Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen

[Regeling vervallen per 13-12-2014.]
Geraadpleegd op 01-12-2024.
Geldend van 12-04-2000 t/m 08-07-2004

Besluit van 7 september 1993 (Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 20 april 1993, nr. DVGgz/VVP/L 93644, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 11, eerste en tweede lid, van Richtlijn nr. 90/496/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen (PbEG L 276);

Gelet op artikel 8, onder c , 12 en 14 van de Warenwet en op artikel II, eerste lid, van de Wijzigingswet 1988 Warenwet;

Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet (advies van 16 juni 1992, nr. 14511(3)5);

De Raad van State gehoord (advies van 13 juli 1993, nr. W 13.93.0239);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 24 augustus 1993, nr. DGVgz/VVP/L 931549, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. richtlijn: de Richtlijn nr. 90/496/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen (PbEG L 276), naar de tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld;

    • b. instelling: hetgeen daaronder in het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen wordt verstaan;

    • c. eet- of drinkwaren: eet- of drinkwaren die bestemd zijn als zodanig aan de eindverbruiker of een instelling te worden afgeleverd;

    • d. voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetstoffen, voedingsvezels, natrium en in de bijlage genoemde vitaminen en mineralen;

    • e. voedingswaarde-etikettering: het op een etiket van de verpakking van een eet- of drinkwaar aanbrengen van informatie over die waar met betrekking tot

      • 1°. de energetische waarde, en

      • 2°. de gehaltes aan voedingsstoffen

      voor zover dergelijke vermeldingen niet zijn voorgeschreven bij of krachtens enig wettelijk voorschrift;

    • f. bewering inzake de voedingswaarde: elke reclameboodschap die niet deel uitmaakt van een collectieve reclamecampagne, en elke vermelding, waarmee wordt gesteld, de indruk wordt gewekt of geïmpliceerd dat een eet- of drinkwaar wat betreft de energetische waarde of de aanwezigheid van voedingsstoffen bepaalde kwalitatieve of kwantitatieve voedingseigenschappen bezit, voor zover dergelijke vermeldingen niet zijn voorgeschreven bij of krachtens enig wettelijk voorschrift;

    • g. eiwitten: het eiwitgehalte berekend aan de hand van de volgende formule: eiwit = totaal Kjeldahl-stikstof * 6,25;

    • h. koolhydraten: de koolhydraten die in het menselijk organisme worden gemetaboliseerd, met inbegrip van polyolen;

    • i. polyolen: de zoetstoffen opgenomen onder B.1 van de Bijlage van het Warenwetbesluit Zoetstoffen;

    • j. suikers: alle in voedsel aanwezige mono- en di-sacchariden, met uitzondering van polyolen;

    • k. vet: alle lipiden, fosfolipiden inbegrepen;

    • l. verzadigd vet: vetzuren zonder dubbele binding;

    • m. enkelvoudig onverzadigd vet: vetzuren met één cis dubbele binding;

    • n. meervoudig onverzadigd vet: vetzuren met cis-cis dubbele bindingen met daartussen een methyleengroep;

    • o. zout: het gehalte aan natrium, vermenigvuldigd met 2,5;

    • p. gemiddelde waarde: de waarde waardoor de hoeveelheid van een voedingsstof in een bepaalde eet- of drinkwaar het best wordt weergegeven en waarin tevens rekening is gehouden met seizoenschommelingen, consumptiepatronen en andere factoren waardoor de reële waarde kan variëren;

    • q. gehalte: de hoeveelheid van één of meer voedingsstoffen per gewichts- of volume-eenheid van de eet- of drinkwaar.

  • 2 Dit besluit is niet van toepassing op:

    • a. natuurlijk mineraalwater en ander voor menselijke consumptie bestemd water;

    • b. eet- en drinkwaren welke tot hoofddoel hebben het leveren van bepaalde voedingsstoffen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Het is verboden een eet- of drinkwaar, ten aanzien waarvan:

  • a. voedingswaarde-etikettering plaatsvindt; of

  • b. een bewering inzake de voedingswaarde wordt gebezigd;

te verhandelen anders dan met inachtneming van de voorschriften, bij of krachtens dit besluit gesteld met betrekking tot het bezigen van vermeldingen of voorstellingen.

§ 2. voedingswaarde-etikettering

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 Bij voedingswaarde-etikettering wordt een vermelding gebezigd, in onderstaande volgorde, van:

    • a. de energetische waarde; en

    • b. het gehalte aan:

      • 1°. eiwitten, koolhydraten en vetten; of

      • 2°. eiwitten, koolhydraten, suikers, vetten, verzadigde vetzuren, voedingsvezels en natrium.

