3. Criteria prioriteitstelling handhaving
[Regeling vervallen per 02-12-2012]
3.1. Het college is bevoegd om bij overtreding van artikel 11.7 Tw handhavend op te treden. Wegens de grote aantallen klachten over spam en de beperkte
handhavingscapaciteit, kan het college niet op basis van iedere individuele klacht
handhavend optreden. De beperkte capaciteit die voor handhaving van spam beschikbaar
is, dwingt het college tot het maken van keuzes. Bij het bepalen van zijn prioriteiten,
laat het college zich leiden door de ernst van de overtreding.
3.2. Het college vult de ernst van de overtreding in op basis van de volgende criteria:
-
a. het aantal klachten;
-
b. herhaalde overtreding (recidive);
-
c. meerdere overtredingen;
-
d. de bijzondere schadelijkheid van het bericht volgens eindgebruikers;
-
e. de veroorzaakte schade door het bericht volgens Internet Service Providers (hierna:
ISP’s) en/of hostingproviders;
-
f. het aantal verzonden berichten;
-
g. de gebruikte methode of middelen dan wel de mate waarin gebruik is gemaakt van technieken
(voor de verzending van ongevraagde elektronische berichten) die op zichzelf genomen
een inbreuk op de privacy vormen of anderszins onrechtmatig zijn.
3.2.a. Hoe meer klachten het college over een bepaald spambericht ontvangt, hoe groter
de aanleiding is voor het college om ten aanzien van dat betreffende spambericht handhavend
op te treden.
3.2.b. Indien blijkt dat een verzender van spam al eerder artikel 11.7 Tw heeft overtreden, zal dit voor het college eerder aanleiding zijn om tegen deze verzender
handhavend op te treden, ook al zou hiertoe op basis van het aantal verzonden spamberichten
minder aanleiding toe bestaan.
3.2.c. Als het college constateert dat een verzender meerdere leden van artikel 11.7 Tw overtreedt, zal dit voor het college sneller aanleiding zijn om over te gaan tot
handhavend optreden. Indien bij het verhullen van de identiteit meer geavanceerde
methoden zijn gebruikt, zoals verzending via zombiecomputers, is dit ook een verzwarende
factor.
3.2.d. Indien uit de klachten blijkt dat veel eindgebruikers in bijzondere mate een
bericht schadelijk achten, zal dit voor het college eerder aanleiding zijn om tegen
de verzender van dit bericht handhavend op te treden. Het college benadrukt dat het
hierbij gaat om de indruk die is ontstaan bij de eindgebruiker. Het college zal de
inhoud van een spambericht niet zelf beoordelen. Eén van de doelstellingen van de
Telecommunicatiewet is het bevorderen van de belangen van eindgebruikers. De belangen van eindgebruikers
worden geschaad als zij aanstoot nemen aan een spambericht. Het verstuurde bericht
kan ook door zijn omvang schade veroorzaken voor de eindgebruiker. De omvang van bericht
kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de postbus van de eindgebruiker zijn limiet sneller
bereikt. De omvang van het bericht kan er ook voor zorgen dat de eindgebruiker langer
met het internet verbonden moet zijn dan hij wenst, omdat het spambericht binnengehaald
moet worden.
3.2.e. Door een groot aantal berichten via bijvoorbeeld internet te versturen, kan
schade ontstaan voor ISP’s en/of hostingproviders. Dit gebeurt bijvoorbeeld doordat
berichten die niet afgeleverd kunnen worden bij de geadresseerde, terugkomen bij de
ISP of hostingprovider, het zogenaamde ‘bouncen’ van berichten. Ook de veroorzaakte
schade door de berichten kan daarom aanleiding zijn voor het college om over te gaan
tot handhavend optreden. Dit kan ook worden uitgedrukt door de beroering die een bepaalde
spamverzending heeft veroorzaakt, bijvoorbeeld in de media.
3.2.f. Het aantal verzonden berichten kan eveneens aanleiding zijn om het spamverbod
te handhaven. Als vast te stellen is dat een groot aantal berichten is verstuurd,
dan is het aannemelijk dat de werking van de elektronische communicatiemarkt is verstoord
en zal er meer aanleiding zijn om over te gaan tot handhavend optreden.
3.3. De voorgaande criteria zijn niet cumulatief. Er hoeft niet aan alle genoemde
criteria te zijn voldaan voordat het college zal overgaan tot handhaving. Wel zal
het college de criteria in onderlinge samenhang bezien. Het college zal meer aanleiding
zien om over te gaan tot handhavend optreden wanneer aan meerdere van de genoemde
criteria is voldaan.