Besluit werkingssfeer WTG 1992

[Regeling vervallen per 01-10-2006.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2003.
Geldend van 01-04-2003 t/m 31-12-2004

Besluit van 19 december 1991, houdende aanwijzing van organen voor gezondheidszorg en daarmee gelijk te stellen voorzieningen en instellingen waarop de Wet tarieven gezondheidszorg (Stb. 1980, 646) van toepassing is

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretarissen van Economische Zaken en van Justitie en Onze Minister van Defensie van 16 september 1991;

Gelet op artikel 1, tweede, derde en vierde lid, van de Wet tarieven gezondheidszorg (Stb. 1980, 646);

De Raad van State gehoord (advies van 29 november 1991, W13.91.0491);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Onze Minister van Defensie van 12 december 1991, nr VMP/O 91.693;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Als organen voor gezondheidszorg worden aangewezen:

  • A. de navolgende instellingen voor gezondheidszorg

    • 1. ziekenhuizen,

    • 2. academische ziekenhuizen,

    • 3. sanatoria,

    • 4. epilepsie-inrichtingen,

    • 5. kraaminrichtingen,

    • 6. dialysecentra,

    • 7. audiologische centra,

    • 8. beademingscentra,

    • 9. radiotherapeutische centra,

    • 10. instellingen voor zover deze zijn toegelaten op grond van artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten dan wel zijn erkend op grond van artikel 17 van de Tijdelijke Verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening om zorg te verlenen als bedoeld in de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 of 8 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ,

    • 11. [Red: vervallen,]

    • 12. [Red: vervallen,]

    • 12a. [Red: vervallen,]

    • 13. [Red: vervallen,]

    • 14. [Red: vervallen,]

    • 15. [Red: vervallen,]

    • 16. [Red: vervallen,]

    • 16a. instellingen voor zover die prenatale zorg leveren als bedoeld in artikel 16 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ

    • 16b. instellingen voor dieetadvisering,

    • 17. entadministraties als bedoeld in de artikelen 17 en18 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ,

    • 18. kraamcentra,

    • 19. trombosediensten,

    • 20. [Red: vervallen,]

    • 21. vervoerders voor zover zij ambulancevervoer verrichten waarop de wet Ambulancevervoer van toepassing is,

    • 22. gezondheidscentra,

    • 23. [Red: vervallen,]

    • 24. instellingen voor jeugdtandverzorging,

    • 25. tandheelkundige centra als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering,

    • 26. abortusklinieken,

    • 27. huisartsenlaboratoria,

    • 28. [Red: vervallen,]

    • 28a. instellingen voor revalidatie,

    • 29. centra voor erfelijkheidsonderzoek,

    • 29a. zelfstandige behandelcentra die als zodanig een vergunning ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet ziekenhuisvoorzieningen hebben verkregen,

    • 29b. instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 29a bedoelde categorieën en niet behorend tot de instellingen, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, in het kader waarvan prestaties worden geleverd door meerdere beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B, onderdeel 5, welke met zelfstandige behandelcentra als bedoeld in 29a gelijk zijn te stellen, en die geen medisch-specialistische zorg verlenen als waarop bij of krachtens de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, ongeacht de wijze waarop de kosten daarvan worden vergoed,

    • 29c huisartsendienstenstructuren, waaronder wordt verstaan: rechtspersoonlijkheid bezittende organisatorische verbanden van beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B, onderdeel 1, welke verbanden enkel zijn aangegaan ten behoeve van de levering gedurende avond, nacht en weekend van door die beroepsbeoefenaren te leveren huisartsenzorg als waarop bij of krachtens de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, ongeacht de wijze waarop de kosten daarvan worden vergoed, waarmee door een ziekenfonds een medewerkersovereenkomst als bedoeld in de artikelen 44 en 45 van de Ziekenfondswet is gesloten voor de levering enkel gedurende avond, nacht en weekend van huisartsenzorg als waarop bij of krachtens die wet aanspraak bestaat, waardoor een beroepsbeoefenaar met wie dat ziekenfonds voor de levering van huisartsenzorg een medewerkersovereenkomst heeft gesloten gedurende avond, nacht en weekend van de levering van die zorg is vrijgesteld zolang eerstbedoelde medewerkersovereenkomst geldt.

    • 30. instellingen niet behorende tot de onder 1 tot en met 29c bedoelde categorieën, voor zover de werkzaamheden daarvan zijn gericht op donatie of transplantatie van weefsel of organen,

    • 31. instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 30 bedoelde categorieën van instellingen, voor zover de werkzaamheden daarvan er op zijn gericht ten behoeve van laatstbedoelde instellingen een deel van de door hen te leveren prestaties te verrichten,

    • 32. instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 31 bedoelde categorieën en niet behorend tot de instellingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, in het kader waarvan prestaties worden geleverd door beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B of personen als bedoeld in artikel 2 en waarvan de werkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak daarop zijn gericht,

    • 33. instellingen, niet behorende tot de onder 1 tot en met 32 bedoelde categorieën en niet behorend tot de instellingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, voor zover er prestaties worden geleverd door beroepsbeoefenaren als bedoeld onder B of personen als bedoeld in artikel 2.

  • B. de navolgende personen die een medisch of paramedisch beroep uitoefenen:

    • 1. huisartsen,

    • 2. tandartsen,

    • 3. tandarts-specialisten voor mondziekten en kaakchirurgie,

    • 4. tandarts-specialisten in de dentomaxillaire orthopaedie,

    • 5. medisch specialisten, te onderscheiden naar categorieën van specialismen overeenkomstig het onderscheid zoals dat wordt gemaakt in het specialistenregister van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, zoals dat register luidt op het tijdstip van het goedkeuren of vaststellen van een tarief of maximumtarief door het College tarieven gezondheidszorg voor de desbetreffende categorie van specialismen,

    • 6. verloskundigen,

    • 7. fysiotherapeuten,

    • 8. oefentherapeuten Mensendieck en César,

    • 9. logopedisten.

  • C. [Red: Vervallen.]

  • D. de navolgende andere met organen voor gezondheidszorg gelijkgestelde instellingen:

    • 1. centrale posten voor het ambulancevervoer,

    • 2. de Stichting Centraal Begeleidingsorgaan Intercollegiale Toetsing (CBO),

    • 3. het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Voorts worden als organen voor gezondheidszorg aangemerkt personen en instellingen die:

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Als organen voor gezondheidszorg worden mede aangemerkt personen of instellingen, niet behorend tot de in de artikelen 1 en 2 bedoelde categorieën, voor zover zij vervangende hulp leveren als bedoeld in een subsidieregeling op grond van artikel 1p, eerste lid, onder b, van de Ziekenfondswet.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Als organen voor gezondheidszorg worden mede aangemerkt personen of instellingen, niet behorende tot de in de artikelen 1 tot met 3 bedoelde categorieën, voor zover zij tarieven in rekening brengen namens, ten behoeve van of in verband met het leveren van een prestatie of geheel van prestaties door organen voor gezondheidszorg als bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

  • 2 Met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip vervallen in artikel I, onder D, de subonderdelen 2 en 3.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit werkingssfeer WTG 1992.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage , 19 december 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

Uitgegeven de eenendertigste december 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin