage geschiedt onmiddellijk bij levering van de gasolie door middel van de betaalterminal, die deel uitmaakt van het in artikel 4 bedoelde betalingssysteem.
2 De eigenaar van het schip draagt zorg dat het saldo op zijn rekening bij het nationaal instituut steeds toereikend is voor digitale betaling van de verschuldigde bijdrage.
3 Het nationaal instituut berekent aan de eigenaar van het schip die niet op de in het eerste lid bedoelde wijze of door middel van een automatische incasso heeft betaald administratiekosten.
4 Het derde lid is niet van toepassing indien door storing buiten het risico van de eigenaar van het schip digitale betaling als in het eerste lid bedoeld niet mogelijk was.
De gegevens, bedoeld in artikel 27 van het besluit, stelt de leverancier digitaal aan de Inspectie Leefomgeving en Transport ter beschikking.
Het tarief van de afvalbeheersbijdrage bedraagt € 7,50 per 1000 liter gasolie, gemeten bij 15°C.
1 Het nationaal instituut stelt aan iedere leverancier per bunkerfaciliteit kosteloos een betaalterminal beschikbaar.
2 Het nationaal instituut heeft in ieder geval tot taak:
a. het administreren van alle stortingen op en afboekingen van het tegoed van de eigenaar van het schip op een zodanige wijze dat het op elk moment mogelijk is de kenmerkende elementen van iedere transactie terug te vinden;
b. het toezenden van een factuur aan de eigenaar na elke storting op het tegoed onder vermelding van de ingehouden BTW;
c. het verstrekken van inzicht in het saldo op een rekening aan de eigenaar of de schipper van het schip;
d. het op de rekening terugstorten van het saldo op verzoek van de eigenaar van een schip;
e. het opheffen van het tegoed bij het nationaal instituut op verzoek van de eigenaar van het schip;
f. het intrekken of ongeldig maken van een kaart op verzoek van de eigenaar van het schip;
g. het blokkeren van het tegoed op verzoek van de eigenaar van het schip;
h. het mogelijk maken van bezwaar tegen een afboeking door de eigenaar van het schip.
3 Het nationaal instituut kan algemene voorwaarden van toepassing verklaren op de rechtsbetrekking met bunkerstations en met eigenaren van schepen.
1 Het model voor het olie-afgifteboekje, bedoeld in artikel 14 van het besluit, is het model, opgenomen in aanhangsel I bij de Uitvoeringsregeling.
2 Een olie-afgifteboekje wordt verstrekt door de Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart te Rotterdam.
Het nalenssysteem van het schip voldoet aan aanhangsel II bij de Uitvoeringsregeling.
1 Een verwijzing in deze paragraaf naar een kolom van de tabel heeft betrekking op de desbetreffende kolom van de tabel van aanhangsel III bij de Uitvoeringsregeling.
2 Een verwijzing naar een in een kolom van de tabel aangegeven losstandaard of bijzondere behandeling heeft mede betrekking op een desbetreffende voetnoot in kolom 6 dan wel onderaan in de tabel.
3 Indien in een voetnoot die betrekking heeft op de aanduiding van een bijzondere behandeling in kolom 5 van de tabel een beperking wordt aangegeven tot gevallen waarin de desbetreffende goederensoort verontreinigd is, wordt er voor de toepassing van deze paragraaf van uitgegaan dat de bedoelde verontreiniging aanwezig is, tenzij uit een vervoersdocument uitdrukkelijk het tegendeel blijkt.
Bij het laden worden in de vervoersdocumenten de naam en het viercijferige goederennummer van de goederensoort vermeld die in aanhangsel III bij de Uitvoeringsregeling, voor de desbetreffende goederensoort zijn aangegeven.
In afwijking van artikel 42, eerste lid, van het besluit, wordt de restlading zodanig verwijderd, dat de losstandaard ‘vacuümschoon’ wordt bereikt, indien het laadruim aansluitend zal worden gewassen en in de ingevolge de artikelen 14 tot en met 19, alsmede 47 van het besluit, voor het waswater toe te passen kolom van de tabel de losstandaard vacuümschoon is aangegeven.
1 Indien uit een laadruim of een ladingtank van een schip lading wordt gelost, behorende tot een goederensoort waarvoor in kolom 5 van de tabel een bijzondere behandeling is aangegeven, wordt:
a. dat laadruim of die ladingtank gewassen; en
b. afvalwater dat ladingrestanten bevat en zich na het wassen in dat laadruim of die ladingtank bevindt, ingenomen en wordt de aangegeven bijzondere behandeling toegepast.
2 Het eerste lid is niet van toepassing, indien de voor die bijzondere behandeling benodigde voorzieningen niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost.
1 Indien uit een laadruim of een ladingtank van een schip:
a. lading wordt gelost, behorende tot een goederensoort waarvoor in kolom 5 van de tabel geen bijzondere behandeling is aangegeven dan wel waarvoor in die kolom een bijzondere behandeling is aangegeven, doch de voorzieningen voor de toepassing daarvan niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost; en
b. voor de desbetreffende goederensoort in kolom 4 van de tabel een losstandaard is aangegeven;
wordt:
1°. dat laadruim of die ladingtank gewassen, en
2°. afvalwater dat ladingrestanten bevat en zich na het wassen in dat laadruim of die ladingtank bevindt, ingenomen en op de bedrijfsriolering geloosd.
Indien uit een laadruim of een ladingtank van een schip:
a. lading wordt gelost, behorende tot een goederensoort waarvoor in kolom 5 van de tabel geen bijzondere behandeling is aangegeven dan wel waarvoor in die kolom een bijzondere behandeling is aangegeven, doch de voorzieningen voor de toepassing daarvan niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost;
b. voor de desbetreffende goederensoort in kolom 4 van de tabel geen losstandaard is aangegeven dan wel in kolom 4 van de tabel een losstandaard is aangegeven, doch voorzieningen voor bedrijfsriolering niet beschikbaar zijn op de plaats waar wordt gelost; en
c. voor de desbetreffende goederensoort in kolom 3 van de tabel een losstandaard is aangegeven, wordt afvalwater dat ladingrestanten bevat en zich na het lossen of het wassen in dat laadruim of die ladingtank bevindt, aldaar achtergelaten.
1 Indien uit een laadruim of een ladingtank van een schip lading wordt gelost en zich na het lossen of wassen afvalwater dat ladingrestanten bevat in dat laadruim of die ladingtank bevindt, doch de artikelen 14, 15, 16, alsmede artikel 47 van het besluit niet van toepassing zijn, wordt het afvalwater daar achtergelaten en wordt de schipper in overleg met de exploitant van het schip een ontvangstvoorziening toegewezen voor het afgeven van dat afvalwater.
2 De aangewezen ontvangstvoorziening is gelegen in de nabijheid van de losplaats of op de route van het schip.
De artikelen 14, 15, 16, 17, alsmede artikel 47 van het besluit, zijn van overeenkomstige toepassing, indien uit een laadruim stukgoederen dan wel verpakte ladinggoederen of op pallets vervoerde goederen worden gelost en als gevolg van beschadigingen of lekkages lading, behorende tot een goederensoort als bedoeld in die artikelen, is vrijgekomen.
1 Indien zich in een laadruim of ladingtank na het lossen of wassen afvalwater bevindt dat ladingrestanten behorende tot verschillende goederensoorten bevat en voor een van die goederensoorten in kolom 5 van de tabel een bijzondere behandeling is aangegeven, wordt ten aanzien van dat afvalwater gehandeld zoals in de artikelen 14, 15, 16, 17, of artikel 47 van het besluit, is voorgeschreven voor afvalwater dat ladingrestanten bevat van de laatstbedoelde goederensoort.
2 Indien zich in een laadruim of ladingtank na het lossen of wassen afvalwater bevindt dat ladingrestanten behorende tot verschillende goederensoorten bevat waarop het eerste lid niet van toepassing is en voor een van die goederensoorten in kolom 4 van de tabel een losstandaard is aangegeven, wordt ten aanzien van dat afvalwater gehandeld zoals in de artikelen 15, 16, 17 of artikel 47 van het besluit is voorgeschreven voor afvalwater dat ladingrestanten bevat van de laatstbedoelde goederensoort.
De losstandaard, bedoeld in artikel 62, eerste lid, en tweede lid, onderdeel c, van het besluit, betreft die van kolom 3 van de tabel.
1 De bevoegde autoriteit kan voor een schip in vergelijkbare omstandigheden als genoemd in artikel 2a in het kader van het uitvoeren van specifiek vervoer ontheffing verlenen van de toepassing van artikel 53 van het besluit.
2 Degene die lost of degene de overslaginrichting drijft geeft geen toepassing aan artikel 53 van het besluit indien de schipper hem bewijs van de ontheffing toont.
Het model voor de losverklaring, bedoeld in artikel 53, derde lid, van het besluit, is het model dat is opgenomen in aanhangsel IV bij de Uitvoeringsregeling.
Een zuiveringsinstallatie als bedoeld in artikel 76 van het besluit voldoet aan de voorschriften, bedoeld in hoofdstuk 14a van bijlage 1.1 (RosR 1995) van de Binnenvaartregeling.
Het tijdstip, bedoeld in artikel 100 van het besluit, is voor de in dat artikel genoemde schepen 31 december 2011.
Een wijziging van de Uitvoeringsregeling gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop de betrokken wijziging in werking treedt.
De Regeling scheepsafvalstoffen Rijn- en binnenvaart wordt ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking tegelijk met besluit van 22 februari 2012 houdende wijziging van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart in verband met de implementatie van internationale voorschriften.
Deze regeling wordt aangehaald als: Scheepsafvalstoffenregeling Rijn- en binnenvaart.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
M.H. Schultz van Haegen
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Scheepsafvalstoffenregeling Rijn- en binnenvaart", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.