Het bevoegd gezag stelt de ambtenaar schriftelijk en met redenen omkleed in kennis
van de voorgenomen waarderingsuitkomst. Daarbij wordt de ambtenaar gewezen op de mogelijkheid
tot het indienen van bedenkingen op de wijze als bedoeld in artikel 4.
Binnen vier weken na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde kennisgeving kan de ambtenaar bij het bevoegd gezag tegen de voorgenomen
waarderingsuitkomst schriftelijk en met redenen omkleed zijn bedenkingen indienen.
Het bevoegd gezag stelt de waarderingsuitkomst vast, wanneer de ambtenaar binnen deze
termijn geen bedenkingen heeft ingediend.
Binnen 13 weken na ontvangst van de in artikel 4 bedoelde bedenkingen stelt het bevoegd gezag de waarderingsuitkomst al dan niet gewijzigd
vast.
Indien de ambtenaar bezwaar maakt tegen de vastgestelde waarderingsuitkomst vraagt
het bevoegd gezag binnen twee weken na ontvangst van het bezwaar daaromtrent het advies
aan de in artikel 7 bedoelde bezwarencommissie.
-
2 Voor de behandeling van een bezwaar bestaat de bezwarencommissie uit: de voorzitter,
tevens lid, dan wel een plaatsvervangend voorzitter, tevens lid; één lid dat door
de voorzitter dan wel diens plaatsvervanger wordt aangewezen uit de groep personen
bedoeld in het zevende lid onder a; en één lid dat door de voorzitter dan wel diens
plaatsvervanger wordt aangewezen uit de groep van personen bedoeld in het zevende
lid onder b.
-
4 De voorzitter en zijn plaatsvervanger, zomede de in het zevende lid bedoelde personen,
worden benoemd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die
eveneens bevoegd is een benoeming in te trekken.
Bij de samenstelling van de bezwarencommissie voor de behandeling van een haar toegezonden
bezwaar als bedoeld in artikel 6, wijst de voorzitter, dan wel diens plaatsvervanger, geen personen aan die behoren
tot het personeel van – of ressorteren onder – hetzelfde ministerie, als dat waaronder
de ambtenaar wiens bezwaar door de bezwarencommissie behandeld wordt, ressorteert.
-
1 De beslissing inzake het uit te brengen advies wordt door de bezwarencommissie genomen
in voltallige samenstelling en bij meerderheid van stemmen. Wanneer bij de beraadslagingen
inzake het uit te brengen advies meer dan twee gevoelens zijn geuit, wordt beslist
in de zin die het meest overeenkomt met het gevoelen van de meerderheid.
De zittingen der bezwarencommissie zijn niet openbaar.
Het bevoegd gezag zendt een afschrift van zijn beslissing aan de bezwarencommissie.
Deze regeling is niet van toepassing op ambtenaren voor wie, met instemming en medewerking
van de Minister van Binnenlandse Zaken na ter zake ingewonnen advies van de desbetreffende
bijzondere commissie als bedoeld in artikel 113 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, een soortgelijke regeling is getroffen.
Deze regeling die kan worden aangehaald als Regeling bezwarenprocedure functiewaardering
BBRA 1984, wordt in de Nederlandse Staatscourant bekendgemaakt en treedt in werking
met ingang van 1 september 1986.