Mandaatbesluit Rijksvastgoedbedrijf 2016

Geraadpleegd op 19-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2018 en zichtdatum 01-10-2024.
Geldend van 09-07-2016 t/m heden

Mandaatbesluit Rijksvastgoedbedrijf 2016

De directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf, in overeenstemming met de secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op het Organisatiebesluit BZK 2015 en het Mandaatbesluit BZK 2012;

Mede gelet op het Mandaatbesluit Rijksvastgoedbedrijf inzake Defensievastgoed 2015;

Mede gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

Mede gelet op de Comptabiliteitswet 2001 en het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996;

Besluit vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit Rijksvastgoedbedrijf 2016:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. functionaris: een ambtenaar werkzaam bij het Rijksvastgoedbedrijf;

  • b. directeur: rechtstreeks onder de directeur-generaal ressorterende leidinggevende van de directies Portefeuillestrategie & Portefeuillemanagement, Transacties & Projecten, Vastgoedbeheer, Financiën en Bestuur & Bedrijfsvoering;

  • c. afdelingshoofd: rechtstreeks onder een directeur ressorterende leidinggevende en de rechtstreeks onder de directeur-generaal ressorterende leidinggevende van het bureau directeur-generaal en van het Atelier Rijksbouwmeester;

  • d. sectiehoofd:r echtstreeks onder een afdelingshoofd ressorterende leidinggevende;

  • e. clusterhoofd: rechtstreeks onder een sectiehoofd ressorterende leidinggevende;

  • f. plaatsvervangend directeur, afdelingshoofd, sectiehoofd, clusterhoofd: rechtstreeks onder de te vervangen leidinggevende ressorterende functionaris die door de directeur als zodanig is aangewezen;

  • g. projectleider: functionaris die door een directeur is aangewezen voor de uitvoering van een project bij het Rijksvastgoedbedrijf;

  • h. werkterrein: de taken binnen het eigen organisatieonderdeel, overeenkomstig de vigerende capaciteitsplannen;

  • i. ingebruikgeving: het verschaffen van het genot van een zaak aan een derde, niet zijnde de rijksoverheid, door middel van het aangaan van een overeenkomst van bruikleen, huur, pacht, erfpacht, recht van opstal of enig ander gebruiksrecht;

  • j. mandaat: hieronder wordt in dit besluit tevens verstaan volmacht en machtiging.

Artikel 2. Ondermandaat directeuren, afdelingshoofden, sectiehoofden en clusterhoofden

  • 1 Aan de directeuren, afdelingshoofden, sectiehoofden en clusterhoofden wordt ondermandaat verleend ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot hun werkterrein en met inachtneming van artikel 6 en 7.

  • 2 Afdelingshoofden, sectiehoofden en clusterhoofden zijn niet bevoegd tot het verlenen van ondermandaat.

  • 3 Het ondermandaat van afdelingshoofden, sectiehoofden en clusterhoofden is niet van toepassing op de inhuur van extern personeel.

  • 4 Het ondermandaat van directeuren, afdelingshoofden, sectiehoofden en clusterhoofden met betrekking tot het nemen van personele besluiten is beperkt tot de in de bijlage vermelde aangelegenheden.

  • 5 Het ondermandaat van extern ingehuurde directeuren, afdelingshoofden, sectiehoofden en clusterhoofden heeft geen betrekking op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen.

Artikel 3. Ondermandaat plaatsvervangend directeur, plaatsvervangend afdelingshoofd, plaatsvervangend sectiehoofd en plaatsvervangend clusterhoofd

  • 1 Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de directeur, het afdelingshoofd, het sectiehoofd of het clusterhoofd wordt ondermandaat verleend aan de plaatsvervangend directeur, het plaatsvervangend afdelingshoofd, het plaatsvervangend sectiehoofd of het plaatsvervangend clusterhoofd.

  • 2 De aanwijzing van een plaatsvervangend directeur, plaatsvervangend afdelingshoofd, plaatsvervangend sectiehoofd en plaatsvervangend clusterhoofd geschiedt door de directeur, in overeenstemming met de directeur-generaal.

