Stcrt. 2006, 21, datum inwerkingtreding 01-02-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
1 Degene die met een vissersvaartuig de visserij uitoefent, is verplicht het logboek-,
tevens vangstopgaveformulier, overeenkomstig het bepaalde inzake het invullen en opnemen
van gegevens in Verordening (EEG) nr. 2807/83 alsmede in bijlage 3 bij te houden en in te vullen.
2 In aanvulling op het eerste lid is degene die met een vissersvaartuig met een lengte
over alles van minder dan 10 meter de visserij uitoefent, verplicht alle vangsten
van elke soort die aan boord worden gehouden in het logboek-, tevens vangstopgaveformulier
te vermelden.
3 Degene die met een vissersvaartuig een visreis maakt van meer dan 15 dagen is verplicht
uiterlijk op de vijftiende dag en, voor zolang de visreis duurt, om de 15 dagen, op
de wijze als bedoeld in bijlage VIII van Verordening (EEG) nr. 2807/83, te melden aan de AID, Kerkrade, Postbus 234, 6460 AE, telefax (31) 455461011:
-
a. de vangsthoeveelheden in kilogrammen van elke in bijlage 3 vermelde soorten, uitgezonderd
haring die is gevangen in de deelgebieden I of II, die sinds het vertrek, onderscheidenlijk
sinds de vorige melding, zijn gevangen en aan boord worden gehouden of zijn overgeladen,
dan wel zijn aangevoerd buiten de Lid-Staten van de EG;
-
b. het ICES- of NAFO-gebied waar de vangsten hebben plaatsgevonden, waarbij onderscheidenlijk
de vangsten in de wateren van een ander land dan één van de Lid-Staten van de EG en
die in de wateren die vallen buiten de souvereiniteit of jurisdictie van enige Staat,
afzonderlijk worden opgegeven.
4
[Red: Vervallen.]
5 Degene die meer dan 50 kg van een bepaalde vissoort aanlandt, is verplicht deze hoeveelheid
in te vullen op het vangstopgave-gedeelte van het logboek- tevens vangstopgaveformulier.
6 Indien er meer dan 10 ton haring, makreel, horsmakreel of een combinatie daarvan aan
boord wordt gehouden, komt de opgave in het logboekgedeelte van het logboek, tevens
vangstopgaveformulier, van de hoeveelheden aan boord gehouden vis, overeen met de
hoeveelheden die zijn opgegeven ingevolge artikel 3, vijfde lid, onderdeel 9°, van
de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988.
7 In afwijking van artikel 5, tweede lid, van Verordening (EEG) nr. 2807/83, geldt een tolerantiemarge van 8%, indien het betreft visreizen gemaakt door vissersvaartuigen
in de geografische gebieden:
-
a. bedoeld in onderdeel 1.5.1 van bijlage III van Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2005 tot vaststelling, voor 2006,
van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke
in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere
wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij
de visserij in acht te nemen voorschriften (PbEU L 16), voor zover meer dan 10 ton
haring, makreel of horsmakreel aan boord wordt gehouden;
-
b. bedoeld in artikel 2 van verordening (EG) nr. 423/2004 van de Raad van 26 februari 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde
kabeljauwbestanden (PbEU L 70), en het vaartuigen betreft met een lengte over alles
van ten minste 10 meter;
-
c. bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 811/2004 van de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor het noordelijke
heekbestand (PbEU L 150).