Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2014

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 22-03-2014 t/m heden

Verordening van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2014 (Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2014)

Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering:

Gelet op de artikelen 93, 95, 100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

§ 1. Begripsbepalingen en het toepassingsgebied

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

heffingsplichtige

:

een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap die één of meer ondernemingen waarvoor het bedrijfschap is ingesteld drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2014;

basisheffing

:

de heffing, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

loonsomheffing

:

de op de loonsom gebaseerde heffing, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

loonsom

:

het voor de premieheffing ingevolge de Werkloosheidswet als loon der werknemers aan te merken bedrag voor aftrek van de franchise, van alle werknemers in alle door de heffingsplichtige gedreven ondernemingen. Met loonsom wordt gelijkgesteld de vergoeding, exclusief btw, die wordt uitgekeerd aan uitzendbureaus, payrollingbedrijven of overeenkomstige bedrijven, ten behoeve van het beschikbaar stellen van personeel, dat onder directe gezagsverhouding van de heffingsplichtige arbeid verricht in de door de heffingsplichtige gedreven ondernemingen;

heffing

:

het totaal van de basisheffing en de loonsomheffing;

secretaris

:

de secretaris van het bedrijfschap

§ 2. De heffing

Artikel 2

  • 1

    • a. De heffingsplichtige is voor het jaar 2014 per onderneming een basisheffing van € 30,- aan het bedrijfschap verschuldigd.

    • b. Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek toegekend op de basisheffing ter hoogte van de basisheffing, voor iedere onderneming die in 2014 is aangevangen.

  • 2 De heffingsplichtige is in aanvulling op het eerste lid voor het jaar 2014 een loonsomheffing volgens een tariefschaal verschuldigd. Deze tariefschaal luidt als volgt:

    Loonsom in 2014 (in €)

     

    Loonsomheffing (in €)

    Van

    Tot en met

     

    0

    20.000

    0

    20.001

    40.000

    115,00

    40.001

    80.000

    225,00

    80.001

    160.000

    355,00

    160.001

    320.000

    495,00

    320.001

    640.000

    760,00

    640.001

    1.280.000

    1130,00

    Meer dan

    1.280.000

    1625,00

  • 3 Aan de heffingsplichtige kan een aftrek van 30% worden toegekend op de heffing, indien hij over het jaar 2013 contributie heeft betaald als lid van:

    • - Koninklijke Horeca Nederland,

    • - de Vereniging van Recreatie-Ondernemers Nederland RECRON,

    • - het Nederlands Horeca Gilde of een andere ondernemersorganisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

      • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfschap een taak heeft te vervullen,

      • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitcriteria, genoemd in de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal-Economische Raad,

      • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

      • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

      • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

§ 3. De vaststelling en oplegging van de heffing

Artikel 3

  • 1 De heffingsplichtige verstrekt op verzoek daartoe binnen vier weken de loonsom.

  • 2 Een verzoek daartoe kan achterwege blijven indien de loonsom reeds via het Pensioenfonds Horeca en Catering aan het bedrijfschap bekend is.

Artikel 4

  • 1 Gegevens met betrekking tot de heffing zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende:

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het bedrijfschap;

    • b. niet onder vermelding van de persoon of onderneming waarop de heffing betrekking heeft worden bekendgemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voor zover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 2 Bekendmaking van gegevens met betrekking tot de heffing blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon of onderneming waarop zij betrekking hebben achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens of uit één of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon of onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 5

  • 1 De heffing wordt vastgesteld op basis van loonsomgegevens als bedoeld in artikel 3, dan wel op basis van een schatting van de loonsom.

  • 2 Indien binnen drie jaar na vaststelling van de heffing uit een opgave van de heffingsplichtige of uit nader onderzoek vanwege het bedrijfschap blijkt dat de heffing onjuist is vastgesteld, kan de heffing worden herzien en opnieuw worden vastgesteld.

§ 4. De betaling van de heffing

Artikel 6

  • 1 De heffingsplichtige voldoet de heffing binnen zes weken na dagtekening.

  • 2 Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van de betaling in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen.

  • 3 Bij niet tijdige betaling van de heffing:

    • a. kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht, welke minimaal € 6,- en maximaal € 14,- van het openstaande bedrag bedragen.

    • b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn;

    • c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten.

    De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo artikel 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt gevorderd. De invorderingskosten worden vastgesteld volgens de staffel incassokosten kantonrechters.

§ 6. Mandaatsbepalingen

Artikel 8

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, mogen door de secretaris worden ondergemandateerd.

  • 3 De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris.

§ 7. Slotbepalingen

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de dag van bekendmaking in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Artikel 10

Deze verordening wordt aangehaald als: Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst.

Zoetermeer, 12 maart 2014

P.J. Biesheuvel

voorzitter

W. Spaink

secretaris