  • 3 Het ondermandaat van extern ingehuurde plaatsvervangend directeuren, plaatsvervangend afdelingshoofden, plaatsvervangend sectiehoofden en plaatsvervangend clusterhoofden heeft geen betrekking op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen.

Artikel 4. Ondermandaat projectleiders

  • 1 Aan projectleiders wordt ondermandaat verleend ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van deze functionarissen en met inachtneming van artikel 6 en 7.

  • 2 Projectleiders zijn niet bevoegd tot het verlenen van ondermandaat.

  • 3 Het ondermandaat van projectleiders is niet van toepassing op de inhuur van extern personeel.

  • 4 De aanwijzing van een projectleider geschiedt door de directeur, in overeenstemming met de directeur-generaal.

Artikel 5. Ondermandaat hoofd Juridisch Advies

Uitsluitend het hoofd Juridisch Advies is bevoegd opdracht te verlenen aan een (lands-)advocaat.

Artikel 6. Financiële begrenzing ondermandaat

  • 1 Het ondermandaat voor (meerjarige) verplichtingen die financiële gevolgen hebben of kunnen hebben is voor de onderstaande functionarissen per verplichting beperkt tot de volgende grensbedragen in euro’s en exclusief btw:

    Directeur

    5.000.000

    Afdelingshoofd

    1.000.000

    Sectiehoofd

    600.000

    Clusterhoofd

    50.000

  • 2 Het ondermandaat voor (meerjarige) verplichtingen die financiële gevolgen hebben of kunnen hebben is voor de onderstaande functionarissen per verplichting beperkt tot de volgende grensbedragen in euro’s en exclusief btw:

    Projectleiders met A-status

    5.000.000

    Projectleiders met B-status

    600.000

    Projectleiders met C-status

    50.000

    Projectleiders met D-status

    2.500

  • 3 De bovengenoemde grensbedragen zijn niet van toepassing op verplichtingen ten aanzien van:

    • a. verkoop;

    • b. ingebruikgeving;

    • c. het uitbrengen van offertes aan klanten binnen de Staat en het afsluiten van verhuurovereenkomsten binnen de Staat;

    • d. het bij de notaris zakenrechtelijk bevestigen van een reeds aangegane verplichting;

    • e. het verrichten van betalingen door kasbeheerders.

Artikel 7. Instructies

  • 1 De directeur-generaal kan instructies geven ter zake van de uitoefening van alle bevoegdheden die verleend zijn in of op grond van dit besluit.

  • 2 De directeuren kunnen, met inachtneming van de ingevolge lid 1 gegeven instructies, binnen hun organisatieonderdeel instructies geven ter zake van de uitoefening van de bevoegdheden die verleend zijn op grond van dit besluit.

  • 3 De in of op grond van dit besluit gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend met inachtneming van de gegeven instructies.

Artikel 8. Het register

Er is een mandaatregister Rijksvastgoedbedrijf. Het register bevat namen en functies van al degenen aan wie ondermandaat is verleend. Dit register is openbaar.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

  • 3 Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit Rijksvastgoedbedrijf 2016.

’s-Gravenhage, 27 juni 2016

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de

Minister

voor Wonen en Rijksdienst,

namens deze,

J.J.M. Uijlenbroek

directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf

Bijlage bij Mandaatbesluit Rijksvastgoedbedrijf 2016

nr.

Personele aangelegenheid

regelgeving

dg RVB

directeur

afdelingshoofd

sectiehoofd

clusterhoofd

 

Organisatie en formatie

           

1

Het vaststellen van de functie(her)waardering, m.u.v. de topformatie

 

x

       
 

Aanstelling en ontslag

           

2

Het verlenen van een aanstelling (vast, proeftijd, tijdelijk)

ARAR art. 5/6

x

       

3

Het wijzigen van de aard van het dienstverband binnen de formatie (bijv. van tijdelijk naar vast)

ARAR art. 5/6

x

x

x

x

 

4

Het verlengen van de proeftijd

ARAR art. 6

x

x

x

   

5

Het wijzigen van de arbeidsduur (meer/minder werken), mits passend binnen formatie

ARAR art. 21

x

x

x

x

x

6

Het bevorderen naar een hogere schaal/andere functie, mits passend binnen formatie

ARAR art.57

x

x

x

x

x

7

Het opdragen van een andere betrekking op aanvraag ((o)verplaatsen)

ARAR art. 57 lid 1

x

x

x

x

x

8

Het opdragen van een andere betrekking op grond van organisatiebelang

ARAR art. 57 lid 2

x

x

     

9

Het beëindigen van de aanstelling op verzoek

ARAR art. 94

x

x

x

x

x

10

Het beëindigen van de aanstelling (niet op eigen verzoek)

ARAR art. 93, 96 / 98

x

       

11

Het tijdelijk opdragen van andere werkzaamheden

ARAR art. 58

x

x

x

   

12

Het aanwijzen als VWNW-kandidaat

ARAR art. 49 d

x

       

13

Beslissen tot standplaatswijziging

ARAR art 49jj/49zz

x

x

x

   

14

Vaststellingsovereenkomst (personele individuele maatwerkregeling)

 

x

       

15

Overeenkomen van detachering / interim- functievervulling

 

x

x

x

   
 

Disciplinaire en ordemaatregelen

           

16

Het verlenen van strafontslag

ARAR art. 81 lid 1 sub L

x

       

17

Het ontzeggen van de toegang tot de organisatie

ARAR art. 77

x

x

     

18

Het opleggen van een schorsing

ARAR art. 91

x

x

     

19

Het opleggen van een disciplinaire straf ARAR artikel 81 lid 1 sub a

ARAR art. 81 lid 1 sub a

x

x

x

   

20

Het opleggen van een disciplinaire straf ARAR artikel 81 lid 1 sub b t/m d

ARAR art. 81 lid 1 sub b-d

x

x

     

21

Het opleggen van een disciplinaire straf artikel 81 overig

ARAR art. 81 lid 1 sub e-j

x

       

22

Het geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren, verminderen of inhouden van de bezoldiging

ARAR art. 81 lid 1 sub k/ art. 92

x

       
 

Bezoldiging

           

23

Het vaststellen van het salaris, m.u.v. MD-functies

BBRA

x

x

x

x

x

24

Het toekennen/onthouden van een periodiek i.h.k.v. functioneren (gekoppeld aan beoordeling)

ARAR art. 71/71a/ BBRA 7

x

x

     

25

Het toekennen van een eenmalige of periodieke toeslag (bijv. bijzondere beloning)

BBRA art. 22

x

x

     

26

Het toekennen van een waarnemingstoelage

BBRA art. 14

x

x

x

x

 

27

Het toekennen van een mobiliteitsperiodiek

BBRA art. 22

x

x

x

x

 

28

Het toekennen van een schadeloosstelling voor materiële schade ≤ € 2.500

ARAR art. 69

x

x

x

x

 

29

Het toekennen van een schadeloosstelling voor materiële schade > € 2.500 of immateriële schade

ARAR art. 69

x

       

30

Het vaststellen van een lager salaris (demotie)

ARAR art. 57b

x

x

     

31

Het toekennen van partiële arbeidsparticipatie senioren (PAS)

 

x

x

x

x

x

32

Het toekennen van een bindingspremie/arbeidsmarkttoelage

BBRA art 22

x

x

     
 

Verlof

           

33

Het toekennen/wijzigen van vakantieverlof

ARAR art. 22 / 23

x

x

x

x

x

34

Het toekennen van verlof tijdens ziekte

ARAR art. 22

x

x

x

x

x

35

Het vaststellen van een afbouwplan verlof

ARAR art. 23

x

x

x

x

x

36

Het verlenen van buitengewoon verlof (verhuizing, familieomst., huwelijk, korte duur)

ARAR art. 33

x

x

x

x

x

37

Het verlenen van buitengewoon verlof i.v.m. bezoek arts, etc.

