U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 04-03-2004.]Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 04-03-2004. Geldend van 01-08-1993 t/m 03-03-2004
Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Besluit:
[Regeling vervallen per 04-03-2004]
In deze regeling wordt verstaan onder:
de minister van Verkeer en Waterstaat;
schepen die gerechtigd zijn de Nederlandse vlag te voeren, omdat zij zijn voorzien van een zeebrief als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwet, met uitzondering van:
1º. zeilschepen, en
2º. vaartuigen, gebouwd of ingericht voor het winnen van zand, grind of baggerspecie;
1º. rechtspersoon of natuurlijke persoon die zelfstandig activiteiten uitoefent die geheel of gedeeltelijk bestaan of zullen bestaan uit het exploiteren van zeeschepen, of
2º. twee of meer rechtspersonen of natuurlijke personen die te zamen in de vorm van een vennootschap onder firma,
commanditaire vennootschap of rederij activiteiten
uitoefenen die geheel of gedeeltelijk bestaan of zullen bestaan uit het exploiteren van zeeschepen;
het geheel van verplichtingen dat een zeescheepvaartonderneming is aangegaan ter zake van:
1º. het aanschaffen van zeeschepen, en
2º. het in rompbevrachting nemen van zeeschepen, waarbij het geheel van verplichtingen wordt bepaald over de gehele looptijd van de rompbevrachtingsovereenkomst;
de verklaring structuurverbetering zeescheepvaart, bedoeld in artikel 2, eerste lid;
stimuleringspremie zeescheepvaart, bedoeld in artikel 9;
het maximale bedrag aan premie, genoemd in artikel 5, waarvoor in 1993 structuurverklaringen kunnen worden afgegeven;
de verklaring, inhoudende een bedrag aan terug te betalen premie, bedoeld in artikel 13.
1 De minister kan, onverminderd het bepaalde in het tweede lid, aan een zeescheepvaartonderneming een verklaring structuurverbetering zeescheepvaart verstrekken, indien deze onderneming voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. de onderneming oefent de desbetreffende zeescheepvaartactiviteiten in Nederland uit door middel van een vestiging in de zin van artikel 1, eerste lid, onder a of b, van de Handelsregisterwet;
b. de onderneming draagt er zorg voor dat:
1º. de dagelijkse leiding van de onder a bedoelde vestiging berust bij een of meer natuurlijke personen die de nationaliteit hebben van een der Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen, en
2º. deze natuurlijke persoon of personen beschikken over vertegenwoordigingsbevoegdheid inzake alle met het beheer over het schip verband houdende aangelegenheden betreffende het schip, de kapitein en de overige leden van de bemanning.
2 Een structuurverklaring wordt slechts aan een zeescheepvaartonderneming verstrekt, indien de onderneming een structuurplan indient bij de minister en voorts wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. het structuurplan geeft een beschrijving van het geheel van verplichtingen die zijn aangegaan sinds 1 januari 1993, alsmede een beschrijving van de voorgenomen inzet van de desbetreffende zeeschepen en van de wijze van financiering van de aangegane verplichtingen;
b. de in het structuurplan opgenomen zeeschepen worden in hoofdzaak ingezet in de handels-, zeesleep- of bevoorradingsvaart;
c. de in het structuurplan opgenomen verplichtingen leveren een aanmerkelijke bijdrage aan de structuurverbetering van de Nederlandse zeescheepvaartsector;
d. het structuurplan bevat verplichtingen van in totaal:
1º. f 5 000 000 of meer, voor zover het betreft het aanschaffen van zeeschepen;
2º. f 3 000 000 of meer, voor zover het betreft de contante waarde, berekend tegen het op het moment van indiening van het structuurplan geldende promessedisconto vastgesteld door de Nederlandsche Bank, vermeerderd met 2%, van de verplichtingen die worden aangegaan ter zake van het in rompbevrachting nemen van zeeschepen met een brutotonnage van meer dan 4000, bepaald over de gehele looptijd van de rompbevrachtingsovereenkomst, tot een maximum van 10 jaar;
3º. f 1 000 000 of meer, voor zover het betreft de contante waarde, berekend tegen het op het moment van indiening van het structuurplan geldende promessedisconto vastgesteld door de Nederlandsche Bank, vermeerderd met 2%, van de verplichtingen die worden aangegaan ter zake van het in rompbevrachting nemen van zeeschepen met een brutotonnage van 4000 of minder, bepaald over de gehele looptijd van de rompbevrachtingsovereenkomst, tot een maximum van 10 jaar;
e. de zeescheepvaartonderneming voldoet, mede in aanmerking genomen het te verwachten rendement op de in het structuurplan opgenomen verplichtingen, aan redelijke eisen ten aanzien van rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit;
f. de zeescheepvaartonderneming verklaart dat voldaan wordt aan het in het eerste lid bepaalde en legt een recent uittreksel uit het handelsregister over ten aanzien van de vestiging van de onderneming in Nederland van waaruit de in het structuurplan opgenomen schepen worden beheerd, waaruit tevens blijkt dat wordt voldaan aan het eerste lid, onderdeel b, 2°.
3 Onder de bijdrage aan de structuurverbetering van de Nederlandse zeescheepvaartsector, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, wordt verstaan: de positieve bijdrage aan de ontwikkeling van de Nederlandse koopvaardijvloot in het algemeen en de vloot van de desbetreffende zeescheepvaartonderneming in het bijzonder, alsmede van de Nederlandse maritieme sector en de distributie-functie van Nederland, bepaald aan de hand van de volgende criteria:
a. het grotere aandeel van commerciële, technisch-nautische, strategische en bemanningsactiviteiten in het totaal van de activiteiten die de desbetreffende zeescheepvaartonderneming uitoefent;
b. de blijvende bijdrage van het structuurplan aan in Nederland gevestigde onderdelen van de maritieme sector en aan de in Nederland aanwezige maritieme kennis-infrastructuur;
c. de positieve bijdrage van het structuurplan aan de transport- en distributie-functie van in Nederland gevestigde ondernemingen;
d. de grotere mate waarin het structuurplan voorziet in nieuwe produkt/markt-combinaties;
e. de ruimere inzet van risicodragend vermogen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming voor de financiering van de in het structuurplan opgenomen verplichtingen;
f. de grotere mate waarin het structuurplan voorziet in de toepassing van nieuwe technologieën en nieuwe logistieke concepten;
g. het eerdere tijdstip waarop de in het structuurplan opgenomen zeeschepen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming bedrijfsmatig in de vaart zullen worden genomen;
h. de mate van hoogwaardigheid van de ondernemingsdoelstellingen die met het structuurplan worden nagestreefd;
i. de langere looptijd van eventueel in het structuurplan opgenomen rompbevrachtingsovereenkomsten;
j. het in mindere mate in het strucuurplan opgenomen zijn van oudere zeeschepen of typen zeeschepen die niet voor toekenning van premie in aanmerking kunnen komen.
1 Een zeescheepvaartonderneming kan ter verkrijging van premie, door minder indiening van een structuurplan, een aanvraag tot afgifte van een structuurverklaring indienen bij de minister. De ontvangst van een aanvraag wordt onverwijld schriftelijk bevestigd.
2 Een aanvraag wordt ingediend binnen een maand na de inwerkingtreding van deze regeling.
1 Indien het ingediende structuurplan onderscheidelijk de zeescheepvaartonderneming niet voldoet aan artikel 2, tweede lid, onderdeel a onderscheidelijk onderdeel f, wordt de zeescheepvaartonderneming in de gelegenheid gesteld, binnen een door de minister aan te geven termijn, het structuurplan aan te vullen of te wijzigen onderscheidelijk te voldoen aan het in artikel 2, tweede lid, onderdeel f, bepaalde.
2 Indien de minister ten behoeve van de beslissing op de aanvraag nadere inlichtingen behoeft, kan hij deze van de aanvrager verlangen. De aanvrager is verplicht deze nadere gegevens binnen een door de minister aan te geven termijn te verstrekken.
Het premieplafond voor 1993 bedraagt f 60 miljoen.
1 De minister beslist op grond van het ingediende structuurplan op de aanvraag tot afgifte van een structuurverklaring binnen zes maanden na afloop van de in artikel 3, tweede lid, bedoelde termijn van indiening.
2 De minister wijst de aanvraag tot afgifte van een structuurverklaring af, indien niet voldaan wordt aan artikel 2, eerste of tweede lid, onderdelen b, c, d en e, artikel 3, tweede lid, of, ook na toepassing gegeven te hebben aan artikel 4, eerste lid, niet voldaan wordt aan artikel 2, tweede lid, onderdelen a of f.
3 De minister plaatst de overige structuurplannen in een rangorde, waarbij de mate waarin het desbetreffende structuurplan bijdraagt aan de structuurverbetering van de Nederlandse zeescheepvaartsector bepalend is.
4 De minister kan zich bij de beoordeling van aanvragen ter advisering doen bijstaan door een ambtelijke commissie.
1 De minister bepaalt voor ieder in de rangorde opgenomen structuurplan het bedrag aan eventueel toe te kennen premie.
2 Het in het eerste lid bedoelde bedrag aan premie wordt berekend als volgt:
a. de in het structuurplan opgenomen verplichtingen voor het aanschaffen of in rompbevrachting nemen van zeeschepen die op het moment van indiening van het structuurplan langer dan 5 jaar geleden bedrijfsmatig in de vaart zijn genomen, worden voor de berekening van het bedrag aan premie niet in aanmerking genomen;
b. de in het structuurplan opgenomen verplichtingen voor het in rompbevrachting nemen van zeeschepen, waarvoor door de zeescheepvaartonderneming een rompbevrachtingsovereenkomst is of zal worden afgesloten met een looptijd van minder dan 6 jaar, worden voor de berekening van het bedrag aan premie niet in aanmerking genomen;
c. de in het structuurplan opgenomen verplichtingen voor het in rompbevrachting nemen van zeeschepen, waarvoor aan de zeescheepvaartonderneming of aan een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon financiële steun is verleend krachtens enige ten laste van het Rijk komende investeringspremieregeling voor de zeescheepvaart, deze regeling daaronder begrepen, dan wel indien daarvoor op zodanige financiële steun aanspraak wordt gemaakt, anders dan door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming bij de onderhavige aanvraag, worden voor de berekening van het bedrag aan premie niet in aanmerking genomen;
d. de in het structuurplan opgenomen verplichtingen voor het aanschaffen of in rompbevrachting nemen van zeeschepen waarover het beheer niet door of namens de
zeescheepvaartonderneming geheel of in hoofdzaak in Nederland wordt gevoerd of zal worden gevoerd, worden voor de berekening van het bedrag aan premie niet in aanmerking genomen;
e. voor de in het structuurplan opgenomen verplichtingen ten aanzien van het aanschaffen of het in rompbevrachting nemen van zeeschepen, worden de volgende percentages van de aangegane verplichtingen als premie toegekend, met dien verstande dat,
bij het aanschaffen van zeeschepen de onderdelen uit de onderliggende overeenkomst die voor het aanschaffen van een soortgelijk schip niet redelijkerwijs noodzakelijk zijn, voor de berekening van het bedrag aan premie niet in aanmerking worden genomen, en
bij het in rompbevrachting nemen van zeeschepen wordt uitgegaan van de contante waarde, berekend tegen de op het moment van indiening van het structuurplan geldende promessedisconto vastgesteld door de Nederlandsche Bank, vermeerderd met 2%, van de aangegane verplichtingen over de looptijd van de rompbevrachtingsovereenkomst tot een maximum van 10 jaar, voor zover deze verplichtingen redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor het in rompbevrachting nemen van dit schip:
1º. voor zeeschepen die door de zeescheepvaartonderneming bedrijfsmatig in de vaart zijn of zullen worden genomen: 10%;
2º. voor zeeschepen die op het moment van aankoop of in rompbevrachting nemen 3 jaar of korter geleden bedrijfsmatig in de vaart zijn genomen: 10%;
3º. voor zeeschepen die op het moment van aankoop of in rompbevrachting nemen 4 jaar of korter, doch langer dan 3 jaar geleden bedrijfsmatig in de vaart zijn genomen: 9%;
4º. voor zeeschepen die op het moment van aankoop of in rompbevrachting nemen 5 jaar of korter, doch langer dan 4 jaar geleden bedrijfsmatig in de vaart zijn genomen: 8%;
f. de toe te kennen premie kan per in het structuurplan opgenomen zeeschip niet hoger zijn dan f 8 000 000.
1 Indien het bedrag aan premie, dat toegekend zou kunnen worden op basis van het structuurplan dat in de rangorde de eerste plaats inneemt, lager is dan het premieplafond, geeft de minister hiervoor een structuurverklaring af. Indien het volgende structuurplan in de rangorde betrekking heeft op een bedrag dat als premie toegekend zou kunnen worden dat lager is dan het na toewijzing van de eerste structuurverklaring resterende gedeelte van het bedrag van het premieplafond, wordt ook hiervoor een structuurverklaring afgegeven, en zo vervolgens.
2 Indien in de rangorde een structuurplan aan de orde komt op basis waarvan een bedrag aan premie toegekend zou kunnen worden, dat hoger is dan het na het afgeven van de eerdere structuurverklaringen resterende gedeelte van het bedrag van het premieplafond, wordt een structuurverklaring afgegeven, inhoudende de toekenning van het premiebedrag, dat uit het premieplafond kan worden gedekt.
3 De minister wijst de aanvragen tot afgifte van een structuurverklaring af bij eventuele resterende structuurplannen.
De minister verstrekt aan de zeescheepvaartonderneming waaraan een structuurverklaring is afgegeven, een stimuleringspremie zeescheepvaart.
De premie wordt uitbetaald als volgt:
a. 80% van het premiebedrag, vermeld in de structuurverklaring, binnen 10 weken na het verstrekken van de structuurverklaring, en
b. 20% van het premiebedrag, vermeld in de structuurverklaring, in het eerste kwartaal van het kalenderjaar, volgend op het kalenderjaar waarin de structuurverklaring is verleend.
1 De zeescheepvaartonderneming die in het bezit is van een structuurverklaring en een of meer van de in de structuurverklaring vermelde verplichtingen nakomt, doet daarvan onverwijld mededeling aan de minister.
2 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, deelt de zeescheepvaartonderneming die wijziging brengt in of afziet van het nakomen van een verplichting, vermeld in de structuurverklaring, dit onverwijld mee aan de minister.
3 Onverminderd het bepaalde in het eerste en het tweede lid, legt de zeescheepvaartonderneming waaraan een structuurverklaring is verleend die betrekking heeft op het in rompbevrachting nemen van zeeschepen, telkens na perioden van één jaar na de datum van afgifte van de structuurverklaring, een verantwoording aan de minister over waarin wordt meegedeeld of het desbetreffende zeeschip of de desbetreffende zeeschepen nog volgens de in het structuurplan verstrekte gegevens, in rompbevrachting worden gehouden. De verantwoording dient te zijn voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze verplichting vervalt op de datum van afloop van de rompbevrachtingsovereenkomst, met een maximum van 10 jaar na de datum waarop het zeeschip bedrijfsmatig in de vaart is genomen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming.
4 De in het derde lid bedoelde verantwoording en accountantsverklaring dienen te voldoen aan het in de bijlage bij deze regeling opgenomen contole-protocol.
5 De verplichting, bedoeld in het tweede lid, rust tevens op de zeescheepvaartonderneming indien wijziging optreedt in de gegevens die bij de aanvraag van de structuurverklaring of in het daaraan ten grondslag liggende structuurplan zijn verstrekt:
a. tot 6 jaar na de datum waarop het zeeschip bedrijfsmatig in de vaart is genomen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming, indien deze verklaring betrekking heeft op het aanschaffen van zeeschepen, of
b. tot de datum van afloop van de rompbevrachtingsovereenkomst, met een maximum van 10 jaar na de datum waarop het zeeschip bedrijfsmatig in de vaart is genomen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming, indien de structuurverklaring betrekking heeft op het in rompbevrachting nemen van zeeschepen.
1 Onverminderd het bepaalde in artikel 11, legt de zeescheepvaartonderneming die een in de structuurverklaring vermelde verplichting betreffende de aanschaf van een zeeschip is nagekomen, binnen zes maanden na de datum waarop het desbetreffende zeeschip door de zeescheepvaartonderneming bedrijfsmatig in de vaart is genomen, aan de minister een verantwoording over betreffende de uitvoering van de desbetreffende verplichting. Deze verantwoording dient te zijn voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
2 De in het eerste lid bedoelde verantwoording en accountantsverklaring dienen te voldoen aan het in de bijlage bij deze regeling opgenomen controleprotocol.
De minister geeft aan de zeescheepvaartonderneming aan welke de structuurverklaring werd afgegeven een correctieverklaring, inhoudende een bedrag aan terug te betalen premie af:
a. indien de zeescheepvaartonderneming failliet wordt verklaard;
b. voor zover daartoe op grond van de gegevens die hem ingevolge de artikelen 11 en 12 worden verstrekt, kennelijk aanleiding bestaat;
c. indien hij gegronde redenen heeft om te vermoeden dat de uitvoering van het structuurplan niet volgens de bij de aanvraag verstrekte gegevens plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.
1 De minister geeft een correctieverklaring als bedoeld in artikel 13 voorts af aan de zeescheepvaartonderneming aan welke de structuurverklaring werd afgegeven, indien een zeeschip dat in de structuurverklaring is vermeld en waarvoor premie is toegekend op basis van het aanschaffen van het desbetreffende zeeschip, binnen 6 jaar na de datum waarop het zeeschip bedrijfsmatig in de vaart is genomen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming wordt vervreemd of niet langer van een zeebrief als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwet, is voorzien.
2 De correctieverklaring, bedoeld in het eerste lid, houdt in een bedrag aan terug te betalen premie, van de volgende hoogte:
a. 100% van het in de structuurverklaring vermelde bedrag aan premie, indien het zeeschip binnen 3 jaar nadat het zeeschip bedrijfsmatig in de vaart is genomen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming wordt vervreemd of niet langer van een zeebrief als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwet, is voorzien;
b. 75% van het in de structuurverklaring vermelde bedrag aan premie, indien het zeeschip binnen 4 jaar, doch 3 jaar of langer nadat het zeeschip bedrijfsmatig in de vaart is genomen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming wordt vervreemd of niet langer van een zeebrief als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwet, is voorzien;
c. 50% van het in de structuurverklaring vermelde bedrag aan premie, indien het zeeschip binnen 5 jaar, doch 4 jaar of langer nadat het zeeschip bedrijfsmatig in de vaart is genomen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming wordt vervreemd of niet langer van een zeebrief als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwet, is voorzien;
d. 25% van het in de structuurverklaring vermelde bedrag aan premie, indien het zeeschip binnen 6 jaar, doch 5 jaar of langer nadat het zeeschip bedrijfsmatig in de vaart is genomen door de desbetreffende zeescheepvaartonderneming wordt vervreemd of niet langer van de een zeebrief als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwet, is voorzien.
1 De minister geeft een correctieverklaring als bedoeld in artikel 13 voorts af aan de zeescheepvaartonderneming aan welke de structuurverklaring werd afgegeven, indien een zeeschip dat in de structuurverklaring is vermeld en waarvoor premie is toegekend op basis van het in rompbevrachting nemen van het desbetreffende zeeschip, binnen de looptijd van de rompbevrachtingsovereenkomst, met een maximum van 10 jaar, op basis waarvan de premie is toegekend, niet langer in rompbevrachting wordt gehouden.
a. 100% van het in de structuurverklaring vermelde bedrag aan premie, indien het zeeschip binnen 3 jaar na de datum van ingang van de rompbevrachtingsovereenkomst niet langer in rompbevrachting wordt gehouden;
b. indien het zeeschip 3 jaar of langer na de datum van ingang van de rompbevrachtingsovereenkomst niet langer in rompbevrachting wordt gehouden: voor ieder jaar of gedeelte daarvan dat het zeeschip minder in rompbevrachting is gehouden en dan in de oorspronkelijke rompbevrachtingsovereenkomst, doch met een maximum van 10 jaar, was aangegeven, een bedrag aan terug te betalen premie dat gelijk is aan het toegekende bedrag aan premie, gedeeld door het aantal jaren looptijd van de rompbevrachtingsovereenkomst, met een maximum van 10 jaar, verminderd met 3 jaar.
In afwijking van de artikelen 13, 14 en 15 wordt geen correctieverklaring afgegeven indien de vervreemding, het niet langer in rompbevrachting houden of het niet langer van een zeebrief als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Zeebrievenwet voorzien zijn van het zeeschip, samenhangt met het verloren gaan van het zeeschip of zodanige beschadiging van het zeeschip dat reparatie bedrijfseconomisch redelijkerwijs niet verantwoord is.
Een correctieverklaring kan voorts worden afgegeven:
a. indien de bij de aanvraag van de structuurverklaring verstrekte of in het structuurplan vermelde gegevens onvolledig of onjuist blijken en de verstrekking van de juiste of volledige gegevens tot de afgifte van een andere structuurverklaring dan wel de weigering daarvan zou hebben geleid;
b. indien in de bij de aanvraag van de structuurverklaring verstrekte of in het structuurplan vermelde gegevens zodanige wijziging optreedt, dat geen structuurverklaring zou zijn afgegeven indien deze gewijzigde gegevens zouden zijn verstrekt.
Indien een correctieverklaring, inhoudende een bedrag aan terug te betalen premie, betrekking heeft op een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap of een rederij, rust de plicht tot terugbetaling van de premie op de vennootschap onder firma, de commanditaire vennootschap of de rederij.
1 Het in de correctieverklaring vermelde bedrag wordt terstond door de zeescheepvaartonderneming terugbetaald.
2 Indien de correctieverklaring betrekking heeft op nog niet of nog niet volledig uitbetaalde premie, vindt uitbetaling slechts plaats voor zover het bedrag aan toegekende premie het in de correctieverklaring vermelde bedrag overstijgt. Indien het bedrag aan uitbetaalde premie het in de correctieverklaring vermelde bedrag overstijgt, wordt het meerdere terstond terugbetaald.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993.
's-Gravenhage, 23 juli 1993
Minister
J. R. H. Maij-Weggen
1 De verantwoording betreffende het in rompbevrachting houden van een schip, bedoeld in artikel 11, vierde lid, van de Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993 dient per schip te worden opgemaakt door invulling van een verantwoordingsformulier volgens het in artikel 4 opgenomen model.
2 De verantwoording betreffende de aanschaf van een schip, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993 dient per schip te worden opgemaakt door invulling van een verantwoordingsformulier volgens het in artikel 5 opgenomen model.
