III. Het begrip bedrijfsmatig
[Regeling vervallen per 02-12-2012]
13. Uitgangspunt bij de invulling van het begrip ‘bedrijfsmatig’ is dat de wetsgeschiedenis
noch de jurisprudentie bij artikel 2c, eerste lid, onder b, van de Postwet uitleg geven over het begrip ‘bedrijfsmatig’.
14. Het college heeft derhalve ten behoeve van de interpretatie van het begrip bedrijfsmatig
een beroep gedaan op de wetsgeschiedenis en jurisprudentie met betrekking tot wetgeving
waarin het begrip bedrijfsmatig, evenals artikel 2c, eerste lid, onder b, van de Postwet een zelfstandig criterium vormt. Gekeken is naar de vestigingswetgevingen jurisprudentie dienaangaande. Uit de (wetsgeschiedenis van de) hiervoor genoemde vestigingsregelgeving en de jurisprudentie
dienaangaande leidt het college de volgende relevante criteria af om vast te kunnen
stellen of bepaalde handelingen als bedrijfsmatig kunnen worden aangemerkt:
(1) de handelingen dienen te worden verricht in het economisch verkeer en hebben
een economisch doel;
(2) daaronder vallen handelingen die plaatsvinden in een organisatie van bedrijfsmiddelen
en arbeid en een commercieel karakter hebben. In dat verband wordt erop gewezen dat
het feit dat activiteiten worden uitgevoerd door publiekrechtelijke organen niet afdoet
aan het economische karakter van die activiteiten;
(3) een commercieel karakter volgt niet noodzakelijkerwijs alleen uit winstbejag,
maar kan ook aanwezig zijn wanneer (uitsluitend) kostenvoordelen worden nagestreefd;
(4) de handelingen worden met regelmaat verricht.
15. Dit laat onverlet dat het college bij de invulling van het begrip bedrijfsmatig
eveneens de criteria hanteert zoals geformuleerd in het oordeel van 12 februari 1999,
te weten:
(1) Is er sprake van een afzonderlijke bedrijfsactiviteit? Met dit criterium wordt
met name bedoeld de mate waarin men georganiseerd is om een bepaalde postdienst aan
te bieden. De mate van de organisatie van het vervoer van postzendingen ziet op het
sorteren van de poststukken en de bezorging van de brieven op bepaalde tijdstippen;
(2) Betreft het werkzaamheden van enige omvang? Bij het bepalen van de omvang gaat
het erom dat het aantal te vervoeren brieven in zijn totaliteit dusdanig groot is
dat het effect heeft op de concessie poststroom van PTT Post;
(3) Worden er kostenbesparingen behaald?
Het niet behalen van winst hoeft niet te betekenen dat er niet bedrijfsmatig wordt
gehandeld. Weliswaar is het pas interessant om een bepaalde dienst aan te bieden indien
het iets oplevert, dit voordeel moet minimaal bestaan in het behalen van kostenbesparingen.
Aan de hand van de hierboven genoemde criteria, onder punt 14 en 15, zal het college
derhalve beoordelen of bepaalde handelingen als bedrijfsmatig in de zin van artikel 2c, eerste lid, onder b, van de Postwet kunnen worden aangemerkt.