2. Het strafrechtelijk stadionverbod als gedragsaanwijzing (artikel 509hh Sv)
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
De Wet MBVEO geeft de officier van justitie de bevoegdheid tot het opleggen van een gedragsaanwijzing.
Een van de mogelijkheden is het opleggen van een gebiedsverbod in de vorm van een
strafrechtelijk stadionverbod, waaraan een meldingsplicht kan worden gekoppeld. Vereisten
zijn dat er ernstige bezwaren bestaan tegen een verdachte ter zake van een strafbaar
feit waardoor de openbare orde ernstig is verstoord en waarbij grote vrees voor herhaling
bestaat. Ook kan een gedragsaanwijzing worden gegeven ingeval van verdenking van een
strafbaar feit in verband waarmee de vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van
de verdachte jegens personen of goederen.
In de Memorie van Toelichting van de wet is vermeld dat de gedragsaanwijzing in de
vorm van een stadionverbod met een eventuele meldplicht kan worden toegepast niet
alleen bij geweldsfeiten, maar ook bij discriminatoir gedrag, zoals racistische spreekkoren.
De gedragsaanwijzing strekt tot het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Ook bij
het opleggen van dit stadionverbod is de informatie, opgenomen in een Hooligans in
beeld-dossier over hooligans die de meeste overlast veroorzaken zeer relevant.
De gedragsaanwijzing loopt vooruit op de strafrechtelijke afdoening door de rechter;
de wetgever heeft de mogelijkheid gecreëerd om een lik-op-stukreactie te geven. Het
OM zal dan ook, waar juridisch mogelijk, meteen bij voorgeleiding bij de rechter-commissaris
of heenzending van de verdachte met dagvaarding, dan wel zo spoedig mogelijk daarna,
een stadionverbod met meldingsplicht opleggen en doen uitreiken. Voor het opleggen
van een gedragsaanwijzing is een proces-verbaal van de politie noodzakelijk, waaruit
de ernstige bezwaren blijken ter zake van een strafbaar feit waardoor de openbare
orde ernstig is verstoord dan wel sprake is van ernstig belastend gedrag jegens personen
of goederen. Ook het toepassen van deze maatregel vraagt om een afspraak met de politie
over voldoende recherchecapaciteit ten behoeve van direct onderzoek, het maken van
beeldopnamen ter ondersteuning van de opsporing en zo mogelijk het opstellen van een
sfeerproces-verbaal.
Termijnen
De gedragsaanwijzing geldt voor maximaal 90 dagen en kan driemaal worden verlengd
met telkens maximaal 90 dagen. De aanwijzing eindigt in ieder geval bij een onherroepelijk
vonnis. Daarnaast mag de rechter de duur en de inhoud van de gedragsaanwijzing wijzigen.
Strafvervolging moet worden ingesteld binnen de eerste periode van 90 dagen. Het opleggen
van het stadionverbod dient dan ook zoveel mogelijk tegelijkertijd met het uitreiken
van de AU-/of snelrechtdagvaarding te geschieden.
Samenloop gedragsaanwijzing en gebiedsverbod van de burgemeester in geval van ernstige
openbare ordeverstoring door strafbare feiten
Om te voorkomen dat de burgemeester en de officier beiden eenzelfde maatregel opleggen,
dan wel op elkaar wachten, is in de wet een samenloopregeling opgenomen. Hoofdregel
hierbij is dat de burgemeester niet optreedt als de officier van justitie de verdachte
een gedragsaanwijzing geeft in de vorm van een stadionverbod (artikel 172 a lid 3 Gemeentewet).
Meldingsplicht
OM en politie maken op lokaal niveau afspraken over de uitvoering van de meldingsplicht,
onder meer door te bepalen waar de verdachte zich moet melden. Aangezien de gedragsaanwijzing
onmiddellijk na bekendmaking aan de verdachte van kracht wordt, dient het OM het stationverbod
met meldingsplicht meteen in het Voetbal Volg Systeem in te voeren. Indien de verdachten
in andere arrondissementen woonachtig zijn, hebben de voetbalofficieren contact en
worden tussen OM en politie in beide arrondissementen afspraken gemaakt over de uivoering
van de meldingsplicht.