U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 24-10-2015.]Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011. Geldend van 01-10-2009 t/m 23-10-2015
Beleidsregels NMa bestuurlijke boetes vervoerswetgeving
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,
Gelet op de artikelen 75 en 76, tweede lid, aanhef en onder a, van de Spoorwegwet, de artikelen 8.25h, zevende lid, en 11.21 van de Wet luchtvaart, de artikelen 45f, eerste lid, aanhef en onder a, 45g, eerste lid, en 45h, eerste lid, van de Loodsenwet, en de artikelen 4:81, 5:1, 5:5, 5:8, 5:41 en 5:46, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
[Regeling vervallen per 24-10-2015]
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. Raad: de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, genoemd in artikel 1, onder c, van de Mededingingswet;
b. jaaromzet: de netto-omzet, zijnde de opbrengst uit levering van goederen en diensten, onder aftrek van kortingen en dergelijke, alsmede van over de omzet geheven belastingen;
c. boetegrondslag: een op grond van de jaaromzet vastgesteld bedrag, dan wel, indien de overtreder een natuurlijk persoon is, een aan de ernst van de overtreding en het inkomen en vermogen van de overtreder gerelateerd bedrag, dat de basis vormt voor de hoogte van een op te leggen bestuurlijke boete;
d. basisboete: het bedrag dat resulteert wanneer de Raad de boetegrondslag aanpast.
De Raad bepaalt de hoogte van een op te leggen bestuurlijke boete zodanig dat deze, in het kader van specifieke preventie, een overtreder weerhoudt van het begaan van een volgende overtreding en, in het kader van algemene preventie, potentiële andere overtreders weerhoudt van het begaan van een(zelfde) overtreding.
1 De Raad bepaalt de hoogte van een op te leggen bestuurlijke boete op basis van de boetegrondslag, die per geval wordt vastgesteld.
2 Na het bepalen van de boetegrondslag, bepaalt de Raad de basisboete.
3 De Raad neemt vervolgens boeteverhogende of -verlagende omstandigheden in aanmerking en bepaalt in redelijkheid in hoeverre zulke omstandigheden tot een verhoging of verlaging van de basisboete leiden.
4 In afwijking van de vorige leden kan de Raad een symbolische bestuurlijke boete opleggen wanneer bijzondere omstandigheden naar zijn oordeel daartoe aanleiding geven.
1 De Raad bepaalt de boetegrondslag op basis van de jaaromzet van de overtreder in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarbij hij de bestuurlijke boete oplegt.
2 De Raad gaat daarbij uit van de in Nederland behaalde jaaromzet, tenzij deze naar zijn oordeel geen passende beboeting meebrengt.
3 Bij overtredingen van de Loodsenwet kan de Raad de boetegrondslag bepalen op basis van de gezamenlijke jaaromzet van de organisaties, aangewezen krachtens de artikelen 15a, tweede lid, en 15b, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet.
4 Bij de geografische afbakening van de jaaromzet, sluit de Raad aan bij de mededeling van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 juli 2008, getiteld ‘Geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen’ (Pb 2008, C 95, blz. 1–8).
5 Indien de Raad de jaaromzet niet aan de hand van door de overtreder verstrekte informatie kan bepalen, kan hij hiervan een schatting maken.
6 De Raad hanteert als boetegrondslag een bepaald promillage van de jaaromzet. De hoogte van dit promillage is afhankelijk van de categorie waarin de betreffende overtreding is ingedeeld. De Bijlage bij dit besluit vermeldt in welke categorie die overtreding is ingedeeld. Elke categorie kent een minimumboete om te voorkomen dat het daarbij behorende promillage als gevolg van een lage jaaromzet leidt tot een te lage boetegrondslag.
categorie I
0,25‰ (promille) van de jaaromzet
minimumboete: € 2.500,–
categorie II
0,75‰ (promille) van de jaaromzet
minimumboete: € 5.000,–
categorie III
1,5‰ (promille) van de jaaromzet
minimumboete: € 10.000,–
categorie IV
2,5‰ (promille) van de jaaromzet
minimumboete: € 15.000,–
categorie V
7,5‰ (promille) van de jaaromzet
minimumboete: € 25.000,–
categorie VI
15,0‰ (promille) van de jaaromzet
minimumboete: € 50.000,–
7 Wanneer de in het vorige lid bedoelde indeling naar zijn oordeel geen passende beboeting met zich brengt, kan de Raad de naast hogere of naast lagere categorie hanteren.
8 Wanneer de jaaromzet meer dan € 500.000.000,– bedraagt, telt de Raad de omzet vanaf € 500.000.000,– tot € 1.000.000.000,– voor 10% mee en de omzet boven € 1.000.000.000,– voor 1% mee.
9 De Raad bepaalt de basisboete door de boetegrondslag te vermenigvuldigen met een factor (E) voor de ernst van de overtreding. De factor (E) vormt de weerslag van de mate waarin de overtreding de belangen heeft geschaad die de geschonden norm beoogt te beschermen, en kent drie verschillende gradaties: zeer ernstig, ernstig en minder ernstig. Al naargelang de ernst van de overtreding, hanteert de Raad voor de factor (E) een waarde van ten hoogste 5.
1 De Raad bepaalt de boetegrondslag op basis van de ernst van de overtreding en het inkomen en vermogen van de overtreder. De boetegrondslag vormt tevens de basisboete.
2 Indien de Raad het inkomen en vermogen van de overtreder niet op basis van door de overtreder verstrekte informatie kan bepalen, kan de Raad hiervan een schatting maken.
3 Die boetegrondslag ligt binnen de volgende bandbreedtes:
a. € 10.000,– tot € 200.000,–:
1°. een overtreding van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht;
2°. het opdracht geven tot of feitelijk leiding geven aan een overtreding van artikel 8.25h, derde lid, van de Wet luchtvaart;
3°. het opdracht geven tot of feitelijk leiding geven aan een overtreding van artikel 45h, eerste lid, van de Loodsenwet.
b. € 50.000,– tot € 400.000,–:
1°. het opdracht geven tot of feitelijk leiding geven aan een overtreding van (het bepaalde bij of krachtens) de artikelen 17, eerste lid, aanhef en onder d, 27, eerste lid, 57 tot en met 62, 63, eerste lid, en 67 van de Spoorwegwet;
2°. het opdracht geven tot of feitelijk leiding geven aan een overtreding van (het bepaalde bij of krachtens) de artikelen 8.25d, 8.25e, 8.25f, derde, vijfde, zesde en zevende lid, 8.25g, eerste tot en met vijfde lid, 8.25ga, en 8.25h, eerste en derde lid, van de Wet luchtvaart;
3°. het opdracht geven tot of feitelijk leiding geven aan een overtreding van (het bepaalde bij of krachtens) de artikelen 27c, 27i, 27j, 27k, 27l, eerste lid, 45c, tweede lid, van de Loodsenwet.
1 Een boeteverhogende omstandigheid is in ieder geval de omstandigheid dat:
a. de Raad of een andere bevoegde autoriteit, waaronder begrepen een rechterlijke instantie, al eerder onherroepelijk eenzelfde of vergelijkbare door de overtreder begane overtreding heeft vastgesteld;
b. de overtreder het onderzoek van de Raad heeft belemmerd.
2 Bij recidive als bedoeld in het vorige lid, onder a, verhoogt de Raad de basisboete met 100%, tenzij dit evident onredelijk zou zijn.
3 Een boeteverlagende omstandigheid is in ieder geval de omstandigheid dat:
a. de overtreder verdergaande medewerking aan de Raad heeft verleend dan waartoe hij wettelijk gehouden was;
b. de overtreder uit eigen beweging de overtreding heeft beëindigd, waarbij meer gewicht toekomt aan het uit eigen beweging beëindigen van de overtreding voordat de Raad een onderzoek is begonnen dan nadat het onderzoek is gestart;
c. de overtreder uit eigen beweging degenen aan wie door de overtreding schade is toegebracht, schadeloos heeft gesteld.
4 Bij toepassing van artikel 5, derde lid, aanhef, onder a, sub 2 of 3, of onder b, kan de Raad bij het in aanmerking nemen van boeteverhogende of -verlagende omstandigheden ook de mate van betrokkenheid van de natuurlijke persoon bij het plegen van de overtreding en diens positie binnen de organisatie/het bedrijf/de instelling waarvoor hij of zij werkzaam is (geweest), betrekken.
