Terugwerkende kracht
Voor
dit
onderdeel
is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Klopt het dat tot 2013 ondernemers als bedoeld in artikel 11, lid 1, letter v, van de wet, zoals sportverenigingen en buurthuizen, waarvan de kantineontvangsten samen met
de overige fondswervende diensten méér bedroegen dan € 22.689 (voor sportverenigingen
€ 31.765) tot een bedrag van € 68.067 de mogelijkheid hadden om af te zien van de
toepassing van de zogenoemde kantineregeling waardoor de exploitatie van de kantine in de btw-heffing werd betrokken?
Antwoord: ja, in het hiervoor bedoelde geval werden dergelijke ondernemers tot 1 januari
2013 in de btw-heffing betrokken als ze ervoor hadden gekozen om geen gebruik te maken
van de kantineregeling.
-
2 Klopt het dat vanaf 1 januari 2013 de kantineontvangsten van ondernemers als bedoeld
bij vraag 1 worden aangemerkt als fondswervende leveringen en daarom (verplicht) zijn
vrijgesteld als de kantineontvangsten samen met de overige fondswervende leveringen
niet méér bedragen dan € 68.067 per jaar?
Antwoord: ja, als de exploitatie van de kantine van ondernemers als bedoeld bij vraag
1 wordt aangemerkt als ‘normale bijkomstige activiteit’, is vanaf 1 januari 2013 sprake
van fondswervende leveringen. Fondswervende leveringen zijn (verplicht) vrijgesteld als de totale ontvangsten
van dergelijke leveringen (waaronder dus de kantineomzet) niet méér bedragen dan € 68.067
per jaar.
-
3 Sommige van de bij vraag 1 bedoelde ondernemers hebben in de jaren voorafgaand aan
2013 investeringen gedaan. Deze ondernemers hebben de hiervoor in rekening gebrachte
btw in aftrek gebracht omdat de kantine-exploitatie in de btw-heffing werd betrokken.
Moet de btw op deze investeringen vanaf 2013 (gedeeltelijk) worden terugbetaald (herzien)
als deze ondernemers met de fondswervende leveringen (waaronder de exploitatie van
de kantine) een omzet realiseren tussen € 22.689 (€ 31.765) en € 68.067 per jaar?
Antwoord: nee, ondernemers die vóór 2013 (een) investering(en) hebben gedaan waarvoor
de herzieningstermijn nog niet is verstreken, kunnen gebruik maken van een overgangsregeling. Deze overgangsregeling
houdt in dat deze ondernemers ervoor kunnen kiezen de kantineontvangsten in de btw
te blijven betrekken als het totaal van de kantineontvangsten samen met de fondswervende
diensten van de ondernemer in een jaar méér bedragen dan € 22.689 (€ 31.765) en minder
dan € 68.067 (bij kantineontvangsten boven € 68.067 is de exploitatie van de kantine
altijd belast met btw).
De overgangsregeling geldt ook als vóór 1 januari 2013 een overeenkomst is gesloten
tot levering van een investeringsgoed (bijvoorbeeld een nieuwe kantine), maar het
investeringsgoed niet vóór 1 januari in gebruik is genomen en er ook nog geen uitgaven
zijn gedaan. Ook geldt de overgangsregeling als er vóór 2013 een overeenkomst is gesloten
voor de verbouwing van een kantine die wordt afgerond ná 31 december 2012 en die niet
kwalificeert als levering voor de btw maar als dienst, omdat er geen nieuw goed ontstaat
(er is in wezen geen sprake van nieuwbouw).
Na afloop van de herzieningstermijn vallen de kantineontvangsten (verplicht) onder de vrijstelling als deze (samen met
de overige fondswervende leveringen) minder bedragen dan € 68.067.
-
4 Hoe moet de ondernemer die van de bij vraag 3 vermelde overgangsregeling gebruik maakt,
handelen als de kantineontvangsten (samen met de fondswervende diensten) in een jaar
onder de grens van € 22.689 (€ 31.765) zakken?
Antwoord: in dat geval geldt de wettelijke vrijstelling in dat jaar ook voor de kantineactiviteiten.
De op de investeringen in aftrek gebrachte btw moet worden herzien (jaarlijks voor
1/10 deel bij onroerende zaken en 1/5 deel bij roerende investeringsgoederen).
-
5 Moet de ondernemer die van deze regeling gebruik maakt op de gewone wijze btw-aangifte
(blijven) doen?
Antwoord: ja.
-
6 Kunnen de in artikel 11, lid 1, letter v, van de wet, bedoelde ondernemers, die fondswervende leveringen (waaronder exploitatie van de
kantine) verrichten waarvan het totale bedrag minder is dan € 68.067, de btw in aftrek
brengen voor investeringen die zijn gedaan ná 31 december 2012?
Antwoord: nee, zolang de hier bedoelde ontvangsten minder bedragen dan € 68.067 zijn
deze ontvangsten vrijgesteld van btw. De btw op investeringen kan dan niet in aftrek
worden gebracht.
