Inleiding 1 augustus 2012
Vanaf 10 oktober 2010 horen Bonaire, Saba en St. Eustatius bij Nederland. Het ministerie
van OCW heeft daarom haar Nederlandse wetten aangepast voor Caribische situatie van
de BES eilanden.
Deze brochure controleprotocol EOZ BES 2012–2013 is de bijlage bij de gelijknamige
regeling, die na vaststelling door de minister van OCW wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
De brochure is bedoeld voor de instellingsaccountant, die de controle op de jaarstukken
uitvoert. Bij de opdrachtverstrekking overhandigt de subsidieontvanger dit controleprotocol
aan de instellingsaccountant, zodat hij op de hoogte is wat van hem wordt verwacht.
Het controleprotocol EOZ BES 2012–2013 is afgeleid van het onderwijscontroleprotocol
OCW/EZ 2012 en waarnodig aangepast aan de wet- en regelgeving, zoals die op de BES-eilanden
van toepassing is.
In het controleprotocol wordt aangesloten op de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Bij elk onderwerp is boven de daarop betrekking hebbende passages de datum vermeld
waarop de tekst voor het laatst is gewijzigd. Deze datum wordt niet gewijzigd als
het een verhoging betreft van de jaartallen in de tekst met 1 ten opzichte van het
definitieve controleprotocol van het voorgaande jaar.
Hoofdstuk 1. Uitgangspunten
1.1. Doelstelling van het controleprotocol 1 augustus 2012
Voor de expertisecentra onderwijszorg (verder EOZ) op Bonaire, Sint Eustatius en Saba
(verder BES) is geregeld dat een financieel verslag moet zijn voorzien van een accountantsverklaring.
Ook is geregeld dat de minister van OCW via een ministeriële regeling aanwijzingen
of voorschriften kan geven voor de controle door de instellingsaccountant. Hier is
invulling aan gegeven met het controleprotocol EOZ BES, hierna te noemen controleprotocol.
Het controleprotocol vormt daarmee de schakel tussen enerzijds de wet- en regelgeving
en anderzijds de uit te voeren werkzaamheden door de instellingsaccountants. Het geeft
een toelichting op het te hanteren referentiekader, het accountantsonderzoek en de
gewenste accountantsproducten.
In dit controleprotocol wordt de term instellingsaccountant gebruikt. Hiermee wordt
bedoeld de deskundige, zoals die in artikel 121, lid 6 van BW BES Boek 2 is gedefinieerd.
Het controleprotocol is opgesteld naar analogie van de door de NBA uitgegeven ‘Handreiking
Controleprotocollen’. De daarin opgenomen uitgangspunten zijn specifiek gemaakt voor
de situatie van de EOZ op de BES-eilanden. Waar mogelijk zijn tekstpassages uit de
handreiking in dit controleprotocol overgenomen.
Wanneer in de tekst wordt verwezen naar de subsidiebeschikking wordt hiermee bedoeld
de subsidiebeschikking met kenmerk BEK/BPR-2012/49314M, BEK/BPR-2012/49315M en BEK/BPR-2012/49316M
d.d. 3 augustus 2012.
Op grond van artikel 10, lid 1 van de subsidiebeschikking legt het EOZ verantwoording
af aan de hand van een financieel verslag, zoals bedoeld in artikel 4:76 van de Algemene wet bestuursrecht. Het bestuur van het EOZ is verantwoordelijk voor het opstellen en tijdig indienen
van dit verslag voorzien van een controleverklaring afgegeven door de instellingsaccountant.
1.2. Definities 1 augustus 2012
Dit controleprotocol is van toepassing voor de door het ministerie van OCW gesubsidieerde
EOZ op de BES. Op grond van artikel 10, lid 3 van de subsidiebeschikking kan de minister
een controleprotocol vaststellen.
1.3. Procedures 1 augustus 2012
Op grond van artikel 10, lid 2 en 5 van de subsidiebeschikking wordt door de subsidieontvanger
het financieel verslag, vergezeld van de verklaring van de instellingsaccountant vóór
1 november 2013 verzonden aan DUO, unit OND/ODB, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer en
een afschrift van deze stukken moet worden toegezonden aan de directie PO van het
ministerie van OCW, IPC 2400, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, beide gevestigd in
Nederland.
Dit controleprotocol is afgestemd met de bekende externe instellingsaccountants en
wordt vastgesteld door de minister bij ministeriele regeling. De regeling wordt met
de bijlage, het controleprotocol, in de Staatscourant gepubliceerd.
Indien de instellingsaccountant of het EOZ vragen heeft over de uitleg van de wet-
en regelgeving of de procedure dan kan hierover contact worden opgenomen met Lisette
Vels(medewerker van DUO), bereikbaar via e-mail (Lisette.Vels@RijksdienstCN.com) of
via telefoon (00-599-7158332 of 00-599-7954758).
Indien de instellingsaccountant vaktechnische vragen heeft dan kunnen deze vragen
worden voorgelegd aan N.vanSchie@owinsp.nl.
