Uitvoeringsbesluit WHW

Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 08-11-2002.
Geldend van 08-11-2002 t/m 31-08-2003

Besluit van 22 september 1993, houdende uitvoeringsbepalingen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, van 28 mei 1993, nr. 92077964/4685, directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 6.13, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Gezien het advies van de Onderwijsraad (advies van 21 december 1992, nr. OR 92000271/3 T);

De Raad van State gehoord (advies van 2 augustus 1993, No. W05.93.0338);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, van 21 september 1993, nr. 93064058/4685, directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

  • b. Onze minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en, voor zover het betreft het onderwijs op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

  • c. Informatie Beheer Groep: de Informatie Beheer Groep, bedoeld in artikel 2 van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank;

  • d. universiteit: een universiteit als bedoeld in de onderdelen a en b van de bijlage van de wet;

  • e. hogeschool: een hogeschool als bedoeld in de onderdelen c, d, e, f en g van de bijlage van de wet;

  • f. instellingsbestuur: een instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1, onder j, van de wet;

  • g. opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 van de wet; en

  • h. register: het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de wet.

Hoofdstuk 2. Bepalingen betreffende studenten

Afdeling 1. Persoonlijke en bijzondere omstandigheden

Artikel 2.1. Persoonlijke omstandigheden bij bindend studieadvies en verwijzing naar afstudeerrichting

  • 1 De persoonlijke omstandigheden bedoeld in de artikelen 7.8b, derde lid, en 7.9, derde lid, van de wet, zijn uitsluitend:

    • a. ziekte van betrokkene,

    • b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van betrokkene,

    • c. zwangerschap van betrokkene,

    • d. bijzondere familie-omstandigheden,

    • e. het lidmaatschap, daaronder begrepen het voorzitterschap, van:

      • 1. bij universiteiten: de universiteitsraad, faculteitsraad, het orgaan dat is ingesteld op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, onderscheidenlijk artikel 9.51, tweede lid, van de wet, het bestuur van een opleiding of de opleidingscommissie, alsmede het lidmaatschap van het bestuur van een stichting die blijkens haar statuten tot doel heeft de exploitatie van voorzieningen, behorende tot de studentenvoorzieningen, dan wel van een daarmee naar het oordeel van het instellingsbestuur gelet op de taak gelijk te stellen orgaan,

      • 2. bij hogescholen: de medezeggenschapsraad, deelraad, studentencommissie of opleidingscommissie,

    • f. andere in de regelingen, bedoeld in de artikelen 7.8b, zesde lid, en 7.9, vijfde lid, van de wet door het instellingsbestuur aan te geven omstandigheden waarin betrokkene activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van de zaken van de instelling,

    • g. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel van een vergelijkbare organisatie van enige omvang, bij wie de behartiging van het algemeen maatschappelijk belang op de voorgrond staat en die daartoe daadwerkelijk activiteiten ontplooit.

  • 2 Het instellingsbestuur kan voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel g, nadere regels vaststellen omtrent het aantal bestuursleden dat ten hoogste per organisatie per studiejaar in aanmerking komt, zomede omtrent welke bestuursfuncties in aanmerking komen.

Artikel 2.2. Bijzondere omstandigheden leidende tot financiële ondersteuning van studenten

[Vervallen per 01-09-2000]

Afdeling 2. Voorwaarden voor ondersteuning door het Rijk

Artikel 2.3. Reikwijdte en begripsbepalingen

  • 2 In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a. organisatie: een organisatie als bedoeld in artikel 7.51, vijfde lid, van de wet;

    • b. vertegenwoordiger: de door een organisatie als zodanig aangewezen persoon;

    • c. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 3 Deze afdeling is niet van toepassing op organisaties, bedoeld in artikel 3.3 van de wet.

Artikel 2.4. Aanspraak

De door een organisatie aangewezen vertegenwoordiger heeft, met inachtneming van het bepaalde in deze afdeling, gedurende het tijdvak waarvoor de in artikel 2.5 bedoelde aanwijzing geldt, aanspraak op financiële ondersteuning.

Artikel 2.5. Aanwijzing, vertegenwoordiging en termijn

  • 1 Een organisatie beoogt niet het maken van winst. Hij omvat ten minste 250 betalende leden, contribuanten of donateurs, dan wel bestaat uit een samenwerkingsverband van instellingen, organisaties of rechtspersonen die te zamen ten minste 250 betalende leden, donateurs of contribuanten omvatten. Indien het betreft een politieke jongerenorganisatie, is zij gelieerd met een politieke partij die in beide Kamers van de Staten-Generaal is vertegenwoordigd.

  • 2 Het bestuur van een organisatie kan een vertegenwoordiger aanwijzen, die het voor financiële ondersteuning krachtens deze afdeling in aanmerking brengt. Van die aanwijzing doet dat bestuur mededeling aan Onze minister, waarbij het tevens aantoont dat de organisatie voldoet aan het eerste lid.

  • 3 De aanwijzing, bedoeld in het tweede lid, zomede de mededeling daarvan aan Onze minister, geschiedt vóór 1 november van het desbetreffende studiejaar. De aanwijzing geldt, behoudens het vierde en vijfde lid, voor het gehele studiejaar.

  • 4 Het bestuur van een organisatie kan tussentijds de aanwijzing van een vertegenwoordiger intrekken. Van deze intrekking doet het bestuur mededeling aan Onze minister.

  • 5 Na een intrekking als bedoeld in het vierde lid, kan het bestuur van een organisatie in plaats van een vertegenwoordiger wiens aanwijzing is ingetrokken, driemaal een nieuwe vertegenwoordiger aanwijzen. De aanwijzing van de nieuwe vertegenwoordiger is van kracht met ingang van de eerste dag van de kalendermaand, volgende op die waarin de aanwijzing heeft plaatsgevonden, en geldt voor het resterende gedeelte van het desbetreffende studiejaar.

Artikel 2.6. Hoogte van de aanspraak

  • 1 De financiële ondersteuning is gelijk aan het bedrag per maand dat ten behoeve van vertegenwoordigers van belangenorganisaties van studenten op grond van artikel 3.3, tweede lid, van de wet door Onze minister is vastgesteld.

  • 2 De toekenning van de financiële ondersteuning vindt plaats per kalendermaand.

Artikel 2.7. Beperking totaal der aanspraken

  • 1 Per studiejaar is ten aanzien van ten hoogste twintig organisaties financiële ondersteuning als bedoeld in artikel 2.6, tweede lid, beschikbaar.

  • 2 Toewijzing van de financiële ondersteuning vindt plaats in de volgorde van binnenkomst van de aanmeldingen, bedoeld in artikel 2.5, tweede lid.

Artikel 2.8. Subsidies aan VSNU en HBO-Raad ten behoeve van studentleden van visitatiecommissies

  • 1 Aan de Vereniging van samenwerkende Nederlandse universiteiten, de VSNU, gevestigd te Utrecht, en de Vereniging van hogescholen, de HBO-Raad, gevestigd te 's-Gravenhage, verstrekt Onze minister een subsidie ten behoeve van de financiële ondersteuning van studenten die op voordracht van de genoemde vereniging of raad gedurende één maand of langer deelnemen aan een beoordeling als bedoeld in artikel 1.18, eerste lid, van de wet.

  • 2 De subsidie bedraagt ten behoeve van iedere beoordeling, bedoeld in het eerste lid, drie maal het bedrag, bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, indien het betreft deelname aan een beoordeling in het wetenschappelijk onderwijs, en vier maal het bedrag, bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, indien het betreft deelname aan een beoordeling in het hoger beroepsonderwijs.

  • 3 De in dit artikel bedoelde subsidie wordt niet in aanmerking genomen bij de bepaling van het toegestane bedrag, bedoeld in artikel 2.7.

Artikel 2.9. Nadere regeling

Onze minister kan voor de uitvoering van deze afdeling nadere regels van administratieve aard stellen.

Hoofdstuk 3. Bepalingen betreffende opleidingen

Afdeling 1. Centraal register opleidingen hoger onderwijs

Artikel 3.1. Indeling register

Het register bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. onderwijs,

  • b. landbouw en natuurlijke omgeving,

  • c. natuur,

  • d. techniek,

  • e. gezondheidszorg,

  • f. economie,

  • g. recht,

  • h. gedrag en maatschappij, en

  • i. taal en cultuur.

Artikel 3.2. Subonderdelen

  • 1 Het onderdeel onderwijs kent, naast opleidingen die niet onder een subonderdeel worden ondergebracht, de volgende subonderdelen:

    • a. universitaire eerstegraads lerarenopleidingen,

    • b. lerarenopleidingen speciaal onderwijs,

    • c. voortgezette opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in algemene vakken, en

    • d. lerarenopleidingen op het gebied van de kunst.

  • 2 Het onderdeel gedrag en maatschappij kent, naast opleidingen die niet onder een subonderdeel worden ondergebracht, het subonderdeel hogere kaderopleiding pedagogiek.

  • 3 Het onderdeel taal en cultuur kent, naast opleidingen die niet onder een subonderdeel worden ondergebracht, de volgende subonderdelen:

    • a. voortgezette opleidingen bouwkunst,

    • b. voortgezette kunstopleidingen, en

    • c. opleidingen op het gebied van de kunst.

Artikel 3.3. Levering gegevens

De Informatie Beheer Groep kan voorschriften geven voor de wijze waarop gegevens die in het register worden opgenomen, dienen te worden geleverd.

Artikel 3.4. Verstrekking gegevens

  • 1 Op een daartoe ingediend verzoek kunnen gegevens die in het register zijn opgenomen, worden verstrekt. Bij dat verzoek wordt aangegeven welke gegevens worden verlangd alsmede de gewenste wijze van verstrekking.

  • 2 Binnen een maand na ontvangst van het verzoek, wordt aan aanvrager bekendgemaakt of het verzoek kan worden gehonoreerd. Indien het verzoek zal worden gehonoreerd, wordt tevens aangegeven binnen welke termijn dit zal geschieden alsmede of aan de verstrekking kosten zijn verbonden en zo ja, hoe hoog de verschuldigde vergoeding, met inachtneming van artikel 3.5, zal zijn.

  • 3 De verstrekking kan slechts worden geweigerd als de gevraagde gegevens niet beschikbaar zijn, of de gevraagde wijze van verstrekking niet kan worden uitgevoerd.

Artikel 3.5. Vergoeding verstrekte gegevens

  • 1 Indien een verzoek als bedoeld in artikel 3.4 wordt gedaan door anderen dan de besturen van instellingen waarop de wet betrekking heeft dan wel de adviescommissie onderwijsaanbod, bedoeld in artikel 6.3 van de wet, is voor het verstrekken van gegevens een vergoeding verschuldigd.

  • 2 De verschuldigde vergoeding is afhankelijk van:

    • a. de tijd die aan het afhandelen van het verzoek wordt besteed, waarbij een tarief van € 26,32 per uur wordt berekend,

    • b. de hoeveelheid te verstrekken gegevens, waarbij een tarief van € 34,03 per 1 000 records wordt berekend en een tarief van € 2,27 per 1 000 regels,

    • c. de wijze van verstrekking van de gegevens, waarbij voor de gegevensdragers de kostprijs wordt berekend, en

    • d. de administratiekosten van € 3,18 per aanvraag alsmede de verzendkosten, waarvoor de kostprijs wordt berekend.

Afdeling 2. Aanvullende eisen met het oog op de inschrijving

Artikel 3.6. Aanwijzing bacheloropleidingen in het h.b.o.

De bacheloropleidingen in het hoger beroepsonderwijs ten aanzien waarvan het eerste lid van artikel 7.26 van de wet toepassing kan vinden, zijn, ingedeeld naar de onderdelen van het register, genoemd in artikel 3.1:

  • a. binnen het onderdeel onderwijs:

    • 1°. opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in lichamelijke oefening,

    • 2°. opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Arabisch,

    • 3°. opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Turks,

    • 4°. tweedegraads lerarenopleiding verpleegkunde, en

    • 5°. opleiding tot leraar van de tweede graad in Nederlandse gebarentaal/doventolk;

  • b. binnen het onderdeel techniek:

    • 1°. opleiding maritiem officier, en

    • 2°. opleiding kunst en techniek;

  • c. binnen het onderdeel gedrag en maatschappij:

    • 1°. opleiding creatieve therapie, en

    • 2°. opleiding sport en bewegen;

  • d. binnen het onderdeel gezondheidszorg:

    • 1°. opleiding voor logopedie,

    • 2°. opleiding tot verpleegkundige in de maatschappelijke gezondheidszorg,

    • 3°. opleiding van kader in de gezondheidszorg en,

    • 4°. opleiding bewegingsagogie/psychomotorische therapie;

  • e. binnen het onderdeel economie:

    opleiding hoger hotelonderwijs.

