|
Wet luchtvaart (Wlv)
|
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 200
|
een luchtvaartuig bedienen zonder daarvoor geldig bewijs van bevoegdheid of bewijs
van gelijkstelling (document is niet langer dan één jaar verlopen)
|
2.1,eerste lid Wlv
|
|
71
|
71
|
45
|
23
|
|
*
|
L 201
|
een luchtvaartuig bedienen zonder daarvoor geldig bewijs van bevoegdheid of bewijs
van gelijkstelling (geen document of document is langer dan één jaar verlopen)
|
2.1,eerste lid Wlv
|
dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
O
|
L 202
|
een Nederlands burgerluchtvaartuig bedienen zonder een Nederlands of door erkende
autoriteit afgegeven bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (document
is niet langer dan één jaar verlopen)
|
2.1, tweede lid onder a of b Wlv
|
|
71
|
71
|
45
|
23
|
|
*
|
L 203
|
een Nederlands burgerluchtvaartuig bedienen zonder een Nederlands of door (JAA) erkende
autoriteit afgegegeven bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling (geen document
of document is langer dan één jaar verlopen) (JAA = Joint Aviation Authorities)
|
2.1, tweede lid onder a of b Wlv
|
dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
O
|
L 204
|
in het logboek onjuiste gegevens of onjuiste aantekeningen opnemen, doen opnemen of
toelaten dat zij daarin worden opgenomen;
|
2.10, eerste lid onder a Wlv
|
|
23
|
23
|
12
|
6
|
|
O
|
L 205
|
het logboek beschadigen of vernietigen, doen beschadigen of vernietigen dan wel toelaten,
dat het wordt beschadigd of vernietigd
|
2,10, eerste lid onder b Wlv
|
|
23
|
23
|
12
|
6
|
|
O
|
L 206
|
als eigenaar of houder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig
nationaliteits- en inschrijvingskenmerk
|
3.1, eerste lid Wlv
|
|
71
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 207
|
als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig nationaliteits-
en inschrijvingskenmerk
|
3.1, eerste lid Wlv
|
|
45
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 208
|
als eigenaar of houder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig
bewijs van inschrijving
|
3.1, eerste lid Wlv
|
|
71
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 209
|
als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat niet is voorzien van een geldig bewijs
van inschrijving
|
3.1, eerste lid Wlv
|
|
45
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 210
|
als eigenaar of houder op een luchtvaartuig een ander kenmerk aanbrengen dan het nationaliteits-
en inschrijvingskenmerk
|
3.1, tweede lid onder a Wlv
|
|
71
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 211
|
op een luchtvaartuig een ander kenmerk aanbrengen dan het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk
|
3.1, tweede lid onder a Wlv
|
|
45
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 212
|
als eigenaar of houder een luchtvaartuig gebruiken dan wel doen of laten gebruiken
dat is voorzien van een vals nationaliteits- en inschrijvingskenmerk
|
3.1, tweede lid onder b Wlv
|
|
71
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 213
|
als gezagvoerder een luchtvaartuig gebruiken dat is voorzien van een vals nationaliteits-
en inschrijvingskenmerk
|
3.1, tweede lid onder b Wlv
|
|
45
|
45
|
23
|
12
|
|
*
|
L 214
|
een vlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat niet luchtwaardig is
|
3.8, eerste lid onder a Wlv
|
dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
*
|
L 215
|
een vlucht uitvoeren met een luchtvaartuig dat niet voorzien is van een geldig bewijs
van luchtwaardigheid
|
3.8, eerste lid onder b Wlv
|
dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
*
|
L 216
|
handelen in strijd met de voorschriften of beperkingen van een bewijs van luchtwaardigheid
|
3.13, vierde lid Wlv
|
dagvaarden ivm ontzegging (misdrijf)
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
O
|
L 217
|
een vlucht uitvoeren met een burgerluchtvaartuig dat niet is voorzien van een geldig
voor dat luchtvaartuig afgegeven geluidscertificaat of passende verklaring
|
3.19a, eerste lid onder b Wlv
|
|
115
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 218
|
als houder van een Nederlands burgerluchtvaartuig er niet op toezien dat het luchtvaartuig
zijn luchtwaardigheid behoudt
|
3.22 eerste lid onder a Wlv
|
|
115
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 219
|
als houder van een Nederlands burgerluchtvaartuig dat is voorzien van een voortstuwingsinstallatie
er niet op toezien dat het luchtvaartuig blijft voldoen aan de geldende geluidseisen
|
3.22 tweede lid onder a Wlv
|
|
115
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 220
|
als gezagvoerder van een burgerluchtvaartuig niet de in de Regeling boorddocumenten
luchtvaart genoemde documenten meevoeren
|
4.8 Wlv
|
|
23
|
23
|
12
|
6
|
|
O
|
L 221
|
een vlucht uitvoeren zonder dat een gezagvoerder is aangewezen
|
5.6 Wlv
|
|
45
|
23
|
12
|
6
|
|
O
|
L 222
|
als gezagvoerder niet voor aanvang van iedere vlucht kennis nemen van alle gegevens
en inlichtingen die voor de uitvoering van de vlucht van belang zijn
|
5.8 Wlv
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 223
|
geen vliegplan indienen voor aanvang van de vlucht waaraan luchtverkeersleidingsdiensten
worden verleend
|
5.9 eerste lid Wlv
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 224
|
zonder klaring een vlucht aanvangen waaraan luchtverkeersleidingsdiensten worden verleend
of een gedeelte daarvan uitvoeren
|
5.9 tweede lid Wlv
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 225
|
als gezagvoerder de voorwaarden van de klaring niet nakomen
|
5.9 derde lid Wlv
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 226
|
niet op eerste vordering een bewijs van bevoegdheid, een bewijs van gelijkstelling
of een medische verklaring behoorlijk ter inzage afgeven
|
11.4, eerste lid Wlv
|
|
12
|
12
|
6
|
6
|
|
O
|
L 227
|
als lid van het cabinepersoneel niet op eerste vordering medewerking verlenen aan
voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht
|
11.4, tweede lid Wlv
|
|
6
|
6
|
6
|
|
|
O
|
L 228
|
als lid van het cockpitpersoneel niet op eerste vordering medewerking verlenen aan
voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht
|
11.4, tweede lid Wlv
|
|
23
|
23
|
12
|
6
|
|
O
|
L 229
|
als luchtverkeersdienstverlener (luchtverkeersleider) niet op eerste vordering medewerking
verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht
|
11.4, tweede lid ivm 11.8a Wlv
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 230
|
als luchtverkeersdienstverlener (AFIS) niet op eerste vordering medewerking verlenen
aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht
|
11.4, tweede lid ivm 11.8a Wlv
|
|
|
|
|
|
12
|
O
|
L 231
|
als luchtverkeersdienstverlener (advies of inlichtingen tijdens de vlucht) niet op
eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht
|
11.4, tweede lid ivm 11.8a Wlv
|
|
|
|
|
|
6
|
O
|
L 232
|
als bedienaar van een grondstation of een mobiel station in de luchtvaart-mobiele
band niet op eerste vordering medewerking verlenen aan voorlopig onderzoek van uitgeademde
lucht
|
11.4, tweede lid ivm 11.8a Wlv
|
|
|
|
|
|
6
|
|
Luchtvaartwet (LVW)
|
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 250
|
met een luchtvaartuig opstijgen anders dan van een luchtvaartterrein
|
14 eerste lid onder a LVW
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
12
|
O
|
L 251
|
een luchtvaartuig doen opstijgen anders dan van een luchtvaartterrein
|
14 eerste lid onder a LVW
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
12
|
O
|
L 252
|
met een luchtvaartuig landen anders dan op een luchtvaartterrein
|
14 eerste lid onder b LVW
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
12
|
O
|
L 253
|
een luchtvaartuig doen landen anders dan op een luchtvaartterrein
|
14 eerste lid onder b LVW
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
12
|
O
|
L 254
|
buiten de voorgeschreven dagen en tijdstippen een luchtvaartterrein gebruiken
|
34 lid 1 LVW jo. Besl. Aanwijz. luchtvaart-terrein
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 255
|
circuit-, oefen-, proef- en lesvluchten uitvoeren zonder toestemming van de exploitant
van het luchtvaartterrein
|
34 lid 1 LVW jo. Besl. Aanwijz. Luchtvaart-terrein
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 256
|
niet de voorgeschreven baan gebruiken bij het doen opstijgen van een zweefvliegtuig
