Artikel 1. Type overtredingen
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
Artikel 2. Boete- en tarieflijst
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
In tabel 1 van bijlage 1 van deze beleidsregel is voor elk artikel of artikellid of onderdeel waarvoor een
bestuurlijke boete kan worden opgelegd op grond van artikel 25, derde lid, van het Brzo 1999, aangegeven welk type overtreding het betreft.
Tevens is in tabel 1 van bijlage 1 van deze beleidsregel voor elk artikel of artikellid of onderdeel waarvoor een bestuurlijke
boete kan worden opgelegd op grond van artikel 25, derde lid, van het Brzo 1999, een boetenormbedrag opgenomen. Met uitzondering van artikel 5, eerste en derde lid en artikel 22, eerste lid, van het Brzo 1999 worden de in de tabel 1 van bijlage 1 van deze beleidsregel opgenomen boetenormbedragen
als uitgangspunt gehanteerd voor de verdere boeteberekening. Voor artikel 5, eerste
en derde lid en artikel 22, eerste lid, van het Brzo 1999 zijn in tabel 2 van bijlage 2 van deze beleidsregel boetenormbedragen opgenomen die als uitgangspunt voor de verdere
boeteberekening worden gehanteerd.
Artikel 3. Boetesom
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, in geval
er sprake is van meer dan één overtreding, uit de som van de per overtreding berekende
boetebedragen.
Artikel 4. Evenredigheid
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
Artikel 5. (verminderde) verwijtbaarheid
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
Bij de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete kunnen, in het geval er sprake
is van een overtreding die door een handeling van een persoon is begaan, één of meer
van de volgende factoren aan de orde zijn die achtereenvolgens leiden tot verlaging
van het boetebedrag:
-
1°. indien de overtreder aantoont dat hij de risico’s ten aanzien waarvan de overtreding
zich heeft voorgedaan voldoende heeft geïnventariseerd en op grond daarvan een veilige
werkwijze heeft ontwikkeld, de benodigde maatregelen heeft getroffen en een kenbaar
en voldoende preventiebeleid heeft, wordt de bestuurlijke boete met een derde gematigd;
-
2°. indien de overtreder bovendien aantoont dat hij voldoende instructies heeft gegeven,
wordt de bestuurlijke boete met nog een derde gematigd;
-
3°. indien de overtreder bovendien aantoont dat hij adequaat toezicht heeft gehouden,
wordt geen bestuurlijke boete opgelegd.
Artikel 6. Het vaststellen van recidive
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
-
1 Er is sprake van recidive als dezelfde overtreding of een soortgelijke overtreding
van hetzelfde artikel, artikellid of onderdeel van een artikel of artikellid als bedoeld
in artikel 25, derde lid, van het Brzo 1999, aan de orde is. Het te hanteren boetenormbedrag van de op te leggen bestuurlijke
boete moet binnen dezelfde boetecategorie vallen als het gehanteerde boetenormbedrag
van de eerdere onherroepelijke boete. De boetecategorieën voor het bepalen van recidive
van overtredingen zijn:
Artikel 7. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.
Artikel 8. Citeertitel
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel boeteoplegging Brzo 1999.
Bijlage 1. Algemene boete- en tarieflijst, als bedoeld in artikel 2 van de Beleidsregel boeteoplegging Brzo 1999
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
In tabel 1 staan voor de artikelen die volgens artikel 25, derde lid van het Brzo 1999 bestuurlijk beboetbaar zijn, welk type overtreding het betreft en het boetenormbedrag
van elk artikel, lid of onderdeel. ODB staat voor een overtreding waarvoor direct
een boete volgt en OO voor een overige overtreding.
De in tabel 1 gegeven boetenormbedragen voor de artikelen 5, eerste en derde lid, en 22, eerste lid, van het Brzo 1999 worden verder aangepast in bijlage 2. Deze in bijlage 2 gegeven boetenormbedragen worden gebruikt voor de verdere boeteberekening
voor die artikelen.
