Besluit geluid milieubeheer

Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2012.
Geldend van 01-07-2012 t/m 31-12-2014

Besluit van 4 april 2012, houdende regels inzake geluidproductieplafonds voor wegen en spoorwegen, geluidsbelastingkaarten en actieplannen (Besluit geluid milieubeheer)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 12 juli 2011, nr. IenM/BSK-2011/101159, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189) en de artikelen 11.1, 11.3, 11.6, 11.7, 11.11, 11.12, 11.13, 11.16, 11.22, 11.24, 11.29, 11.31, 11.39, 11.45, 11.56 en 11.57 van de Wet milieubeheer, en artikel 8a.45, eerste en tweede lid, van de Wet luchtvaart voor zover het betreft artikel 4;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 februari 2012, nr. W14.11.0303/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 30 maart 2012, nr. IenM/BSK-2012/13195, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • actieplan: actieplan als bedoeld in de artikelen 11.11 en 11.12 van de wet;

    • agglomeratie: krachtens artikel 11.5 van de wet als zodanig aangewezen gebied;

    • belangrijke spoorweg: hoofdspoorweg en krachtens artikel 11.4, tweede lid, van de wet gepubliceerd deel van een andere spoorweg dan een hoofdspoorweg;

    • belangrijke weg: weg in beheer bij het Rijk en krachtens artikel 11.4, tweede lid, van de wet gepubliceerd deel van een provinciale weg;

    • bronmaatregel: geluidbeperkende maatregel die de hoeveelheid geluid vanwege de geluidsbron beperkt bij de bron;

    • cluster: geluidsgevoelig object of verzameling bijeengelegen geluidsgevoelige objecten die een relevante verlaging van de geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg zou kunnen ondervinden van een aaneengesloten geluidbeperkende maatregel;

    • concentratiegebied voor detailhandel en ambachtsbedrijven: gebied waarvoor een gemeentelijke verordening geldt met zodanige geluidsnormen voor detailhandel en ambachtsbedrijven dat de geluidsbelasting 55 dB of meer of de geluidsbelasting Lnight 50 dB of meer kan bedragen op omliggende woningen;

    • concentratiegebied voor horeca-inrichtingen: gebied waarvoor een gemeentelijke verordening geldt met zodanige geluidsnormen voor horeca-inrichtingen dat de geluidsbelasting 55 dB of meer of de geluidsbelasting Lnight 50 dB of meer kan bedragen op omliggende woningen;

    • dosis-effectrelatie: relatie tussen de waarde van een geluidsbelastingsindicator en een schadelijk effect;

    • geluidreductie: geluidreductie als bepaald overeenkomstig artikel 34 van dit besluit;

    • geluidsbelastingkaart: geluidsbelastingkaart als bedoeld in artikel 11.6 van de wet;

    • gevel: bouwkundige constructie die een ruimte in een geluidsgevoelig object scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

    • maatregelpunt: rekeneenheid waarin de kosten voor het treffen van een geluidbeperkende maatregel zijn uitgedrukt;

    • overdrachtsmaatregel: geluidbeperkende maatregel die de overdracht van geluid van de bron naar de ontvanger voorkomt of beperkt;

    • reductiepunt: rekeneenheid waarin het budget van een cluster voor het treffen van geluidbeperkende maatregelen is uitgedrukt;

    • richtlijn omgevingslawaai: richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189);

    • situatie zonder maatregelen: situatie waarin

      • a. een weg of spoorweg voldoet aan de akoestische kwaliteit, bedoeld in artikel 7 van dit besluit, tenzij overwegende bezwaren van technische aard zich hiertegen verzetten, en

      • b. geen andere geluidbeperkende maatregelen aanwezig zijn dan bedoeld in onderdeel a;

    • wet: Wet milieubeheer;

    • woning: gebouw of gedeelte van een gebouw dat voor bewoning is bestemd.

  • 2 Indien de financiële doelmatigheid van een geluidbeperkende maatregel wordt bepaald in het kader van afdeling 11.3.6 van de wet, bestaat een cluster, in afwijking van het eerste lid, uit een saneringsobject of een verzameling bijeengelegen saneringsobjecten die een relevante verlaging van de geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg zou kunnen ondervinden van een aaneengesloten geluidbeperkende maatregel.

  • 3 In afwijking van het eerste lid wordt bij de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen onder gevel niet verstaan de gevel, die bij de procedures ten behoeve van de bouw van het betreffende geluidsgevoelige object op grond van artikel 1b, vijfde lid, van de Wet geluidhinder, niet als gevel in de zin van die wet is behandeld.

Artikel 2

  • 1 Als geluidsgevoelig object als bedoeld in artikel 11.1 van de wet wordt aangewezen:

    • a. een woning;

    • b. een onderwijsgebouw;

    • c. een ziekenhuis;

    • d. een verpleeghuis;

    • e. een verzorgingstehuis;

    • f. een psychiatrische inrichting;

    • g. een kinderdagverblijf;

    • h. een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Huisvestingswet, en

    • i. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen.

  • 2 De aanwijzing als geluidsgevoelig object in het eerste lid, onderdelen b tot en met g, geldt niet voor de delen van een object die een andere bestemming hebben dan genoemd in artikel 3, onderdelen b, c of d.

Artikel 3

Als geluidsgevoelige ruimten van een geluidsgevoelig object als bedoeld in artikel 11.1 van de wet worden aangewezen:

  • a. een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m2;

  • b. een leslokaal, theorielokaal of theorievaklokaal van een onderwijsgebouw;

  • c. een onderzoeks- en behandelingsruimte, een ruimte voor patiëntenhuisvesting, alsmede een recreatie- en conversatieruimte van een ziekenhuis of een verpleeghuis, en

  • d. een onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, of conversatieruimte, alsmede woon- en slaapruimte van een verzorgingstehuis, een psychiatrische inrichting of een kinderdagverblijf.

Artikel 5

Als inrichtingen als bedoeld in onderdeel b van de begripsomschrijving van verzameling van inrichtingen in artikel 11.1, eerste lid, van de wet worden aangewezen: inrichtingen gelegen in een concentratiegebied voor horeca-inrichtingen of een concentratiegebied voor detailhandel en ambachtsbedrijven.

Artikel 6

Als stille gebieden als bedoeld in artikel 11.6, derde lid, onderdeel b, van de wet worden aangewezen:

Hoofdstuk 2. Akoestische kwaliteit

Artikel 7

  • 1 De akoestische kwaliteit van een weg in beheer bij het Rijk is zodanig dat de geluidproductie vanwege die weg niet meer bedraagt dan die vanwege een weg met een wegdek dat bestaat uit zeer open asfaltbeton.

  • 2 De akoestische kwaliteit van een hoofdspoorweg is zodanig dat de geluidproductie vanwege die spoorweg niet meer bedraagt dan die vanwege een spoorweg met een constructie die bestaat uit langgelast spoor in een ballastbed op betonnen dwarsliggers.

Hoofdstuk 3. Geluidsbelastingkaarten

§ 1. Algemeen

Artikel 8

  • 1 Een geluidsbelastingkaart bestaat ten minste uit tabellen en uit een of meer geografische kaarten.

  • 2 De tabellen worden ingedeeld in de volgende geluidsbelastingklassen:

    • a. voor geluidsbelasting: 55-59, 60–64, 65–69, 70–74, en groter dan of gelijk aan 75 dB;

    • b. voor geluidsbelasting Lnight: 50–54, 55–59, 60–64, 65–69, en groter dan of gelijk aan 70 dB.

§ 2. Geluidsbelastingkaarten voor een belangrijke weg of een belangrijke spoorweg

Artikel 10

  • 1 In de tabellen van een geluidsbelastingkaart worden per geluidsbelastingklasse en per gemeente ten minste aangegeven:

    • a. het aantal geluidsgevoelige objecten dat is blootgesteld aan een geluidsbelasting die groter is dan, of gelijk is aan:

      • 1°. 55, 60, 65, 70 en 75 dB;

      • 2°. 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight;

    • b. het aantal bewoners van de woningen die deel uitmaken van de geluidsgevoelige objecten, bedoeld in onderdeel a;

    • c. indien beschikbaar, een opgave van het aantal woningen dat op grond van de wet, de Wet geluidhinder, de Woningwet of de Wet luchtvaart is voorzien van extra geluidwering;

    • d. een opgave van de totale oppervlakte in km² die is blootgesteld aan een geluidsbelasting die hoger is dan 55, 65, respectievelijk 75 dB.

  • 2 De aantallen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, zijn exclusief de aantallen geluidsgevoelige objecten respectievelijk bewoners van woningen binnen agglomeraties en worden afgerond op honderdtallen.

  • 3 Indien het betrokken bestuursorgaan een geluidsbelastingkaart vaststelt voor twee of meer belangrijke wegen of voor twee of meer belangrijke spoorwegen, mogen de in het eerste lid bedoelde gegevens worden aangegeven voor de gezamenlijke belangrijke wegen onderscheidenlijk belangrijke spoorwegen.