met behulp van een sleepvliegtuig, dan wel bij het opstijgen van een motorsleepvliegtuig
|
34 lid 1 LVW jo. Besl. Aanw. Luchtvaart-terrein
|
|
|
|
23
|
12
|
|
O
|
L 257
|
het maximum aantal bewegingen overschrijden
|
34 lid 1 LVW jo. Besl. Aanwijz. Luchtvaartterrein
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
|
Luchtverkeersreglement (LVR)
|
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 300
|
tijdens de vlucht voorwerpen of stoffen verwijderen
|
13 LVR
|
|
|
|
45
|
23
|
|
O
|
L 301
|
tijdens de vlucht luchtvaartuigen of andere voorwerpen slepen
|
14 LVR
|
|
|
|
23
|
12
|
|
O
|
L 303
|
niet uitwijken naar rechts indien een ander luchtvaartuig wordt ingehaald
|
21 LVR
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
|
O
|
L 304
|
geen voorrang verlenen aan luchtvaartuig dat bezig is te landen of zich bevindt in
de laatste naderingsfase voor de landing
|
22 LVR
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
|
*
|
L 305
|
geen voorrang verlenen aan luchtvaartuig dat bezig is te landen of zich bevindt in
de laatste naderingsfase voor de landing
|
22 LVR
|
Alleen van toepassing bij gevaar; dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
O
|
L 306
|
geen voorrang verlenen aan een zich lager bevindend luchtvaartuig, dat ook bezig is
te landen
|
23 LVR
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
|
*
|
L 307
|
geen voorrang verlenen aan een zich lager bevindend luchtvaartuig, dat ook bezig is
te landen
|
23 LVR
|
Alleen van toepassing bij gevaar; dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
O
|
L 308
|
op of in nabijheid van luchtvaartterrein het door luchtvaartuigen gevormde luchtverkeerscircuit
niet volgen dan wel vermijden
|
27, eerste lid onder b LVR
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
|
O
|
L 309
|
op of in nabijheid van luchtvaartterrein bij het invoegen in het luchtverkeerscircuit
andere luchtvaartuigen die het luchtverkeerscircuit volgen hinderen
|
27, eerste lid onder c LVR
|
|
*
|
*
|
71
|
45
|
|
*
|
L 310
|
op of in nabijheid van luchtvaartterrein bij het invoegen in het luchtverkeerscircuit
andere luchtvaartuigen die het luchtverkeerscircuit volgen hinderen
|
27, eerste lid onder c LVR
|
Alleen van toepassing bij gevaar; dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
O
|
L 311
|
op of in nabijheid van luchtvaartterrein de bocht niet naar links maken tijdens het
aanvliegen voor een landing en na het opstijgen
|
27, eerste lid onder d LVR
|
|
*
|
*
|
23
|
12
|
|
O
|
L 312
|
geen vliegplan indienen voor aanvang van een IFR vlucht binnen lucht-verkeersdienstverleningsgebieden
F of G
|
31, eerste lid onder a LVR
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 313
|
geen vliegplan indienen voor aanvang van een internationale VFR-vlucht
|
31, eerste lid onder d LVR
|
|
*
|
*
|
23
|
12
|
|
O
|
L 314
|
tijdens een gecontroleerde vlucht niet op de voorgeschreven wijze de positie melden
|
36 LVR
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 315
|
tijdens een gecontroleerde vlucht de aangewezen radiofrequentie niet uitluisteren,
dan wel geen tweezijdige radioverbinding tot stand brengen
|
38 LVR
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 316
|
een VFR-vlucht uitvoeren onder zodanige weersomstandigheden dat het vliegzicht en
de afstand van het luchtvaartuig tot de wolken kleiner is dan de voorgeschreven waarden
|
42 LVR
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
|
O
|
L 317
|
tijdens een VFR-vlucht starten van of landen op een luchtvaartterrein gelegen in een
plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, dan wel het luchtvaartterreinverkeersgebied
of het luchtverkeerscircuit in vliegen indien de wolkenbasis lager is dan 450 m (1500
voet)
|
43 LVR
|
|
71
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 318
|
tijdens een VFR-vlucht starten van of landen op een luchtvaartterrein gelegen in een
plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, dan wel het luchtvaartterreinverkeersgebied
of het luchtverkeerscircuit in vliegen indien het grondzicht minder is dan 5 kilometer
|
43 LVR
|
|
71
|
71
|
45
|
23
|
|
O
|
L 319
|
ongeacht de weersomstandigheden een VFR-vlucht uitvoeren buiten de daglichtperiode
|
44, eerste lid onder a LVR