  • 2 Onverminderd het eerste lid wordt bij voedingswaarde-etikettering uitsluitend een vermelding gebezigd van het gehalte aan één of meer van de volgende voedingsstoffen:

    • a. zetmeel;

    • b. polyolen;

    • c. enkelvoudig onverzadigde vetzuren;

    • d. meervoudig onverzadigde vetzuren;

    • e. cholesterol; of

    • f. de in de bijlage genoemde vitaminen en mineralen die in de waar aanwezig zijn in een significante hoeveelheid, zoals in de bijlage bedoeld.

  • 3 Indien de in het tweede lid, aanhef en onder c, d of e, bedoelde vermelding wordt gebezigd, wordt bij de voedingswaarde-etikettering ook een vermelding van het gehalte aan verzadigde vetzuren gebezigd.

  • 4 Indien een bewering inzake de voedingswaarde wordt gebezigd, vindt voedingswaarde-etikettering plaats, en worden daarbij:

    • a. de stoffen vermeld die behoren tot of bestanddelen zijn van een van de categorieën van de in het eerste en tweede lid genoemde voedingsstoffen en waarop de bewering betrekking heeft;

    • b. de vermeldingen, bedoeld in het eerste lid, onder a, en b, 2°, gebezigd, indien de bewering betrekking heeft op suikers, verzadigde vetzuren, voedingsvezel of natrium.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Het gehalte aan suikers, polyolen of zetmeel van een eet- of drinkwaar wordt vermeld onmiddellijk na de vermelding van het gehalte aan koolhydraten, op de volgende wijze:

  • - koolhydraten g,

    waarvan:

  • - suikers g,

  • - polyolen g,

  • - zetmeel g.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

De soort of het gehalte aan vetzuur of het gehalte aan cholesterol van de eet- of drinkwaar wordt vermeld onmiddellijk na de vermelding van het totaal vetgehalte, op de volgende wijze:

  • - vet g,

    waarvan:

  • - verzadigd vet g,

  • - enkelvoudig onverzadigd vet g,

  • - meervoudig onverzadigd vet g,

  • - cholesterol mg.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 De energetische waarde en de gehaltes aan voedingsstoffen of bestanddelen daarvan van een eet- of drinkwaar worden in cijfers vermeld en in de volgende eenheden uitgedrukt:

    • a. energetische waarde in kJ en kcal;

    • b. eiwit, koolhydraten, vet, voedingsvezels en natrium in gram;

    • c. cholesterol in milligram;

    • d. vitaminen en mineralen in de in de bijlage genoemde eenheden.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde waarde en gehaltes worden vermeld per 100 g of 100 ml van de waar en mogen tevens worden vermeld:

    • a. per op het etiket aangegeven geserveerde hoeveelheid; of

    • b. per portie, onder vermelding van het aantal porties in de verpakking.

  • 3 Onverminderd het eerste en tweede lid wordt het gehalte aan vitaminen en mineralen ook vermeld in procenten van de in de bijlage vermelde aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.

  • 4 Onze Minister stelt ter uitvoering van krachtens artikel 10 van de richtlijn getroffen maatregelen nadere regels vast inzake het in grafische vorm vermelden van de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde gegevens.

  • 5 De in dit artikel bedoelde vermeldingen hebben betrekking op de eet- of drinkwaar zoals die te koop wordt aangeboden.

  • 6 In afwijking van het vijfde lid mogen, indien een voldoende gedetailleerde bereidingswijze is vermeld, de in dit artikel bedoelde vermeldingen betrekking hebben op de na bereiding voor consumptie gerede eet- of drinkwaar.

§ 3. bewering inzake de voedingswaarde

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 Een bewering inzake de voedingswaarde heeft uitsluitend betrekking op:

  • 2 Onze Minister stelt ter uitvoering van krachtens de richtlijn getroffen maatregelen nadere regels vast met betrekking tot het eerste lid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 Met betrekking tot de energetische waarde en de in dit lid bedoelde voedingsstoffen worden uitsluitend de volgende beweringen inzake de voedingswaarde onder de daarbij gestelde voorwaarden gebezigd:

    • a. de energetische waarde:

      • 1°. beweringen over de lage energetische waarde, indien de voor consumptie gerede waar minder dan 210 kJ (50 kcal) per 100 g of per 100 ml levert, met uitzondering van dranken en soepen waarvoor de bewering slechts mag worden gebezigd indien het voor consumptie gerede produkt minder dan 85 kJ (20 kcal) per 100 ml levert;

      • 2°. beweringen over de verminderde energetische waarde, indien de waar ten minste 33% minder energie levert dan gebruikelijk is voor soortgelijke waren;

    • b. het vetgehalte:

      • 1°. beweringen over het lage vetgehalte, indien het vetgehalte lager is dan 5%, met dien verstande dat voor dranken, soepen en vloeibare melkprodukten dit gehalte berekend moet worden op de droge stof;

      • 2°. beweringen over een verminderd vetgehalte, indien het vetgehalte van het produkt ten minste 33% lager is dan het gebruikelijke gehalte in soortgelijke waren;

    • c. het eiwitgehalte:

      • 1°. beweringen over het hoge eiwitgehalte, indien het eiwitgehalte ten minste 20% bedraagt, met dien verstande dat indien het soepen, dranken en vloeibare melkprodukten betreft, dit gehalte berekend moet worden op de droge stof;

      • 2°. beweringen over een verhoogd eiwitgehalte, indien de waar ten minste 33% meer eiwit bevat dan het gebruikelijke gehalte in soortgelijke waren;

    • d. de vetzuursamenstelling:

      • 1°. beweringen over het hoge gehalte aan meervoudig onverzadigd vet, indien

        • - het gehalte aan meervoudig onverzadigd vet in het aanwezige vet ten minste 60% bedraagt, en

        • - het gehalte aan verzadigd vet in het aanwezige vet ten hoogste 25% bedraagt, en

        • - de waar per redelijk geachte dagconsumptie ten minste 5 gram vet bevat;

      • 2°. beweringen over het verhoogde gehalte aan meervoudig onverzadigde vetzuren, indien

        • - het gehalte aan meervoudig onverzadigd vet ten minste tweemaal zo hoog is als het gebruikelijke gehalte in soortgelijke waren, en

        • - het gehalte aan meervoudig onverzadigd vet in het aanwezige vet ten minste 30% en ten hoogste 60% bedraagt, en

        • - het gehalte aan verzadigd vet niet hoger is dan het gehalte aan meervoudig onverzadigd vet, en

        • - de waar per redelijk geachte dagconsumptie ten minste 5 gram vet bevat;

      • 3°. beweringen over het lage gehalte aan verzadigd vet, indien

        • - het gehalte aan verzadigd vet in het aanwezige vet ten hoogste 25% bedraagt, en

        • - het gehalte aan meervoudig onverzadigd vet in het aanwezige vet ten minste 60% bedraagt, en

        • - de waar per redelijk geachte dagconsumptie ten minste 5 gram vet bevat;

    • e. het gehalte aan suikers:

      • 1°. de beweringen "suikervrij" en "zonder suiker", indien de waar geen suiker(s) bevat en soortgelijke waren wel suiker(s) kunnen bevatten;

      • 2°. beweringen over een verminderd gehalte aan suikers, indien de waar ten minste 33% minder suikers bevat dan het gebruikelijke gehalte in soortgelijke waren;

      • 3°. beweringen "geen suiker(s) toegevoegd", "zonder toegevoegde suiker(s)" en "ongezoet" indien aan de waar geen suiker(s), honing of stropen zijn toegevoegd;

    • f. het gehalte aan voedingsvezel:

      • 1°. beweringen over een hoog gehalte aan voedingsvezel, indien het produkt op de droge stof berekend ten minste 10% voedingsvezel bevat, met dien verstande dat indien het soepen, dranken en vloeibare melkprodukten betreft, dit gehalte berekend moet worden op het gerede produkt;

      • 2°. beweringen over een verhoogd gehalte aan voedingsvezel, indien de waar ten minste 33% meer voedingsvezel bevat dan het gebruikelijke gehalte in soortgelijke waren;

    • g. het gehalte aan natrium:

      • 1°. beweringen over een laag natrium- of zoutgehalte, indien de waar minder dan 40 mg natrium per 100 gram of ml bevat;

      • 2°. beweringen over een verminderd natrium- of zoutgehalte, indien het produkt ten minste 33% minder natrium bevat dan het gebruikelijke gehalte in soortgelijke waren;

      • 3°. de bewering "geen zout toegevoegd", "ongezouten", "bereid zonder zout", "gefabriceerd zonder zout" of "zonder toevoeging van zout", indien bij de bereiding van de waar geen natriumzouten zijn toegevoegd;

    • h. het gehalte aan vitaminen:

      beweringen over het hoge gehalte aan een bepaalde vitamine, indien de waar per redelijk geachte dagconsumptie ten minste 20% van de voor de desbetreffende stof aanbevolen dagelijkse hoeveelheid bevat;

    • i. het gehalte aan mineralen:

      beweringen over het hoge gehalte aan een bepaald mineraal, uitgezonderd natrium, indien de waar per redelijk geachte dagconsumptie ten minste 20% van de voor de desbetreffende stof aanbevolen dagelijkse hoeveelheid bevat.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een vertaling van een in dat lid genoemde bewering, die in voor de Nederlandse verbruiker begrijpelijke bewoordingen is gesteld.

