U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-07-2010.]Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-10-2007. Geldend van 21-10-2007 t/m 30-06-2010
Instructie voor de herinrichtingscommissie
De Minister van Landbouw en Visserij,
Gelet op artikel 4, zevende lid, van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694);
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, van Binnenlandse Zaken, van Verkeer en Waterstaat, van Economische Zaken en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-07-2010]
De instructie voor de herinrichtingscommissie, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694), hierna te noemen ‘de Wet’, wordt als volgt vastgesteld:
De herinrichtingscommissie, hierna te noemen de commissie, vergadert als regel eenmaal per drie maanden en voorts:
a. zo dikwijls als de voorzitter dit wenselijk acht;
b. wanneer ten minste 10 leden dit schriftelijk onder opgave van redenen aan de voorzitter verzoeken.
1 De commissie stelt een agendacommissie in. Hierin hebben in ieder geval zitting de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, de secretaris, de adjunct-secretaris en de op grond van artikel 4, negende lid, van de wet aangewezen ingenieur van het kadaster, hierna te noemen ingenieur van het kadaster.
2 De agendacommissie heeft tot taak de agenda voor de vergaderingen van de commissie voor te bereiden.
1 Alle vergaderingen, met uitzondering van die welke naar het oordeel van de voorzitter een spoedeisend karakter dragen, worden door de secretaris met inachtneming van een termijn van ten minste 21 dagen uitgeschreven onder opgave van de plaats, de dag en het tijdstip van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen.
2 De leden, de adviserende leden en de ingenieur van het kadaster ontvangen een uitnodiging. De adviserende leden kunnen zich doen vervangen na overleg met de voorzitter.
3 Tegelijk met de uitschrijving van de vergadering brengt de voorzitter de plaats, de dag en het tijdstip van de vergadering, alsmede een overzicht van de te behandelen onderwerpen ter openbare kennis in ten minste twee dagbladen, die in Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, bedoeld in artikel 1 van de wet, worden verspreid.
Er is op de plaats waar de vergadering wordt gehouden een presentielijst aanwezig, waarop de aanwezige leden, adviserende leden, alsmede de ingenieur van het kadaster hun handtekening plaatsen en die na het sluiten van de vergadering wordt gesloten door ondertekening door de voorzitter en de secretaris.
1 De commissie kan besluiten haar vergaderingen in het openbaar te houden.
2 De deuren worden in ieder geval gesloten, wanneer in de vergadering aangelegenheden, die personen betreffen, worden behandeld.
3 De commissie kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
De secretaris van de commissie legt in een verslag vast hetgeen in de vergadering is behandeld en zendt een afschrift hiervan aan de leden en adviserende leden van de commissie, aan de ingenieur van het kadaster, aan de secretarissen van de in artikel 4, zesde lid, van de wet bedoelde deelgebiedscommissies en aan de directeur van de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, hierna te noemen de directeur DLG.
1 De secretaris zendt afschriften van alle correspondentie met derden aan de betrokken hoofden projecten van de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de provincies Groningen en Drenthe, aan de ingenieur van het kadaster en al naar gelang van het onderwerp, aan de secretarissen van de deelgebiedcommissies.
2 De secretaris draagt zorg voor de archiefvorming volgens de bepalingen en instructies opgesteld voor het archiefbeheer van de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
1 De leden en de adviserende leden van de commissie ontvangen overeenkomstig het Vacatiegeldenbesluit 1988 van Rijkswege een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering.
2 De in het eerste lid bedoelde leden ontvangen van Rijkswege een vergoeding voor het verrichten van andere werkzaamheden ten behoeve van de commissie en een reis- en verblijfskostenvergoeding overeenkomstig het Reisbesluit binnenland.
3 De in het eerste en tweede lid bedoelde vergoedingen worden vastgesteld door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Financiën.
Indien de commissie op grond van artikel 4, derde lid, van de wet een sub-commissie instelt, wordt het secretariaat van de sub-commissie vervuld door het secretariaat van de commissie, bedoeld in artikel 13.
Een sub-commissie heeft tot taak de commissie van advies te dienen omtrent de zaken, waarvoor zij is ingesteld.
Het bepaalde in artikel 8 is van overeenkomstige toepassing op de leden van een sub-commissie.
1 De commissie stelt een instructie op voor iedere sub-commissie.
2 Deze instructie behoeft de goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
1 De voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van de commissie worden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, vierde lid, van de wet, opgedragen aan een secretariaat.
2 Het secretariaat bestaat uit de secretaris van de commissie en de adjunctsecretaris.
3 Door ieder van de in artikel 4, tweede lid, van de wet, genoemde ministers kan tot bijstand aan het secretariaat een medewerker worden toegevoegd.
[Vervallen per 25-06-2006]
Nadat een herinrichtingsplan overeenkomstig het bepaalde in artikel 20 van de wet is vastgesteld, maakt de commissie de inhoud van artikel 24 van de wet bekend in ten minste twee dagbladen, die in de streek worden verspreid.
1 De commissie maakt een werkplan op voor de uitvoering van een herinrichtingsplan. In dit werkplan wordt in ieder geval de jaarlijkse behoefte aan kredieten opgenomen.
2 Het werkplan behoeft de goedkeuring van de directeur DLG.
1 Ieder jaar in oktober wordt het werkplan herzien, waarbij aanpassing aan veranderde omstandigheden en aan de op de rijksbegroting voor het komende jaar uitgetrokken gelden plaatsvindt.
2 De herziening van het werkplan geschiedt op de wijze, bedoeld in artikel 22.
De commissie draagt zorg dat de aanbesteding en gunning van het leveren van diensten geschieden overeenkomstig het Aanbestedingsreglement voor Diensten LNV 2003, dan wel overeenkomstig het Besluit aanbestedingsregels overheidsopdrachten.
Op de door de commissie uit te voeren werken zijn de Beleidsregels aanbesteding van werken en het Aanbestedingsreglement Werken 2005 van toepassing.
De in de artikelen 23, derde lid, 28, zevende lid, en 76 van de wet bedoelde schade wordt bepaald aan de hand van door de commissie vast te stellen richtsnoeren, die de goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit behoeven.
1 De ministeries verrichten betalingen voor zover zij een bedrag voor de financiële bijdrage van Rijkswege ter beschikking hebben gesteld.
2 De betaling van het door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ter beschikking gestelde gedeelte van de financiële bijdrage van Rijkswege wordt verricht door de Dienst Landelijk Gebied.
3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Dienst Landelijk Gebied met een ministerie overeenkomen dat deze dienst voor dit ministerie betalingen verricht.
4 De financiële administratie van de verrichtingen van de commissie, die verband houdt met de door de Dienst Landelijk Gebied te verrichten betalingen, wordt uitgevoerd door de Landinrichtingsdienst. Deze zal hierbij het secretariaat inschakelen.
1 De commissie zal de ingevolge artikel 62 van de wet ingekomen pachtovereenkomsten onmiddellijk na ontvangst inschrijven in een register.
2 Zij zendt deze pachtovereenkomsten aan de ingenieur van het kadaster ter verdere afwerking van de registratie. Deze draagt vervolgens zorg, dat de pachtovereenkomsten, voorzien van een stempel ten bewijze van de registratie, namens de commissie, aan de inzenders worden teruggezonden.
De commissie doet door tussenkomst van de directeur DLG een voorstel aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor een stelsel van classificatie van de grond met inachtneming van artikel 33, eerste lid, van de wet en de Regeling herverkaveling.
De commissie doet door tussenkomst van de directeur DLG een voorstel aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor de regels, bedoeld in artikel 107, tweede lid, van de wet en neemt daarbij de Regeling herverkaveling in acht.
De schatters bedoeld in artikel 32 van de wet, die geen ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet zijn, ontvangen van Rijkswege een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vast te stellen vergoeding.
1 De Regeling herverkaveling is van overeenkomstige toepassing op het opmaken van het plan van toedeling door de commissie.
2 Indien de commissie op grond van artikel 21 van de Regeling herverkaveling wenst af te wijken van de regels voor het plan van toedeling, dan doet zij hiertoe door tussenkomst van de directeur DLG een voorstel aan de minister.
1 Plannen van toedeling die zijn opgemaakt, voorafgaande aan de inwerkingtreding van de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 12 juni 2006, TRCJZ/2006/224 (Stcrt. 2006, 120), houdende wijziging van enkele regelingen betreffende de werkwijze bij landinrichtingsprojecten, zijn opgemaakt overeenkomstig de Regeling herverkaveling.
2 Ingeval bij het opmaken van het plan van toedeling is gehandeld overeenkomstig door of in naam van de commissie vastgestelde richtlijnen voor het opmaken van het plan van toedeling op grond van artikel 33, zoals dat luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 12 juni 2006, TRCJZ/2006/224, (Stcrt. 2006, 120), houdende wijziging van enkele regelingen betreffende de werkwijze bij landinrichtingsprojecten, en die richtlijnen afwijken van de Regeling herverkaveling, hebben de daarvan het gevolg zijnde afwijkingen van de artikelen 8 tot en met 20 van de Regeling herverkaveling, gelet op artikel 21 van de Regeling herverkaveling, de instemming van de minister.
De ingenieur van het kadaster stelt het plan van toedeling op in samenwerking met de secretaris van de commissie. Nadat hij deze overeenstemming heeft verkregen, wordt het ontwerp ter verdere behandeling aangeboden aan de commissie.
1 De in het kader van het herinrichtingsplan uitgevoerde werken, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 74, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van de wet zullen worden toegewezen, worden door de commissie beheerd en onderhouden tot aan het tijdstip, waarop deze toewijzing plaatsvindt.
2 Ten einde het beheer en onderhoud van de in het eerste lid bedoelde werken niet langer te doen plaatsvinden dan noodzakelijk is, zal de commissie het voorstel, bedoeld in artikel 72, tweede lid, van de wet, zo spoedig als mogelijk aan het betrokken college van gedeputeerde staten zenden.
3 Het beheer en het onderhoud van de in artikel 72, eerste lid, onder c, van de wet, bedoelde gehandhaafde, niet verbeterde wegen, waterlopen, dijken, kaden, met de daartoe behorende kunstwerken blijven bij de beheerders en onderhoudsplichtigen tot aan het tijdstip waarop de toewijzing, bedoeld in artikel 74, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van de wet plaatsvindt.
4 De in artikel 72, eerste lid, onder d. van de wet bedoelde wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken blijven in beheer en onderhoud bij de gemeente Groningen tot aan het tijdstip waarop de toewijzing, bedoeld in artikel 74, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van de wet, plaatsvindt.
Indien Gedeputeerde Staten voornemens zijn artikel 28, tweede lid, van de wet, toe te passen, zal de commissie, alvorens in te stemmen met het daartoe strekkende voorstel van Gedeputeerde Staten, in het bezit moeten zijn van een schriftelijke verklaring van het betrokken openbare lichaam of andere rechtspersoon, waaruit blijkt, dat het beheer en het onderhoud van de uit te voeren werken is geregeld tot aan het tijdstip waarop de toewijzing, bedoeld in artikel 74, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van de wet, plaatsvindt.
1 Ter verwezenlijking van de taakstelling, bedoeld in het herinrichtingsplan ingevolge artikel 16 van de wet worden door het bureau beheer landbouwgronden, bedoeld in artikel 28 van de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248), hierna te noemen het bureau, gronden verworven op basis van een na overleg met de commissie vastgesteld aankoopbeleid. Over de resultaten wordt periodiek door het bureau schriftelijk verslag gedaan aan de commissie, die in de gelegenheid wordt gesteld het gevoerde beleid ter discussie te stellen.
2 Het bureau voert in de blokken waar op grond van het herinrichtingsplan herverkaveling zal plaatsvinden het materieel beheer gedurende het tijdvak dat begint op de datum van verwerving van het land en eindigt met ingang van het kalenderjaar volgende op het jaar waarin het plan van toedeling van het betreffende blok ter visie is gelegd als bedoeld in artikel 83, tweede lid, van de wet.
3 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid voert:
a. het bureau het materieel beheer tot aan de datum waarop de akte van toedeling, bedoeld in artikel 95 van de wet, van het betreffende blok in de openbare registers wordt overgeschreven ten aanzien van land en de daarop aanwezige opstellen:
welke worden aangewend voor niet agrarisch gebruik, voor zover niet opgenomen in het herinrichtingsplan;
welke gelegen zijn binnen als zodanig aangewezen reservaatsgebieden;
welke worden aangewend voor uitgifte in erfpacht;
b. de commissie gedurende het tijdvak, dat begint met het kalenderjaar volgende op het jaar waarin provinciale staten het herinrichtingsplan of een gedeelte hiervan hebben vastgesteld als bedoeld in artikel 20 van de wet en eindigt op de datum bedoeld in het vierde lid, het materieel beheer ten aanzien van land dat per kalenderjaar aangewend wordt voor:
uitvoering van werken;
tijdelijke compensatie van grondgebruikers op wier grond werken worden uitgevoerd;
blijvende compensatie van grondgebruikers op wier grond werken zijn uitgevoerd als gevolg waarvan het gebruik niet meer mogelijk is;
oplossing van incidentele problemen bij de uitvoering welke geen verband behoeven te hebben met de uitvoering van de werken.