Tabel 1 Algemene boete- en tarieflijst per artikel, lid en onderdeel van het Brzo
1999
Artikel
|
Lid
|
Onderdeel
|
Boetenormbedrag
|
Type overtreding
|
3
|
2
|
|
€200.000,-
|
OO
|
5
|
1
|
|
€200.000,-
|
ODB1
|
|
2
|
|
€50.000,-
|
OO
|
|
3
|
|
2
|
|
|
3
|
Bijlage II - a
|
€100.000,-
|
OO
|
|
3
|
Bijlage II - b
|
€100.000,-
|
OO
|
|
3
|
Bijlage II - c
|
€200.000,-
|
OO
|
|
3
|
Bijlage II - d
|
€200.000,-
|
OO
|
|
3
|
Bijlage II - e
|
€100.000,-
|
OO
|
|
3
|
Bijlage II - f
|
€100.000,-
|
OO
|
|
3
|
Bijlage II - g
|
€50.000,-
|
OO
|
|
3
|
Bijlage II - h
|
€50.000,-
|
OO
|
|
4
|
|
€200.000,-
|
ODB
|
6
|
1
|
b
|
€25.000,-
|
ODB
|
|
|
c
|
€25.000,-
|
ODB
|
|
|
d
|
€25.000,-
|
ODB
|
7
|
3
|
|
€200.000,-
|
ODB
|
9
|
|
|
€100.000,-
|
ODB
|
10
|
1
|
|
€200.000,-
|
ODB
|
|
1
|
Bijlage III - m
|
€25.000,-
|
OO
|
|
1
|
Bijlage III - b, h, j
|
€50.000,-
|
OO
|
|
1
|
Bijlage III - c, d, h, i, j, p
|
€100.000,-
|
OO
|
|
1
|
Bijlage III - a, e, f, k, l, q, n
|
€200.000,-
|
OO
|
13
|
2
|
|
€200.000,-
|
OO
|
|
3
|
|
€100.000,-
|
OO
|
14
|
1
|
|
€100.000,-
|
OO
|
|
2
|
|
€100.000,-
|
OO
|
16
|
5
|
|
€25.000,-
|
OO
|
21
|
1
|
|
€50.000,-
|
OO
|
22
|
1
|
|
€200.000,-
|
OO
|
|
2
|
|
€200.000,-
|
OO
|
|
3
|
|
€200.000,-
|
OO
|
|
4
|
|
€200.000,-
|
OO
|
1 De overtreding zal een ODB zijn als er sprake is van een stillegging als bedoeld
in artikel 28 Arbeidsomstandighedenwet en er in overleg met het Openbaar Ministerie
wordt gekozen om geen proces verbaal op te maken maar een bestuurlijke boete op te
leggen.
2 Een overtreding van artikel 5, derde lid, heeft geen afzonderlijk boetenormbedrag
aangezien dit opgebouwd is uit de afzonderlijke onderdelen van bijlage II.
[Regeling vervallen per 08-07-2015]
Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 25, derde lid, van het Brzo 1999, wordt voor overtredingen van de artikelen 5, eerste en derde lid, en 22, eerste lid, van het Brzo 1999 eerst onderstaande beoordelingssystematiek toegepast op het in bijlage 1 van deze beleidsregel gegeven boetenormbedrag. De in tabel 2 van deze bijlage van
deze beleidsregel opgenomen bedragen zijn de nieuwe boetenormbedragen die voor de
verdere berekening van de bestuurlijke boete worden gebruikt.
De beoordelingssystematiek is van toepassing op het beoordelen van technische en organisatorische
maatregelen die de kans op een zwaar ongeval en de mogelijke gevolgen beperken of
wegnemen. Het veiligheidsbeheersysteem als gegeven in artikel 5, derde lid, van het Brzo 1999 en het interne noodplan als gegeven in artikel 22, eerste lid, van het Brzo 1999 worden op dezelfde manier beoordeeld. De beoordelingsystematiek is op drie aspecten
gestoeld:
-
1. Gedocumenteerd:
Er is sprake van een deugdelijke en volledige beschrijving:
Deugdelijk betekent helder, inzichtelijk, goed leesbaar en actueel;
Volledig betekent dat alle relevante aspecten zijn benoemd.