1 De Raad stelt de hoogte van de op te leggen bestuurlijke boete vast met in achtneming van:
a. het wettelijk boetemaximum;
b. deze beleidsregels;
c. de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
2 De Raad kan van deze beleidsregels afwijken indien onverkorte toepassing ervan tot evidente onbillijkheden leidt.
3 Indien de Raad constateert dat een overtreder meerdere overtredingen heeft begaan, kan hij in plaats van elke overtreding afzonderlijk te beboeten, een bestuurlijke boete opleggen voor deze overtredingen gezamenlijk.
4 De hoogte van de op te leggen bestuurlijke boete rondt de Raad af naar beneden op een veelvoud van € 1.000,–.
Het besluit ‘NMa Boetecode 2007’ wordt ingetrokken.
Indien een bestuurlijke boete wordt opgelegd wegens een overtreding die plaatsvond voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, blijft op die overtreding het besluit ‘NMa Boetecode 2007’ van toepassing.
Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Beleidsregels NMa bestuurlijke boetes vervoerswetgeving’.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 21 september 2009
P. Kalbfleisch
R.J.P. Jansen
G.J.L. Zijl
In artikel 4, zesde lid, van deze beleidsregels is bepaald dat overtredingen waarvoor de Raad een bestuurlijke boete kan opleggen op grond van de artikelen 75 en 76, tweede lid, aanhef en onder a, van de Spoorwegwet, de artikelen 8.25h, zevende lid, en 11.21 van de Wet luchtvaart en de artikelen 45f, eerste lid, aanhef en onder a, 45g, eerste lid, en 45h, eerste lid, van de Loodsenwet, met uitzondering van overtredingen die door natuurlijke personen zijn begaan, worden beboet op basis van een promillage van de jaaromzet van de overtreder. De vaststelling van het promillage vindt plaats aan de hand van zes categorieën die oplopen in hoogte. Deze bijlage geeft aan in welke categorie de vorenbedoelde overtredingen zijn ingedeeld. De bijlage maakt integraal onderdeel uit van de Beleidsregels NMa bestuurlijke boetes vervoerswetgeving.
a. De overtredingen, bedoeld in artikel 76, tweede lid, aanhef en onder a, van de Spoorwegwet, die op grond van artikel 76, derde lid, van de Spoorwegwet en artikel 57, eerste lid, van de Mededingingswet bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 450.000,– of 10% van de jaaromzet als dat meer is, worden als volgt in categorieën ingedeeld:
Categorie II
a. artikel 58, derde lid;
b. artikel 58, vierde lid;
c. artikel 59, derde lid.
Categorie III
a. artikel 57.
Categorie IV
a. artikel 60, derde lid;
b. artikel 61 (ondersteunende voorschriften).
Categorie V
a. artikel 17, eerste lid, onder d (ondersteunende voorschriften);
b. artikel 58, eerste lid (vaststellen netverklaring);
c. artikel 58, eerste lid (overleg gebruikers);
d. artikel 58, tweede lid;
e. artikel 59, eerste lid;
f. artikel 59, tweede lid;
g. artikel 60, eerste lid (ondersteunende voorschriften);
h. artikel 60, tweede lid;
i. artikel 61 (kernvoorschriften);
j. artikel 62, zevende lid (ondersteunende voorschriften);
k. artikel 63, eerste lid.
Categorie VI
a. artikel 17, eerste lid, onder d (kernvoorschriften);
b. artikel 27, eerste lid;
c. artikel 60, eerste lid (kernvoorschriften);
d. artikel 62, eerste lid;
e. artikel 62, zevende lid (kernvoorschriften);
f. artikel 62, achtste lid;
g. artikel 67, eerste lid;
h. artikel 67, tweede lid;
i. artikel 67, derde lid.
a. De overtredingen, bedoeld in artikel 8.25h, zevende lid, van de Wet luchtvaart, die op grond van dat artikel en artikel 69, eerste lid, van de Mededingingswet bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 450.000,– of 1% van de jaaromzet als dat meer is, worden als volgt in categorieën ingedeeld:
a. artikel 8.25h, derde lid.