|
|
|
|
45
|
23
|
|
O
|
L 320
|
ongeacht de weersomstandigheden een VFR-vlucht uitvoeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden
met klasse A
|
44, eerste lid onder b LVR
|
|
|
|
71
|
45
|
|
O
|
L 321
|
VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (tussen 100 – 50%
van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)
|
45 LVR
|
|
|
|
23
|
12
|
|
O
|
L 322
|
VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (tussen 50 – 25%
van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)
|
45 LVR
|
|
|
|
45
|
23
|
|
*
|
L 323
|
VFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven minimum vlieghoogte (minder dan 25%
van de voorgeschreven minimum vlieghoogte)
|
45 LVR
|
dagvaarden ivm ontzegging
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
O
|
L 324
|
IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (tussen 100 – 50% van de
voorgeschreven minimum vlieghoogte)
|
51 LVR
|
|
*
|
*
|
23
|
12
|
|
O
|
L 325
|
IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (tussen 50 – 25% van de
voorgeschreven minimum vlieghoogte)
|
51 LVR
|
|
*
|
*
|
45
|
23
|
|
*
|
L 326
|
IFR-vlucht uitvoeren beneden de voorgeschreven vlieghoogte (minder dan 25% van de
voorgeschreven minimum vlieghoogte)
|
51 LVR
|
dagvaarden ivm ontzegging
|
*
|
*
|
*
|
*
|
|
O
|
L 327
|
tijdens een IFR-vlucht de aangewezen radiofrequentie niet uitluisteren, dan wel geen
tweezijdige radioverbinding tot stand brengen, dan wel niet op de voorgeschreven wijze
de positie melden
|
55 LVR
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 328
|
als voetganger of bestuurder van een voertuig op een landingsterrein geen vrije doorgang
verlenen aan een luchtvaartuig
|
58 LVR
|
|
|
|
|
|
5
|
O
|
L 329
|
als voetganger of bestuurder van een voertuig op een landingsterrein geen gevolg geven
aan een door de exploitant gegeven aanwijzing
|
58 LVR
|
|
|
|
|
|
5
|
O
|
L 390
|
als voetganger of bestuurder van een voertuig op een gecontroleerd luchtvaartterrein
geen gevolg geven aan een door de plaatselijke verlener van luchtverkeersleidingsdiensten
gegeven aanwijzing
|
58 LVR
|
|
|
|
|
|
5
|
|
Regeling standaard luchtverkeerscircuits (RSLC)
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 350
|
tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeerscircuit volgen
|
3 RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
12
|
6
|
|
O
|
L 351
|
tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeerscircuit volgen, waarbij hinder
is ontstaan voor overig circuitverkeer
|
3 RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
45
|
23
|
|
*
|
L 352
|
tegen de vliegrichting in het standaard luchtverkeerscircuit volgen, waarbij gevaar
is ontstaan voor overig circuitverkeer
|
3 Reg. stand. lucht-verkeerscircuits jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
|
|
*
|
*
|
|
O
|
L 353
|
een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit
|
4 RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
12
|
6
|
|
O
|
L 354
|
een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit, waarbij hinder is
ontstaan voor overig circuitverkeer
|
4 RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
45
|
23
|
|
*
|
L 355
|
een ander luchtvaartuig inhalen binnen een luchtverkeerscircuit, waarbij gevaar is
ontstaan voor overig circuitverkeer
|
4 RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
|
|
*
|
*
|
|
O
|
L 356
|
invoegen in het luchtverkeerscircuit anders dan op het rugwindbeen tegenover het midden
van de landingsbaan
|
7 onder c. RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
12
|
6
|
|
O
|
L 357
|
invoegen in het luchtverkeerscircuit anders dan op het rugwindbeen tegenover het midden
van de landingsbaan, waarbij hinder is ontstaan voor overig circuitverkeer
|
7 onder c. RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
45
|
23
|
|
*
|
L 358
|
invoegen in het luchtverkeerscircuit anders dan op het rugwindbeen tegenover het midden
van de landingsbaan, waarbij gevaar is ontstaan voor overig circuitverkeer
|
7 onder c. RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
|
|
*
|
*
|
|
O
|
L 359
|
overig circuitverkeer hinderen binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een vlucht