ARAR art. 33

x

x

x

x

x

38

Het verlenen van buitengewoon verlof van lange duur

ARAR art. 33

x

x

x

   

39

Het verlenen van calamiteiten-, zorg-, ouderschaps- en zwangerschapsverlof

ARAR art. 33

x

x

x

x

x

40

Het verlenen van onbetaald verlof

ARAR art. 33 / 34

x

x

x

   
 

Beoordelen / functioneringsgesprek

           

41

Het opstellen van een beoordeling

beoordelingsvoorschrift

x

x

x

x

x

42

Het optreden als beoordelingsautoriteit

beoordelingsvoorschrift

x*

x*

x*

x*

 

43

Het voeren van een plannings-, functionerings- en beoordelingsgesprek

ARAR art 71

x

x

x

x

x

44

Het verslag vaststellen van een plannings- en functioneringsgesprek

ARAR art 71

x

x

x

x

x

 

Gratificaties ambtsjubileum

           

45

Het toekennen van een gratificatie/beloning

BBRA art. 79

x

x

x

x

x

 

Opleidingen

           

46

Toekennen/afwijzen studiefaciliteiten (binnen vastgesteld opleidingplan) ≤ € 5.000

ARAR 59 / 60

x

x

x

x

x

47

Idem > € 5.000 en ≤ € 15.000

ARAR 59 / 60

x

x

     

48

Idem > € 15.000

ARAR 59 / 60

x

       
 

Ziekte

           

49

Het korten van het verlof

ARAR art. 22

x

x

x

x

x

50

Vergoeden medische behandeling ≤ € 2.500

ARAR art 69

x

x

x

x

x

51

Vergoeden medische behandeling > € 2.500

ARAR art 69

x

x

x

x

 

52

Besluit dienstongeval

ARAR art. 35

x

x

     
 

Werktijdregeling

           

53

Vaststellen werktijdregeling (werkrooster)

 

x

x

x

x

x

 

BHV

           

54

Het aanwijzen voor BHV

reglement BHV

x

x

     
 

Personele regelingen

           

55

Het toekennen/afkeuren van aanvragen IKAP

ARAR art 21c

x

x

x

x

x

56

Beoordelen arbeidsomstandigheden (ook thuis)

 

x

x

x

x

x

57

Beoordelen nevenwerkzaamheden

ARAR art 61

x

x

x

x

x

58

Besluiten tot verbod nevenwerkzaamheden

ARAR art 61

x

x

     
 

Verplaatsingskosten (VKB '89)

           

59

Het toekennen van de verhuiskostenvergoeding

VKB '89

x

x

x

x

 

60

Het toekennen van de pensionkostenvergoeding

VKB '89

x

x

x

x

 

61

Het toekennen van de vergoeding reiskosten gezinsbezoek

VKB '89

x

x

x

x

 

62

Het goedkeuren/afkeuren van buitenlandse dienstreizen

VKB '89

x

x

     

63

Het goedkeuren/afkeuren van reisdeclaraties

 

x

x

x

x

x

64

Het toekennen van de hoge tegemoetkoming woon-werkverkeer

VKB '89

x

x

x

   
 

Overig

           

65

Het toekennen van de vergoeding overwerk

BBRA art. 17

x

x

x

x

x

66

Het opleggen van consignatie

BBRA 18a

x

x

     

67

Het opleggen van de verplichting tot vergoeding van door de dienst geleden schade

ARAR art. 66

x

x

x

x

x

68

Vrijstelling geven op terugbetaling van de kosten van een opleiding of de bezoldiging van genoten ouderschapsverlof

ARAR art. 59 / 60

x

x

x

   

69

Het opleggen van de verhuisplicht / verlenen van ontheffing verhuisplicht

ARAR art. 55

x

       

70

Toekennen VWNW-voorziening

 

x

x

x

x

x

* mits nog een laag leidinggevenden ertussen