Hoofdstuk 2. Aanwijzingen controle
2.1. Controleaanpak 1 augustus 2012
De controleverklaring van de instellingsaccountant bij het financieel verslag betreft
de getrouwheid van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het resultaat,
evenals de naleving van de wet- en regelgeving. Het oordeel omtrent de naleving van
wet- en regelgeving vloeit voort uit het voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid
van de in het financieel verslag verantwoorde baten, lasten en balansmutaties.
De instellingsaccountant stelt vast dat het financieel verslag een getrouwe weergave
geeft van de inkomsten en uitgaven, die samenhangen met de door het ministerie van
OCW verstrekte subsidie aan de EOZ (artikel 10, lid 2 van de subsidieverlening).
De instellingsaccountant stelt vast dat de verstrekte subsidie rechtmatig is besteed.
2.2. Rechtmatigheid 1 augustus 2012
Op grond van artikel 10, lid 2 van de subsidiebeschikking doet de instellingsaccountant
een uitspraak over de rechtmatigheid.
2.3. Referentiekader 1 augustus 2012
Het referentiekader voor de controle ligt vast in de wet- en regelgeving. Het controleprotocol
treedt niet in de plaats van de oorspronkelijke wet- en regelgeving.
De beroepsvoorschriften voor instellingsaccountants, zoals opgenomen in de Nadere
Voorschriften Controle- en Overige Standaarden (NV COS), zijn van toepassing.
Ten aanzien van de in het financieel verslag van de EOZ verantwoorde baten, lasten
en balansmutaties stelt de instellingsaccountant vast dat deze voldoen aan de eisen
van financiële rechtmatigheid van de publieke middelen. Financiële rechtmatigheid
houdt in dat een financiële transactie die betrekking heeft op publieke middelen,
waarvan de uitkomst in het financieel verslag dient te worden verantwoord, in overeenstemming
is met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Artikel 1, 2 en 5 van de subsidiebeschikking valt onder de reikwijdte van het oordeel
van de instellingsaccountant over de financiële rechtmatigheid.
De overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving valt buiten het kader voor de
financiële rechtmatigheid. Deze overige wet- en regelgeving neemt de instellingsaccountant
wel mee in zijn werkzaamheden ten aanzien van de getrouwheid verklaring in het kader
van Standaard 250 Het belang van wet- en regelgeving bij de controle van financiële
overzichten.
2.4. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid 1 augustus 2012
Het begrip omvangsbasis geeft aan tegen welke omvang (bedrag) het percentage goedkeuringstolerantie
moet worden afgezet, bijvoorbeeld een bepaalde geldstroom of post in het financiële
verslag. De te hanteren omvangsbasis bij de controle van het financiële verslag is
afhankelijk van de te controleren massa en betreft de totale publieke middelen.
Bij zijn oordeelsvorming over de naleving van de wet- en regelgeving streeft de instellingsaccountant
naar een hoge mate van zekerheid. De instellingsaccountant richt zijn controle daartoe
zodanig in, dat hij met een redelijke mate van zekerheid kan verklaren dat in het
financiële verslag geen onjuistheden voorkomen met een belang dat groter is dan de
voorgeschreven toleranties.
Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet
worden, moet worden uitgegaan van een betrouwbaarheid van 95 procent.
Voor de strekking van de accountantsverklaring gelden de volgende toleranties:
|
Onjuistheden (in het financiële verslag)
|
Onzekerheden (in de controle)
|
Beperking
|
Afkeuring
|
Beperking
|
Oordeelonthouding
|
Rechtmatigheid
|
|
|
|
|
Rechtmatigheid besteding (% van de totale publieke middelen)
|
>3 en <5
|
≥5
|
>5 en <10
|
≥10
|
De tolerantie is van toepassing voor het oordeel over de financiële rechtmatigheid
In het controleprotocol worden geen toleranties voorgeschreven voor de getrouwheid.
Vanuit OCW is een maximale tolerantie van 2% van het totaal van de baten en 5% van
het balanstotaal aanvaardbaar. Het is de verantwoordelijkheid van de instellingsaccountant
om deze te bepalen met inachtneming van hetgeen hierover in NV COS is opgenomen.
Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten geldt voor de accountantscontrole
van het financieel verslag:
-
• Ten aanzien van het getrouwe beeld van het financieel verslag hoeven de EOZ fouten
met een gezamenlijk financieel belang beneden de goedkeuringstolerantie niet te corrigeren
en de instellingsaccountant hoeft deze niet te rapporteren. Het effect op de vermogenspositie
(de belangrijkste informatievraag voor OCW) is namelijk gering.
-
• Met betrekking tot de financiële rechtmatigheid wordt onderscheid gemaakt tussen materiële
en niet-materiële fouten. Het EOZ corrigeert voor zover mogelijk geconstateerde fouten.