Artikel 11

  • 1 Op een geografische kaart die deel uit maakt van een geluidsbelastingkaart worden ten minste aangegeven:

    • a. de ligging van de betrokken weg of spoorweg;

    • b. de geluidsbelasting vanwege de betrokken weg of spoorweg, aangegeven door middel van:

      • 1°. contouren van 55, 60, 65, 70 en 75 dB;

      • 2°. contouren van 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight;

    • c. de geluidsgevoelige objecten die zijn gelegen binnen de onder b bedoelde contouren;

    • d. de grenzen van stille gebieden als bedoeld in artikel 6, voor zover gelegen binnen een afstand van 2,5 km tot de betrokken weg of spoorweg;

    • e. de gemeentegrenzen binnen de onder b bedoelde contouren;

    • f. de grenzen van agglomeraties binnen de onder b bedoelde contouren.

  • 2 De afstand, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook onderscheidenlijk vanuit de buitenste spoorstaaf.

§ 3. Geluidsbelastingkaarten voor een gemeente

Artikel 12

Deze paragraaf is van toepassing op de geluidsbelastingkaarten die krachtens artikel 11.6, vierde lid, van de wet worden vastgesteld.

Artikel 13

  • 1 In de tabellen van een geluidsbelastingkaart worden per geluidsbelastingklasse ten minste aangegeven:

    • a. het aantal geluidsgevoelige objecten dat is blootgesteld aan een geluidsbelasting die groter is dan, of gelijk is aan:

      • 1°. 55, 60, 65, 70 en 75 dB;

      • 2°. 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight;

    • b. het aantal bewoners van de woningen die deel uitmaken van de geluidsgevoelige objecten, bedoeld in onderdeel a;

    • c. indien beschikbaar, een opgave van het aantal woningen dat uit hoofde van de wet, de Wet geluidhinder, de Woningwet of de Wet luchtvaart is voorzien van extra geluidwering.

  • 2 De aantallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, worden afgerond op honderdtallen.

Artikel 14

Op een geografische kaart die deel uitmaakt van een geluidsbelastingkaart worden aangegeven:

  • a. de grenzen van de gemeente;

  • b. de grenzen van de stille gebieden, bedoeld in artikel 6, binnen de gemeente.

Artikel 15

  • 1 Op een geografische kaart die deel uitmaakt van een geluidsbelastingkaart worden voorts aangegeven:

    • a. wegen, daaronder begrepen spoorwegen die deel uitmaken van een weg;

    • b. spoorwegen.

  • 2 Ten aanzien van de geluidsbronnen, bedoeld in het eerste lid, worden aangegeven:

    • a. de ligging van de betrokken geluidsbronnen;

    • b. de geluidsbelasting vanwege de betrokken categorie van geluidsbronnen, aangegeven door middel van:

      • 1°. contouren van 55, 60, 65, 70 en 75 dB, en

      • 2°. contouren van 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight,

      voor zover deze contouren zijn gelegen binnen de gemeente;

    • c. de geluidsgevoelige objecten die zijn gelegen binnen de contouren, bedoeld in onderdeel b.

Artikel 16

  • 1 Op een geografische kaart die deel uitmaakt van een geluidsbelastingkaart worden voorts aangegeven luchthavens, voor zover de geluidsbelasting vanwege de luchthaven binnen de gemeente overeenkomt met 55 dB of meer dan wel 50 dB Lnight of meer.

  • 2 Ten aanzien van een zodanige luchthaven worden aangegeven:

    • a. de ligging van de luchthaven;

    • b. een met het oog op de geluidsbelasting vastgesteld beperkingengebied als bedoeld in hoofdstuk 8 of artikel 10.17 van de Wet luchtvaart;

    • c. de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de luchthaven, aangegeven door middel van:

      • 1°. contouren die overeenkomen met een geluidsbelasting van 55, 60, 65, 70 en 75 dB, en

      • 2°. contouren die overeenkomen met een geluidsbelasting van 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight,

      voor zover deze contouren zijn gelegen buiten de luchthaven;

    • d. de geluidsgevoelige objecten die zijn gelegen binnen de contouren, bedoeld in onderdeel c.

Artikel 17

  • 1 Op een geografische kaart die deel uitmaakt van een geluidsbelastingkaart wordt voorts aangegeven de luchthaven Schiphol, voor zover een of meer van de punten, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, zijn gelegen binnen de gemeente.

  • 2 Ten aanzien van de luchthaven Schiphol wordt aangegeven:

    • a. de ligging van de luchthaven;

    • b. de waarde of waarden van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;

    • c. de punten buiten de luchthaven waar de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de luchthaven is bepaald;

    • d. de geluidsgevoelige objecten die de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de luchthaven ondervinden.

Artikel 18

  • 1 Op een geografische kaart die deel uitmaakt van een geluidsbelastingkaart worden voorts aangegeven de industrieterreinen die zijn gezoneerd krachtens artikel 40 van de Wet geluidhinder, voor zover de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de gezamenlijke inrichtingen op het industrieterrein overeenkomt met 55 dB of meer dan wel 50 dB Lnight of meer.

  • 2 Ten aanzien van zodanige industrieterreinen worden aangegeven:

    • a. de grenzen van het industrieterrein;

    • b. de zone rond het industrieterrein, vastgesteld krachtens artikel 40 van de Wet geluidhinder;

    • c. de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de gezamenlijke inrichtingen op het industrieterrein, aangegeven door middel van:

      • 1°. contouren die overeenkomen met een geluidsbelasting van 55, 60, 65, 70 en 75 dB, en

      • 2°. contouren die overeenkomen met een geluidsbelasting van 50, 55, 60, 65 en 70 dB Lnight,

      voor zover deze contouren zijn gelegen buiten het industrieterrein;

    • d. de geluidsgevoelige objecten die zijn gelegen binnen de contouren, bedoeld in onderdeel c.

Artikel 19

  • 1 Op een geografische kaart die deel uitmaakt van een geluidsbelastingkaart worden voorts aangegeven de concentratiegebieden voor horeca-inrichtingen onderscheidenlijk voor detailhandel en ambachtsbedrijven.

  • 2 Ten aanzien van zodanige concentratiegebieden worden aangegeven:

    • a. de grenzen van het concentratiegebied;

    • b. de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de betrokken inrichtingen, uitgedrukt in Lden en Lnight;

    • c. de geluidsgevoelige objecten die zijn gelegen binnen het concentratiegebied.

Artikel 20

  • 1 Op een geografische kaart die deel uitmaakt van een geluidsbelastingkaart worden voorts aangegeven de inrichtingen waarop de artikelen 18 en 19 geen betrekking hebben en waarvoor ingevolge de wet een ten hoogste toegelaten geluidsbelasting geldt die overeenkomt met 55 dB of meer dan wel 50 dB Lnight of meer.

  • 2 Ten aanzien van zodanige inrichtingen worden aangegeven:

    • a. de ligging van de inrichting;

    • b. de waarde van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;

    • c. de punten buiten de inrichting waar de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de inrichting is bepaald;

    • d. de geluidsgevoelige objecten die de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de inrichting ondervinden.

§ 4. Nadere regels

Artikel 21

Bij ministeriële regeling kan voor de toepassing van dit hoofdstuk worden bepaald dat het aantal bewoners van woningen wordt bepaald op basis van een bij die regeling vastgesteld gemiddeld aantal bewoners per woning.

Artikel 22

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot:

  • a. de legenda bij de geografische kaarten;

  • b. de opstelling van geluidsbelastingkaarten ter uitvoering van door de Europese Commissie opgestelde richtsnoeren als bedoeld in bijlage IV, onderdeel 9, bij de richtlijn omgevingslawaai.

§ 5. Verstrekken van gegevens

Artikel 23

  • 2 Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke inlichtingen en gegevens in elk geval worden verstrekt en op welke wijze deze inlichtingen en gegevens worden verstrekt.

Hoofdstuk 4. Actieplannen

§ 1. Algemeen

Artikel 24

  • 1 Een actieplan bevat naast de in artikel 11.11 van de wet bedoelde gegevens ten minste:

    • a. een beschrijving van de betrokken categorieën van geluidsbronnen;

    • b. een vermelding van de bevoegde instantie;

    • c. een beschrijving van het wettelijk kader met betrekking tot geluidsbelasting;

    • d. een samenvatting van de gegevens die zijn vervat in de geluidsbelastingkaart of geluidsbelastingkaarten waarop het actieplan berust;

    • e. een beschrijving van de wijze waarop aan een ieder de gelegenheid is geboden om zienswijzen over het ontwerp van het actieplan naar voren te brengen;

    • f. een inhoudelijke reactie op de onder e bedoelde zienswijzen;

    • g. een overzicht van belangrijke infrastructurele werken die zijn voorgenomen in de planperiode en andere belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de geluidshindersituatie;

    • h. een overzicht van bestaande en in voorbereiding of uitvoering zijnde bron- en overdrachtsmaatregelen met betrekking tot de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen;

    • i. een overzicht en een beoordeling van het aantal bewoners van woningen dat door geluid ten gevolge van de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen wordt gehinderd of ernstig gehinderd dan wel van wie daardoor de slaap wordt verstoord;

    • j. een schatting van het effect van de voorgenomen maatregelen op het aantal bewoners van woningen, bedoeld in onderdeel i;

    • k. voor zover beschikbaar en openbaar, financiële informatie met betrekking tot de voorgenomen maatregelen;

    • l. een evaluatie van de uitvoering en de resultaten van het vorige actieplan.