-
2. Geschikt: Technische onderdelen voldoen aan de stand van de techniek, voor zover die
redelijkerwijze te verlangen is, en zijn passend voor de aangetroffen situatie. Organisatorische
en procedurele onderdelen en systeemverplichtingen voldoen aan de stand van de wetenschap
en zijn eveneens passend. Geïmplementeerd: Er wordt gewerkt zoals beschreven is. Er
is sprake van een goed functionerende managementloop, verbeteractiviteiten op alle
onderdelen zijn structureel en onlosmakelijk aan de bedrijfsvoering verbonden.
Indien de toezichthouder overeenkomstig het handhavingsbeleid van een overtreding
een boeterapport wil opmaken, zal hij voor de in die overtreding aan de orde zijnde
verkeerde, ontbrekende of onvolledige maatregel of systeemverplichting een beoordeling
opstellen op één of meer van de bovenstaande aspecten. De maatregel of systeemverplichting
wordt beoordeeld op minimaal één van de 3 bovenstaande aspecten (geïmplementeerd,
geschikt en gedocumenteerd) waarbij de toezichthouder per aspect dit waardeert met
een oordeel goed, redelijk, matig of slecht. Bij het oordeel slecht of matig wordt
aan de beoordeling een waarde gekoppeld als gegeven in tabel 1 van deze bijlage van
deze beleidsregel 2. Aspecten die niet beoordeeld zijn, krijgen een waarde van 0 toegekend.
De waarde van alle drie de aspecten wordt bij elkaar opgeteld en door 16 gedeeld.
16 is de maximale uitkomst namelijk 3x slecht (2 + 6 + 8). De uitkomst is de correctiefactor
waarmee de boetenormbedragen voor de artikelen 5, eerste en derde lid, en 22, eerste lid, van het Brzo 1999 worden gecorrigeerd.
Er kan meer dan een maatregel volgens deze systematiek beoordeeld worden die samen
dé overtreding van het betreffende artikellid vormen. In dat geval worden de volgens
deze systematiek gecorrigeerde boetenormbedragen bij elkaar opgeteld.
Tabel 1 Beoordelingsystematiek
Aspect
|
Beoordeling
|
Waarde
|
Gedocumenteerd
|
Matig
|
1
|
|
Slecht
|
2
|
Geschikt
|
Matig
|
3
|
|
Slecht
|
6
|
Geïmplementeerd
|
Matig
|
4
|
|
Slecht
|
8
|
In onderstaande tabel 2 van deze bijlage van deze beleidsregel zijn voor elke mogelijke
uitkomst de te hanteren boetenormbedragen voor deze artikelen gegeven.
Tabel 2 Tarieflijst artikelen 5, eerste en derde lid en 22, eerste lid van het Brzo
1999
Uitkomst
|
Boetenormbedrag €50.000
|
Boetenormbedrag €100.000
|
Boetenormbedrag €200.000
|
1
|
€3.125,-
|
€6.250,-
|
€12.500,-
|
2
|
€6.250,-
|
€12.500,-
|
€25.000,-
|
3
|
€9.375,-
|
€18.750,-
|
€37.500,-
|
4
|
€12.500,-
|
€25.000,-
|
€50.000,-
|
5
|
€15.625,-
|
€31.250,-
|
€62.500,-
|
6
|
€18.750,-
|
€37.500,-
|
€75.000,-
|
7
|
€21.875,-
|
€43.750,-
|
€87.500,-
|
8
|
€25.000,-
|
€50.000,-
|
€100.000,-
|
9
|
€28.125,-
|
€56.250,-
|
€112.500,-
|
10
|
€31.250,-
|
€62.500,-
|
€125.000,-
|
11
|
€34.375,-
|
€68.750,-
|
€137.500,-
|
12
|
€37.500,-
|
€75.000,-
|
€150.000,-
|
13
|
€40.625,-
|
€81.250,-
|
€162.500,-
|
14
|
€43.750,-
|
€87.500,-
|
€175.000,-
|
15
|
€46.875,-
|
€93.750,-
|
€187.500,-
|
16
|
€50.000,-
|
€100.000,-
|
€200.000,-
|