verband houdend met het aanhaken of afwerpen van een reclame sleepnet
|
9 onder b. RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
45
|
23
|
|
*
|
L 360
|
gevaar veroorzaken voor overig circuitverkeer binnen een luchtverkeerscircuit tijdens
een vlucht verband houdend met het aanhaken of afwerpen van een reclame sleepnet
|
9 onder b. Reg. stand. luchtverkeerscircuits jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
|
|
*
|
*
|
|
O
|
L 361
|
overig circuitverkeer hinderen binnen een luchtverkeerscircuit tijdens een gesimuleerde
nood- of voorzorgslanding
|
9 onder d. RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
45
|
23
|
|
*
|
L 362
|
gevaar veroorzaken voor overig circuitverkeer binnen een luchtverkeerscircuit tijdens
een gesimuleerde nood- of voorzorgslanding
|
9 onder d. RSLC jo. 10 en 27 LVR ivm 5.5 Wlv
|
dagvaarden i.v.m. ontzegging
|
|
|
*
|
*
|
|
|
Beperkte of verboden gebieden
|
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 401
|
burgerluchtvaart uitoefenen boven de paleizen Huis ten Bosch en Noordeinde, kasteel
Drakensteijn en omgeving, landgoed De Horsten en het Binnenhof en omgeving
|
1 Regeling sluiting luchtruim boven Den Haag en kasteel Drakensteijn ivm 5.10, eerste
lid Wlv
|
|
|
|
45
|
23
|
|
O
|
L 402
|
de burgerluchtvaart uitoefenen in een gebied waar dit is beperkt of verboden in verband
met militaire oefeningen
|
Regeling beperking of verbod uitoefening burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden en
aanwijzing bijzondere luchtverkeersgebieden ivm 5.10, tweede lid Wlv
|
|
|
|
45
|
23
|
|
|
Regeling reclamesleepvliegen
|
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 450
|
een reclamesleepvlucht uitvoeren op zondag
|
3 Regeling reclamesleepvliegen ivm 76, eerste lid onder e LVW
|
|
|
|
45
|
23
|
|
O
|
L 451
|
een reclamesleepvlucht uitvoeren boven de bebouwing van de stad Amsterdam, Utrecht,
Rotterdam of Den Haag op maandag t/m vrijdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur lokale
tijd
|
4 onder a Regeling reclamesleepvliegen ivm 76, eerste lid onder e LVW
|
|
|
|
45
|
23
|
|
O
|
L 452
|
een reclamesleepvlucht uitvoeren boven de bebouwing van de stad Amsterdam, Utrecht,
Rotterdam of Den Haag op zaterdag tussen 10.00 uur en 18.00 uur lokale tijd
|
4 onder b Reg. reclamesleepvliegen ivm 76, eerste lid onder e LVW
|
|
|
|
45
|
23
|
|
O
|
L 453
|
een reclamesleepvlucht uitvoeren boven Nederland tot 200 meter buiten de kustlijn
beneden een hoogte van 425 meter (maar niet lager dan de voorgeschreven VFR -vlieghoogte)
|
7 Reg. reclamesleepvliegen ivm 76, eerste lid onder e LVW
|
|
|
|
45
|
23
|
|
O
|
L 454
|
een reclamesleepvlucht uitvoeren boven Nederland tot 200 meter buiten de kustlijn
beneden een hoogte van 425 meter (lager dan de voorgeschreven VFR- vlieghoogte)
|
7 Regeling reclamesleepvliegen ivm 76, eerste lid onder e LVW
|
|
|
|
71
|
45
|
|
|
Algemeen Luchthavenreglement
|
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 500
|
zich met een brandende pijp, sigaar of sigaret of ander brandend materiaal op het
platform bevinden
|
4 eerste lid onder e Algemeen luchthavenreglement
|
|
|
|
|
|
6
|
O
|
L 501
|
personen zonder begeleiding in of uit een vliegtuig met in werking zijnde motor laten
stappen
|
13, eerste lid Algemeen Luchthavenreglement
|
|
|
|
12
|
12
|
12
|
O
|
L 502
|
in een hangar een vliegtuigmotor of auxiliary power unit in bedrijf stellen of houden
|
14 Algemeen Luchthavenreglement
|
|
|
|
12
|
12
|
12
|
O
|
L 503
|
tankwerkzaamheden verrichten bij een vliegtuig met een in bedrijf zijnde motor
|
19 onder a Algemeen luchthavenreglement ivm 132 RTL
|
|
|
|
23
|
23
|
23
|
|
Regeling luchtverkeersdienstverlening
|
|
|
|
|
|
|
|
|
L 550
|
een VFR-vlucht uitvoeren in een Aerodrome Traffic Zone (ATZ)
|
7 lid 4 Reg. Luchtverkeersdienst-verlening ivm 5.5 Wlv
|
|
|
|
23
|
12
|
|
|
Regeling navigatie en telecominstallaties (RNTI)
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 600
|
IFR-vlucht uitvoeren met luchtvaartuig dat niet is uitgerust met een SSR-transponder
met mode S
|
3 eerste lid onder f RNTI ivm 40 LVR
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 601
|
VFR-vlucht uitvoeren binnen de Amsterdam FIR buiten klasse G gebieden met luchtvaartuig