Afdeling 3. Masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs met een studielast van 120 studiepunten

Artikel 3.7. Studielast masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs

De studielast van de in de bijlage bij dit besluit genoemde masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs bedraagt 120 studiepunten.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 4.1. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt voor wat betreft de artikelen 3.1 en 3.2 terug tot en met 1 mei 1993.

Artikel 4.2. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit WHW.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage , 22 september 1993

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen,

M. J. Cohen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

P. Bukman

Uitgegeven de dertigste september 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage bij het uitvoeringsbesluit WHW

Masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs met een studielast van 120 studiepunten

1. Openbare universiteit te Leiden

astronomy

biology

biomedical sciences

bio-pharmaceutical sciences

chemistry

computer sciences

ict in business

life science & technology

mathematics

mediatechnology

physics

2. Openbare universiteit te Groningen

artificial intelligence

bedrijfswiskunde

biology

biomedische technologie

biomolecular sciences

chemistry

ecology

energie- en milieuwetenschappen

evolutionary biology

informatica

mariene biologie

mathematics

medical and pharmaceutical drug innovation

medisch farmaceutische wetenschappen

medische biologie

mens-machine communicatie

moleculaire biologie en biotechnologie

nanoscience

physics

scheikundige technologie

sterrenkunde

technische bedrijfskunde

technische natuurkunde

technische wiskunde

3. Openbare universiteit te Amsterdam

artificial intelligence

astronomy and astrophysics

biological sciences

biomedical sciences

chemistry

computer sciences

earth sciences

life sciences

logic

mathematical physics

mathematics

mathematics and science education

physics

stochastics and financial mathematics

4. Openbare universiteit te Utrecht

artificial intelligence

biologische wetenschappen

biomedical sciences

chemische wetenschappen

earth sciences

environmental sciences

farmaceutische wetenschappen

geografie

geschiedenis en wijsbegeerte van de wiskunde en natuurwetenschappen

informatica

information science

mathematische wetenschappen

natuurkunde en meteorologie & fysische oceanografie

natuurwetenschappen en bedrijf

natuurwetenschappen en bestuur

neurowetenschappen en cognitie

scientific computing

sterrenkunde

5. Openbare universiteit te Delft

aerospace engineering

applied earth sciences

applied mathematics

applied physics

architecture

chemical and biochemical engineering

civil engineering

computer engineering

design for interaction

electrical engineering

geodetic engineering

industrial design engineering

integrated product design

life science & technology

management of technology

marine technology

materials science & engineering

mechanical engineering

media & knowledge engineering

nanoscience

strategic design

systems and control

systems engineering, policy analysis and management

technical informatics

transport, infrastructure & logistics

6. Openbare universiteit te Wageningen

agriculture and bioresource engineering

animal sciences and aquaculture

bioinformatics

biology

biotechnology

earth system science

environmental sciences

food quality management

food safety

food technology

forest and nature conservation

geographical information management and applications

geo-information science

hydrology and water quality

international land- and water management

landscape planning and design

leisure, tourism and environment

meteorology and air quality

molecular sciences

nutrition and health

plant biotechnology

plant sciences

soil science

urban environmental management

7. Openbare universiteit te Eindhoven

applied physics

architecture, building and planning

biomedical engineering

building services

business information systems

chemical engineering

computer science and engineering

electrical engineering and information technology

human-technology interaction

industrial and applied mathematics

industrial design

innovation management

mechanical engineering

medical engineering

operations management

technology and policy

8. Openbare universiteit te Enschede

applied mathematics

applied physics

biomedical engineering

business information technology

chemical engineering

civil engineering & management

computer science

electrical engineering

geoinformatics

human media interaction

industrial design engineering

industrial engineering & management

mechanical engineering

mechatronics

nanotechnology

telematics

9. Bijzondere universiteit te Amsterdam

artificial intelligence

beleid, management en ondernemerschap voor natuur- en levenswetenschappers

bioinformatics

biology

biomedical sciences

biomolecular sciences

business mathematics and informatics

chemistry

computer sciences

earth sciences

ecology

geo-environmental sciences

hydrology

mathematics

medical natural sciences

neurosciences

oncology

parallel & distributed computer systems

pharmaceutical sciences

physics

stochastics and financial mathematics

10. Bijzondere universiteit te Nijmegen

algemene natuurwetenschappen

biology

bioinformatics

biomedical sciences

chemistry

informatica

mathematics

medische biologie

milieu-natuurwetenschappen

moleculaire levenswetenschappen

natuur- en sterrenkunde.