4 Onverminderd het bepaalde in het derde lid voert de commissie het materieel beheer van de grond, die ter realisering van de taakstelling wordt aangewend, gedurende het tijdvak dat begint met het kalenderjaar volgende op het jaar waarin het plan van toedeling van het betreffende blok ter visie is gelegd en eindigt op de datum waarop de akte van toedeling in de openbare registers wordt overgeschreven.
5 a. Het bureau voert in die delen van het herinrichtingsgebied, waar op grond van het herinrichtingsplan geen herverkaveling zal plaatsvinden, het materieel beheer zolang het bureau de grond in eigendom of pacht heeft.
b. het bepaalde in het derde lid, onderdeel b, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het daar bedoelde beheer eindigt op de datum waarop de akte van toedeling van het laatste blok van het betreffende deelgebied in de openbare registers wordt overgeschreven.
6 Het beheer dient zodanig te worden gevoerd dat:
a. het land niet met persoonlijke of zakelijke rechten wordt belast die een zo spoedig mogelijke vervreemding ten behoeve van de gewenste bestemming kunnen bemoeilijken of vertragen;
b. wordt zorggedragen voor een regelmatige wisseling van degenen aan wie het land in gebruik wordt gegeven.
7 Voor ingebruikneming van land in materieel beheer bij het bureau kunnen gegadigden zich door middel van een inschrijving bij het bureau melden.
8 Bij het in gebruik geven van het land wordt een vergoeding gevraagd ter grootte van de hoogst toelaatbare pachtprijs.
9 Met betrekking tot het land dat de commissie in materieel beheer heeft:
a. betaalt zij aan het bureau een vergoeding ter grootte van de hoogst toelaatbare pachtprijs;
b. brengt zij voor het gebruik door derden maximaal een bedrag in rekening ter grootte van de hoogst toelaatbare pachtprijs;
c. legt zij jaarlijks verantwoording af aan het bureau.
10 De uit het materieel beheer voortvloeiende afwikkeling van de financiële gevolgen en de daarbij behorende administratie wordt door het bureau verricht, vanaf de datum van verwerving van het land tot aan de datum waarop de akte van toedeling in de openbare registers wordt overgeschreven dan wel in geval de grond van het bureau, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, vervreemd wordt.
11 In afwijking van het bepaalde in het vorige lid voert de commissie de administratie over het haar in materieel beheer gegeven land, bedoeld het derde lid, onderdeel b, het vierde lid en het vijfde lid, onderdeel b.
Het in het herinrichtingsgebied gelegen land wordt op de volgende wijze vervreemd:
a. uitgifte in erfpacht als bedoeld in artikel 57 van de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248), voor zover het betreft landbouwgrond;
b. vestiging van zakelijke rechten anders dan bedoeld in artikel 57 van de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248);
c. overdracht in eigendom aan de Staat;
d. overdracht in eigendom aan andere openbare lichamen dan de Staat;
e. overdracht in eigendom aan particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties.
f. overdracht in eigendom aan ondernemers in de landbouw, voor zover het landbouwgrond betreft, op voordracht van de commissie;
g. overdracht in eigendom aan derden dan wel de vestiging van een zakelijk recht ten behoeve van derden, niet ressorterend onder a-f, ter oplossing van incidentele problemen bij de uitvoering
Voordat toepassing wordt gegeven aan Hoofdstuk II van de wet zal de commissie bevorderen, dat langs vrijwillige weg grondruil tot stand komt tussen degenen die gronden gedeeltelijk in een te onteigenen gebied hebben liggen en hun bedrijf wensen voort te zetten en degenen die gronden geheel of gedeeltelijk hebben liggen buiten een te onteigenen gebied en hun bedrijf willen beëindigen.
Ten aanzien van de aanwending van verworven gronden zal de commissie een voorstel doen in het kader van de opstelling van het ontwerp van een herinrichtingsplan, bedoeld in artikel 16 van de wet. Voor zover gronden in eigendom, erfpacht of pacht zullen overgaan, dient met het bureau overeenstemming te bestaan over de prijs en in de overeenkomst op te nemen voorwaarden en bedingingen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan, in overeenstemming met de in artikel 4, tweede lid, van de wet genoemde ministers, gedurende de herinrichtingsperiode deze instructie wijzigen. Behoudens in de gevallen, waarin zulks op grond van een wijziging van de wet geschiedt, gaat de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hiertoe niet over dan nadat hij de commissie en Gedeputeerde Staten van Groningen en van Drenthe in de gelegenheid heeft gesteld omtrent de voorgestelde wijzigingen hun zienswijze aan hem mede te delen.
's-Gravenhage, 16 januari 1979
Minister
Van der Stee
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Instructie voor de herinrichtingscommissie", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.