  • 2 Een actieplan bevat voorts een beknopte samenvatting van de in het eerste lid bedoelde aspecten.

  • 3 Een actieplan als bedoeld in artikel 11.12, tweede lid, van de wet bevat voorts:

    • a. een beschrijving van de geluidsbronnen in de gemeente;

    • b. een inhoudelijke reactie op de wensen en zienswijze over het ontwerp van het actieplan die door de gemeenteraad ter kennis van burgemeester en wethouders zijn gebracht.

Artikel 25

  • 1 Een actieplan bevat naast de in artikel 11.11 van de wet bedoelde gegevens een beschrijving van het beleid voor de eerstkomende vijf jaren en, voor zover dit redelijkerwijs is aan te geven, voor de vijf jaren daarna, om de geluidsbelasting vanwege de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen te beperken.

  • 2 Bij de beschrijving van het beleid wordt in elk geval aandacht besteed aan de bescherming van stille gebieden als bedoeld in artikel 6 en, voor zover het betreft een actieplan van gedeputeerde staten of van burgemeester en wethouders van een gemeente die behoort tot een krachtens artikel 11.5 aangewezen agglomeratie, aan:

    • a. de situaties waarin de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting ingevolge de Wet luchtvaart dan wel de Wet geluidhinder wordt overschreden;

    • b. de situaties waarin tevens de waarde die ingevolge de Wet geluidhinder bij de vaststelling van een hogere waarde niet mag worden overschreden, wordt overschreden.

Artikel 26

  • 1 In een actieplan wordt een plandrempel aangegeven, zijnde een daarbij aangegeven geluidsbelasting en geluidsbelasting Lnight, vanwege de betrokken geluidsbron of geluidsbronnen, van geluidsgevoelige objecten.

  • 2 De plandrempel kan voor verschillende categorieën van gevallen verschillend worden vastgesteld.

  • 3 In het actieplan wordt in elk geval aangegeven welke maatregelen worden overwogen of in uitvoering zijn om overschrijdingen van de plandrempel te voorkomen of ongedaan te maken.

  • 4 Het actieplan geeft tevens de planning en de te verwachten effecten van de maatregelen aan.

§ 2. Nadere regels

Artikel 27

Het percentage bewoners van woningen per geluidsbelastingklasse dat door een of meer geluidsbronnen wordt gehinderd of ernstig gehinderd dan wel van wie daardoor de slaap wordt verstoord, wordt bepaald aan de hand van de in een ministeriële regeling opgenomen dosis-effectrelaties.

Artikel 28

Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot actieplannen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van door de Europese Commissie opgestelde richtsnoeren als bedoeld in bijlage V, onderdeel 4, bij de richtlijn omgevingslawaai.

Hoofdstuk 5. Naleving van de geluidproductieplafonds

Artikel 29

  • 1 In een verslag als bedoeld in artikel 11.22 van de wet zijn ten minste de volgende gegevens opgenomen:

    • a. het verschil tussen de berekende geluidproducties op de referentiepunten en de geldende geluidproductieplafonds, met uitzondering van de referentiepunten, bedoeld in onderdeel c;

    • b. de spoorwegen waarvoor een vrijstelling als bedoeld in artikel 11.23 van de wet geldt;

    • c. de berekende geluidproducties op de referentiepunten waarvoor een vrijstelling als bedoeld in artikel 11.23 van de wet geldt;

    • d. de wegen, spoorwegen en geluidproductieplafonds waarvoor een ontheffing als bedoeld in artikel 11.24 van de wet is verleend;

    • e. voor zover van toepassing, de mate en de duur van de overschrijding van het geluidproductieplafond waarvoor ontheffing als bedoeld in artikel 11.24 van de wet is verleend;

    • f. de locaties waarvoor een overschrijdingsbesluit als bedoeld in artikel 11.49 van de wet geldt;

    • g. een analyse van de voor de geluidproductie relevante ontwikkelingen die zich in het kalenderjaar waar het verslag op ziet, hebben voorgedaan ten aanzien van de wegen en spoorwegen en de effecten hiervan op de geluidproductie.

  • 2 Indien de berekende geluidproductie op een referentiepunt, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, 0,5 dB of minder onder het geldende geluidproductieplafond ligt en het een geluidproductieplafond als bedoeld in artikel 11.45, eerste lid, van de wet betreft, is in het verslag voorts een prognose opgenomen van het jaar waarin, gelet op de meest recente verkeersprognose, het geluidproductieplafond volledig zal zijn benut.

  • 3 Indien uit de prognose, bedoeld in het tweede lid, blijkt dat het geluidproductieplafond volledig benut zal zijn voor de laatste dag van het vijfde kalenderjaar na het jaar van toezending van het verslag, is in het verslag dat de prognose bevat of in het daaropvolgende verslag opgenomen op welke wijze de beheerder voornemens is te voorkomen dat het geluidproductieplafond zal worden overschreden.

Artikel 30

Een verzoek om een ontheffing als bedoeld in artikel 11.24 van de wet bevat ten minste:

  • a. een aanduiding van het referentiepunt waarop het geluidproductieplafond geldt ten aanzien waarvan het verzoek wordt gedaan;

  • b. een aanduiding van het gedeelte van de weg of spoorweg waarlangs het betrokken referentiepunt is gelegen;

  • c. de verwachte mate van overschrijding van het geluidproductieplafond;

  • d. de duur van de bijzondere omstandigheid in verband waarmee de ontheffing wordt verzocht, en

  • e. de kalenderjaren waarvoor een ontheffing wordt verzocht.

Hoofdstuk 6. Financiële doelmatigheid

Artikel 31

  • 1 Een geluidbeperkende maatregel is financieel doelmatig indien het aantal maatregelpunten van de geluidbeperkende maatregel niet hoger is dan het aantal reductiepunten behorende bij het cluster waar de maatregel voor is bedoeld.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is een geluidbeperkende maatregel niet financieel doelmatig, indien naar het oordeel van Onze Minister uit het akoestisch onderzoek blijkt dat:

    • a. toepassing van de geluidbeperkende maatregel de grootste geluidreductie oplevert voor het cluster;

    • b. het aantal maatregelpunten voor deze maatregel hoger is dan het aantal maatregelpunten voor een andere geluidbeperkende maatregel die een gelijke of nagenoeg gelijke geluidreductie kan realiseren, en

    • c. in vergelijking met de andere maatregel de extra maatregelpunten niet in redelijke verhouding staan tot de extra geluidreductie die door het treffen van deze maatregel bereikt kan worden.

  • 3 In afwijking van het eerste lid is een overdrachtsmaatregel niet financieel doelmatig indien deze maatregel een bestaande overdrachtsmaatregel zou vervangen, die:

    • a. naar verwachting bij de start van de uitvoering niet ouder zal zijn dan tien jaar;

    • b. niet ophoogbaar is, en

    • c. een geluidreductie realiseert die vrijwel gelijk is aan de nieuw te treffen maatregel.

  • 4 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop het aantal maatregelpunten van een geluidbeperkende maatregel wordt bepaald.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen geluidbeperkende maatregelen worden aangewezen waarvoor de financiële doelmatigheid in afwijking van het eerste tot en met derde lid wordt bepaald door de werkelijke kosten van aanleg en onderhoud van een maatregel af te wegen tegen de geluidreductie die de maatregel kan realiseren en tegen het aantal geluidsgevoelige objecten in het cluster waar de maatregel voor is bedoeld.

Artikel 32

  • 1 Het aantal reductiepunten behorende bij een cluster wordt bepaald door het optellen van de reductiepunten per woning, die overeenkomstig het tweede en derde lid worden gegenereerd door alle geluidsgevoelige objecten in het cluster.

  • 2 Het aantal reductiepunten per woning op basis van de hoogste toekomstige geluidsbelasting op de woning vanwege een weg of spoorweg in de situatie zonder maatregelen is opgenomen in tabel 1 van bijlage 1.

  • 3 Ten behoeve van de toepassing van het eerste lid en tabel 1 van bijlage 1 worden andere geluidsgevoelige objecten dan woningen omgerekend naar woningen, waarbij wordt gelijkgesteld aan een woning:

    • a. elke vijftien strekkende meter geluidsbelaste gevel van een geluidsgevoelig object per bouwlaag;

    • b. een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Huisvestingswet;

    • c. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen.

Artikel 33

  • 1 Bij de voorbereiding van een besluit als bedoeld in artikel 11.29 van de wet worden achtereenvolgens in overweging genomen:

    • a. bronmaatregelen,

    • b. andere geluidbeperkende maatregelen, al dan niet in combinatie met bronmaatregelen,

    die leiden tot de meeste geluidreductie.

  • 2 Overdrachtsmaatregelen, al dan niet in combinatie met bronmaatregelen, worden bij de voorbereiding van een besluit als bedoeld in artikel 11.29 van de wet uitsluitend in aanmerking genomen voor zover deze maatregelen leiden tot een afname van de geluidsbelasting van ten minste 5 dB op ten minste een geluidsgevoelig object in een cluster.

Artikel 34

  • 1 De geluidreductie is het verschil tussen de toekomstige geluidsbelasting die door geluidsgevoelige objecten zou worden ondervonden vanwege een weg of spoorweg in de situatie zonder maatregelen, en de toekomstige geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg in de situatie dat er geluidbeperkende maatregelen getroffen zijn.

  • 2 Ingeval de berekende toekomstige geluidsbelasting, in de situatie dat er geluidbeperkende maatregelen zijn getroffen, lager is dan de waarde in tabel 2 van bijlage 1, wordt bij toepassing van het eerste lid de waarde uit tabel 2 van bijlage 1 die op de betreffende situatie van toepassing is, gehanteerd als toekomstige geluidsbelasting vanwege de weg of spoorweg.

Hoofdstuk 7. Verzoek om vaststelling en wijziging van geluidproductieplafonds

Artikel 35

  • 1 Een verzoek tot vaststelling of wijziging van een geluidproductieplafond bevat ten minste:

    • a. een aanduiding van het gedeelte van de weg of spoorweg ten aanzien waarvan het verzoek wordt gedaan;

    • b. een aanduiding van het referentiepunt ten aanzien waarvan het verzoek wordt gedaan;

    • c. de gevraagde hoogte van het geluidproductieplafond;

    • d. de te verwachten geluidproductie op het referentiepunt ten minste tien jaar na het indienen van het verzoek;

    • e. de maatregelen die naar het oordeel van de beheerder op grond van artikel 11.29, eerste lid, van de wet in aanmerking moeten worden genomen;

    • f. de maatregelen die naar het oordeel van de beheerder op grond van artikel 11.29, tweede en derde lid, van de wet in aanmerking kunnen worden genomen;

    • g. de brongegevens behorende bij de aangevraagde geluidproductieplafonds;

    • h. de resultaten van het akoestisch onderzoek, bedoeld in artikel 11.33 van de wet;

    • i. een verklaring van de beheerder in hoeverre het gedeelte van de weg of spoorweg, bedoeld in onderdeel a, voldoet aan de akoestische kwaliteit, bedoeld in artikel 7;

    • j. een verslag van afstemming met de beheerders van andere geluidsbronnen als bedoeld in artikel 11.30, vijfde lid, over maatregelen, die naar het oordeel van deze beheerders zouden kunnen worden getroffen, teneinde de effecten van de samenloop van de geluidbelasting vanwege de weg of spoorweg alsmede een andere geluidsbron als bedoeld in artikel 11.30, vijfde lid, te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.

  • 2 Indien de beheerder een verzoek doet tot verlaging van geluidproductieplafonds als bedoeld in artikel 11.63, eerste lid, van de wet, zijn de onderdelen d, e, f, h, i en j van het eerste lid niet van toepassing.

  • 3 Indien burgemeester en wethouders van een gemeente een verzoek doen tot verlaging van een geluidproductieplafond, zijn de onderdelen e, f en i van het eerste lid niet van toepassing.

  • 4 Onverminderd het derde lid, is het eerste lid, onderdeel d, niet van toepassing op een verzoek tot verlaging van het geluidproductieplafond als bedoeld in artikel 11.28, vierde lid, van de wet, indien die verlaging niet groter zou zijn dan het effect van de in dat lid bedoelde maatregel. Het verzoek bevat tevens een weergave van de afspraken tussen gemeente en de beheerder, en de zienswijze van de beheerder ten aanzien van de verzochte verlaging.

Artikel 36

Indien artikel 11.42, eerste lid, van de wet van toepassing is, bevat een verzoek tot wijziging of vaststelling van een geluidproductieplafond tevens de volgende gegevens:

  • a. een of meer kaarten als bedoeld in artikel 39, onderdeel d, en een lijst met de adressen van de betrokken saneringsobjecten;

  • b. de resultaten van het akoestisch onderzoek, bedoeld in artikel 11.56, derde lid, van de wet;

  • c. het tijdstip waarop naar verwachting met de uitvoering van de maatregelen ten behoeve van de sanering kan worden begonnen;

  • d. de verwachte duur van de uitvoering van de maatregelen ten behoeve van de sanering.

Hoofdstuk 8. De binnenwaarde

Artikel 37

Ten aanzien van de geluidsgevoelige objecten als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel a tot en met g, die voor het aanbrengen van geluidwerende maatregelen aan de gevel in aanmerking worden genomen, is hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

Hoofdstuk 9. Bijzondere bepaling inzake invoering geluidproductieplafonds

Artikel 38

  • 1 Als geluidproductieplafond als bedoeld in artikel 11.45, tweede lid, van de wet geldt voor zover het betreft in tabel 1, 2 of 3 van bijlage 2 genoemde geprojecteerde delen van wegen en spoorwegen, of in tabel 1, 2 of 3 van bijlage 2 genoemde andere delen van wegen en spoorwegen, de berekende geluidproductie op de referentiepunten zoals bepaald op basis van de brongegevens afkomstig uit het betrokken besluit, mits dat is vastgesteld vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2 Als geluidproductieplafond als bedoeld in artikel 11.45, tweede lid, van de wet geldt voor delen van wegen en spoorwegen waarvoor een saneringsprogramma wordt uitgevoerd, het geluidproductieplafond zoals bepaald op grond van de berekende heersende geluidproductie op de referentiepunten, bedoeld in artikel 11.45, eerste lid, van de wet, met inbegrip van het effect van de in het betreffende saneringsprogramma opgenomen geluidbeperkende maatregelen.

  • 3 Als geluidproductieplafond als bedoeld in artikel 11.45, tweede lid, van de wet geldt voor zover het betreft de A59 Vlijmen–Nieuwkuijk, van kilometer 119,0 tot kilometer 127,2, het geluidproductieplafond zoals bepaald op grond van de berekende heersende geluidproductie op de referentiepunten, bedoeld in artikel 11.45, eerste lid, van de wet, met inbegrip van het effect van de reeds uitgevoerde overdrachtsmaatregelen.

  • 4 Met betrekking tot de in de bijlage 3 bij dit besluit aangewezen delen van wegen wordt bij het bepalen van de heersende geluidproducties op de referentiepunten, bedoeld in artikel 11.45, vierde lid, van de wet, uitgegaan van een wegdek dat bestaat uit zeer open asfaltbeton.

  • 5 Artikel 11.56, eerste lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op:

    • a. de in tabel 1, 2 of 3 van bijlage 2 bij dit besluit aangewezen delen van wegen en spoorwegen, indien en voor zover dat is aangegeven in deze tabellen, en

    • b. de A59 Vlijmen-Nieuwkuijk, van kilometer 120,8 tot kilometer 121,4 alsmede van kilometer 125,6 tot kilometer 126,4.

Hoofdstuk 10. De sanering

Artikel 39

Bij een verzoek tot vaststelling van een saneringsplan worden naast de in artikel 11.56, derde lid, van de wet genoemde gegevens, de volgende gegevens overgelegd:

  • a. een lijst met de adressen van de betrokken saneringsobjecten;

  • b. het wegnummer en de begrenzingen van de weg, inclusief de hectometrering, en het trajectnummer en de begrenzingen van de spoorweg, die onderdeel zijn van het saneringsplan;

  • c. een beschrijving van de maatregelen als bedoeld in artikel 11.59 van de wet die naar het oordeel van de beheerder in aanmerking komen, en van het effect van deze maatregelen op de geluidsbelasting, vanwege de weg of spoorweg, van de gevel dan wel aan de grens van de betrokken saneringsobjecten;

  • d. een of meer kaarten die inzicht geven in het saneringsplan en die in ieder geval de plaats, aard en omvang van maatregelen, bedoeld in onderdeel c, bevatten;

  • e. een beschrijving van de mogelijkheden om uit een oogpunt van doelmatigheid en kostenbeheersing de te treffen maatregelen al dan niet gezamenlijk uit te voeren met andere werken;

  • f. het tijdstip waarop met de uitvoering van de maatregelen kan worden begonnen, alsmede de verwachte duur van de uitvoering van de maatregelen.

Hoofdstuk 12. Slotbepalingen

Artikel 42

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 april 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

Uitgegeven de negentiende april 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Bijlage 1. Behorende bij het Besluit geluid milieubeheer

Tabel 1 Bepaling reductiepunten, bedoeld in artikel 32

Toekomstige geluidsbelasting op een woning vanwege een weg (dB)

Toekomstige geluidsbelasting op een woning vanwege een spoorweg (dB)

Reductiepunten per woning

50

55

0

51

56

1000

52

57

1300

53

58

1600

54

59

1900

55

60

2100

56

61

2400

57

62

2700

58

63

3000

59

64

3300

60

65

3600

61

66

3900

62

67

4100

63

68

4400

64

69

4700

65

70

5000

66

71

7800

67

72

8100

68

73

8300

69

74

8600

70

75

8900

71

76

9200

72

77

9500

73

78

9800

74

79

10100

75

80

10300

76

81

10600

77

82

10900

78

83

11200

79

84

11500

Tabel 2 Waarde, bedoeld in artikel 34

Situatie

Waarde weg

Waarde spoorweg

Vaststelling en wijziging geluidproductieplafond

De hoogste van de volgende twee waarden:

• geluidsbelasting op geluidsgevoelig object bij volledige benutting van de geldende geluidproductieplafonds

• 50 dB

De hoogste van de volgende twee waarden:

• geluidsbelasting op geluidsgevoelig object bij volledige benutting van de geldende geluidproductieplafonds

• 55 dB

Sanering: ingeval van saneringsobjecten als bedoeld in artikel 11.57, eerste lid, onder a of b, van de wet

60 dB

65 dB

Sanering: ingeval van saneringsobjecten als bedoeld in artikel 11.57, eerste lid, onder c, van de wet

De laagste van de volgende twee waarden:

• geluidsbelasting van 5 dB onder de waarde van de geluidsbelasting bij volledige benutting van het heersende geluidproductieplafond

• 60 dB

De laagste van de volgende twee waarden:

• geluidsbelasting van 5 dB onder de waarde van de geluidsbelasting bij volledige benutting van het heersende geluidproductieplafond

• 65 dB

Bijlage 2. Behorende bij het Besluit geluid milieubeheer

Tabel 1 Geprojecteerde of recent gerealiseerde delen van wegen als bedoeld in artikel 38, eerste lid

Projecten met een besluit in de periode 2000–2010

Rijksweg

Van

Naar

Van km

Tot km

Jaar

(Deel van) project:

11.56 van overeenkomstige toepassing?

1

Knooppunt Watergraafsmeer

Knooppunt Muiderberg

4,5

16,7

2011

Weguitbreiding Schiphol–Amsterdam–Almere

nee

1

Aansluiting Bussum

Knooppunt Eemnes

21,5

27,5

2010

A1 ’t Gooi

nee

1

Knooppunt Hoevelaken

Aansluiting Barneveld

46,0

54,0

2009

A1 Hoevelaken–Barneveld

alleen voor zuidzijde 50,9–51,1

1

Knooppunt Beekbergen

Aansluiting Deventer-Oost

89,3

108,4

2008

A1 knooppunt Beekbergen–Deventer-Oost

nee

1

Afslag 24 (Deventer-Oost)

 

106,7

106,9

2009

Wijziging A1 aansluiting Deventer-Oost

ja

2

Knooppunt Holendrecht

Knooppunt Amstel

32,1

37,4

2011

Weguitbreiding Schiphol–Amsterdam–Almere

nee

2

Knooppunt Holendrecht

Aansluiting Maarssen

34,4

56,6

2009

A2 Holendrecht-Maarssen

nee

2

Maarssen

Knooppunt Oudenrijn

56,6

64,0

2006

Bestemmingsplan A2 Hogeweide–Oudenrijn

nee

2

Knooppunt Oudenrijn

Knooppunt Everdingen

64,0

73,9

2010

A2 Oudenrijn–Everdingen

nee

2

Knooppunt Everdingen

Knooppunt Deil

73,4

91,4

2000

A2 Knooppunt Everdingen–knooppunt Deil en Zaltbommel–knooppunt Empel

nee

2

Knooppunt Everdingen

Knooppunt Deil

73,8

92,0

2008

A2 Knooppunt Everdingen–knooppunt Deil

nee

2

Knooppunt Zaltbommel

Knooppunt Empel

103,20

111,50

2000

A2 Knooppunt Everdingen–knooppunt Deil en Zaltbommel-knooppunt Empel

nee

2

Knooppunt Empel

Knooppunt Vught

110,00

121,00

2001

Rondweg ’s-Hertogenbosch

nee

2

Aansluiting Rosmalen

 

113,3

113,7

2008

Omlegging Zuid-Willemsvaart Maas–Den Dungen

nee

2

Aansluiting Veghel

Knooppunt Ekkersweijer

117,3

142,3

2011

A2 ’s-Hertogenbosch–Eindhoven

nee

2

Aansluiting Veghel

Knooppunt Ekkersweijer

117,3

142,3

2012

Wijziging tracébesluit A2 ’s-Hertogenbosch–Eindhoven (2012)

nee

2

Randweg Eindhoven

 

142,2

171,4

2003

A2/A67 Randweg Eindhoven – 2003

nee

2

Aansluiting N2 Meerenakker-weg

 

161,4

163,0

2011

N2 aansluitingen Meerenakkerweg / Heistraat en Noord-Brabantlaan

nee

2

Knooppunt Leenderheide

Aansluiting Valkenswaard

170,8

177,0

2010

A2 Leenderheide–Valkenswaard

nee

2

Knooppunt Het Vonderen

Aansluiting Urmond

221,7

239,5

2010

A2 St. Joost–Urmond

nee

2

Aansluiting Urmond

Knooppunt Kerensheide

239,1

242,5

2010

A2 St. Joost–Urmond

nee

2

Urmond

Maasbracht

239,1

221,7

2010

A2 Urmond–Maasbracht en A2/A76 Urmond–Geleen

nee

2

Knooppunt Kruisdonk

Aansluiting Randwijck

251,9

263,4

2010

A2 Passage Maastricht.

alleen voor westzijde 252,6-252,7

4

Knooppunt Badhoevedorp

Knooppunt Nieuwe Meer

0,0

4,0

2010

A4 Badhoevedorp–Nieuwe Meer en A10 Nieuwe Meer–Amstel

ja, tenzij het geluidplan A4 Badhoevedorp–Nieuwe Meer en A10 Nieuwe Meer–Amstel wordt vastgesteld.

4

Leiden–Leiderdorp

Aansluiting Leiden/Zoeterwoude

29,8

36,2

2009

A4 Burgerveen–Leiden, gedeelte Leiderdorp-Leiden

nee

4

Leidschendam

Prins Clausplein

44,4

46,2

2008

A4 Aansluiting Leidschendam–Prins Clausplein

nee

4

Aansluiting Delft-Zuid (nieuw)

Knooppunt Kethelplein (Schiedam) (nieuw)

56,4

71,8

2010

A4 Delft–Schiedam

nee

4

Dinteloord

Aansluiting Halsteren

nieuw

nieuw

2011

A4 Dinteloord–Bergen op Zoom, gedeelte Steenbergen

nee

4

Dinteloord

Aansluiting Halsteren

nieuw

nieuw

2011

A4 Dinteloord–Bergen op Zoom, gedeelte Steenbergen (oktober 2011)

nee

5

Knooppunt Raasdorp

Ringweg Amsterdam, A10 west

nieuw

nieuw

2008

Westrandweg

nee

6

Knooppunt Muiderberg

A6 km 63.5

41,7

63,5

2011

Weguitbreiding Schiphol–Amsterdam–Almere

nee

6

Aansluiting Houtribweg (Lelystad)

 

86,0

87,0

2003

Tracébesluit Hanzelijn

nee

7

Knooppunt Zaandam

Aansluiting Purmerend-Zuid

4,7

14,8

2006

Oostbaan A7 knooppunt Zaandam-Purmerend-Zuid

nee

7

Rondweg Sneek

 

118,0

118,1

2004

A7 Sneek

nee

7

Rondweg Sneek

 

nieuw

nieuw

2004

A7 Sneek

nee

7

Rondweg Sneek

 

121,4

124,3

2004

A7 Sneek

nee

7

Aansluiting Groningen-West

Aansluiting Westerbroek

195,2

205,7

2002

Rijksweg 7, Zuidelijke Ringweg Groningen, Langman-maatregelen

nee

7

Groningen (Euvelgunne)

Groningen (Euvelgunne)

nieuw

nieuw

2002

Rijksweg 7, Zuidelijke Ringweg Groningen, Langman-maatregelen

nee

8

Tweede Coentunnel

 

