Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging inspecteur-generaal der mijnen 2016

Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 20-12-2024.
Geldend van 11-10-2016 t/m heden

Besluit van de inspecteur-generaal der mijnen van 6 september 2016, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Staatstoezicht op de Mijnen (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging inspecteur-generaal der mijnen van het Ministerie van Economische Zaken 2016)

De inspecteur-generaal der mijnen,

Gelet op artikel 18 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de inspecteur-generaal: de inspecteur-generaal der mijnen;

  • b. de directeuren: de directeuren van de directies Ondergrond en Boren, Engineering en Netbeheer, Toezichtsbeleid en Bestuurszaken;

  • c. het DT-SodM: het collectief van de onder a en b bedoelde functionarissen;

  • d. de managers: de managers van de teams Ondergrond, Boren, Engineering, Operaties, Netbeheer, Bedrijfsvoering en Informatiemanagement;

  • e. operationele kosten: kosten welke direct verband houden met het werkterrein van de directeuren, niet zijnde kosten voor de werkterreinen genoemd in artikel 3, vijfde en zesde lid.

  • f. het bedrag: het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (btw).

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de inspecteur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen waarover in het DT-SodM geen overeenstemming is;

  • b. onderwerpen, die een of meer directies van zijn dienstonderdeel raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;

  • c. aangelegenheden:

    • 1°. ten aanzien waarvan de inspecteur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur aan de inspecteur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de inspecteur-generaal door een andere directeur moeten worden afgehandeld.

Artikel 3

  • 1 Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van extern gerichte brieven en andere stukken, niet zijnde besluiten, en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen op hun werkterrein.

  • 2 Aan de directeuren wordt tevens, ieder voor zich, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van operationele kosten op hun werkterrein tot en met een bedrag van € 10.000 per verplichting.

  • 3 Aan de directeuren wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse en buitenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties tot en met een bedrag van € 10.000 per verplichting.

  • 5 Aan de directeur Ondergrond en Boren wordt tevens ondermandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van feitelijke handelingen met betrekking tot hoofdstuk 8 van de Mijnbouwregeling.

  • 6 Aan de directeur Bestuurszaken wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van opleidingen, tijdelijk personeel, huisvesting en bureaukosten, waaronder begrepen documentatie, literatuur, hardware, software en telefonie, tot en met een bedrag van € 10.000 per verplichting.

Artikel 4

  • 1 Aan de managers wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties tot en met een bedrag van € 5.000 per verplichting.

  • 2 Aan de manager Bedrijfsvoering wordt voorts volmacht en machtiging verleend ten aanzien van brieven op financieel en administratief gebied en op het gebied van huisvesting, personeel & organisatie, met uitzondering van correspondentie gericht aan de minister, de secretaris-generaal, de hoofddirecteur Interne Organisatie en Uitvoering, en de hoofden van dienst van het Ministerie van Economische Zaken.

  • 3 Aan de manager Bedrijfsvoering wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van opleidingen, tijdelijk personeel, huisvesting en bureaukosten, tot en met een bedrag van € 5.000 per verplichting.

  • 4 Aan de manager Informatiemanagement wordt tevens volmacht en machtiging verleend op het gebied van documentatie, literatuur, hardware, software en telefonie tot en met een bedrag van € 5.000 per verplichting.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 september 2016

H.A.J.M. van der Meijden,

inspecteur-generaal der mijnen