  • 3 . Onze Minister stelt, in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij nadere regels met betrekking tot het eerste lid.

§ 4. het aanbrengen van vermeldingen

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 De vermeldingen terzake van de voedingswaarde-etikettering en de beweringen inzake de voedingswaarde worden tezamen op één, in het oog vallende, plaats aangebracht, voor wat betreft voedingswaarde-etikettering in tabelvorm met de cijfers onder elkaar of, indien daarvoor niet voldoende ruimte beschikbaar is, achter elkaar.

§ 5. de berekening van energetische waarden en gehaltes

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 Bij de berekening van de te vermelden energetische waarde van een eet- of drinkwaar wordt van de volgende omrekeningsfactoren gebruik gemaakt:

    • a. koolhydraten (met uitzondering van polyolen): 17 kJ/g - 4 kcal/g

    • b. polyolen: 10 kJ/g - 2,4 kcal/g

    • c. eiwit: 17 kJ/g - 4 kcal/g

    • d. vet: 37 kJ/g - 9 kcal/g

    • e. alcohol (ethanol): 29 kJ/g - 7 kcal/g

    • f. organische zuren: 13 kJ/g - 3 kcal/g.

  • 2 Onze Minister stelt ter uitvoering van krachtens de richtlijn getroffen maatregelen nadere regels vast met betrekking tot de omrekeningsfactoren die gebruikt worden bij de berekening van de energetische waarde van eet- of drinkwaren.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 De in dit besluit bedoelde waarden en gehaltes zijn naar behoren vastgestelde gemiddelden, waarvoor al naar gelang van het geval wordt uitgegaan van:

    • a. de analyse van de eet- of drinkwaar door de fabrikant;

    • b. de berekening op basis van de bekende of effectieve gemiddelde waarde van de verwerkte ingrediënten; of

    • c. de berekening aan de hand van algemeen vaststaande en aanvaarde gegevens.

  • 2 Onze Minister stelt ter uitvoering van krachtens de richtlijn getroffen maatregelen nadere regels vast met betrekking tot het eerste lid.

§ 6. slotbepalingen

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

  • 1 Als methoden van onderzoek welke bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of met betrekking tot een in dit besluit bedoelde eet- of drinkwaar al dan niet is voldaan aan de bij of krachtens dit besluit gestelde regels, worden aangewezen chromatografische en andere scheidingsmethoden, alsmede detectiemethoden.

  • 2 Onze Minister stelt ter uitvoering van krachtens de richtlijn getroffen maatregelen nadere regels vast met betrekking tot het eerste lid.

  • 3 Onverminderd het tweede lid kan Onze Minister nadere regels stellen met betrekking tot het eerste lid.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

In afwijking van artikel 3, eerste lid, onder b, 2°, en vierde lid, aanhef en onder b, mag voedingswaarde-etikettering van onderscheidenlijk het gehalte aan suikers, verzadigde vetzuren, voedingsvezels of natrium, tot 1 oktober 1995 ook afzonderlijk van elkaar plaatsvinden, met dien verstande dat zulks in dat geval geschiedt in overeenstemming met de in artikel 3, eerste lid, onder b, 2°, aangegeven positie in de reeks van de daar bedoelde vermeldingen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Het Voedingswaarde-aanduidingenbesluit (Warenwet) wordt ingetrokken.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 1993.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 september 1993

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

Uitgegeven de dertigste september 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage bij artikel 1, eerste lid, onder d, artikel 3, tweede lid, onder f, en artikel 6, eerste lid, onder d en derde lid van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen

[Regeling vervallen per 13-12-2014]

Vitaminen en mineralen, met tussen haken de eenheid waarin deze uitgedrukt worden, en hun aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH)

retinol, vitamine A

(µg)

800

calciferol, vitamine D

(µg)

5

tocoferol, vitamine E

(mg)

10

ascorbinezuur, vitamine C

(mg)

60

thiamine, vitamine B1

(mg)

1,4

riboflavine, vitamine B2

(mg)

1,6

niacine, vitamine B3

(mg)

18

pantotheenzuur, vitamine B5

(mg)

6

pyridoxine, vitamine B6

(mg)

2

cyano-cobalamine, vitamine B12

(µg)

1

foliumzuur, vitamine M

(µg)

200

biotine, vitamine H

(mg)

0,15

calcium

(mg)

800

fosfor

(mg)

800

ijzer

(mg)

14

magnesium

(mg)

300

zink

(mg)

15

jodium

(µg)

150

In de regel moet voor het bepalen van wat een significante hoeveelheid is, per 100 g of per 100 ml, dan wel per verpakking indien deze slechts één portie bevat, van 15% van de in deze bijlage aangegeven aanbevolen dosis worden uitgegaan.