b. De overtredingen, bedoeld in artikel 11.21 van de Wet luchtvaart, die op grond van dat artikel en artikel 57, eerste lid, van de Mededingingswet bestraft kunnen worden met een boete van maximaal € 450.000,– of 10% van de jaaromzet als dat meer is, worden als volgt in categorieën ingedeeld:
Categorie I
a. artikel 8.25h, eerste lid.
a. artikel 8.25d, eerste lid, tweede volzin;
b. artikel 8.25g, vierde lid;
c. artikel 8.25ga.
a. artikel 8.25d, twaalfde lid (ondersteunende voorschriften);
b. artikel 8.25e, vierde lid;
c. artikel 8.25f, zevende lid.
a. artikel 8.25d, derde lid;
b. artikel 8.25d, vierde lid;
c. artikel 8.25d, vijfde lid;
d. artikel 8.25d, zesde lid;
e. artikel 8.25d, achtste lid;
f. artikel 8.25d, negende lid;
g. artikel 8.25d, tiende lid;
h. artikel 8.25d, elfde lid;
i. artikel 8.25d, twaalfde lid (kernvoorschriften);
j. artikel 8.25e, eerste lid;
k. artikel 8.25e, tweede lid;
l. artikel 8.25e, derde lid;
m. artikel 8.25g, tweede lid;
n. artikel 8.25g, derde lid;
o. artikel 8.25g, vijfde lid;
p. artikel 11.21 juncto artikel 56, vijfde lid, Mededingingswet juncto 56, eerste lid, onder c, Mededingingswet.
a. artikel 8.25d, eerste lid, eerste volzin;
b. artikel 8.25d, tweede lid;
c. artikel 8.25f, derde lid;
d. artikel 8.25f, vijfde lid;
e. artikel 8.25f, zesde lid;
f. artikel 8.25g, eerste lid.
a. De overtredingen, bedoeld in artikel 45h, eerste lid, van de Loodsenwet, die op grond van dat artikel bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 450.000,–, of, indien dit meer is, 1% van de gezamenlijke omzet van de organisaties, aangewezen krachtens de artikelen 15a, tweede lid, en 15b, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, worden als volgt in categorieën ingedeeld:
a. artikel 45h, eerste lid, juncto artikel 54 Mededingingswet.
b. De overtredingen, bedoeld in artikel 45f, eerste lid, aanhef en onder a, van de Loodsenwet, die op grond van artikel 45f, tweede lid, van de Loodsenwet bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete van maximaal 450.000,–, of, indien dit meer is, 10% van de gezamenlijke omzet van de organisaties, aangewezen krachtens de artikelen 15a, tweede lid, en 15b, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, worden als volgt in categorieën ingedeeld:
a. artikel 27c, tweede lid;
b. artikel 27c, derde lid;
c. artikel 27c, vierde lid;
d. artikel 27c, vijfde lid;
e. artikel 27c, zesde lid;
f. artikel 27c, zevende lid;
g. artikel 27j, tweede lid (m.u.v. eerste volzin);
h. artikel 27j, derde lid;
i. artikel 27k, tweede lid;
j. artikel 27k, derde lid;
k. artikel 27k, vierde lid;
l. artikel 45c, tweede lid.
a. artikel 27c, eerste lid;
b. artikel 27i, tweede lid;
c. artikel 27j, eerste lid;
d. artikel 27j, tweede lid, eerste volzin;
e. artikel 27k, eerste lid;
f. artikel 27l, eerste lid.
a. artikel 27i, eerste lid.
De overtredingen van de Algemene wet bestuursrecht, bedoeld in artikel 75 van de Spoorwegwet en artikel 45g, eerste lid, van de Loodsenwet, die op grond van eerstgenoemd artikel en artikel 45g, derde lid, van de Loodsenwet, bestraft kunnen worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 450.000,– of, als dat meer is, 1% van de jaaromzet, respectievelijk van de gezamenlijke omzet van de organisaties, aangewezen krachtens de artikelen 15a, tweede lid, en 15b, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, worden als volgt in categorieën ingedeeld:
a. artikel 5:20 juncto 5:15;
b. artikel 5:20 juncto 5:16;
c. artikel 5:20 juncto 5:17;
d. artikel 5:20 juncto 5:18;
e. artikel 5:20 juncto 5:19.
a. artikel 5:20 juncto artikelen 5:15 en 5:17
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregels NMa bestuurlijke boetes vervoerswetgeving", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.