1,0

4,1

2008

Capaciteitsuitbreiding Coentunnel 2008

ja

9

Knooppunt Diemen

Knooppunt Holendrecht

3,7

11,5

2011

Weguitbreiding Schiphol–Amsterdam–Almere

nee

9

Knooppunt Holendrecht

Knooppunt Badhoevedorp

22,1

32,6

2011

Weguitbreiding Schiphol–Amsterdam–Almere

nee

9

Knooppunt Raasdorp

Knooppunt Badhoevedorp

34,9

38,3

2010

A9 Velsen–Raasdorp en Badhoevedorp–Raasdorp

alleen voor noordzijde 35,2–35,4, tenzij het tracébesluit voor de omlegging van de A9 Badhoevedorp wordt vastgesteld

9

Knooppunt Velsen

Knooppunt Raasdorp

41,0

49,1

2010

A9 Velsen-Raasdorp en Badhoevedorp–Raasdorp

nee

9

Alkmaar

Uitgeest

59,7

70,3

2010

A9 Alkmaar–Uitgeest

nee

9

Omlegging Schoorldam

 

86,6

88,7

2006

N9 Koedijk–De Stolpen 2006

nee

9

Omlegging De Stolpen

 

100,3

102,1

2006

N9 Koedijk–De Stolpen 2006

nee

10

Knooppunt Watergraafsmeer

Knooppunt Amstel

11,0

15,2

2011

Weguitbreiding Schiphol–Amsterdam–Almere

nee

10

Knooppunt Amstel

 

15,2

16,8

2011

Weguitbreiding Schiphol–Amsterdam–Almere

nee

10

Knooppunt Nieuwe Meer

Knooppunt Amstel

16,0

20,9

2010

A4 Badhoevedorp–Nieuwe Meer en A10 Nieuwe Meer–Amstel

ja, tenzij het tracébesluit voor de omlegging van de A9 Badhoevedorp wordt vastgesteld

10

Tweede Coentunnel

 

26,1

31,5

2008

Capaciteitsuitbreiding Coentunnel 2008

ja

11

Zoeterwoude

Alphen a/d Rijn

1,5

9,1

2011

N11 Zoeterwoude–Alphen aan den Rijn

nee

11

Aansluiting Goudse Schouw

 

11,3

11,8

2012

Bestemmingsplan N11 Goudse Schouw

ja

12

Knooppunt Prins Clausplein

Aansluiting Voorburg

5,0

5,8

2006

Bufferstrook A12 Prins Clausplein–Voorburg

nee

12

Aansluiting Zoetermeer

Aansluiting Gouda

15,8

27,0

2011

Verkeersbesluit plusstrook A12 Zoetermeer–Gouda

nee

12

Aansluiting Zoetermeer

Aansluiting Zoetermeer-Centrum

15,8

11,7

2011

A12 Zoetermeer–Zoetermeer Centrum

nee

12

Aansluiting extra Gouwekruising

 

24,8

24,9

2011

Inpassingplan parallelstructuur A12

ja

12

Aansluiting Moordrecht-boog

 

24,9

25,0

2011

Inpassingplan parallelstructuur A12

ja

12

Aansluiting Woerden

Aansluiting Gouda

45,0

27,0

2009

Wegaanpassingsbesluit A12 Woerden–Gouda

nee

12

Aansluiting Gouda

Aansluiting Woerden

28,0

44,0

2010

A12 Gouda–Woerden

nee

12

Aansluiting Woerden

Knooppunt Oudenrijn

44,0

54,2

2010

A12 Woerden–Oudenrijn

nee

12

Utrecht (aansluiting Papendorp)

Utrecht (aansluiting Kanalen-eiland)

59,2

59,8

2011

Bestemmingsplan ophoging Galecopperbrug

ja, alleen voor grote groei gevallen (57,2–63,2)

12

Knooppunt Lunetten

 

62,6

63,1

2011

A27 Lunetten–Rijnsweerd

ja, alleen voor grote groei gevallen (57,2–63,2)

12

Knooppunt Lunetten

Maarsbergen

63,5

82,0

2009

A12 Utrecht–Maarsbergen

nee

12

Aansluiting Maarsbergen

Aansluiting Veenendaal

81,2

92,6

2010

A12 Maarsbergen–Veenendaal

alleen voor zuidzijde 89,8–90,1

12

Aansluiting Veenendaal

Aansluiting Ede

90,0

110,6

2005

A12 Veenendaal–Ede

alleen voor noordzijde 102,5–102,8 en zuidzijde 105,4–105,9, tenzij het verkeersbesluit verruiming openingstijd en rijstroken wordt vastgesteld.

12

Aansluiting Ede

Knooppunt Grijsoord

108,9

120,9

2011

A12 Ede–Grijsoord

nee

12

Knooppunt Waterberg

Knooppunt Velperbroek

128,4

134,8

2009

A12 Waterberg–Velperbroek

nee

13

Zestienhoven

Delft-Zuid

11,1

16,2

2009

Geluidsplan A13 Zestienhoven–Delft-Zuid

ja

15

Rotterdam (Stenen Baakplein)

Knooppunt Vaanplein

26,1

62,1

2010

A15 Maasvlakte–Vaanplein

nee

20

Knooppunt Terbregseplein

Aansluiting Capelle aan den IJssel

35,2

38,2

2009

Geluidsplan A20–Terbregseplein

nee

20

Aansluiting Moordrecht

 

45,3

45,8

2010

Bestemmingsplan Aansluiting A20 Moordrecht (reparatie)

nee

27

Knooppunt Gorinchem

Aansluiting Noordeloos

37,3

42,9

2010

plusstrook A27 Gorinchem–Noordeloos

nee

27

Knooppunt Lunetten

Knooppunt Rijnsweerd

70,2

81,7

2011

A27 Lunetten–Rijnsweerd

nee

28

Waterlinieweg

Knooppunt Rijnsweerd

0,2

2,0

2011

Verkeersbesluit aanbrenging verkeerstekens op het wegdek

alleen voor zuidzijde 0,2–0,9

28

Knooppunt Rijnsweerd

 

1,1

1,7

2011

A27 Lunetten–Rijnsweerd

nee

28

Aansluiting 8 (Amersfoort Hogeweg)

 

21,3

21,5

2002

Bestemmingsplan De Wieken–Vinkenhoef

ja

28

Aansluiting Vathorst–Corlaer

 

31,1

32,1

2006

Bestemmingplan A28 aansluiting Vathorst–Corlaer

ja

28

Knooppunt Hattemerbroek

Aansluiting Zwolle-Zuid

86,1

92,9

2009

A28 Zwolle–Meppel

nee

28

Aansluiting Ommen

Knooppunt Lankhorst

98,5

113,9

2009

A28 Zwolle–Meppel

alleen voor 101,5–105,7

28

Aansluiting Groningen-Zuid

Knooppunt Julianaplein (N7)

199,5

200,1

2002

Rijksweg 7, Zuidelijke Ringweg Groningen, Langman-maatregelen

Nee

29

Knooppunt Vaanplein

Aansluiting Barendrecht

11,3

11,9

2010

A29 Vaanplein–Barendrecht

Nee

31

Aansluiting Zurich

Aansluiting Harlingen

7,2

14,0

2005

N31 Zurich–Harlingen

Nee

31

Aansluiting Marssum

 

35,4

35,6

2010

Rijksweg 31 Haak om Leeuwarden

nee

31

Haak om Leeuwarden

 

nieuw

nieuw

2010

Rijksweg 31 Haak om Leeuwarden

nee

31

Aansluiting Werpsterhoek (N32)

Aansluiting Wergea

50,0

53,2

2010

Rijksweg 31 Haak om Leeuwarden

nee

32

Aansluiting Wirdum

Knooppunt Werpsterhoek (N31)

68,5

71,0

2010

Rijksweg 31 Haak om Leeuwarden

nee

35

Traverse Nijverdal (combiplan)

 

31,5

37,5

2005

Bestemmingsplan Rijksweg 35 en het spoor

nee

36

Aansluiting met oude N36 (km 31,1)

Aansluiting met oude N36 (km 31,1)

31,1

31,1

2006

Omlegging Ommen N34/N36

nee

36

Kruising N34 en N36

Kruising N36 en N48

nieuw

nieuw

2006

Omlegging Ommen N34/N36

nee

46

Knooppunt Euvelgunne (N7)

Brug over Eemskanaal

3,7

4,7

2002

Rijksweg 7, Zuidelijke Ringweg Groningen, Langman-maatregelen

nee

48

Aansluiting met nieuwe N36 (km 97,4)

Aansluiting met nieuwe N36 (km 97,4)

97,4

97,4

2006

Omlegging Ommen N34/N36

nee

50

Ramspol (nieuw)

Ens (nieuw)

20,2

26,1

2009

N50 Ramspol–Ens

nee

50

Knooppunt Ekkersrijt

 

97,0

98,0

2006

Vrijstellingsbesluit art 19 WRO reconstructie knooppunt A50/A58

ja

50

Knooppunt Ewijk

Knooppunt Valburg

148,5

154,8

2010

A50 Ewijk–Valburg

nee

50

Knooppunt Valburg

Knooppunt Grijsoord

155,3

169,2

2009

A50 Valburg–Grijsoord

nee

50

Aansluiting Arnhem-Centrum

Knooppunt Beekbergen

183,0

203,0

2010

A50 Arnhem-Centrum–knooppunt Beekbergen

nee

50

Aansluiting N764 (Kampen)

 

247,4

248,0

2003

Tracébesluit Hanzelijn

ja

57

Burgh

Haamstede

52,0

53,0

2009

Bestemmingsplan Reconstructie Kraaijensteinweg te Burgh-Haamstede

nee

57

Veersedam

Middelburg

70,0

72,9

2008

N57 Veersedam–Middelburg

nee

57

Veersedam

Middelburg

nieuw

nieuw

2008

N57 Veersedam–Middelburg

nee

57

Veersedam

Middelburg

74,0

74,6

2008

N57 Veersedam–Middelburg

nee

57

Veersedam

Middelburg

nieuw

nieuw

2008

N57 Veersedam–Middelburg

nee

57

Middelburg

A58, Aansluiting 38

nieuw

nieuw

2004

N57 Veersedam–Middelburg

nee

57

Middelburg

A58, Aansluiting 38

81,1

83,0

2004

N57 Veersedam–Middelburg

nee

58

Aansluiting Ekkersrijt

Knooppunt Ekkersweijer

8,3

10,1

2011

A2 ’s-Hertogenbosch–Eindhoven

nee

58

Randweg Eindhoven

 

10,0

13,7

2003

A2/A67 Randweg Eindhoven – 2003

nee

58

Knooppunt Batadorp

Aansluiting Oirschot

13,0

21,4

2010

A58 Eindhoven–Oirschot

nee

61

Schoondijke

(halve omleiding)

nieuw

nieuw

2011

N61 Hoek-Schoondijke

nee

61

Schoondijke

Hoek

4,1

22,3

2011

N61 Hoek-Schoondijke

nee

67

Randweg Eindhoven

 

17,6

23,3

2003

A2/A67 Randweg Eindhoven – 2003

nee

73

Toerit Koninginne-laan Roermond

 

16,6

17,5

2011

Bestemmingsplan A73 toerit

nee

73

Aansluiting Venlo-Zuid

(Knooppunt A73/A74)

39,6

40,6

2010

Rijksweg 74

nee

74

Duitse Grens (BAB61)

Venlo

nieuw

nieuw

2010

Rijksweg 74

nee

76

Knooppunt Kerensheide

Aansluiting Geleen

2,62

4,5

2010

A2 Urmond–Maasbracht en A2/A76 Urmond–Geleen

nee

76

Knooppunt Kunderberg

 

18,0

19,0

2011

Bestemmingsplan Aansluiting A76/A79-Kunderberg

nee

79

Knooppunt Kruisdonk

Aansluiting Bunde

0,1

1,1

2010

A2 Passage Maastricht

nee

79

Aansluiting Valkenburg

 

6,7

6,9

1994

Bestemmingsplan Buitengebied 1994

ja

79

Knooppunt Kunderberg

 

17,0

18,0

2011

Bestemmingsplan Aansluiting A76/A79–Kunderberg

nee

Tabel 2 Naar verwachting vóór inwerkingtreding geprojecteerde delen van wegen als bedoeld in artikel 38, eerste lid

Projecten met een besluit naar verwachting voor inwerkingtreding Besluit geluid milieubeheer

Rijksweg

Van

Naar

Van km

Tot km

Jaar

(Deel van) project:

11.56 van overeenkomstige toepassing?

4

Knooppunt De Nieuwe Meer

Knooppunt Badhoevedorp

0,0

3,5

Q2 2012

Geluidplan A4 Badhoevedorp–Nieuwe Meer en A10 Nieuwe Meer–Amstel

nee

4

Knooppunt Badhoevedorp

 

3,2

6,8

Q2 2012

Omlegging A9 Badhoevedorp

nee

9

Omlegging Badhoevedorp

 

32,6

32,6

Q2 2012

Omlegging A9 Badhoevedorp

nee

9

Omlegging Badhoevedorp

 

nieuw

nieuw

Q2 2012

Omlegging A9 Badhoevedorp

nee

9

Omlegging Badhoevedorp

 

38,2

38,2

Q2 2012

Omlegging A9 Badhoevedorp

nee

10

Knooppunt De Nieuwe Meer

Knooppunt Amstel

16,5

20,9

Q2 2012

Geluidplan A4 Badhoevedorp–Nieuwe Meer en A10 Nieuwe Meer–Amstel

nee

12

Aansluiting Houten (Salto)

 

65,8

66,5

mrt. 2012

Inpassingsplan Verbindingsweg Houten–A12

nee

12

Veenendaal

Ede

91,6

110,4

Q2 2012

Verkeersbesluit A12 Veenendaal–Ede

nee

31

Traverse Harlingen

 

13,0

16,9

Q2 2012

N31 Traverse Harlingen

nee

33

Aansluiting. Assen-Zuid

Aansluiting Zuidbroek

5,7

44,3

Q2 2012

N33 Assen-Zuidbroek

nee

50

Arnhem-Noord

Beekbergen

183,1

203,2

Q2 2012

Verkeersbesluit A50 Arnhem-noord–Beekbergen

nee

Tabel 3 Geprojecteerde of recent gerealiseerde delen van spoorwegen als bedoeld in artikel 38, eerste lid

Project / Traject

Jaar besluit

Km van1

Km tot1

11.56 van overeen-komstige toepassing?

Betuweroute

1997

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Kortsluitroute

1997 / 2001

N.v.t.

N.v.t.

Nee

HSL-Zuid

1998

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Hanzelijn

2003

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Sloelijn

2004

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Vrije Kruising Transformatorweg Amsterdam

2010

N.v.t.

N.v.t.

Nee

SAAL Cluster C, Hoofddorp–Diemen

2010

N.v.t.

N.v.t.

Nee

SAAL Cluster A, Weesp–Lelystad

2011

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Vrije Kruising Amersfoort-West

2011

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Den Bosch (Sporen in Den Bosch)

2011

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Den Bosch (Zuid-Willemsvaart)

2009

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Havenspoorlijn excl. Rozenburg

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Zevenaar–grens

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Rozenburg (Calandbrug)

2010

22.000

24.000

Nee

Nijverdal Verdiept

2005

29.500

34.800

Nee

Spoorzone Delft

2006

67.665

70.595

Nee

Brug bij Akkrum

2007

148.850

149.612

Nee

Almelo Verdiept

2008

1.200

2.400

Nee

Hilversum

2009

28.030

28.800

Nee

Zevenaar–Winterswijk

2010

33.900

41.000

Nee

Amsterdam–Watergraafsmeer

2010

3.200 / 103.000

3.600 / 103.700

Nee

Oldenzaal–grens

2011

N.v.t.

N.v.t.

Nee

Zeeuwse Lijn

2011

0.500

54.100

Nee

Zuidbroek–Veendam

2011

14.800

21.600

Nee

Zwolle Spoort (Zwolle)

2011

2.030

3.920

Nee

1 Bij de tracébesluiten zijn geen kilometreringen gegeven, aangezien deze eenduidig blijken uit de tracébesluiten zelf. Voor de projecten met een kleinere scope zijn deze wel expliciet overgenomen uit de akoestische onderzoeken.