Het EOZ kan echter dergelijke fouten meestal niet corrigeren. De instellingsaccountant
informeert het bestuur en het interne toezichthoudende orgaan hierover conform de
geldende beroepsvoorschriften. Materiële fouten (dwz fouten groter dan de goedkeuringstolerantie)
hebben invloed op de strekking van de accountantsverklaring en worden uit dien hoofde
in de accountantsverklaring toegelicht. Ten aanzien van niet-materiële fouten (dwz
fouten kleiner dan de goedkeuringstolerantie) stelt de instellingsaccountant een rapport
van bevindingen op zoals hieronder opgenomen met inachtneming van de geldende rapportagetolerantie.
Ten aanzien van de in het controleprotocol opgenomen werkzaamheden geldt een rapportagetolerantie.
De rapportagetolerantie geeft aan vanaf welke omvang fouten gemeld moeten worden.
De standaard rapportagetolerantie bedraagt 0,1%. Omdat het uitgangspunt wordt gehanteerd
dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk gecorrigeerd moeten worden, beperkt de instellingsaccountant
zich tot een uitzonderingsrapportage. Hiervoor gebruikt hij een rapport van bevindingen,
waarin hij de aard en omvang van de geconstateerde fouten vermeldt. Het rapport van
bevindingen is vormvrij. Het bestuur van het EOZ stuurt in een dergelijk geval het
rapport van bevindingen samen met de accountantsverklaring en verantwoording naar
OCW. Het bestuur kan daarbij aangeven hoe het heeft ge(re)ageerd op de geconstateerde
bevindingen.
Van een fout in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde
controle is gebleken dat een (gedeelte van) een post niet in overeenstemming is met
één of meer aspecten van de wet- en regelgeving. Fouten worden in absolute zin opgevat,
voor zover het de naleving van de wet- en regelgeving betreft. Saldering van fouten
is daarom niet toegestaan.
Van een onzekerheid in het onderzoek is sprake als er onvoldoende (controle-)informatie
beschikbaar is om een (gedeelte van een) post als goed of fout aan te merken. Bijvoorbeeld
als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de wet- en regelgeving. Voor
een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de instellingsaccountant
fouten en onzekerheden zoveel mogelijk kwantificeert.
Het uitgangspunt is dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk door het EOZ moeten
worden gecorrigeerd. Ten aanzien van fouten, die betrekking hebben op rechtmatigheid
geldt dat correctie veelal niet mogelijk is omdat de besteding reeds plaats heeft
gevonden.
Hoofdstuk 3. Controleverklaring 1 augustus 2012
Als de instellingsaccountant op grond van zijn bevindingen een andere dan een goedkeurende
verklaring afgeeft, moet hij een afwijkende tekst hanteren.
Als de instellingsaccountant een andere dan een goedkeurende verklaring afgeeft, dan
sluit hij voor wat betreft de oordeelsparagraaf aan bij de teksten van hoofdstuk 1
van de ‘Controle en Overige Standaarden’ (deel Voorbeeldteksten), uitgegeven door
het NBA.
Tekst goedkeurende controleverklaring financieel verslag EOZ.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: Opdrachtgever
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de (in dit verslag/rapport opgenomen) jaarrekening 2012–2013 van ... (naam
entiteit) te ... (statutaire vestigingsplaats) gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat
uit de balans per 31 juli 2013 en de staat van baten en lasten over de periode van
1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen
een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere
toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening
die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen
van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Boek 2 van het BW BES en de RJO BES*. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de
in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat
deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving
opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne
beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving
van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel
belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis
van onze controle, als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de Subsidiebeschikking d.d.
3 augustus 2012 met kenmerk BEK/BPR-2012/4931...M. Wij hebben onze controle verricht
in overeenstemming met het recht dat geldt in de openbare lichamen Bonaire, Saba en
Sint Eustatius, waaronder het controleprotocol EOZ BES 2012–2013 en de Nederlandse
controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften
en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid
wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie
over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden
zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip
van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel
belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen
neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken
van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de
financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving,
gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden.
Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking
te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle
omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële
verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid
van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie
van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt
is als basis voor ons oordeel.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling
van het vermogen van ... (naam entiteit) per 31 juli 2013 en van het resultaat over
de periode 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 in overeenstemming met de RJO BES*.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten
en balansmutaties over de periode van 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 voldoen
in alle van materieel belang zijnde aspecten aan de eisen van financiële rechtmatigheid.
Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet-
en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3 Referentiekader
van het controleprotocol EOZ BES 2012–2013.
Plaats, datum
Naam accountantspraktijk
....( naam accountant)
* Formeel is de RJO BES nog niet van toepassing op de EOZ. Uit de ingediende stukken over 2011–2012 blijkt
echter dat hier door de instelling en de accountant wel vanuit is gegaan. Omdat het
ook in de bedoeling van het ministerie OCW/EZ ligt om de RJO van toepassing te laten
zijn op de EOZ is hier in dit controleprotocol vast op vooruit gelopen.
Colofon
Deze brochure is een uitgave van:
Inspectie van het Onderwijs,
Directie Rekenschap
Postbus 2730 | 3500 GS Utrecht
www.onderwijsinspectie.nl
ISSN: 2214-1758
© januari 2013 | Inspectie van het Onderwijs
Deze publicatie staat ook op:
www.onderwijsinspectie.nl