Besluit van 9 augustus 1948, tot uitvoering van artikel 12 der Wet buitengewoon pensioen
1940-1945
In naam van Hare Majesteit Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. WIJ JULIANA, PRINSES DER NEDERLANDEN,
REGENTES VAN HET KONINKRIJK,
Op de gemeenschappelijke voordracht van de Ministers van Binnenlandse Zaken, van Financiën
en van Sociale Zaken van 22 Juni 1948, afdeling Maatschappelijke Zorg II, bureau 4,
No. 4077;
Gelet op de artikelen 3, 12, eerste lid, en 20, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Staatsblad 1947, No. H 313);
Gezien de adviezen van de Buitengewone Pensioenraad en de Stichting 1940-1945;
De Raad van State gehoord (advies van 27 Juli 1948, No. 47);
Gezien het nader rapport van de Minister van Binnenlandse Zaken, mede namens zijn
voornoemde Ambtgenoten, van 2 Augustus 1948, Afdeling Maatschappelijke Zorg II, bureau
4, No. 4663;
Hebben goedgevonden en verstaan: