-
5.1 In afwijking van het onder paragraaf 4 bepaalde wordt het boetebedrag vastgesteld met toepassing van de volgende systematiek.
De boete wordt vastgesteld volgens de formule:
Boetegrondslag x ernstfactor + verhoging/verlaging voor bijkomende omstandigheden
-
5.2 De boete wordt gebaseerd op de betrokken omzet van de onderneming. Onder betrokken omzet wordt verstaan de waarde van alle transacties, die door de
onderneming tijdens de totale duur van de overtreding is behaald met de verkoop van
goederen en/of levering van diensten waarop de overtreding betrekking heeft. In de betrokken omzet komt de weerslag op de economie die de overtreding mogelijk
kan hebben tot uitdrukking, waaronder het in het algemeen met de overtreding mogelijk
te behalen voordeel voor de overtreder(s). Daarnaast wordt de boetegrondslag hoger
naarmate de duur en de omvang van de bij de overtreding betrokken economische activiteiten
toeneemt en daarmee bedoelde (potentiële) economische weerslag van de overtreding.
Dit alles draagt bij aan de beoogde preventieve dan wel afschrikwekkende werking.
Het college hanteert een boetegrondslag van 10% van de betrokken omzet van de desbetreffende
onderneming. Afhankelijk van de ernst van de overtreding wordt de boetegrondslag vermenigvuldigd
met een factor.
-
5.3 De betrokken omzet kan niet in alle gevallen op basis van het bepaalde in paragraaf
5.2 worden vastgesteld. Dit kan zich onder meer voordoen wanneer sprake is van een
gedraging, gericht op bescherming van een (dominante) marktpositie, die bestaat uit
het niet-uitvoeren van bepaalde transacties of een afwerings- of liquidatie-actie.
In bedoelde gevallen kan de omzet van de onderneming op de te beschermen markt gedurende
de periode van de overtreding, doch voor ten minste de duur van een jaar, als betrokken
omzet worden aangemerkt.
-
5.4 Het college hanteert een boetegrondslag van 10% van de betrokken omzet van de desbetreffende
onderneming.
-
5.5 In afwijking van het hiervoor in de paragrafen 5.1 tot en met 5.4 bepaalde wordt de
boete, rekening houdend met de ernst en duur van de overtreding, gebaseerd op de relevante
omzet, indien naar het oordeel van het college ten aanzien van de overtreding de betrokken
omzet in de hiervoor bedoelde zin niet kan worden bepaald.
-
5.6 Afhankelijk van de ernst van de overtreding als bedoeld in de paragraaf 3.3 wordt de boetegrondslag vermenigvuldigd met een factor.
-
• Bij een minder ernstige overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde van ten
hoogste 1;
-
• Bij een ernstige overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde van ten hoogste
2;.
-
• Bij een zeer ernstige overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde tussen 1,5
en 5.
Bij een zeer ernstige overtreding kan de boete derhalve – nog afgezien van boeteverhogende
omstandigheden (zie hierna paragraaf 6) en het bepaalde in paragraaf 5.3 – oplopen
tot 50% van de betrokken omzet.
-
5.7 De in paragraaf 5.6 gehanteerde bandbreedten maken het mogelijk de boete te differentiëren
naar gelang de ernst van de overtreding.
-
5.8 Indien de omvang van de relevante omzet zodanig hoog is dat hantering van voornoemde
boetecategorieën afbreuk doet aan het belang van een effectieve rechtshandhaving,
kan het college bepalen dat wat betreft de hoogte van de boete de naasthogere boetecategorie
geldt. Onder relevante omzet wordt in deze Boetebeleidsregels verstaan de omzet van
de desbetreffende onderneming in de elektronische communicatiesector in Nederland.
-
5.9 Gezien de economische context als bedoeld in paragraaf 3.3, kan het in een bepaald geval geëigend zijn om een hogere rekenfactor toe te kennen
aan een gedraging die getypeerd wordt als een ernstige overtreding, dan aan een gedraging
welke getypeerd wordt als een zeer ernstige overtreding. De in paragraaf 5.5 gehanteerde
bandbreedten laten een dergelijke benadering toe.
-
5.10 Uit het oogpunt van de gewenste preventieve werking kan het verkregen resultaat worden
aangepast in verband met het gewicht van de onderneming, uitgedrukt in de totale omzet
van deze onderneming in Nederland in het jaar voorafgaand aan het opmaken van het
rapport als bedoeld in artikel 5:48 Awb. Dit kan leiden tot een verveelvoudiging van het resultaat, dat op basis van de betrokken
omzet en de factor vastgesteld op basis van het bepaalde in paragrafen 5.4 en 5.5
wordt bereikt.
-
5.11 Om ondernemingen ervan te weerhouden zeer zware overtredingen als bedoeld in paragraaf 3.2. te begaan, hanteert het college een basisboetetoeslag van maximaal 25% van de betrokken omzet in het laatste volledige jaar dat de onderneming
heeft deelgenomen aan de overtreding.