Criterium 1. Het bedrijf zorgt voor een veilige BPV-omgeving:
|
1.1 Technisch
|
Er wordt gezorgd voor technische veiligheid met betrekking tot bijvoorbeeld: gebouw,
proces, apparatuur en gevaarlijke stoffen.
|
1.2 Organisatorisch
|
Er wordt gezorgd voor organisatorische veiligheid betrekking tot met name: instructie,
voorschriften, toezicht op naleving, beschikbaarheid PBM’s, risico-inventarisaties
en/of evaluaties.
|
1.3 Sociaal
|
Er wordt gezorgd voor sociale veiligheid met betrekking tot met name: omgang met jongeren
en leerlingen, ongewenste intimiteiten en intimidatie.
|
Criterium 2. De BPV-omgeving, inclusief de faciliteiten, die nodig is om in de praktijk de kwalificatie
te kunnen aanleren:
|
2.1 Diversiteit
|
Zowel de in te zetten BPV-omgeving, als de aan te leren werkprocessen/competenties
zijn qua diversiteit in overeenstemming met de te behalen kwalificatie binnen de betreffende
beroepscontext.
|
2.2 Complexiteit
|
Zowel de in te zetten BPV-omgeving, als de aan te leren werkprocessen/competenties
zijn qua complexiteit in overeenstemming met de te behalen kwalificatie binnen de
betreffende beroepscontext.
|
2.3 Innovatie
|
Het leerbedrijf is op de hoogt van nieuwe ontwikkelingen en innovaties en tracht deze
zoveel als mogelijk is in te passen in de BPV-omgeving.
|
Criterium 3. De Begeleiding moet goed zijn:
|
3.1 niveau begeleider (vakniveau)
|
De praktijkbegeleider(s) heeft een hoger werk- en denkniveau op het betreffende vakgebied
dan de onderwijsdeelnemer.
|
3.2 Motivatie, toegankelijkheid, didactiek
|
De praktijkbegeleider(s) is gemotiveerd, toegankelijk en heeft didactische kwaliteiten.
|
3.3 Continuïteit begeleiding op niveau
|
Het leerbedrijf zorgt dat er constante praktijkbegeleiding aanwezig is die voldoet
aan subcriteria 3.1. en 3.2.
|
3.4 Tijd en middelen begeleiding
|
De praktijkbegeleider(s) krijgen tijd en middelen om te begeleiden.
|
3.5 Voortgangsgesprek
|
Er worden begeleidings- en voortgangsgesprekken gehouden.
|
3.6 Contact met onderwijsinstelling
|
Het leerbedrijf heeft contact met de onderwijsinstelling over de voortgang van de
deelnemer.
|
3.7 Afspraken met onderwijsinstelling
|
Het leerbedrijf heeft de intentie om afspraken te maken met de onderwijsinstelling
en de onderwijsdeelnemer over de vorm, inhoud, begeleiding en verwachtingen (leerdoelen)
omtrent de BPV-periode.
|
Criterium 4. De beoordeling van de onderwijsdeelnemer is gewaarborgd:
|
4.1 Contact met onderwijsinstelling
|
Het leerbedrijf heeft contact met de onderwijsinstelling over de beoordeling van de
deelnemer.
|
4.2 Afspraken met onderwijsinstelling
|
De onderwijsdeelnemer wordt beoordeeld op basis van de gemaakte afspraken met de onderwijsinstelling.
|
4.3 Beoordelaar
|
Het leerbedrijf zorgt voor praktijkbeoordelaar(s) die een hoger werk- en denkniveau
heeft op het betreffende vakgebied dan de onderwijsdeelnemer.
|
Criterium 5. De BPV is georganiseerd in het leerbedrijf:
|
5.1 Continuïteit
|
Het leerbedrijf streeft naar continuïteit van de BPV-periode in de zin dat de BPV-periode
afgerond kan worden, ook als er veranderingen in het leerbedrijf optreden.
|
5.2 Tijd en middelen deelnemer
|
De deelnemer krijgt tijd en middelen om de overeengekomen leerdoelen aan te leren
in een reële beroepspraktijk.
|
5.3 Taken, rollen, verantwoordelijkheden
|
De taken, rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken medewerkers zijn bekend
bij een ieder.
|
5.4 Rechten, plichten en afspraken
|
De rechten, plichten en afspraken van onderwijsinstelling, deelnemer en bedrijf zijn
vastgelegd in de BPV-overeenkomst.
|
Criterium 6. De kwaliteit van de BPV moet geborgd zijn:
|
6.1 Intentie
|
Het leerbedrijf heeft de intentie om de kwaliteit van de BPV-organisatie te borgen.
|
6.2 Evaluatie
|
Het leerbedrijf heeft de intentie om de organisatie van de BPV te evalueren samen
met de onderwijsinstelling en de deelnemer. Samen wordt gekeken waar verbetering mogelijk
is.
|