Dit is alleen anders als de ondernemers vóór 2013 investeringen hebben gedaan en gebruik
maken van de bij vraag 3 vermelde overgangsregeling. In die situatie kan de btw op
de ná 2012 gedane uitgaven die toerekenbaar zijn aan de belaste prestaties in aftrek
worden gebracht. Als de herzieningsperiode is verstreken van de investeringen waarvoor
de overgangsregeling geldt en de kantineontvangsten (samen met de overige fondswervende
leveringen) bedragen minder dan € 68.067, dan is de kantine-exploitatie verplicht
vrijgesteld. De btw die in aftrek is gebracht vanwege de ná 31 december 2012 gedane
investeringen (aan de vereniging (op)geleverde onroerende zaken en roerende goederen)
zal dan (jaarlijks) moeten worden herzien (terugbetaald).
Voorbeeld:
Een sportvereniging heeft besloten een nieuwe kantine te bouwen. In 2012 is met een
aannemer een overeenkomst gesloten voor de bouw van de kantine en wordt begonnen met
de bouw. De sportvereniging neemt de kantine in gebruik in 2013. De kantineontvangsten
bedragen in 2012 € 50.000. De sportvereniging heeft geen andere fondswervende activiteiten.
De sportvereniging ziet in 2012 af van toepassing van de kantineregeling. Omdat de
kantineontvangsten boven de grens van € 31.765 uitkomen, is de kantine-exploitatie
belast. De sportvereniging brengt de btw in aftrek die toerekenbaar is aan de bouw
van de kantine.
In de jaren 2013 t/m 2019 blijven de kantineontvangsten ongewijzigd € 50.000. Vanaf
1 januari 2013 geldt het geactualiseerde besluit Omzetbelasting. Fondswerving en kantines (BLKB 2012/1982M). De kantineontvangsten van € 50.000 vallen binnen de grens voor
vrijgestelde fondswervende leveringen van € 68.067 en zijn in beginsel (verplicht)
vrijgesteld. Echter, omdat in 2012 al een overeenkomst voor de bouw van de kantine
is gesloten, kan de vereniging de regeling voortzetten zoals die gold tot 31 december
2012. De kantineontvangsten zijn belast met btw, de vereniging doet op de gewone wijze
btw-aangifte en hoeft de ter zake van de bouw van de kantine in aftrek gebrachte btw
niet te herzien. De vereniging kan de kantineontvangsten (mits boven de € 31.765)
in de btw-heffing blijven betrekken tot en met 2022. De vereniging kan er uiteraard
op elk moment voor kiezen de wettelijke regeling toe te passen. De kantine-exploitatie
is dan vrijgesteld. Als de vereniging van deze mogelijkheid gebruik maakt, en er zijn
nog geen negen jaren verstreken na het jaar van eerste ingebruikname van de kantine,
moet de ter zake van de bouw van de kantine in aftrek gebrachte btw worden herzien.
Als de vereniging ervoor heeft gekozen de wettelijke regeling toe te passen, kan daarna
geen gebruik meer worden gemaakt van het tot 1 januari 2013 bestaande beleid.
In 2019 schaft de vereniging een nieuwe kassa (roerend investeringsgoed) aan voor
gebruik in de kantine. Omdat de kantine-exploitatie in het jaar 2019 belast is, kan
de vereniging de voorbelasting op de kassa in aftrek brengen. Als de kantine-exploitatie
in één van de volgende vier jaren vrijgesteld gaat plaatsvinden (bijvoorbeeld omdat
de herzieningstermijn van de kantine is verstreken en de kantineomzet onder de € 68.067
blijft), moet de voorbelasting op de kassa jaarlijks voor 1/5 deel worden herzien.
In 2020 zijn de kantineontvangsten € 20.000. De kantine-exploitatie valt dan (verplicht)
onder de btw-vrijstelling. Dit heeft tot gevolg dat in dat jaar zowel de btw op de
bouw van de kantine (1/10 deel) als de btw op de aanschaf van de kassa (1/5 deel)
moet worden herzien (terugbetaald).
In 2021 en 2022 zijn de kantineontvangsten weer € 50.000. De vereniging kan in die
jaren de kantine-exploitatie weer in de btw-heffing betrekken, omdat de negen jaren
na ingebruikname van de kantine nog niet zijn versteken. In die jaren hoeft de btw
die in aftrek is gebracht ter zake van de bouw van de kantine en de aanschaf van de
kassa niet worden herzien (terugbetaald).
In 2023 zijn de kantineontvangsten van de vereniging nog steeds € 50.000. De negen
jaren na ingebruikname van de kantine zijn verstreken. De kantine-exploitatie valt
nu (verplicht) onder de btw-vrijstelling. De in aftrek gebrachte btw ter zake van
de kassa moet in het jaar 2023 voor 1/5 deel worden herzien (terugbetaald).
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2013, 4558, datum inwerkingtreding 23-02-2013, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2013.