-
a. de African Management Services Company, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de African Management
Services Company betreffende privileges en immuniteiten van het personeel van de African
Management Services Company en hun gezinsleden (Trb. 2005, 306);
-
b. de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom, bedoeld in de zetelovereenkomst voor de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele
Eigendom (Trb. 2007, nr. 202);
-
c. de Europese Octrooiorganisatie, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Octrooiorganisatie
betreffende privileges en immuniteiten van het personeel van de Europese Octrooiorganisatie
en hun gezinsleden (Trb. 2005, 330);
-
d. de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Organisatie
voor de veiligheid van de luchtvaart (EUROCONTROL) betreffende privileges en immuniteiten
van het personeel van EUROCONTROL en hun gezinsleden (Trb. 2006, 187);
-
e. de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Haagse Conferentie
voor Internationaal Privaatrecht betreffende privileges en immuniteiten van het personeel
van de Haagse Conferentie en hun gezinsleden (Trb. 2006, 121);
-
f. de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden te Den Haag en de functionarissen van de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden,
bedoeld in artikel 1, eerste lid aanhef en onder d, van de Wet HCNM, en bedoeld in
het Besluit HCNM;
-
g. de NATO Consultation, Command and Control Agency (NCIA);bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Noordatlantische
Verdragsorganisatie betreffende de voorrechten en immuniteiten van de NATO Consultation,
Command and Control Agency (Trb. 2004, 5);
-
h. de Noordatlantische Verdragsorganisatie, bedoeld in het Protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren,
ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag (Trb. 1953, 11);
-
i. de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Organisatie voor
het Verbod van Chemische Wapens betreffende de zetel van de OVCW, met Afzonderlijke
Regeling (Trb. 1997, 114);
-
j. de United Nations Educational, Scientific and Cultural organisation concerning the ITC-UNESCO
Centre for Integrated Surveys, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de United Nations
Educational, Scientific and Cultural organisation betreffende the ITC-UNESCO Centre
for Integrated Surveys betreffende privileges en immuniteiten van het personeel van
de ITC-UNESCO en hun gezinsleden (Trb. 2005, 319);
-
k.
Eurojust als bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Eurojust betreffende
privileges en immuniteiten van het personeel van Eurojust en hun gezinsleden (Trb. 2005, 315);
-
l.
Europol als bedoeld in het protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol,
de leden van zijn organen, zijn adjunct-directeuren en zijn personeelsleden (Trb. 2008, 21);
-
m. het Common Fund for Commodities, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Common Fund
for Commodities betreffende privileges en immuniteiten van het personeel van het Common
Fund for Commodities en hun gezinsleden (Trb. 2005, 307);
-
n. het Europees Ruimte Agentschap, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Europees Ruimte
Agentschap inzake het Europees Centrum voor onderzoek en technologie-ontwikkeling
op ruimtevaartgebied (Trb. 2008, 33);
-
o. het Gemeenschappelijk Onderzoekscentrum van de Europese Commissie, Instituut voor Energie
en Transport, bedoeld in het besluit van 4 december 2013, kenmerk IFZ/2013/798, betreffende de
eenzijdige toekenning van fiscale privileges aan het Gemeenschappelijk Onderzoekscentrum
van de Europese Commissie;
-
p. het Internationaal Tribunaal voor Rwanda, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal
Tribunaal voor Rwanda betreffende privileges en immuniteiten van het personeel van
het International Criminal Tribunal for Rwanda en hun gezinsleden (Trb. 2005, 317);
-
q. het International Criminal Tribunal for the Former Yugoslavia, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het International
Criminal Tribunal for the Former Yugoslavia (ICTY) betreffende privileges en immuniteiten
van het personeel van het International Criminal Tribunal for the Former Yugoslavia
(ICTY) en hun gezinsleden (Trb. 2005, 331);
-
r. de Internationale Organisatie voor Migratie, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale
Organisatie voor Migratie inzake de juridische status, de privileges en immuniteiten
van de Organisatie en haar medewerkers in Nederland (Trb. 2012, 73);
-
s. de Internationale Organisatie voor Ontwikkelingsrecht, bedoeld in het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale
Organisatie voor Ontwikkelingsrecht (Trb. 2014, 7);
-
t. het Internationale Hof van Justitie, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Handvest van de Verenigde Naties (Trb. 1987, 113);
-
u. de International Institute for Democracy and Electoral Assistance, bedoeld in het gastlandverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het International
Institute for Democracy and Electoral Assistance betreffende privileges en immuniteiten
van het het International Institute for Democracy and Electoral Assistance en personeel
(Trb. 2012, 157);
-
v. het Internationale Strafhof, bedoeld in het zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Koninkrijk
der Nederlanden (Trb. 2007, 125);
-
w. het Iran-United States, Claimes Tribunal, bedoeld in de briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en de President van het ‘Iran-United States, Claimes Tribunal’ inzake het toekennen
van voorrechten aan het Tribunaal (Trb. 1988, 25);
-
x. het NATO Airborne Early Warning and Contol Programme Manegement Agency (NAPMA), bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Noord Atlantische
Verdragsorganisatie (NAVO) betreffende de privileges en immuniteiten van het personeel
van het NATO Airborne Early Warning and Contol Programme Management Agency (NAPMA)
en hun gezinsleden (Trb. 2006, 228);
-
y. het Permanente Hof van Arbitrage, bedoeld in het verdrag inzake de zetel van het Permanente Hof van Arbitrage (Trb. 1999, 68);
-
z. het Speciale Hof voor Sierra Leone, bedoeld in het zetelverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Speciale
Hof voor Sierra Leone (Trb. 2006, 131);
-
aa. het Speciale Tribunaal voor Libanon, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties
betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon (Trb. 2007, 228);
-
ab. het Technical Centre for Agricultural and Rural Co-operation, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Technical Centre
for Agricultural and Rural Co-operation betreffende privileges en immuniteiten van
het personeel van het Technical Centre for Agricultural and Rural Co-operation en
hun gezinsleden (Trb. 2005, 314);
-
ac. het UNESCO-instituut voor wateropleiding, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het UNESCO-instituut
voor wateropleiding betreffende privileges en immuniteiten van het personeel van het
UNESCO-IHE en hun gezinsleden (Trb. 2005, 320);
-
ad. het United Nations University Institute for New technologies, bedoeld in het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het United Nations
University Institute for New technologies betreffende privileges en immuniteiten van
het personeel van het United Nations University Institute for New technologies en
hun gezinsleden (Trb. 2005, 313);
-
ae. de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie, bedoeld in het besluit van 4 december 2013, kenmerk IFZ/2013/799, betreffende de
eenzijdige toekenning van fiscale privileges aan de Vertegenwoordiging van de Europese
Commissie;
-
af. het Voorlichtingsbureau van het Europees Parlement, bedoeld in het besluit van 4 december 2013, kenmerk IFZ/2013/800, betreffende de
eenzijdige toekenning van fiscale privileges aan het Voorlichtingsbureau van het Europees
Parlement.