Registratieformulier Nevenwerkzaamheden voor het Hoofd van Dienst
Naam
|
|
Dienstonderdeel
|
|
Betreft kalenderjaar
|
|
Afdeling/cluster/team
|
|
Naam hoofd organisatieonderdeel
|
|
U wordt verzocht jaarlijks – uiterlijk 1 februari – opgave te doen van de onder u
ressorterende medewerkers in het voorafgaande kalenderjaar aangemelde nevenwerkzaamheden
en de ter zake genomen besluiten (zoals bedoeld in artikel 8 van de Regeling integriteitsbeleid EZ).
Let op!:
-
– De nevenwerkzaamheden die u reeds in andere jaren hebt gemeld, hoeven niet meer gemeld
te worden op dit formulier.
-
– U wordt verzocht om dit formulier jaarlijks vóór 1 februari te zenden aan het Registratiepunt
Integriteit
|
Omschrijving nevenwerkzaamheden
|
Naam van de organisatie
|
Toestemming verleend?
|
Welke afspraken zijn er gemaakt?
|
1.
|
|
|
|
|
2.
|
|
|
|
|
3.
|
|
|
|
|
4.
|
|
|
|
|
Datum en handtekening:
Toelichting op het Registratieformulier Nevenwerkzaamheden:
De regeling uitvoering integriteitbeleid EZ bevat de onderstaande bepalingen ten aanzien
van nevenwerkzaamheden:
De medewerker doet aan het hoofd van zijn dienst schriftelijk opgave van de nevenwerkzaamheden,
die hij verricht of van plan is te gaan verrichten, die de belangen van de dienst
voor zover deze in verband staan met zijn functievervulling kunnen raken.
Dit hoeft niet indien er sprake is van activiteiten als bedoeld in artikel 33b van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en werkzaamheden ten behoeve van politieke partijen in de vrije tijd.
Opgave van de medewerkers aan het hoofd van dienst bevat de volgende gegevens:
-
A. Naam van de medewerker;
-
B. Zijn ambtelijke functie;
-
C. De aard van de nevenwerkzaamheden;
-
D. Het verband tussen die werkzaamheden en zijn functievervulling;
-
E. De naam van de natuurlijke of rechtspersoon ten behoeve van wie de nevenwerkzaamheden
worden of zullen worden verricht.
Het hoofd van dienst beoordeelt of de nevenwerkzaamheden de goede vervulling van zijn
functie door de medewerker of de goede functionering van de openbare dienst kunnen
belemmeren. Indien de uitkomst positief is, verleent het hoofd van dienst schriftelijk
toestemming voor het verrichten van de gemelde nevenwerkzaamheden.
Indien toestemming in beginsel tot een negatieve uitkomst leidt, onderzoekt het hoofd
van dienst de mogelijkheid tot het maken van zodanige schriftelijke afspraken met
de medewerker, dat de negatieve effecten die zijn verbonden aan het verrichten van
die nevenwerkzaamheden teniet worden gedaan.
Indien dergelijke afspraken niet mogelijk zijn, verleent het hoofd van dienst geen
toestemming voor het verrichten van de gemelde nevenwerkzaamheden.
Aan de medewerker wordt medegedeeld dat de gegevens worden verwerkt voor de beoordeling
door het hoofd van dienst van de vraag of door het verrichten van de nevenwerkzaamheden
de goede vervulling van de functie of het goed functioneren van de openbare dienst,
voor zover deze in verband staan met de functievervulling, niet in redelijkheid zou
zijn verzekerd. De gegevens worden vervolgens verstrekt aan het registratiepunt integriteit,
dat ze opneemt in het register van gemelde nevenwerkzaamheden als bedoeld in art.
61, tweede lid, van het ARAR, en daaruit een vertrouwelijk en geanonimiseerd verslag
verstrekt aan de secretaris-generaal. Van topmanagers worden de gegevens openbaar
gemaakt. De verantwoordelijke voor deze verwerkingen is de Minister van Economische
Zaken, voor deze respectievelijk het hoofd van dienst en de directeur Bedrijfsvoering,
Postbus 20401, 2500 EK DEN HAAG. Meer bijzonderheden over het gebruik van de persoonsgegevens
treft u aan in het WBP-meldingenregister van EZ: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/persoonsgegevens/verwerking-en-toezicht-persoonsgegevens/meldingenregister-ministerie-van-economische-zaken-landbouw-en-innovatie.