dat niet is voorzien van SSR transponder mode S/ELS of mode A en C
|
7 eerste lid RNTI ivm 40 LVR
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
O
|
L 602
|
tijdens uitvoeren van een vlucht geen gebruik maken van SSR-transponder binnen de
Amsterdam FIR met luchtvaarttuig dat voorzien is van SSR-transponder
|
8 onder a RNTI ivm 40 LVR
|
|
71
|
45
|
23
|
12
|
|
|
Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
|
|
O
|
L 750
|
Als vertoningdirecteur tegelijkertijd als deelnemer deelnemen aan de luchtvaartvertoning
waarvoor hij is aangewezen.
|
9, vijfde lid ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 651
|
Als vertoningdirecteur er geen zorg voor dragen dat de publiekgebieden worden beperkt
tot één zijde van het vertoningterrein.
|
13 onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
45
|
O
|
L 652
|
Als vertoningdirecteur toelaten dat publieksgebieden worden gelokaliseerd onder de
in- en uitvliegsector van het vertoningterrein.
|
13 onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
45
|
O
|
L 653
|
Als vertoningdirecteur er geen zorg voor dragen dat demonstratietoestellen en andere
apparatuur, wanneer deze worden bijgetankt, ten minste 15 meter van het publiek verwijderd
zijn.
|
13 onder e ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 654
|
Als vertoningdirecteur er geen zorg voor dragen dat wanneer ballonnen, luchtschepen
of balloncilinders worden gevuld met waterstofgas, deze ten minste 40 meter van het
publiek verwijderd zijn.
|
13 onder e ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 655
|
Als vertoningsdirecteur een deelnemer toelaten aan een luchtvaartvertoning die niet
beschikt over een geldige vertoningslicentie
|
18, eerste lid ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 656
|
Als vertoningsdirecteur een deelnemer of demontstratietoestel toelaten tot een luchtvaartvertoning
die niet is vermeld in het vertoningsprogramma.(niet zijnde deelnemers of demonstratietoestellen
van gelijke soort en kwaliteit ter vervanging van de oorspronkelijk toegelaten personen
of toestellen)
|
19 onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 657
|
Als vertoningsdirecteur geen schriftelijke instructie opstellen
|
20, eerste lid ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 658
|
Als vertoningsdirecteur vertoningsvluchten laten uitvoeren beneden de minimum weersomstandigheden.
|
21, eerste lid ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
45
|
O
|
L 659
|
Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimum scheidingsafstanden
tussen vertoninglijn en publieklijn in acht worden genomen. (categorie A demonstratietoestellen)
|
22 onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 660
|
Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de hartlijn van de baan zich
ten minste 75 meter van de publiekslijn bevindt.(categorie A demonstratietoestellen)
|
22 onder b ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 661
|
Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat zich meer dan 15 meter plus de
halve spanwijdte dan wel halve rotordiameter bevindt tussen enig onderdeel van dat
taxiënd demonstratietoestel en het publiek.(categorie A demonstratietoestellen)
|
22 onder c ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 662
|
Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimum scheidingscriteria
tussen de publieklijn en enig deel van het demonstratietoestel of hun verankeringpunten
in acht wordt genomen. (categorie B demonstratietoestellen)
|
23, onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 663
|
Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat er niet meer dan 35 demonstratietoestellen
tegelijkertijd opstijgen. (categorie B demonstratietoestellen)
|
23, onder c ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 664
|
Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat per etmaal niet meer dan 70 demonstratietoestellen
opstijgen. (categorie B demonstratietoestellen)
|
23, onder d ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 665
|
Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat het landingsgebied voor valschermspringers
meer dan 15 meter van de publieklijn ligt.
