Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT

[Regeling treedt (deels) in werking per 15-01-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 21-09-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014.
Geldend van 01-01-2014 t/m 14-01-2014

Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 januari 2014, Nr. 2013-0000762668, houdende aanwijzing van toezichthouders op de naleving van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector en het verlenen van mandaat voor de handhaving van die wet op het terrein van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 5.1 en 5.3 tot en met 5.6 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, alsmede hoofdstuk 5 en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 826, datum inwerkingtreding 15-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. WNT: de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

  • c. Bureau topinkomens: het programmabureau dat onder leiding van een programmamanager bij de directie Arbeidszaken Publieke Sector van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ondergebracht met het oog op het programma Naleving WNT.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 826, datum inwerkingtreding 15-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 2. Gebundeld toezicht op de naleving en handhaving van de WNT

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De ambtenaren werkzaam bij het Bureau topinkomens worden aangewezen als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de WNT ten aanzien van rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen waarvoor de minister moet worden aangemerkt als de minister wie het aangaat in de zin van de WNT.

  • 2 Aan de programmamanager die leiding geeft aan het Bureau topinkomens wordt mandaat en machtiging verleend voor het vorderen van opgaven en inlichtingen op grond van artikel 5.3 van de WNT alsmede het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met aan de minister toekomende bevoegdheid tot handhaving, bedoeld in de artikelen 5.4, 5.5 en 5.6 van de WNT ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen.

  • 3 Het op grond van het tweede lid verleende mandaat omvat mede de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van beleidsregels met betrekking tot de toepassing van de bevoegdheid, bedoeld in het tweede lid.

  • 4 Aan de programmamanager die leiding geeft aan het Bureau topinkomens wordt volmacht verleend voor het verrichten van rechtshandelingen die verband houden met de invordering van verbeurde dwangsommen en van gemaakte kosten voor bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze verband houden met de bevoegdheid, bedoeld in het tweede lid.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 826, datum inwerkingtreding 15-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 3. Behandelen van bezwaarschriften en (hoger) beroep

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Aan de directeur Arbeidszaken Publieke Sector wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in artikel 2, tweede lid, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem krachtens mandaat is genomen.

  • 2 Aan de directeur Arbeidszaken Publieke Sector wordt tevens machtiging verleend voor het behandelen van beroepschriften en voor het voeren van verweer in de gevallen waarin (hoger) beroep is ingesteld tegen een beslissing op bezwaar als bedoeld in het eerste lid.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 826, datum inwerkingtreding 15-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 826, datum inwerkingtreding 15-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Artikel 5. Citeertitel

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 826, datum inwerkingtreding 15-01-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Naar boven