1 De accountantsverklaring dient te voldoen aan het in artikel 6 opgenomen model.
2 In de accountantsverklaring wordt aangegeven:
a. of en in hoeverre de desbetreffende verplichting conform het aan de verplichting ten grondslag liggende contract is uitgevoerd;
b. of de verantwoording een getrouwe weergave van de werkelijkheid is.
1 In de accountantsverklaring is een tolerantie toegestaan van 1% van de premie die in de structuurverklaring voor het desbetreffende schip is toegekend.
2 Bij de controle geconstateerde nietgecorrigeerde fouten en onzekerheden die een bedrag van f 5000 te boven gaan, dienen in de accountantsverklaring te worden vermeld.
De verantwoording betreft de structuurverklaring
afgegeven aan: …
gevestigd te: …
datum afgifte: …
kenmerk: …
Deze verantwoording heeft betrekking op de verplichting betreffende het in rompbevrachting houden van
naam schip: …
bouwnummer: …
werf: …
De volgende stukken liggen aan deze verantwoording ten
grondslag:
contract: …
contractnummer: …
rompvervrachter (verhurende partij): …
datum ondertekening: …
waarde van de huurpenningen: …
bankafschrift van betaling van de vervallende termijn van de huurpenningen (voeg het desbetreffende bankafschrift bij)
De … termijn van de huurpenningen bedraagt f …
De betaling heeft op … (datum) plaatsgevonden.
Deze verantwoording is opgesteld in overeenstemming met de Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993. Naam zeescheepvaartonderneming: …
firmastempel: …
datum: …
naam ondertekenaar: …
handtekening: …
Deze verantwoording heeft betrekking op de volgende verplichting uit de structuurverklaring
De verplichting betreft nieuwbouw/aankoop bestaand schip (doorhalen wat niet van toepassing is)
Verantwoording nieuwbouwschip
1. De volgende stukken liggen aan deze verantwoording ten grondslag:
contractprijs: …
bestek zoals ingediend in het structuurplan d.d. …
besteknummer: …
recapitulatie van de belangrijkste kostenposten in het eerdergenoemde bestek: …
(eventueel bijlagen bijvoegen)
datum opstelling: …
werfafrekening:
nacalculatorische realisaties van de in de recapitulatie van het bestek genoemde posten.
(voeg de werfafrekening en de nacalculatorische realisaties van de in de recapitulatie opgenomen posten bij)
2. De eindprijs conform de werfafrekening bedraagt …
opgenomen minderwerk
aard en bedrag: …
opgenomen meerwerk
aard en bedrag:
afwijkingen ten opzichte van het ingediende bestek
aard, postnummer en bedrag: …
genoten kortingen en rabatten
betalingen in vreemde valuta indien betalingen in vreemde valuta hebben plaatsgevonden, dient te worden vermeld welke posten dit betrof, inclusief bedragen, betaaldata en de dan geldende koers.
(voeg het desbetreffende bankafschrift bij)
Verantwoording aankoop van een bestaand schip
contract
koopcontractnummer: …
verkopende partij: …
bankafschrift betaling koopsom (voeg dit bankafschrift bij)
2. De koopsom bedraagt f … en heeft op … (datum) plaatsgevonden.
Deze verantwoording is opgesteld in overeenstemming met de Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993, Naam zeescheepvaartonderneming: …
Wij hebben de bijgevoegde en door ons gewaarmerkte verantwoording van de tenuitvoerlegging van de verplichting betreffende de aanschaf/het in rompbevrachting houdenDoorhalen wat niet van toepassing is van … (naam schip) door … (naam zeescheepvaart-onderneming) gecontroleerd.
Dit onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met het bepaalde in het controle-protocol, behorende bij de Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993 en met algemeen aanvaarde controlegrondslagen.
Op grond van ons onderzoek zijn wij van oordeel dat voldaan is aan de ter zake gestelde eisen behoudens de hierna vermelde bevindingen².
Bevindingen
… (plaats)
… (datum)
… (ondertekening)
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Interimregeling stimulering zeescheepvaart 1993", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.