|
24, eerste lid onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 666
|
Als vertoningsdirecteur er geen zorg voor dragen dat propellers, straalmotoren of
rotorbladen stilstaan binnen 250 meter van het doelgebied zolang een valschermspringer
met zijn afdaling bezig is.
|
24, tweede lid ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 667
|
Als vertoningdirecteur er geen zorg voor dragen dat de minimale afstand tussen enerzijds
publiek en anderzijds valschermzweeftoestellen, schermvliegtuigen, zeilvliegtuig,
sleepkabel, lier of uitgevierde lierkabel ten minste 30 meter bedraagt.
|
25 onder d ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 668
|
Als deelnemer er geen zorg voor dragen dat er zich, buiten de bemanningsleden die
essentieel zijn voor de vertoningsvlucht, geen andere personen aan boord van het demonstratietoestel
bevinden.
|
32, eerste lid ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
23
|
23
|
|
O
|
L 669
|
Als deelnemer met een demonstratietoestel boven het publiekgebied vliegen.
|
33 ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
45
|
45
|
23
|
O
|
L 670
|
Als deelnemer met een vrije ballon beneden de toegestane hoogte boven het publiekgebied
varen (onderschrijding 50% of meer)
|
33 onder d ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
23
|
|
O
|
L 671
|
Als deelnemer met een categorie A toestel de minimum scheidingsafstanden niet in acht
nemen (onderschrijding 50% of meer)
|
34, eerste lid onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
23
|
23
|
|
O
|
L 672
|
Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valschermzweeftoestel de minimum scheidingsafstanden
niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)
|
34, eerste lid onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
12
|
|
O
|
L 673
|
Als deelnemer met een categorie A toestel de vastgestelde minimum vlieghoogte niet
in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)
|
34, eerste lid onder b ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
23
|
23
|
|
O
|
L 674
|
Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valschermzweeftoestel de vastgestelde minimum
vlieghoogte niet in acht nemen (onderschrijding 50% of meer)
|
34, eerste lid onder b ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
12
|
|
O
|
L 675
|
Als deelnemer met een categorie A toestel met de uitvoering van het onderdeel beginnen
voordat de minimumhoogte en/of minimumscheidingsafstand is bereikt (onderschrijding
50% of meer)
|
34, eerste lid onder c ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
23
|
23
|
|
O
|
L 676
|
Als deelnemer met een zeilvliegtuig of valschermzweeftoestel met de uitvoering van
het onderdeel beginnen voordat de minimumhoogte en/of minimumscheidingsafstand is
bereikt (onderschrijding 50% of meer)
|
34, eerste lid onder c ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
12
|
|
O
|
L 677
|
Als deelnemer met een categorie A toestel manoeuvre zodanig uitvoeren dat de vertoningslijn
wordt overschreden
|
34, eerste lid onder d ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
12
|
12
|
|
O
|
L 678
|
Als deelnemer van een demonstratietoestel aan de grond de propellers, straalmotoren
of rotors in werking hebben binnen 250 meter van het doelgebied tijdens het onderdeel
valschermspringen
|
35 onder a ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
23
|
23
|
|
O
|
L 679
|
Als deelnemer van een demonstratietoestel aan de grond de propellers, straalmotoren
of rotors in werking hebben indien een valschermspringer in de richting van zijn toestel
zweeft
|
35 onder b ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
23
|
23
|
|
O
|
L 680
|
Als deelnemer met een valschermzweeftoestel, schermvliegtuig of zeilvliegtuig binnen
30 meter van het publiekgebied vliegen
|
36, tweede lid ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
12
|
|
O
|
L 681
|
Als luchtvaartterreininformatieverstrekker niet de vereiste ervaring hebben
|
37 ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|
O
|
L 682
|
Als luchtvaartterreininformatieverstrekker geen informatie geven aan de deelnemer
over calamiteiten op de grond of in de lucht die van belang zijn voor een veilige
uitvoering van een onderdeel
|
38 onder d ivm 39 Regeling luchtvaartvertoningen
|
|
|
|
|
|
23
|