Besluit van 5 april 1932, tot uitvoering van de artikelen 33, 36 en 41, tweede lid,
van de Wegenwet
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Waterstaat van 10 Februari 1932, La. H, Afdeeling
Waterstaatsrecht;
Gelet op de Wegenwet;
Den Raad van State gehoord, advies van 8 Maart 1932, n°. 30;
Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Waterstaat van 1 April 1932, La. A.,
Afdeeling Waterstaatsrecht;
Hebben goedgevonden en verstaan: