Mandaatbesluit Bureau Sanering Verkeerslawaai 2014

Geraadpleegd op 12-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 09-11-2024.
Geldend van 11-10-2014 t/m heden

Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 8 oktober 2014, IENM/BSK-2014/161234, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai en zijn plaatsvervanger voor de uitvoering van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai, de Stimuleringsregeling stille wegdekken en diverse taken in het kader van hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer (Mandaatbesluit Bureau Sanering Verkeerslawaai 2014)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, en 10:9, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3:79 van het Burgerlijk wetboek;

Gezien de schriftelijke instemming van het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai van 15 januari 2014 en 18 maart 2014 met de opdrachtbrieven van 2 januari 2014 (kenmerk 31087619), 2 januari 2014 (kenmerk 31090600) en 26 februari 2014 (kenmerk 31091179);

Besluit:

Artikel 1

Aan het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai en zijn plaatsvervanger wordt mandaat en volmacht verleend tot:

  • a. het nemen van besluiten en het sluiten van overeenkomsten in het kader van de uitvoering van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai en de Stimuleringsregeling stille wegdekken; en

  • b. het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in onderdeel a. voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen.

Artikel 2

Aan het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai en zijn plaatsvervanger wordt mandaat en volmacht verleend tot:

Artikel 3

Aan het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai en zijn plaatsvervanger wordt machtiging verleend tot het verrichten van alle handelingen ter voorbereiding en ter uitvoering van het in artikel 1 en artikel 2 bepaalde.

Artikel 4

Het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai kan met betrekking tot zijn bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1, 2 en 3 ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 5

  • 1 Een document opgemaakt ter uitvoering van artikel 1, 2 of 3 vermeldt, indien de taak tot de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu behoort, aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de gemandateerde gevolmachtigde of gemachtigde functionaris

  • 2 Een document opgemaakt ter uitvoering van artikel 1, 2 of 3 vermeldt, indien de taak tot de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu behoort, aan het slot:

    ‘DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze’,

    gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde functionaris.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel 2 en artikel 3 terug tot en met 1 januari 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus