Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2014

Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-02-2017 en zichtdatum 30-09-2024.
Geldend van 22-03-2014 t/m heden

Verordening van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers van logiesverstrekkende bedrijven op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2014 ten behoeve van de Nederlandse Hotelclassificatie (Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2014)

Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering:

Gelet op de artikelen 93, 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

§ 1. Begripsbepalingen en het toepassingsgebied

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

logiesverstrekkende onderneming

:

een onderneming, waarvoor het bedrijfschap is ingesteld, waar logies wordt verstrekt, desgewenst voor niet meer dan een nacht;

logieseenheid

:

de daartoe ingerichte kamer of overeenkomstige ruimte, waarin logies wordt verstrekt, met uitzondering van slaapzalen;

heffingsplichtige

:

een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet-rechts-persoonlijkheidbezittende vennootschap, die één of meer logiesverstrekkende ondernemingen drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2014;

secretaris

:

de secretaris van het bedrijfschap

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een logiesverstrekkende onderneming drijven.

§ 2. De bestemmingsheffing

Artikel 3

  • 1 De heffingsplichtige is voor het jaar 2014 per logiesverstrekkende onderneming een bestemmingsheffing verschuldigd op grondslag van het aantal logieseenheden, waarover de logiesverstrekkende onderneming beschikt. Hiervoor geldt de volgende tabel:

    Aantal logieseenheden

       

    Bestemmingsheffing (in €)

    Van

     

    Tot en met

     

    1

    -

    5

    32,00

    6

    -

    10

    55,00

    11

    -

    20

    75,00

    21

    -

    50

    110,00

    51

    -

    100

    210,00

    Meer dan

     

    100

    260,00

§ 3. Vaststelling en oplegging van de bestemmingsheffing

Artikel 4

  • 1 De heffingsplichtige wordt in de gelegenheid gesteld per logiesverstrekkende onderneming een opgave te doen van het aantal logieseenheden.

  • 2 De heffingsplichtige doet de in het eerste lid bedoelde opgave binnen vier weken na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld.

  • 3 Ingeval van wijziging van het aantal logieseenheden is de heffingsplichtige verplicht daarvan binnen een maand opgave te doen.

  • 4 Uitvoering van het eerste Nd kan achterwege blijven indien de heffingsplichtige al eens een opgave heeft gedaan van het aantal logieseenheden ten behoeve van de vaststelling van een bestemmingsheffing over een ander jaar.

  • 5 Gegevens met betrekking tot de bestemmingsheffing zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende:

    • a. slechts worden gebruikt ter vervuiling van de taak van het bedrijfschap;

    • b. niet onder vermelding van de persoon of onderneming waarop de bestemmingsheffing betrekking heeft worden bekendgemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voor zover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 6 Bekendmaking van gegevens met betrekking tot de bestemmingsheffing blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon of onderneming waarop zij betrekking hebben achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens of uit één of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon of onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 5

  • 1 De bestemmingsheffing wordt vastgesteld op grond van de meest recente opgave als bedoeld in artikel 4.

  • 2 Indien geen of een kennelijk onjuiste opgave is gedaan, wordt de bestemmingsheffing vastgesteld op basis van een schatting.

§ 4. De betaling van de bestemmingsheffing

Artikel 6

  • 1 De heffingsplichtige voldoet de bestemmingsheffing binnen zes weken na dagtekening.

  • 2 Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen.

  • 3 Bij niet tijdige betaling van de bestemmingsheffing;

    • a. kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht, welke minimaal € 6,- en maximaal € 14,- van het openstaande bedrag bedragen;

    • b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn;

    • c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten.

      De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt gevorderd. De invorderingskosten worden vastgesteld volgens de staffel incassokosten kantonrechters.

§ 6. Mandaatsbepalingen

Artikel 8

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid. mogen door de secretaris van het bedrijfschap worden ondergemandateerd.

  • 3 De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap.

§ 7. Slotbepalingen

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de dag van bekendmaking in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Artikel 10

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst.

Zoetermeer, 12 maart 2014

P.J. Biesheuvel

voorzitter

W. Spaink

secretaris