Bijlage 3. Behorende bij het Besluit geluid milieubeheer

Wegen en delen van wegen als bedoeld in artikel 38, vierde lid

Rijksweg

Hoofdrijbaan

Hectometer van

Hectometer tot

1

L

28,9

33,0

1

R

114,9

115,1

2

L

215,7

216,7

2

L

253,7

254,8

2

L

261,9

263,0

2

R

215,7

216,7

2

R

253,6

254,8

2

R

261,9

262,9

4

L

33,0

34,5

4

L

69,6

70,4

4

L

75,9

76,3

4

L

94,0

96,1

4

L

244,2

250,2

4

R

32,0

34,5

4

R

70,2

70,5

4

R

75,6

77,2

4

R

99,8

100,0

4

R

243,2

250,2

6

L

88,9

89,6

6

L

91,1

97,3

6

L

301,7

310,9

6

R

89,1

89,6

6

R

91,1

98,1

6

R

103,2

108,1

6

R

301,6

310,9

7

L

3,8

4,3

7

L

13,4

28,8

7

L

72,2

91,2

7

L

91,3

96,2

7

L

96,8

99,9

7

L

109,1

117,7

7

L

144,7

149,5

7

L

184,0

188,6

7

L

239,9

240,3

7

R

3,8

4,3

7

R

13,1

27,8

7

R

64,5

71,5

7

R

72,3

99,9

7

R

108,7

111,4

7

R

116,4

117,7

7

R

136,6

136,8

7

R

144,7

158,4

7

R

165,9

169,3

7

R

183,7

188,9

7

R

240,0

240,5

9

L

4,4

4,9

9

L

21,2

22,0

9

L

31,5

31,8

9

R

11,3

12,2

9

R

24,2

26,0

9

R

31,5

31,8

12

L

15,1

15,8

12

R

58,9

59,3

12

R

135,0

135,3

13

L

19,1

19,3

15

L

54,3

55,6

15

L

57,5

60,5

15

L

94,0

94,2

15

L

99,5

101,4

15

L

132,5

137,8

15

L

141,3

141,7

15

L

156,5

163,2

15

L

189,0

196,9

15

L

207,0

211,4

15

R

54,3

55,6

15

R

57,4

60,1

15

R

94,0

94,2

15

R

99,6

101,3

15

R

131,0

137,8

15

R

146,2

146,4

15

R

147,3

150,5

15

R

152,5

163,2

15

R

164,9

165,2

15

R

189,1

197,6

15

R

207,3

211,4

16

L

45,3

45,5

17

L

29,6

30,5

20

L

10,1

10,5

27

L

64,0

64,3

27

L

67,2

67,5

27

R

64,0

64,3

27

R

92,4

94,6

27

R

95,5

97,8

28

L

62,0

84,4

28

L

199,0

200,2

28

R

0,0

3,7

28

R

62,0

67,1

28

R

199,3

200,2

29

L

9,9

10,1

29

L

13,4

13,7

29

R

9,9

10,9

31

R

30,9

36,1

32

L

24,5

29,7

32

L

69,4

69,6

32

R

24,5

29,7

32

R

69,4

69,6

44

L

0,2

1,6

44

R

21,4

21,6

50

L

140,3

151,0

50

L

152,0

153,2

50

R

140,3

151,0

50

R

152,0

155,2

50

R

169,8

170,3

50

R

230,6

236,0

50

R

236,3

239,5

58

L

103,7

103,9

58

L

153,9

160,8

58

R

103,7

104,3

58

R

134,6

139,5

58

R

162,2

162,9

58

R

163,3

166,3

58

R

166,4

168,7

59

L

88,2

88,7

59

L

102,8

103,2

59

R

66,1

66,8

59

R

102,1

102,7

65

R

4,3

4,5

73

L

93,6

97,5

73

R

93,6

97,5

76

L

0,1

0,3

76

L

23,8

27,1

76

R

0,1

0,3

76

R

23,2

27,1

77

L

1,1

5,4

77

L

6,0

6,8

77

L

7,2

10,1

77

R

1,6

5,4

77

R

6,2

6,8

77

R

7,2

10,1

79

L

0,1

17,5

79

R

0,0

17,5

200

L

6,7

11,8

200

R

10,5

10,7

200

R

11,5

11,8

205

R

3,3

4,1

Bijlage 4. Behorende bij het Besluit geluid milieubeheer

Wegen en spoorwegen als bedoeld in artikel 11.57, onderdeel c, van de wet

Wegen

Traject

Van hm

Van hm

A12

Knooppunt Oudenrijn–Knooppunt Lunetten

57,2

63,2

N33

Noordbroek–Siddeburen

48,4

49,4

N36

Vriezenveen–Westerhaar

16,5

20,7

A59

Zeelandbrug–Bruinisse

17,4

23,3

A59

Bruinisse–Philipsdam

26,7

28,0

N99

Breezand–Van Ewijcksluis

3,2

8,9

N35

Zwolle–Heino Noord

4,8

12,6

N35

Raalte–N348

17,8

21,3

Spoorwegen

Van km

Tot km

Velperbroek Aansluiting–Zevenaar

100,662

103,52

Amsterdam Duivendrecht–Amsterdam Riekerpolder

155,301

157,09

Tilburg–Vught Aansluiting

3,213

4,284

Amsterdam Duivendrecht–Amsterdam Riekerpolder

152,942

153,752

Zevenaar–Zevenaar Grens

110,294

110,776

Woerden

21,315

21,797

Winsum–Roodeschool

7,914

8,338

Amsterdam Duivendrecht–Amsterdam Riekerpolder

154,89

155,294

Amsterdam Duivendrecht–Amsterdam Riekerpolder

152,26

152,615

Winsum–Roodeschool

19,965

20,286

Amsterdam Duivendrecht

0,673

0,963

’s Hertogenbosch–Nijmegen

28,529

28,817

Velperbroek Aansluiting–Zevenaar

104,729

104,992

Zevenaar–Zevenaar Grens

109,252

109,506

Sauwerd–Winsum

4,818

5,036

Zevenaar

602,374

602,571

Roosendaal–Breda

20,393

20,583

Haarlem–Santpoort Noord

2,275

2,462

Rotterdam Kleiweg–Rotterdam Westelijke Splitsing

53,329

53,506

Amsterdam Duivendrecht

149,551

149,706

Winsum–Roodeschool

12,385

12,51

’s Hertogenbosch

47,544

47,654

Hengelo–Oldenzaal Grens

26,069

26,174

Zevenaar

603,734

603,836

Bijlage 5. Behorende bij het Besluit geluid milieubeheer

Saneringsprojecten als bedoeld in artikel XI, eerste lid, onderdeel e, van de Invoeringswet geluidproductieplafonds

Saneringsprojecten vanwege rijkswegen

Gemeente

Naam project

Locatie

Amersfoort

A28

Scherm Arnhemseweg-Heiligenbergweg, lengte 1.320 meter

Scherm vanaf Jaagpad, lengte 530 meter

   

Someren

A67, dorpskern Lierop

Af te stemmen met afscherming ivm reconstructie A67

Vught

N65

Scherm A, ZO van N65 ter plaatse van Kunstwerk Taalstraat

   

Scherm C, NW van N65, Taalstraat–tunnelbak

   

Scherm D, ZO van N65, kruising Helvoirtseweg/J.F. Kennedylaan–tunnelbak

   

Scherm E, NW van N65, kruising Helvoirtseweg/J.F. Kennedylaan–tunnelbak

Werkendam

A27 Hank-Oostzijde

Napoleonweg / Jachtlaan

Saneringsprojecten vanwege spoorwegen

Gemeente

Naam project

Trajectaanduiding

Bussum

Spoorsanering Bussum

Traject 371, kilometer 21.900–24.400

Capelle a/d ijssel

Schollevaar

Traject 600

Deurne

Spoorsanering Deurne

Traject 790

Deventer

NaNOV Deventer 1 en 5

Traject 140

Diemen

Diemen

Traject 369 en 374

Duiven

Gevelisolatie 17 woningen: Beerenclaauwstraat 11, 13, 21, 23 en 25, Engeveldsestraat 1, 2, 3 en 4, Helhoek 1, 2, 3 en 4, Kamerstraat 2, Parallelweg 5 en 25 en Vergertlaan 11.

Traject 237

Haarlemmerliede

Halfweg

Traject 400, kilometer 8.300–9.700

Haren

Glimmen

Traject 86, 58 en 57, kilometer 69.930–71.450 en kilometer 66.190–68.500

Heeze-Leende

Fase 3

Traject 800, kilometer 7.404–16.803

Heiloo

Spoorlijn Alkmaar-Uitgeest

Traject 430, kilometer 45.500–48.000

Hillegom

 Parallelweg

Traject 500, kilometer 27.955 tot kilometer 28.810

Hilversum

Hilversum, railverkeerslawaai

Traject 360, 370 en 371

Houten

A’dam Rijnkanaal-Lek

Traject 729, kilometer 11.645–12.560

Langedijk

St Pancras

Traject 460

Leidschendam-Voorburg

Den Haag Laan van NOI

Traject 545, 546, 547 en 548

Maastricht

Maastricht nieuw

Traject 843 en 845, kilometer 1.500–2.600 en kilometer 27.700–28.400

Meerssen

Meerssen

Traject 841, kilometer 5.500–9.900

Middelburg

Gevelmaatregelen, Stationsplein en Prins Bernhardstraat 2

Traject 663

Mook en Middelaar

Gevelisolatie Maasdijk 7

Traject 760

Nunspeet

Molijnstraat e.o.

Traject 253, kilometer 61.370–62.160

Oosterhout

Verspreid liggende woningen

Traject 650

Rijssen

NaNOV Rijssen 2 en 4

Traject 140

Soest

Gevelisolatie 6 woningen: Peter van Bremerweg 15, 17, 19a, 19b, 23, A.P. Hillhorstweg 5

Traject 375

Steenwijk

Oostwijken en De Gagels

Traject 40

Stein

Stein

Traject 841

Tegelen

Populierenstraat

Traject 810, cluster rondom kilometer 66.600

Tegelen

Aerdberg

Traject 810, cluster rondom kilometer 64.700

Wierden

NaNOV

Traject 140 en 141

Zaanstad

Wormerveer

Traject 411, kilometer 65.440–66.390

Zaltbommel

Stationsstraat 102–106

Traject 731

Zeist

Zeist II

kilometer 11.706–11.917

Zwolle

Pierik

Traject 90